Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 16 juni 2016) Nummer Onderwerp Roeken

Vergelijkbare documenten
Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) en J.A.R.M. van Egmond (GroenLinks) (d.d. 12 februari 2014) Nummer 2900

van Gedeputeerde Staten op vragen van

van Gedeputeerde Staten op vragen van

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

Wij zijn het niet eens met het voornemen tot het verlenen van deze ontheffing en zullen dit in deze zienswijze nader onderbouwen.

9.2 Spreeuw (Sturnus vulgaris)

Wij beginnen met een herhaling van de vraag en geven vervolgens de antwoorden (cursieve tekst):

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 21 maart 2016) Nummer 3158

4 november 2003 Nr , LG Nummer 37/2003

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 15 januari 2016) Nummer 3117

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 4 augustus 2016) Nummer Onderwerp Ontheffing doden mussen

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 24 juli 2018) Nummer 3424

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. Nummer Aan de leden van Provinciale Staten

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 12 augustus 2014) Nummer Aan de leden van Provinciale Staten

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 16 juni 2014) Nummer 2948

9.1 Meerkoet (Fulica atra)

9 Zwarte kraai (Corvus corone)

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. Nummer Onderwerp Ontheffing doden zwanen. Aan de leden van Provinciale Staten

lv. dat deze opdracht geldig is tot 15 augustus 2017 HAAGLANDEN lll. de voorschriften 1. tot en met 4. te verbinden aan deze opdracht; Besluit

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van

Technische vragen over de stand van zaken van het Ganzenakkoord en het ganzenbeleid in Noord-Brabant. 2

Faunabeheereenheid Limburg De heer Melissen Postbus AZ ROERMOND

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van «pm», nummer «pm»;

13.3 Meerkoet (Fulica atra)

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 18 april 2017) Nummer 3288

Utrecht, 3 juni 2008 Pythagoraslaan 101 Tel

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d.15 mei 2017) Nummer Onderwerp Ontheffingverlening doden vos

Evaluatie Verordening Vrijstellingen Flora en faunawet September 2005 Provincie Noord Holland, Afdeling WNLO

7.2 Kauw (Corvus monedula)

12.1 Ekster (Pica pica)

8.6 Roek (Corvus frugilegus)

provincieþrenthe ,l,l,l,h,lt,tlilttt,ltt,tltt,lt Besluit Wettelijk kader

Van: Verzonden: maandag 21 maart :10. Onderwerp: Opvolgingsmarkering: Markeringsstatus: Gemarkeerd. Categorieën: Geachte heer/mevrouw

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 18 mei 2015) Nummer Onderwerp Vergassing ganzen

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Was-wordt overzicht aan de hand van de tekst van Verordening en Beleidsregel

Titel : Verordening schadebestrijding dieren provincie Utrecht Bijlage(n): -

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 25 september 2011) Nummer 2551

Beleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslân

Betreft: ontheffingaanvraag artikel 68 Flora- en faunawet voor de Wilde eend

6.1 Houtduif (Columba palumbus)

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Nota Faunabeleid Zeeland AANVULLEND VOORSTEL

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 6 oktober 2016) Nummer Onderwerp Vossen

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Houtduiven Bijgedragen door Faunabeheereenheid

I f HOV.2015 ^ Onderwerp Beantwoording statenvragen PvdD

JACHT, BEHEER EN SCHADEBESTRIJDING IN DE WET NATUURBESCHERMING. Presentatie t.b.v. Faunabeheerbijeenkomst d.d

Betreft: ontheffingaanvraag artikel 68 Flora- en faunawet voor de Wilde eend

Via deze nieuwsbrief informeren de provincie Fryslân en de Faunabeheereenheid u over de stand van zaken rondom het Friese ganzenbeleid.

7.3 Zwarte kraai (Corvus corone)

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Provincie Noord-Holland

Bekijk deze nieuwsbrief online

8.9 Konijn (Oryctolagus cuniculus)

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

7.1 Grote Canadese gans (Branta canadensis canadensis)

5.1 Fazant (Phasianus colchicus)

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 10 juli 2008) Nummer 2183

Nieuwsbrief edelherten Agrarische Enclave Tussenbericht, 16 december 2014

Afdeling vergunningverlening

Betreft: ontheffingaanvraag artikel 68 Flora- en faunawet voor de Spreeuw

Onderwerp: Flora- en Faunawet; aanvraag ontheffing afschot Wilde eend

Besluit Gelet op bovenstaande overwegingen hebben wij overeenkomstig het advies van de hoor en adviescommissie besloten:

Besluit van GS van 15 september 2014, kenmerk 2014/ gehoord het Faunafonds van 18 juli 2004, kenmerk BIJ F F OVERWEGENDE;

Zienswijzennota besluit goedkeuring en ontheffing verlening Faunabeheerplan Ganzen

PROVINCIAAL BLAD. In de regionale ganzenwerkgroepen zijn de volgende organisaties vertegenwoordigd:

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. : Flora- en faunawet - zaaknummer Geldermalsen Activiteit

BESLUIT FLORA- EN FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

Fauna en wet Natuurbescherming


BESLUIT. PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN. gelezen de voorstellen van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 31 maart 2015, nr.

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

: het beroep van Stichting De Faunabescherming te Amstelveen

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 10 januari 2010) Nummer 2340

nummer 20 van 2005 Herziening Verordening vrijstelling grondgebruiker

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. : Sachem Europe BV Postbus 52 Zaltbommel Zaaknummer :

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD), A. van Hunnik (GL) en H. van Dieren (SGP/CU) (d.d. 4 mei 2017) Nummer 3292

Introductie Faunabeheer. FBE Limburg - Alfred Melissen

8.4 Kokmeeuw (Chroicocephalus ridibundus)

omgevingsdienst HAAGLAIMDEN

ECLI:NL:RBOVE:2015:3971

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 25 februari

PROVINCIAAL BLAD. Verordening Wet natuurbescherming Fryslân 2017, wijziging guozzen (kenmerk )

Faunaf onc l s 11 JAN 2006 PROVINCIAL^ STATEN VAN OVERU^SEL. Provinciale Staten Overijssel Postbus GB ZWOLLE. lojanuari 2006 bijlagen

PROVINCIAAL BLAD. de op 20 december 2002 door provinciale staten vastgestelde Nota Faunabeleid Zeeland; Besluiten:

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

13.1 Zwarte kraai (Corvus corone)

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Ontheffing Knobbelzwaan

Transcriptie:

van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 16 juni 2016) Nummer 3197 Onderwerp Roeken Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller De provincie heeft een ontheffing (ODH-2014-00189185) verleend aan jagers voor het doden van roeken (ook in de broedperiode), omdat deze vogels schade zouden aanrichten aan gewassen als appels, peren en mais. Schade zeer beperkt De roek is een kraaiachtige vogel die slechts op een beperkt aantal plekken in Zuid- Holland voorkomt. Er is daarom ook maar zeer incidenteel sprake van schade aan land- en tuinbouwgewassen door roeken. Uit gegevens van het Faunafonds blijkt dat de schade die de roek veroorzaakte in de provincie Zuid-Holland, de afgelopen jaren als volgt was: Schade door roeken in Zuid- Holland Bron: Faunafonds Getaxeerd Uitgekeerd Aantal schadegevallen Schade door roeken zoals in ontheffing vermeld Aantal schadegevallen zoals in ontheffing vermeld 2015 633,- 84,- 2 2014 4497,- 3229,- 2 5246,- 7 2013 400,- 375,- 1 1237,- 4 2012 3391,- 3141,- 1 5121,- 6 FZ/GS/Alg

Pagina 2/6 Roek gaat achteruit Het aantal roeken neemt al sinds langere tijd steeds verder af (zie onderstaande grafiek). In Zuid-Holland is deze afname nog groter dan op landelijk niveau 1. 1. Eén van de overwegingen om de ontheffing te verlenen, is belangrijke schade aan gewassen. Uit de gegevens van het Faunafonds blijkt dat in 2015 de schade substantieel gedaald is en dat de roek slechts op een beperkt aantal plekken in Zuid- Holland voorkomt en ook de schade slechts op een aantal plekken voorkomt. Waarom is de ontheffing ook afgegeven voor Wildbeheereenheden waar in de afgelopen vijf jaar geen schadegevallen door roeken hebben plaatsgevonden? In algemene zin merken wij het volgende op. Ontheffingen, zoals voor de roek, worden door ons verleend ter voorkoming van belangrijke schade op het niveau van de individuele grondgebruiker. Op provinciaal niveau is het (totale) schadebedrag wellicht relatief laag, maar voor de agrarische ondernemer is een schadegeval van 250,- of meer een schade die ertoe doet. Wij zijn dan ook van mening dat in beginsel de ondernemer in staat moet worden gesteld om zijn gewassen te beschermen tegen invloeden van buitenaf. Daarbij wordt er altijd eerst gekeken naar andere bevredigende oplossingen, voordat er sprake kan zijn van afschot. Het van overheidswege vergoeden van schade is in de meeste gevallen geen bevredigende oplossing. Er geldt dan een eigen risico voor de agrariër en bovendien wordt er een behandelbedrag gevraagd voor het in behandeling nemen van een verzoek tot tegemoetkoming. De ontheffing is verleend aan de Faunabeheereenheid Zuid-Holland (FBE). Indien er sprake is van dreigende schade door roeken, kan er door of namens de grondgebruiker (na een daartoe strekkend verzoek aan de FBE) voor een periode van 3 weken gebruik worden gemaakt van de ontheffing. Er kunnen dan gerichte acties plaatsvinden, bestaande uit verjaging en daaraan ondersteunend afschot. 1 https://www.sovon.nl/nl/actueel/nieuws/forse-teruggang-roek-zuid-holland

Pagina 3/6 De verleende ontheffing voor het bestrijden van schade door roeken betekent dus niet dat de roeken in bepaalde delen van de provincie vogelvrij zijn. Uit de afschotcijfers blijkt dat er terughoudend wordt omgegaan met het bestrijden van roeken. Met betrekking tot de gestelde vraag geldt dat ervoor gekozen is om ontheffing te verlenen voor die regionale wildbeheereenheden waar in het verleden schade is ontstaan door de aanwezigheid van roeken. Dat er in de afgelopen vijf jaar niet in al deze gebieden schade is getaxeerd, kan betekenen dat er adequaat gebruik is gemaakt van de ontheffing en dat daardoor schade is voorkomen. De afwezigheid van getaxeerde schade betekent in ieder geval niet dat er geen schade dreigt. De aanwezigheid van roeken, in combinatie met schadegevoelige gewassen, houdt per definitie een zekere dreiging van schade in. 2. De schadecijfers en schadegevallen hebben die op de website van het Faunafonds vermeld staan komen niet overeen met de cijfers die in de ontheffing vermeld staan. Kunt u aangeven hoe dit kan? De in de ontheffing gebruikte cijfers zijn afkomstig van het Faunafonds, aan ons aangeleverd door de Faunabeheereenheid. Voor de zekerheid hebben we ter controle van de door ons gehanteerde cijfers navraag gedaan bij het Faunafonds. Daaruit blijkt dat de cijfers in de ontheffing kloppen. Volledigheidshalve hierbij het overzicht van schadecijfers zoals wij dat op 23 juni 2016 ontvingen van het Faunafonds. Jaar Gewas Aantal schadegevallen Gemiddeld getaxeerd schadebedrag Totaal getaxeerd schadebedrag 2015 peer 2 317 633 Totaal: 633 2014 Appel 2 28 56 Snijmais 1 3465 3465 Peer 5 345 1723 Totaal: 5244 2013 Appel 1 234 234 Peer 4 334 1003 Totaal: 1237 2012 Appel 1 120 120 Korrelmais 2 0 0 Snijmais 1 0 0 Peer 4 403 1610 Wintergraan 1 3391 3391 Totaal: 5121

Pagina 4/6 3. Waarom heeft u de gegevens van 2015 niet meegenomen aangezien daaruit blijkt dat de schade veroorzaakt door roeken drastisch verminderd is? Kunt u onderbouwen wat het zwaarwegende belang van de ontheffing is nu die nog voor een aantal jaren is afgegeven? Allereerst moet worden opgemerkt dat de schade door roeken behoorlijk fluctueert. Er lijkt echter geen sprake te zijn van een afnemende trend als het gaat om de hoogte van de schade Uit de schadecijfers van eerdere jaren blijkt dat de roeken op het niveau van de indivuele ondernemer belangrijke schade (soms van duizenden Euro s) kunnen veroorzaken. Ter voorkoming van dergelijke schades is de ontheffing verleend, zodat op het niveau van de individuele agrariër de schade kan worden beperkt. 4. Deelt u onze mening dat het structureel toestaan van het afschieten van een onbeperkt aantal roeken niet in verhouding staat tot de zeer beperkte incidentele schadegevallen? Zo nee, waarom niet? Uit de afschotcijfers blijkt dat er jaarlijks slechts enkele tientallen roeken worden gedood. Wij hebben geen reden om aan te nemen dat dat aantal significant zal gaan stijgen. Het doden van enkele tientallen roeken vindt plaats ter voorkoming van belangrijke schade welke kan oplopen tot duizenden Euro s per geval. Wij zijn derhalve van mening dat de ontheffing terecht is verleend. Zie ook het antwoord op vraag 1. 5. Bent u bereid om de geringe schade te vergoeden zonder dat er afschot van roeken plaatsvindt, mede in het belang van een goede roekenstand? Wij achten het van belang dat een individuele agrarische ondernemer in beginsel in staat moet worden gesteld om zijn oogst te beschermen tegen invloeden van de natuur. Dat is ook primair de verantwoordelijkheid van de ondernemer en niet van de provincie. Het verlenen van een ontheffing voor het doden van roeken ter voorkoming van belangrijke schade is een logisch gevolg van het vorenstaande, mits dit past binnen het wettelijk kader. Het afschot van enkele tientallen roeken heeft overigens geen invloed op de staat van instandhouding van de roek, gelet op de circa 2.000 broedparen in Zuid-Holland en de 55.000 broedparen landelijk. 6. Welk voorafgaand onderzoek is er gedaan voordat de ontheffing is verleend? Er is een faunabeheerplan opgesteld, mede op basis van de populatieontwikkeling, de schadecijfers en de ervaringen uit het verleden. Op basis van dat plan is een aanvraag opgesteld welke door ons is getoetst. Het Faunafonds heeft daarnaast positief geadviseerd over het faunabeheerplan en de te verlenen ontheffing.

Pagina 5/6 7. Uit gegevens van de Faunabeheereenheid blijkt dat het aantal gedode roeken is: 2010: 39 2011: 42 2012: 84 2013: 8 Wat zijn de aantallen die in 2014 en in 2015 gedood zijn en welke conclusie trekt u daar uit? Het recente verleden (2010 t/m 2015) laat zien dat er slechts beperkte aantallen roeken worden geschoten. In 2014 en 2015 was er geen ontheffing van kracht en konden er geen roeken worden geschoten. Helaas is er in 2014 en 2015 wel schade opgetreden, hetgeen de noodzaak voor een ontheffing onderstreept. 8. Wat is de reden dat u afschot zelfs in de broed- en kuikenperiode toestaat aangezien dit veel onnodig dierenleed veroorzaakt en er geen noodzaak voor is? Het gaat in het kader van de verleende ontheffing om verjaging met daaraan ondersteunend afschot, alleen op de schadegevoelige percelen en alleen in de periode waarin de desbetreffende gewassen schadegevoelig zijn. De broedperiode valt helaas voor een deel samen met de periode waarin mais en granen schadegevoelig zijn. Ten aanzien van fruit geldt de ontheffing van 1 juni tot en met 15 november, dus grotendeels buiten het broedseizoen. 9. Roeken hebben ook gunstige effecten op land- en tuinbouw doordat ze bepaalde insecten eten, zoals. Hebt u deze gunstige effecten van roeken meegewogen bij het besluit om wel of geen ontheffing te verlenen en hoe hebt u dit beoordeeld (bijvoorbeeld hoe groot is de omvang van dit positieve effecten (in euro's) en vergeleken met de omvang van de schade)? Hoewel roeken inderdaad een positieve bijdrage kunnen leveren door het eten van insecten, neemt dit niet weg dat zij ook grote schade kunnen aanrichten aan gewassen, zoals mais, granen en fruit. De omvang van het positieve effect van roeken is ons echter niet bekend en wij verwachten dat het meten van dit effect praktisch gezien vrijwel onmogelijk is. 10. Volgens de Provincie Zuid-Holland brengt de ontheffing de gunstige staat van instandhouding niet in gevaar doordat er in Zuid-Holland in het verleden gemiddeld slechts lage aantallen roeken gedood zijn ter voorkoming van schade ten opzichte van de landelijke populatie. De ontheffing stelt echter geen limieten aan de aantallen roeken die gedood mogen worden per verjagingsactie of in zijn totaliteit. Waarom hebt u op zijn minst geen limiet gesteld aan het aantal te doden roeken? 11. Bent u met ons van mening dat hierdoor niet geborgd is dat de aantallen te doden roeken relatief laag blijven en afbreuk doet aan de gunstige instandhouding van de roek? Zo nee, waarom niet? 12. Op welke wijze garandeert u de instandhouding van de soort, zeker nu de roekenstand volgens SOVON in Zuid-Holland nog harder achteruit gaat dan elders?

Pagina 6/6 Uit de praktijk van de afgelopen jaren is gebleken dat het stellen van een limiet niet nodig is. Het gaat immers slechts om ondersteunend afschot op schadegevoelige percelen, waarbij op jaarbasis in totaal slechts enkele tientallen roeken gedood worden. Het instellen van een limiet zou in dat geval een onnodige lastenverzwaring voor de betrokken partijen inhouden. De staat van instandhouding van de roek komt niet in gevaar door de verleende ontheffing. Zie ook het antwoord op vraag 5. Uit monitoring van de afschotcijfers in relatie tot de trendgegevens zal moeten blijken of het instellen van een limiet aan de orde is. 13. Waarom wordt er pas ruim twee jaar na de ontheffingsaanvraag (gedateerd 2 juni 2014) in 2016 gereageerd door de provincie en is er na twee jaar een ontheffing verleend? 14. Is de situatie en de aanvraag op basis van de aanvraaggegevens uit 2014 beoordeeld en zo ja waarom? Zo nee, op basis van welke gegeven en onderzoek dan wel? Enerzijds heeft de behandeling van deze aanvraag vertraging opgelopen omdat prioriteit is gegeven aan andere zaken. Anderzijds is er sprake geweest van een zorgvuldig besluitvormingstraject waarbij aan de Faunabeheereenheid om aanvullende gegevens is gevraagd met betrekking tot de jaren 2014 en 2015. Daarnaast heeft de concept-ontheffing ter inzage gelegen waarbij zienswijzen konden worden ingediend. De ingediende zienswijzen zijn verwerkt in het uiteindelijke besluit. 15. Bent u bereid om de ontheffing in trekken? Zo nee, waarom niet? Nee, zie de beantwoording van de vragen 4 en 5. Den Haag, 5 juli 2016 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, secretaris, voorzitter, drs. J.H. de Baas drs. J. Smit