Afwijkingenbeleid. Gemeente Edam-Volendam

Vergelijkbare documenten
Notitie. Beleid ten behoeve van. Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening

Afwijkingenbeleid Kruimelgevallen

Beleidsregels binnenplans afwijken van het bestemmingsplan (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 Wabo)

Raadsvoorstel. Samenvatting

Beleidsregels planologische afwijkingsmogelijkheden 2017

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

Toelichting Beleidsnotie voor bedrijvigheid aan huis Pekela 2013

D *D * Besluit op aangevraagde omgevingsvergunning (geweigerd)

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 10 november 2015

Beleidsregels voor het plaatsen van een tijdelijke woonvoorziening

ontwerp OMGEVINGSVERGUNNING Echelpoelweg, gemeente Weerselo sectie P nr en 1836

Omgevingsvergunning OV

Beleidsregel kwalitatief sturen op appartementen

Ontwerp Omgevingsvergunning

OMGEVINGSVERGUNNING VOORBLAD

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela

8 juli 2014 Mevrouw B. Bartelds mei 2013 Projectomgevingsvergunning

D *D * Besluit op aangevraagde omgevingsvergunning (geweigerd)

ONTWERP. OMGEVINGSVERGUNNING Dorpsstraat 20 in Lattrop-Breklenkamp

(ONTWERP)OMGEVINGSVERGUNNING

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

OMGEVINGSVERGUNNING (Nummer: W12/003578

Beschikking OMGEVINGSVERGUNNING. verleend aan. Suiker Unie Vierverlaten. ten behoeve van de activiteit bouwen en mliieuneutraal veranderen

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr.

Besluit Wij verlenen u de gevraagde omgevingsvergunning voor de duur van drie jaren ten behoeve van de activiteiten:

Schouwburg Amphion De heer C. Droste. Hofstraat JD DOETINCHEM. Geachte heer Droste,

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING LET OP! Dit is nog geen omgevingsvergunning. Hiermee kunt u nog niet starten met de werkzaamheden.

datum ons kenmerk uw brief/kenmerk

Op 12 juli 2018 heeft u een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor het realiseren van een tijdelijke proefterp nabij De Weel - Markermeerdijken.

OMGEVINGSVERGUNNING (Ontwerp)

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en bouwen

Toelichting op de Coördinatieverordening

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en bouwen

Beleidsnotitie voor bedrijvigheid aan huis gemeente Pekela 2013

Beleidsregel voor het tijdelijk plaatsen van vervangende woonruimte (artikel 2.12, lid 2 en artikel 2.23 Wabo)

Met vriendelijke groet, namens burgemeester en wethouders,

: Aanwijzing categorieën verklaring van geen bedenkingen (Wabo, artikel A. onder 3)

werkzaamheden en/of het daarbij veranderende gebruik van panden en/of percelen,

Inlichtingen: E. Nijboer Ons kenmerk: Doorkiesnr: Bijlagen: Datum: 29 april 2013 Onderwerp: ontwerp-omgevingsvergunning

8 november Te besluiten om:

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G

Gewaamierkte documenten

* *

DEFINITIEVE BESCHIKKING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT CONSIDERANS

OMGEVINGSVERGUNNING Uitgebreide procedure

Wij willen u erop attenderen dat het hier gaat om een ontwerp weigering omgevingsvergunning.

Omgevingsvergunning UV/

OMGEVINGSVERGUNNING kruising N737 Vliegveldstraat/Oude Vliegveldweg te Deurningen

Burgemeester en Wethouders

OMGEVINGSDIENST ZUIDOOST-BRABANT

Met vriendelijke groet, namens burgemeester en wethouders,

Drachten, Kenmerk Zaaknummer Behandeld door 4 november /cor Z Wiebe Jan Dijk

[aanvrager] Geachte [aanvrager],

Krimpen aan den IJssel. Aan de gemeenteraad van. Voorstel 1 augustus 2012 Agendanummer : P. Al

BELEIDSREGELS PERSOONSGEBONDEN OMGEVINGSVERGUNNING VOOR HET PERMANENT BEWONEN VAN EEN RECREATIEWONING

Gelet op hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) zijn wij bevoegd om op deze aanvraag te beslissen.

Omgevingsvergunning OPENBARE EN GEBOUWDE OMGEVING

Ontwerpbesluit Omgevingsvergunning

ONTWERP-OMGEVINGSVERGUNNING

Uw kenmerk Uw brief van Ons kenmerk Datum V2014/ november 2015

en met toepassing van artikel 3.3 lid 3 van de Wabo de aanhoudingsplicht van artikel 3.3 van de Wabo te doorbreken.

ONTWERP-OMGEVINGSVERGUNNING

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

Pagina 1/5 T

26 NOV 2014 OMGEVINGSDIENST FLEVOLAND & GOOI EN VECHTSTREEK BESCHIKKING. Activiteit bouwen Mortelstraat 4 in Lelystad

Omgevingsvergunning Zaaknummer

Onderwerp Datum

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

W.S. van DamYes. De heer W.S. van Dam Beijerscheweg NH STOLWIJK. Uitgaand Aanvraag omgevingsvergunning ontvangen. Omgevingsvergunning

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten planologische afwijking van het bestemmingsplan en bouwen

Toelichting 1. INLEIDING

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

NEMO Science Museum T.a.v. Dhr. J. Struikmans Postbus AK Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

Happy Italy Amsterdam D.J.L. de Blok Postbus CD Dordrecht. Betreft: Omgevingsvergunning

Dit besluit is voorbereid volgens de procedure van paragraaf 3.3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

CVDR. Nr. CVDR367404_1. Coördinatieverordening gemeente Maastricht. 14 maart Officiële uitgave van Maastricht.

Omgevingsvergunning activiteit bouwen van een antennemast. Afvalzorg Deponie B.V., Zeeasterweg 42 Lelystad

3 Besluit Gelet op artikel 2.1 van de Wabo besluiten wij de omgevingsvergunning te verlenen voor de volgende activiteiten:

Documentenlijst Besluit (P) (GG)

Omgevingsvergunning uitgebreide procedure WBD

31 mei 2012 B. Bartelds (0595) juli 2011 Project-

Inhoudsopgave DEEL C - PROCEDURE 1

De aanvraag gaat over Schietbaanweg 8, kadastraal bekend gemeente Emmen, sectie T, nummer 178 en is bij ons geregistreerd onder zaak

Gelet op de projectomschrijving en op artikel 2.4 van de Wabo zijn wij in dit geval het bevoegde gezag om op de aanvraag te beslissen.

VOORSTEL Wij stellen u voor om te besluiten tot aanwijzing van categorieën van gevallen waarin geen verklaring van geen bedenkingen is vereist.

mevr. C de Boer De Feart NT DRACHTSTERCOMPAGNIE

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum onderwerp ontwerpbeschikking omgevingsvergunning

- Haverstuk 8, 9203 HB Drachten, de bouw van 22 woningen, datum bekendmaking: 14 juli 2015

Beschikking Omgevingsvergunning

Omgevingsvergunning Zaaknummer

Beschikking Omgevingsvergunning

K. Kingma Mr. De Jongwei VN DE TIKE. Drachten, Kenmerk Zaaknummer Behandeld door 17 november /cor Z Alexander van der Veen

Gelet op de projectomschrijving en op artikel 2.4 van de Wabo zijn wij in dit geval het bevoegde gezag om op de aanvraag te beslissen.

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent samenhangende besluiten Coördinatieverordening Deurne 2019

ONTWERP Omgevingsvergunning Zaaknummer

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo)

K. Kingma Mr. De Jongwei VN DE TIKE. Drachten, Kenmerk Zaaknummer Behandeld door 15 september /cor Z Alexander van der Veen

ONTWERP-OMGEVINGSVERGUNNING

Transcriptie:

Afwijkingenbeleid Gemeente Edam-Volendam STATUS: VASTGESTELD 20-12-2016 2017

Beleidsregels voor het toepassen van de afwijkingsbevoegdheid ex artikel 2.12 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Op grond van Artikel 4 van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor) juncto Artikel 2.12 lid 1 onderdeel a onder 2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) 2017 2

Inhoud 1 Inleiding... 4 1.1 Afwijkingsbevoegdheden... 4 1.2 Voorbereidingsprocedure... 6 1.3 Aanvragen... 6 1.4 Mandatering... 7 2 Beleidsregels... 8 2.1 Onderdelen artikel 4, Bijlage II Bor... 8 2.1.1 Algemene ontwikkelingen... 9 2.1.2 Ander gebruik van gronden of bouwwerken voor een termijn van ten hoogste tien jaar. 9 2.1.3 Ontwikkelingen met een sociaal, medisch, maatschappelijk of economisch belang, een bijzondere omstandigheid of een onvoorziene ontwikkeling... 9 2.1.4 Hardheidsclausule... 10 2.1.5 Onvoorziene omstandigheden... 10 2.2 Belangen afwegen... 10 2.2.1 Algemene regels... 10 2.2.2 Toepassing begrippen... 11 2.2.3 Toepassing wijze van meten... 11 2.2.4 Indieningsvereisten... 11 2.2.5 Besluitvorming... 11 2.2.6 Bezwaar en beroep... 11 2.2.7 Inwerkingtreding... 11 3

1 Inleiding Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. De invoering van deze wet heeft aanzienlijke gevolgen gehad voor onder andere de manier waarop wordt omgegaan met het afwijken van het bestemmingsplan. Voorheen waren de afwijkingsmogelijkheden geregeld in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en werd gesproken over binnenplanse ontheffingen, buitenplanse ontheffingen, tijdelijke ontheffingen en projectbesluiten. Na 1 oktober 2010 zijn deze instrumenten verhuisd naar de Wabo en wordt niet meer gesproken over ontheffingen maar over omgevingsvergunning met de activiteit afwijken van het bestemmingsplan. Om een samenhangend en uniform afwijkingenbeleid te voeren is deze notitie opgesteld. Op deze manier ontstaat er voor zowel burgers en medewerkers als bestuur een duidelijk afwegingskader. Dit maakt de inhoudelijke afwegingen over medewerking aan plannen die afwijken van het bepaalde in het bestemmingsplan toetsbaar. Deze duidelijkheid voorkomt ad hoc beslissingen, willekeur en rechtsongelijkheid. 1.1 Afwijkingsbevoegdheden Voor elke ruimtelijke ontwikkeling zal moeten worden afgewogen in hoeverre het betreffende plan haalbaar en wenselijk is. In beginsel is in de bestemmingsplannen aangegeven wat op welke locatie toegestaan en wenselijk is. Hiermee is het bestemmingsplan de primaire drager van het gemeentelijke ruimtelijke beleid. Echter, omdat in bestemmingsplannen slechts in beperkte mate rekening gehouden kan worden met nog onbekende of specifieke ontwikkelingen, voorziet de wetgeving in een aantal mogelijkheden om gemotiveerd af te wijken van het beleid zoals dat is vastgelegd in de bestemmingsplannen. Het bestemmingsplan blijft wel het leidende beleidsdocument. Indien een bouwplan niet in het bestemmingsplan past, kan een verzoek bij de gemeente worden ingediend om af te wijken van het bestemmingsplan. Op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wabo is het verboden gronden of bouwwerken te gebruiken in strijd met het bestemmingsplan. Indien sprake is van strijd met het bestemmingsplan kan de omgevingsvergunning slechts worden verleend indien wordt afgeweken van het bestemmingsplan op grond van artikel 2.12 van de Wabo. Mits er geen sprake is van strijd met een goede ruimtelijke ordening kent artikel 2.12 van de Wabo een aantal mogelijkheden om af te wijken van het bestemmingsplan, zijnde: a. afwijken van het bestemmingsplan met toepassing van de in het bestemmingsplan opgenomen regels inzake afwijking (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1). Dit betreft de binnenplanse afwijkingsbevoegdheid welke op grond van artikel 3.6, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) kan worden opgenomen in het bestemmingsplan; b. afwijken van het bestemmingsplan in de in artikel 4 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor) genoemde gevallen (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2 Wabo), de zogenaamde planologische kruimelgevallen ; 4

c. afwijken van het bestemmingsplan voor (andere dan voornoemde) activiteiten welke niet in strijd zijn met een goede ruimtelijke ordening en waarbij de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 Wabo), het projectafwijkingsbesluit. Ad a. Binnenplanse afwijking Deze afwijkingen zijn mogelijk op grond van de regels van het bestemmingsplan zelf. Dit met het oog op het aanbrengen van de nodige flexibiliteit in een bestemmingsplan. In het bestemmingsplan zijn regels opgenomen die de afwijkingsbevoegdheid objectief begrenzen. Deze regels kunnen zowel kwantitatief (bijvoorbeeld bepaalde maatvoering) als kwalitatief (beleidsmatig) van aard zijn. In de gemeentelijke praktijk komt het voor dat flexibiliteitsbepalingen min of meer als een recht worden toegepast. Op dit moment wordt er terughoudend omgegaan met deze flexibiliteitsbepalingen. Het gaat hierbij vaak om kleine afwijkingen, zoals een overschrijding van de goothoogte met 10 %. Meestal zijn er technische redenen om mee te werken, zoals aansluiten op een bestaande goothoogte. Ad b. Artikel 4 Bijlage II Bor Het komt nog al eens voor dat een bouwplan net niet voldoet aan het bestemmingsplan (ook niet met de afwijkingsmogelijkheden op grond van het bestemmingsplan zelf), maar waarvan het vanuit ruimtelijke overwegingen redelijk is dat het plan gerealiseerd kan worden. Aan dit plan kan dan toch medewerking worden verleend door te besluiten om af te wijken van het bestemmingsplan, met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2 Wabo. De gevallen waarin deze bevoegdheid kan worden toegepast, zijn opgesomd (limitatief) in Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor), artikel 4. De wetgever heeft bepaald aan welke voorwaarden een bouwplan moet voldoen om te kunnen afwijken. Doorgaans gaat het om gevallen van beperkte planologische betekenis. Bij de beoordeling van verzoeken om af te wijken van het bestemmingsplan inzake de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen worden de in deze nota onder hoofdstuk 2 opgenomen beleidsregels toegepast. Ad c. Projectafwijkingsbesluit Voor andere gevallen dan genoemd in artikel 4 van bijlage II van het Bor is het mogelijk medewerking te verlenen middels een projectafwijkingsbesluit ex artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 3 van de Wabo. Hieruit volgt dat slechts gebruik kan worden gemaakt van deze afwijkingsbevoegdheid indien geen sprake is van een onderdeel genoemd onder artikel 4 Bijlage II Bor. De afwijkingsbevoegdheid kan om deze reden niet worden gebruikt om alsnog medewerking te verlenen aan een onderdeel uit artikel 4 Bijlage II Bor welke niet voldoet aan de vastgestelde beleidsregels. Een verzoek om omgevingsvergunning met afwijking van het bestemmingsplan zal in dat geval moeten worden geweigerd (of het bestemmingsplan moet worden herzien). 5

1.2 Voorbereidingsprocedure De Wabo onderscheidt twee procedures; de reguliere en de uitgebreide procedure. Uitgangspunt bij het bepalen van de te volgen procedure is dat de reguliere procedure wordt gevolgd, tenzij anders is bepaald. In artikel 3.10 Wabo staat expliciet aangegeven wanneer de uitgebreide procedure moet worden gevolgd. Voor de in paragraaf 1.1 onder a en b opgenomen afwijkingsmogelijkheden van de Wabo, geldt de reguliere procedure van acht weken (eventueel plus een verlenging van zes weken). Als deze wettelijke termijn wordt overschreden, ontstaat een van rechtswege verleende vergunning. Voor de in paragraaf 1.1 onder c geldt de uitgebreide procedure van 26 weken. Dit is een termijn van orde. Bij vergunningaanvragen voor zaken die in strijd zijn met het bestemmingsplan ligt de grens voor het ontstaan van een van rechtswege verleende vergunning dus bij de maximale mogelijkheden die artikel 4 Bijlage II van het Bor biedt. 1.3 Aanvragen Alvorens een aanvraag omgevingsvergunning wordt ingediend voor het afwijken van een bestemmingsplan biedt de gemeente de mogelijkheid een verzoek om vooroverleg in te dienen om eerst met de gemeente in gesprek te gaan over de voorgenomen plannen. Op deze manier kan de aanvrager achterhalen hoe de gemeente tegenover een bouwplan staat. Het voordeel hiervan is dat het niet nodig is uitgebreide onderzoeken of gedetailleerde informatie aan te leveren. Voor een eerste beoordeling volstaat in de meeste gevallen een bouwtekening. Het vooroverleg is niet aan juridische termijnen gebonden en is niet vatbaar voor bezwaar of beroep. De uitspraak van een vooroverleg is geen besluit. De uitspraak kan inhouden dat: Geen medewerking wordt verleend; Wel medewerking wordt verleend; Er een aantal wijzigingen in het plan doorgevoerd dienen te worden. Indien uit het vooroverleg blijkt dat er geen medewerking zal worden verleend, is het advies om niet de vervolgprocedure te starten, namelijk het aanvragen van een omgevingsvergunning of een verzoek om het bestemmingsplan te herzien. Mocht er wel medewerking worden verleend, kan de vervolgprocedure gestart worden. Vereiste stukken dienen aangeleverd te worden. Omdat het vooroverleg al heeft plaatsgevonden, kan de officiële procedure vaak sneller worden afgewikkeld. Om het plan binnen het vooroverleg alsnog positief te kunnen beoordelen, dient het plan bij het advies wijzigen te worden aangepast op de daarvoor aangegeven onderdelen. Nadat de wijzigingen zijn doorgevoerd, kan het advies medewerking verlenen al dan niet worden gegeven. Hierna volgt, indien de aanvrager het plan nog steeds ten uitvoer wil brengen, de officiële procedure. 6

De kosten voor een vooroverleg bedragen tussen 600,- en 2.500,- euro. Indien het overleg resulteert in een positief advies en een officiële procedure wordt gestart, worden de kosten van het vooroverleg in mindering gebracht op de kosten voor de aanvraag omgevingsvergunning. Mocht een negatief advies worden afgegeven en het plan niet ten uitvoer worden gebracht, blijven de kosten voor de aanvrager beperkt: een officiële aanvraag is vaak een stuk kostbaarder dan het vooroverleg. De gemeente adviseert dan ook eerst een vooroverleg aan te vragen, alvorens direct een officiële aanvraag omgevingsvergunning in te dienen. 1.4 Mandatering Voor de vergunningverlening op basis van artikel 2.12 lid 1 sub a onder 2 Wabo juncto artikel 4 van bijlage II Bor heeft het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend aan het afdelingshoofd Ruimtelijke ontwikkeling. Indien de aanvraag voldoet aan deze beleidsregels zal gebruik gemaakt worden van dit beleid. Bij afwijkingen, strijdigheid of politiek gevoelige aanvragen zal overeenkomstig het mandaatbesluit met de portefeuillehouder worden afgestemd of sprake is van een besluit van controversiële aard. Medewerking wordt alleen verleend indien de planschadeverhaalsovereenkomst (zie onder 2.2.1 onder 8) is getekend. 7

2 Beleidsregels Op grond van artikel 4:81, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een bestuursorgaan beleidsregels vaststellen met betrekking tot een aan het bestuursorgaan toekomende bevoegdheid, zoals de bevoegdheid ex artikel 2.12 van de Wabo om in geval van strijd met het bestemmingsplan van dat bestemmingsplan af te wijken. In de gevallen dat een aanvraag om een omgevingsvergunning niet past binnen het bestemmingsplan en ook niet te verwezenlijken is met een in het bestemmingsplan omschreven afwijkingsmogelijkheid, komt de vraag aan de orde of de betreffende ontwikkeling met behulp van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2 van de Wabo vergund kan worden. In artikel 4 van Bijlage II van het Bor zijn de onderdelen aangegeven waarvoor met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder 2 van de Wabo kan worden afgeweken van het bestemmingsplan. 2.1 Onderdelen artikel 4, Bijlage II Bor De verlening van een omgevingsvergunning op grond van artikel 4 van Bijlage II van het Bor is een bevoegdheid van het college, dus geen verplichting. Slechts in dat artikel bepaalde gevallen is het verlenen van een omgevingsvergunning voor strijdigheid met het bestemmingsplan mogelijk met toepassing van de reguliere voorbereidingsprocedure. Voor elk verzoek om een omgevingsvergunning dat het college ontvangt, geldt dat er een belangenafweging in het afzonderlijke geval dient te worden gemaakt. Zowel het besluit tot de verlening als de afwijzing dient te worden gemotiveerd, tenzij het gemeentebestuur binnen de wettelijke kaders beleidsregels vaststelt. De aanwezigheid van beleid heeft tot gevolg dat bij dergelijke verzoeken voor de toelaatbaarheid kan worden verwezen naar het beleid. Oftewel, de toeof afwijzing hoeft niet telkens uitgebreid te worden gemotiveerd. Evidente privaatrechtelijke belemmeringen kunnen aanleiding zijn om niet mee te werken aan de gevraagde afwijking van het bestemmingsplan. Voorts geldt dat burgemeester en wethouders volgens de beleidsregels moeten handelen. Daarbij geldt wel dat in bijzondere omstandigheden, als de gevolgen voor een belanghebbende onevenredig zijn in vergelijking met het doel van de beleidsregel, burgemeester en wethouders hiervan mogen afwijken (zie artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Deze afwijking van de beleidsregels is slechts bij uitzondering mogelijk. Artikel 4:48 van de Awb staat er overigens niet aan in de weg dat daarnaast in de beleidsregels zelf wordt voorzien in een afwijkingsmogelijkheid, bijvoorbeeld in de vorm van een hardheidsclausule, op grond waarvan in specifieke gevallen van het beleid kan worden afgeweken. In de hierna opgenomen beleidsregels is een dergelijke hardheidsclausule toegevoegd. In beginsel wordt er niet van het bestemmingsplan afgeweken; het bestemmingsplan is immers het door de gemeenteraad vastgestelde planologisch kader met daarin voldoende bouwmogelijkheden. Bovendien kan, bovenop de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, op grond van het Bor ook 8

nog een behoorlijke oppervlakte aan vergunningsvrije bebouwing worden gerealiseerd. Naast de mogelijkheden van het bestemmingsplan en het Bor is het niet gewenst om ook nog extra bebouwingsmogelijkheden te bieden op grond van de beleidsregels planologische afwijkingen. Om bovenstaande redenen kan alleen in heel bijzondere situaties op basis van deze beleidsregels besloten worden wel af te wijken van het bestemmingsplan. In de volgende situaties kan worden besloten medewerking te verlenen aan een planologische afwijking van het bestemmingsplan: 2.1.1 Algemene ontwikkelingen 1. Plannen die vooruitlopen op en passen in bestemmingsplannen die in voorbereiding zijn (vanaf het ter inzage gelegde voorontwerp). In de nieuwe bestemmingsplannen wordt het nieuwe beleid in regels vertaald. Voor een bouwplan dat voldoet aan deze nieuwe regels kan worden afgeweken van de vigerende (oude) bestemmingsplan; 2. Plannen die in overeenstemming zijn met het gemeentelijk ruimtelijk beleid (vastgelegd in beleidsnota s); 3. Plannen die om architectonisch en/of technische redenen gewenst zijn maar buiten de afwijkingsmogelijkheden van het bestemmingsplan vallen; 4. Het kan voorkomen dat een bestemmingsplan, ondanks zeer zorgvuldige en uitgebreide procedure van de totstandkoming van het plan, toch onjuistheden bevat. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan onjuist ingetekende bestemmingsvlakken in de verbeelding. Als aangetoond en gemotiveerd kan worden dat het een kennelijke onjuistheid betreft, kan op grond van deze beleidsregels afgeweken worden van het bestemmingsplan om de kennelijke onjuistheid te herstellen; 5. Veranderingen van gebruik van panden, waarvan de ruimtelijke effecten passen binnen het karakter van de omgeving en in overeenstemming zijn met gemeentebeleid op dat terrein. Bij een dergelijke aanvraag wordt o.a. beoordeeld of deze verandering niet leidt tot onevenredige verkeers- en/of parkeerdruk. 2.1.2 Ander gebruik van gronden of bouwwerken voor een termijn van ten hoogste tien jaar Tijdelijke afwijkingen van het bestemmingsplan komen in praktijk niet veel voor. Aan dit besluit is een termijn verbonden. Deze termijn kan nooit langer zijn dan 10 jaar. Meestal gaat het om het plaatsen van noodgebouwen of een tijdelijke wijziging van gebruik. Per geval zal een afweging moeten worden gemaakt of medewerking zal worden verleend. 2.1.3 Ontwikkelingen met een sociaal, medisch, maatschappelijk of economisch belang, een bijzondere omstandigheid of een onvoorziene ontwikkeling Bij voorkeur moeten deze ontwikkelingen voldoen aan een van de aspecten onder 2.1.1 Algemene ontwikkelingen. In gevallen waarin niet aan deze aspecten kan voldaan worden maar waarvan het sociaal, medisch, maatschappelijk, economisch of bovenlokaal belang zeer groot is kan toch door het bevoegd gezag worden besloten om medewerking te verlenen aan een dergelijke ontwikkeling. 9

2.1.4 Hardheidsclausule Een strikte toepassing van de beleidsregels kan in bijzondere omstandigheden onevenredige gevolgen hebben in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen. In dergelijke gevallen kunnen burgemeester en wethouders gemotiveerd van de beleidsregels afwijken. 2.1.5 Onvoorziene omstandigheden Burgemeester en wethouders kunnen op grond van artikel 4:84 Awb in onvoorziene omstandigheden met inachtneming van het bepaalde in artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2 juncto artikel 4 Bor en in het bestemmingsplan, gemotiveerd afwijken van deze regels. 2.2 Belangen afwegen Voor de goede orde wordt benadrukt dat het verlenen van een afwijking van het bestemmingsplan een bevoegdheid is en geen verplichting. Burgemeester en wethouders beschikken dan ook over een ruime mate van beleidsvrijheid bij hun beslissing om al dan niet van deze bevoegdheid gebruik te maken. Hieraan voorafgaand dient een belangenafweging plaats te vinden. Het belang van de aanvrager dient te worden afgewogen tegen belangen van derden en het algemeen belang. Het belang van de aanvrager ligt voor de hand. Zijn of haar woongenot dan wel gebruiksgenot zal toenemen. Daartegenover staan de belangen van derden. Zij kunnen in hun belangen worden geschaad (derving woongenot, vermindering privacy, verminderde daglichttoetreding, waardevermindering eigendommen, belemmering uitzicht en eventuele privaatrechtelijke belangen). In elk concreet geval zullen deze belangen tegenover elkaar dienen te worden afgewogen. Het maken van aanspraak op beleidsregels houdt dan ook niet in dat verzoeken altijd zullen worden gehonoreerd. 2.2.1 Algemene regels Een planologische afwijkingsmogelijkheid kan alleen worden verleend, mits: 1. De aanvraag uitvoerbaar is volgens wet- en regelgeving (waaronder het Burenrecht); 2. De aanvraag past binnen het gemeentelijke beleid en mag de uitvoering van beleid/een bestemmingsplan dat in voorbereiding is niet bemoeilijken; 3. De aanvraag geen strijd veroorzaakt met milieuzonering, zoals dat is vastgelegd in de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) uitgave Bedrijven en milieuzonering 2009, dan wel een latere uitgave of de aangevraagde activiteit qua milieubelasting geacht kan worden te behoren tot een lagere milieucategorie en dit middels actuele informatie over de hinder en risico s kan worden onderbouwd; 4. Er geen precedent ontstaat waardoor gedwongen medewerking in andere gevallen leidt tot een ongewenste ruimtelijke ontwikkeling of milieu hygiënische situatie; 5. Het bouwplan niet ten koste gaat van parkeergelegenheid op het perceel, tenzij op het bijbehorende terrein voldoende parkeergelegenheid voor (vracht)auto s wordt aangelegd, een en ander volgens de richtlijnen van CROW; 6. De aanvraag geen verslechtering van de sociale veiligheid veroorzaakt; 7. De aanvraag geen onevenredige afbreuk doet aan of geen onevenredige hinder/ beperkingen (bijv. bezonning) oplevert voor aangrenzende of nabije functies en bestemmingen; 8. De aanvrager met de gemeente een planschadeverhaalsovereenkomst sluit. Burgemeester en wethouders kunnen aan medewerking nadere voorschriften verbinden met het oog op een goede ruimtelijke ordening. 10

2.2.2 Toepassing begrippen Bij de toepassing van deze beleidsregels worden de begrippen zoals deze in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Besluit omgevingsrecht, het Bouwbesluit, de Bouwverordening en de van toepassing zijnde bestemmingsplannen van de gemeente zijn geregeld, gehanteerd. 2.2.3 Toepassing wijze van meten Bij de toepassing van deze beleidsregels wordt gemeten en berekend conform artikel 1 van bijlage II van het Bor. 2.2.4 Indieningsvereisten Naast de indieningsvereisten die gelden voor de activiteit bouwen en de bovenstaande algemene regels, dient de aanvraag omgevingsvergunning om af te wijken, te voldoen aan de volgende eisen: Een goede onderbouwing van de bijzondere omstandigheden waarom aan dit plan medewerking zou moeten worden verleend; Bij veranderingen van gebruik: een beschrijving van het recente gebruik en een beschrijving van het gewenste gebruik; De inrichting van het buitenterrein. De aanvraag kan via het omgevingsloket (het OLO) worden ingediend. Het is aan te raden eerst een aanvraag om vooroverleg in te dienen, zodat bekeken kan worden of het bouwplan of het gewenste gebruik haalbaar is. 2.2.5 Besluitvorming Als besloten wordt om mee te werken aan een aanvraag om af te wijken van het bestemmingsplan, ontvangt de aanvrager het besluit en wordt deze gepubliceerd op de gemeentelijke website www.edam-volendam.nl. De procedure voor het indienen van bezwaar, beroep en voorlopige voorziening is geregeld in de Awb. 2.2.6 Bezwaar en beroep Tegen verleende en/of geweigerde omgevingsvergunningen kan door belanghebbenden schriftelijk bezwaar worden gemaakt bij het college van burgemeester en wethouders. U kunt bezwaar maken binnen een termijn van zes weken ingaande de dag na verzending. Het indienen van een bezwaar schorst de werking van het bestreden besluit niet. Hiertoe kan een verzoek om voorlopige voorziening worden ingediend bij de voorzieningenrechter van de Arrondissementsrechtbank Haarlem, sector Bestuursrecht, postbus 1621, 2003 BR Haarlem. 2.2.7 Inwerkingtreding Dit beleidsplan Afwijkingenbeleid gemeente Edam-Volendam 2017 treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking op de gemeentelijke website www.edam-volendam.nl. 11