Datum 25 februari 2010 Onderwerp Toezeggingen Anonimiteit in het Strafproces: bescherming van slachtoffers en getuigen die vrezen voor represailles.

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Werkinstructie werkgever en werknemer bij aangifte/melding

Datum 20 december 2012 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de inzet van paragnosten door de politie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Datum 4 juli 2013 Onderwerp Betekenis nieuwe jurisprudentie over anonieme getuigen in strafzaken

Datum 4 oktober 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Beschermd door justitie, leven kapot

Aanwijzing. Slachtofferzorg. Parket Curaçao

Recht en bijstand bij juridische procedures

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Plan van aanpak. Protocol. pilot camera s op. GGD/ Ambulances. in de Regio Haaglanden

De concrete voorstellen in dit pamflet dragen in de optiek van de VVD bij aan het verwezenlijken van deze doelstellingen.

Voegen in het strafproces

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Anonimiteit in het strafproces

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Plan van aanpak. Protocol. pilot camera s op. VZA ambulances

AANGIFTE ONDER NUMMER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Datum 23 november 2012 Onderwerp Nadere informatie n.a.v. de berichtgeving over de secretaris-generaal van mijn ministerie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Datum 13 augustus 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over Aangiftebereidheid van minderjarige slachtoffers mensenhandel

Directie Financieel-Economische Zaken

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

AANWIJZING TOEZEGGINGEN AAN GETUIGEN IN STRAFZAKEN

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

#weesduidelijk

Tweede Kamer der Staten-Generaal

33000 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2012

Vervolging. Getuigenverhoor rechter-commissaris

Het slachtoffer in het strafproces

Klokkenluidersregeling Woonstichting Land van Altena

Rapport. Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361

Advies Conceptwetsvoorstel implementatie EU-richtlijn minimumnormen slachtoffers van strafbare feiten

Uitspraak Hoge Raad. met betrekking tot camerabeelden in en bij een ziekenhuis

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Onderzoek door het Openbaar Ministerie Informatiefolder voor de medewerker

ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120

R e g i s t r a t i e k a m e r

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eenduidige Landelijke afspraken Bij agressie en geweld tegen functionarissen met een publieke taak

Aangifte doen binnen het onderwijs

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 2

Datum 29 januari 2010 Onderwerp WODC-onderzoek 'Strafrechtelijke ontzetting uit beroep of ambt'

Instructie vernietiging geïntercepteerde gesprekken met geheimhouders

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 25 april 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de positie van kwetsbare verdachten in het strafproces

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gehoord de gerechten heeft de Raad de eer u als volgt te berichten.

Nummer: /3/3. Ontvangstdatum: 2013

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Vreemdelingenpolitie van het regionale politiekorps Gelderland-Midden uit Zevenaar.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Voorstel van wet. Artikel 1

B16 / Deel B16 Voortgezet verblijf

Parketnummers : 13/ , 13/ , 13/ Vragen aan Officieren van Justitie mbt afdoeningsbeslissingen getuige Sonja Holleeder

crisis in de verzorgingsstaat , 294 economische crisis 82-85

Eenduidige Landelijke Afspraken. Bij agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak

> Retouradres Postbus EH Den Haag. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Als er sprake is van een incident op heterdaad (tijdens of kort na plegen) en het gaat om een mishandeling of een bedreiging met mishandeling:

Datum 3 oktober 2014 Onderwerp Berichtgeving over verzamelen gegevens door Belastingdienst en uitwisselen met andere overheidsinstanties

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Deze brochure 3. Dagvaarding 3. Bezwaarschrift 3. Rechtsbijstand 4. Slachtoffer 4. Inzage in uw dossier 4. Getuigen en deskundigen 5.

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 januari 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Utrecht. Datum: 16 april Rapportnummer: 2012/062

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Aangifte doen En dan?

Rapport. Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Geraal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

U wordt opgeroepen om te getuigen in een strafzaak. De oproepingsbrief vermeldt waar en wanneer u zich moet aanmelden.

Als uw kind in aanraking komt met de politie

Schema werkwijze LANGZS-advocaten. De financiering

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 10 januari 2014 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht "Politie en justitie tappen te veel af

Datum 4 juni 2012 Vragen lid Schouw (2012Z02139) over het verstrekken van biometrische gegevens aan de Verenigde Staten

Actieprogramma aanpak agressie en geweld tegen werknemers met publieke taken

Graag worden wij op de hoogte gehouden over de verdere voortgang van dit wetgevingsp roces.

Verruiming spreekrecht in rechtszaal van kracht

Klokkenluidersregeling Woonpartners Midden-Holland

Eerste Kamer Staten-Generaal 1

Rapport. Rapport over een klacht over de (hoofd)officier van justitie te Den Haag en de griffie van de rechtbank Den Haag. Datum: 12 december 2012

Beslissingen rechtbank op verzoeken raadslieden in strafzaken Hofstadgroep donderdag, 8 december 2005

Rapport. Datum: 12 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/445

Aan de minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Opstelten,

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Nederlandse Orde van Advocaten T.a.v. drs. L. Korsten Postbus GW Den Haag FALK-courier

Transcriptie:

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding Afdeling Criminaliteit en Veiligheid Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.justitie.nl Onderwerp Toezeggingen Anonimiteit in het Strafproces: bescherming van slachtoffers en getuigen die vrezen voor represailles. In deze brief informeer ik u, conform de toezeggingen aan uw Kamer in de Algemeen Overleggen met de Vaste Kamercommissies voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en Justitie op 17 maart 2009, op 28 januari 2010 en op 17 februari 2010, over resultaten op het gebied van anonimiteit in het strafproces. Achtergrond Voor de criminaliteitsbestrijding is het van groot belang dat slachtoffers en getuigen bereid zijn aangifte te doen. Als slachtoffers en getuigen geen aangifte willen doen of verklaringen willen afleggen uit angst voor represailles van de zijde van de verdachte of anderen, dan is dat voor hen persoonlijk en de samenleving een zeer onwenselijke situatie. Bij een reële angst van een slachtoffer of getuige voor represailles is het daarom essentieel dat bescherming wordt geboden. Of die angst reëel is, hangt onder meer af van de aard en ernst van het delict, het aantal getuigen, de (eventuele) relatie tussen getuige/aangever en verdachte, de antecedenten van de verdachte en de omstandigheden in de privésfeer van de getuige/aangever. Anonimiteit voor het slachtoffer of de getuige kan een nuttige rol spelen in deze bescherming en het gevoel van veiligheid dat slachtoffers en getuigen ervaren. Anonimiteit heeft betrekking op het afschermen van de identiteit van de aangever of getuige, maar ook op het zorgvuldig omgaan met diens persoonsgegevens. 1 Als anonimiteit wordt aangeboden, is het van belang dat deze anonimiteit ook kan worden gegarandeerd gedurende het gehele strafproces. De huidige mogelijkheden voor anonimiteit in het strafproces zijn opgesomd in de door het College van procureurs-generaal opgestelde handleiding Opnemen (deels) anonieme aangifte/verklaring. In de bijlage van deze brief treft u deze handleiding conform uw verzoek aan. 1 Behalve gegevens als naam en adres kan bijvoorbeeld gedacht worden aan gevallen van agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak, waarin het wenselijk is dat gegevens over de uitoefening van iemands beroep, zoals werktijden, worden afgeschermd (zie ook artikel 190, lid 2 van het Wetboek van Strafvordering). Pagina 1 van 9

Hieronder wordt aangegeven hoe het gebruik van deze mogelijkheden wordt bevorderd. Langs deze weg wil ik een betere bescherming bieden aan slachtoffers en getuigen die vrezen voor represailles. Het bestaande beleid dat daartoe reeds in gang is gezet, zal in de toekomst worden verstevigd. Naast het bevorderen van mogelijkheden in dit kader, is ook gekeken naar het wegnemen van eventuele belemmeringen. Zoals toegezegd tijdens het Algemeen Overleg met uw Kamer van 17 maart jl. is bezien of de beroepscode van de politie belemmerend is voor het opnemen van 'anonieme aangifte'. Dit blijkt niet het geval te zijn. De juiste omgang met anonimiteit in het strafproces begint bij het goed en behoorlijk opnemen van de aangifte of verklaring door de politie en het verstrekken van deugdelijke en volledige voorlichting over de bestaande mogelijkheden en onmogelijkheden. Een (beperkte) vorm van anonimiteit in het strafproces moet ten goede komen aan de waarheidsvinding en mag niet afdoen aan het recht op een eerlijk proces van de verdachte. Domiciliekeuze Allereerst is ingezet op een ruimere toepassing van de mogelijkheid van domiciliekeuze. Dit houdt in dat het slachtoffer of de getuige de keuze wordt aangeboden een ander adres op te laten nemen dan zijn feitelijke huisadres. In plaats van het huisadres kan bijvoorbeeld het adres van de werkgever of van het politiebureau worden gebruikt. De politie kan zelfstandig en zonder nader overleg met de officier van justitie aan de aangever en de getuige aanbieden domicilie te kiezen, bijvoorbeeld op het politiebureau. Hoewel domiciliekeuze reeds mogelijk is, wordt dit nog niet optimaal benut. Daarom wordt erop gestuurd dat, door middel van voorlichting (zie hieronder) en eenduidige landelijke afspraken met politie en Openbaar Ministerie (zie hieronder), dat politie altijd domiciliekeuze aanbiedt als mogelijkheid als aangevers of getuigen aangeven angst voor represailles te hebben. Om de positie van het slachtoffer verder te verbeteren, loopt op dit moment een pilot 'vernieuwd slachtofferloket' waarin wordt geoefend met domiciliekeuze van het slachtoffer op het adres van het slachtofferloket. Bezien wordt wat er nodig is om domiciliekeuze op het adres van het slachtofferloket verder onder de aandacht te brengen, welke automatiseringsaanpassingen noodzakelijk zijn en hoe kan worden gewaarborgd dat slachtoffers met een domicilieadres de voor het strafproces relevante informatie ontvangen over de strafzaak. Beperkt anonieme getuige/bedreigde getuige Daarnaast zijn er ook de mogelijkheden op grond van art. 190 lid 2 Wetboek van Strafvordering (beperkt anonieme getuige) en art. 226a Wetboek van Strafvordering (bedreigde getuige). Voor de beperkt anonieme getuige is een vordering van de officier van justitie bij de rechter-commissaris nodig. De delicten waar deze vorm van anonimiteit kan worden gevorderd, zijn niet wettelijk beperkt tot bepaalde categorieën. Deze vorm van anonimiteit gaat verder dan de hiervoor genoemde domiciliekeuze. Als een beperkt anonieme getuige wordt opgeroepen om ter terechtzitting een verklaring af te leggen, kan de beantwoording van bepaalde vragen naar de identiteit van de getuige worden belet en kan de getuige onherkenbaar worden gemaakt, bijvoorbeeld door gebruik van vermomming (valse snorren, baarden en pruiken). Beperkte anonimiteit kan worden toegepast in het vooronderzoek en tijdens het onderzoek op de terechtzitting. Een bedreigde getuige daarentegen hoeft nooit op zitting te verschijnen. Het verkrijgen van de status van bedreigde getuige gebeurt op vordering van de officier van justitie of op verzoek van de getuige/aangever. Pagina 2 van 9

Ook hier beslist de rechter-commissaris. Deze optie is mogelijk als sprake is van een ernstig strafbaar feit, waaronder levensdelicten, georganiseerde criminaliteit en zware geweldsdelicten (artikel 226a-f juncto 344 a, eerste en tweede lid, Wetboek van Strafvordering). Om de positie van slachtoffers en getuigen die vrezen voor represailles beter te beschermen zal ik bezien of deze maatregelen ook bij andere zeer ernstige delicten kunnen worden toegepast. Belangrijk gevolg van de erkenning als bedreigde getuige is dat deze niet op de openbare terechtzitting behoeft te verschijnen. Bij deze vormen van anonimiteit is het van belang dat het recht van de verdachte op een eerlijk strafproces niet wordt geschonden. De verdediging moet in de gelegenheid worden gesteld belastende verklaringen te betwisten. Hieraan kan worden tegemoetgekomen door de advocaat van de verdachte de mogelijkheid te bieden voorafgaand aan de zitting na een opdracht daartoe van de rechtbank de beperkt anonieme of bedreigde getuige te horen bij de rechtercommissaris. In aanwezigheid van de rechter-commissaris kan dan de verklaring worden getoetst, hetgeen voorkomt dat zaken stuklopen. Deze mogelijkheid wordt nog niet of nauwelijks gebruikt. Als de rechter het toch nog wenselijk acht om tijdens de zitting de beperkt anonieme getuige te horen, dan kan dit bijvoorbeeld door middel van videoconferentie of telehoren (zie hieronder) en/of met vermomming of stemvervorming. Op grond van artikel 187d, eerste lid, Wetboek van Strafvordering heeft de rechter-commissaris bovendien de mogelijkheid op verzoek van de getuige of van de officier van justitie te beletten dat bepaalde vragen worden beantwoord, indien de getuige door het openbaarmaken van dit gegeven ernstige overlast zal ondervinden of in de uitoefening van zijn ambt of beroep ernstig zal worden bemoeilijkt. Op grond van deze bepaling behoeven gegevens van de getuige niet in de processtukken te worden vastgelegd. Dit artikel bevat geen drempel met betrekking tot ernst of aard van de feiten. Door het combineren van deze mogelijkheden kan de identiteit van de aangever/getuige gedurende het gehele strafproces worden afgeschermd. De Minister van Justitie is in gesprek met het College van procureurs-generaal over de verdere toespitsingen die nodig zijn voor intensievere gebruikmaking van de wettelijke mogelijkheden in gevolge de artikelen187d en 190 van het Wetboek van Strafvordering voor anonimiteit, zoals vermeld in de handleiding van het Openbaar Ministerie. Het Openbaar Ministerie zal over de verdere toespitsingen in overleg gaan met de politie opdat, meer dan nu het geval is, de positie van het slachtoffer centraal wordt gesteld. Tevens zal het Openbaar Ministerie met de politie bespreken hoe meer kan worden gewezen op de bestaande mogelijkheden, waarvan onvoldoende gebruik wordt gemaakt. Voorlichting Om de mogelijkheden voor anonimiteit beter te benutten heeft de hieronder beschreven voorlichting plaatsgevonden binnen het Openbaar Ministerie en de politie en in de richting van werkgevers. Nadat de bovengenoemde handleiding voor anonimiteit in het strafproces bekend is gemaakt, hebben de parkethoofden deze beleidsregel onder de aandacht gebracht van de politiekorpsen in hun regio en binnen hun eigen OM-organisatie. Voorts is de handleiding geplaatst op de interne netwerken van OM en politie. De politie communiceert binnen het programma Intake en Noodhulp en via de communicatiecampagne slachtoffers van de politie over de mogelijkheid van domiciliekeuze. De bovengenoemde handleiding van het OM wordt hierbij extra onder de aandacht gebracht. Pagina 3 van 9

Verder heeft de politie de informatie over anoniem melden en domiciliekeuze ook opgenomen op de website van het politieproject Hatecrimes. Via deze website kan iedereen in Nederland online anoniem melding maken van een hatecrime, zoals homofoob of racistisch geweld. Ook kan een verzoek tot aangifte worden gedaan. Op het terrein van geweld tegen overheidsdienaren worden werkgevers en werknemers sinds november 2008 voorgelicht over het belang van het doen van aangifte, al dan niet beperkt anoniem. Binnenkort wordt het stappenplan verhoging aangiftebereidheid voor werkgevers (genaamd Aangifte, gewoon doen! ) en de handreiking agressie en geweld opgeleverd. In beide documenten worden werkgevers en werknemers geïnformeerd over het kiezen van domicilie. Nog voor de zomer zullen wij dit plan lanceren en toesturen aan 5000 publieke werkgevers. Andere maatregelen Naast voorlichting teneinde bestaande mogelijkheden beter te benutten, zijn ook andere maatregelen genomen om slachtoffers en getuigen die vrezen voor represailles beter te beschermen. Naar verwachting zal per 1 januari 2011 de Wet versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces in werking treden. Ter voorbereiding hiervan wordt momenteel in het kader van het project Versterking positie slachtoffers de informatieverstrekking aan slachtoffers opnieuw in kaart gebracht en waar nodig aangepast. De mogelijkheden voor anonimiteit zullen daarin worden meegenomen, onder meer door alle correspondentie richting slachtoffers te herzien. Zo kan informatie over anonimiteit en domiciliekeuze nadrukkelijker dan nu het geval is een plaats worden gegeven. Verder is het Schadeopgaveformulier Misdrijven, voor schaderegeling en voegen in het strafproces (het zogenaamde 'voegingsformulier') grondig aangepast. Dit wordt nu getest in de pilot slachtofferloketten. Door deze wijziging hoeven minder persoonsgegevens te worden ingevuld. Een ander instrument dat verder is ontwikkeld en dat de positie van slachtoffers en getuigen die angst hebben voor represailles of zich bedreigd voelen verder kan beschermen, is videoconferentie of telehoren. In een brief aan Uw Kamer van 15 november jl. heeft de minister van Justitie reeds bericht dat er, zowel in wettelijke als in technische zin, geen belemmeringen zijn voor het gebruik van videoconferentie bij het horen van getuigen. Het biedt de verdediging de mogelijkheid de getuige vragen te stellen over de toedracht van het gebeurde of andere waarnemingen van de getuige, waarbij niet in alle gevallen de identiteit of persoonsgegevens van de getuige volledig kenbaar zijn voor de verdediging. In het kader van het programma Veilige Publieke Taak zijn eenduidige landelijke afspraken opgesteld voor de aanpak van agressie en geweld tegen functionarissen met een publieke taak. In zulke gevallen wordt door de aangever of getuige in beginsel domicilie gekozen op het werkadres. De afspraak is dat de politie aangevers en/of getuigen over de mogelijkheden hieromtrent informeert. De afspraken zijn vastgesteld en zullen op 1 april 2010 in werking treden. De brief met eenduidige landelijke afspraken wordt u in maart 2010 toegestuurd. Naast bovengenoemde mogelijkheden staat ook de mogelijkheid open om meld misdaad anoniem te bellen. Hier kan anoniem informatie worden gegeven over delicten die vervolgens wordt doorgegeven aan politie en andere opsporingsinstanties. Die toetsen de anonieme melding, kijken of meer bekend is en gaan zonodig over tot actie. Pagina 4 van 9

In het Algemeen Overleg van 17 maart 2009 is gevraagd naar speciale mogelijkheden voor vrouwen die het slachtoffer zijn geworden van vrouwenhandel. Bij het voorbereiden van de Kaderwet prostitutie wordt momenteel meegenomen of er speciale mogelijkheden in het leven moeten worden geroepen vanwege het feit dat bij deze groep de angst om te melden buitengewoon groot kan zijn. In de kabinetsreactie op de 7de rapportage van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel (Kamerstukken II 2009-2010, 28638, nr. 47, brief van 21 januari 2010) heeft de Minister van Justitie aangegeven welke voorzieningen er zijn gecreëerd voor slachtoffers van mensenhandel. Zij kunnen gebruik maken van opvangvoorzieningen waar sprake is van extra beveiliging. Vanaf juni 2010 creëren de Ministeries van Justitie en VWS een opvangvoorziening specifiek voor 50 slachtoffers van mensenhandel. Getuigenbescherming Wij hebben op 8 juli 2009 in antwoord op schriftelijke vragen van het lid, de heer Teeven (VVD) (kamerstukken II 2008-2009, nr. 3266) aangegeven geen noodzaak te zien tot een nieuwe evaluatie met betrekking tot de invulling van het getuigenbeschermingsprogramma. Over het juridische instrumentarium betreffende getuigenbescherming wordt momenteel overleg gevoerd. Medio 2010 zal uw Kamer hierover verder worden geïnformeerd. De Minister van Justitie, De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, E.M.H. Hirsch Ballin Pagina 5 van 9

Bijlage 1 HANDLEIDING OPNEMEN (DEELS) ANONIEME AANGIFTE / VERKLARING Categorie : Overig Afzender : College van procureurs-generaal Adressaat : Hoofden van de parketten Registratienummer : 2006H001 vaststelling : 06-03-2006 inwerkingtreding : 01-04-2006 Geldigheidsduur : 31-03-2010 Vervallen : Handleiding opnemen (deels) anonieme aamgifte / verklaring (2002H001) Wetsbepalingen : art. 190 en 226a WvSv Relevante beleidsregels : - Jurisprudentie : - Bijlage(n) : - Achtergrond Het bestrijden van geweld op straat is gebaat bij een grote aangiftebereidheid door zowel slachtoffers als getuigen. In toenemende mate valt de ontwikkeling te bespeuren dat men echter alleen bereid is aangifte te doen, dan wel een verklaring wenst af te leggen indien men zelf verder geheel buiten beeld blijft. Hiertegenover staat echter dat het belang van de strafrechtspleging gediend is met gebruik van zo min mogelijk anonieme (getuigen)verklaringen. Voor de bewijsvoering is het van belang over toetsbare verklaringen te beschikken, verklaringen op naam voldoen hier eerder aan dan anonieme verklaringen. Het bieden van (beperkte) anonimiteit dient derhalve beperkt te blijven tot uitzonderingsgevallen. Voor alle duidelijkheid zij hier opgemerkt dat deze handleiding zich richt tot medewerkers van het OM en opsporingsambtenaren, waardoor de mogelijkheden die de verdediging heeft (zoals bijv. de anonieme getuige à decharge) en die de RC ten dienste staan (ambtshalve of op verzoek van de verdediging beslissing tot het verlenen van anonimiteit of status van bedreigde getuige) niet uitgebreid in deze handleiding aan de orde komen. Samenvatting In deze handleiding wordt aangegeven welke mogelijkheden het Wetboek van Strafvordering biedt met betrekking tot het opnemen van aangiftes en/of verklaringen van personen die aangeven dat zij (gedeeltelijke) afscherming van hun persoonsgegevens wensen. Pagina 6 van 9

1. Begrippenkader In deze handleiding worden de gebruikte begrippen melder, aangever en getuige als volgt gedefinieerd. Melder: is geen juridisch begrip, wordt gebruikt om iemand aan te duiden die (al dan niet anoniem) een telefonisch) contact heeft met de politie, dat hij/zij wetenschap heeft van een strafbaar feit. Een dergelijke melding levert geen aangifte of getuigenverklaring op, doch kan wel als sturingsinformatie door de politie gebruikt worden. Aangever: degene die kennis draagt van een strafbaar feit en daarvan aangifte doet bij de politie (art. 161 Sv) Getuige: iemand die omtrent een strafbaar feit door de politie, de OvJ, de RC of de rechter in het kader van respectievelijk een opsporingsonderzoek, een gerechtelijk vooronderzoek of een onderzoek ter terechtzitting wordt gehoord naar aanleiding van diens mogelijke waarneming van een strafbaar feit. N.B. De CIE-informant blijft in deze handleiding buiten beschouwing omdat daarvoor aparte regelgeving bestaat. 2. Wanneer opnemen van een (partieel) anonieme aangifte/verklaring? Indien zich een persoon bij de politie meldt die aangeeft alleen te willen verklaren indien anonimiteit gegarandeerd is, dient allereerst nagegaan te worden waardoor de wens tot anonimiteit wordt ingegeven. Het is van groot belang eerst helder te krijgen of sprake is van een reële angst bij de getuige/aangever. Goede voorlichting door degene die de verklaring opneemt, speelt hier een belangrijke rol. Aspecten die verder een rol kunnen spelen bij het beoordelen of de getuige/aangever terecht angst heeft, zijn: de aard en ernst van het delict in casu; aantal getuigen; de (eventuele) relatie getuige/aangever en verdachte; de antecedenten van de verdachte (indien bekend); de omstandigheden in de privésfeer van de getuige/aangever. Afhankelijk van de uitkomst van deze beoordeling kan het wenselijk geacht worden dat (een bepaalde mate van) afscherming van identiteit aan de getuige/aangever wordt geboden. De politie dient zich te realiseren dat het niet mogelijk is om zelfstandig toezeggingen aan getuigen/aangevers te doen omtrent afscherming van de identiteit. In alle gevallen, met uitzondering van het domicilie kiezen, zal overleg met de officier van justitie (OvJ) noodzakelijk zijn. De OvJ dient zich te realiseren dat de afscherming van de identiteit, met uitzondering van het domicilie kiezen, alleen mogelijk is na toewijzing van de vordering ex artikel 190, lid 2, WvSv door de RC. Zowel politie als OM dient zich te realiseren dat in een aantal gevallen het door de positie van de getuige/aangever op voorhand al onmogelijk is om bepaalde afscherming te bieden, bijvoorbeeld bij getuigen/aangevers uit de (naaste) Pagina 7 van 9

omgeving van de verdachte. 3. Bestaande mogelijkheden (deels) anonieme aangifte/verklaring 3.1 Domicilie kiezen De getuige/aangever kan in plaats van het opgeven van zijn werkelijke woon- of verblijfplaats domicilie kiezen bijvoorbeeld op het adres van het politiebureau waar de verklaring c.q. aangifte opgenomen wordt. Hiervoor zijn geen extra maatregelen noodzakelijk. De delicten waar deze vorm van anonimiteit kan worden geboden, zijn niet beperkt; omgevingsfactoren kunnen hierbij een belangrijke rol spelen. Dit is de minst ingrijpende vorm van het bieden van enige vorm van anonimiteit. De politie kan deze vorm van anonimiteit zelfstandig aanbieden. De mogelijkheid beschermt de privacy van de getuige/aangever en doet daarnaast geen afbreuk aan verdedigingsrechten. De getuige/aangever is echter wel bij naam bekend en kan nog steeds opgeroepen worden om bij de rechter-commissaris (RC) en/of ter terechtzitting een verklaring af te leggen. De politie dient zich hierbij tevens te realiseren dat indien voor deze optie gekozen wordt zij dient in te staan voor de uitreiking van de oproeping van getuige/aangever in voorkomende gevallen. Deze verantwoordelijkheid van de politie geldt in het gehele opsporings- en vervolgingstraject en kan zich derhalve over een langere periode (mogelijk jaren) uitstrekken. 3.2 Beperkt anonieme getuige Een getuige/aangever kan op grond van art. 190 lid 2 Sv aangemerkt worden als een beperkt anonieme getuige. Hiervoor is een aparte vordering van de officier van justitie bij de RC nodig. Beseft dient te worden dat in dit artikel gesproken wordt over de getuige die door de RC gehoord wordt. Het feit dat een vordering van de OvJ noodzakelijk is en dat de RC beslist, geeft al aan dat de politieman die de verklaring/aangifte opneemt hier niet ter plaatse over kan beslissen. Er zal altijd overleg met de OvJ noodzakelijk zijn, en dan nog dient de beslissing van de RC afgewacht te worden alvorens een getuige/aangever toegezegd kan worden dat een deel van zijn identiteit afgeschermd zal worden. De delicten waar deze vorm van anonimiteit kan worden geboden, zijn niet wettelijk beperkt tot bepaalde categorieën. De RC zal in zijn beslissing afwegen of er een gegrond vermoeden bestaat dat de getuige door het afleggen van zijn verklaring overlast zal ondervinden of in de uitoefening van zijn beroep zal worden belemmerd. Deze vorm van aanbieden van enige anonimiteit gaat verder dan het domicilie kiezen zoals onder 3.1 genoemd is. Ook hier dient echter steeds duidelijk gemaakt te worden dat een getuige/aangever die conform deze procedure is aangemerkt als een beperkt anonieme getuige, nog steeds opgeroepen kan worden om ter terechtzitting een verklaring af te leggen. In dergelijke gevallen kunnen bepaalde vragen naar de identiteit van de getuige afgehouden worden en Pagina 8 van 9

is het eveneens mogelijk om maatregelen te nemen waardoor de getuige minder snel herkenbaar is, bijvoorbeeld het gebruik van valse snorren en pruiken. 3.3 Bedreigde getuige Voor iemand uit de (naaste) omgeving van de verdachte blijft het echter moeilijk om op deze manier anoniem te blijven. De getuige/aangever kan op grond van art. 226a Sv aangemerkt worden als een bedreigde getuige (hiervoor is een beslissing van de RC noodzakelijk). Teneinde deze vorm van anonimiteit te verkrijgen moet de OvJ een vordering, dan wel de getuige/aangever een verzoek, bij de RC indienen. Ook hier geldt dat de status van bedreigde getuige alleen verleend kan worden door de RC. De politieman die de verklaring/aangifte opneemt, kan hier ter plaatse dus niet over beslissen. Er zal altijd overleg met de OvJ noodzakelijk zijn. Het is van groot belang zich te realiseren dat deze optie slechts mogelijk is indien het een getuige/aangever betreft van een ernstig strafbaar feit. Hierbij dient gedacht te worden aan levensdelicten, georganiseerde vormen van criminaliteit en zware geweldsdelicten. Als de getuige/aangever al op een of andere manier in het dossier voorkomt, kan hij in geen geval meer de status van bedreigde getuige krijgen. Ook als de getuige/aangever op enigerlei wijze in de omgeving van de verdachte verkeert, wordt het vrijwel onmogelijk om de identiteit van de getuige geheim te houden. Eigenlijk is in de praktijk de optie van bedreigde getuige alleen zonder risico bruikbaar voor de toevallige passant die getuige is van een ernstig strafbaar feit. Is de status van bedreigde getuige eenmaal door de RC definitief verleend, dan is deze onherroepelijk. Er kunnen zich tijdens de terechtzitting echter wel ontwikkelingen voordoen waardoor het niet mogelijk is de identiteit van de getuige geheel afgeschermd te houden. Een 100% waarborging van de anonimiteit van de getuige/aangever kan derhalve niet worden gegeven. Pagina 9 van 9