DE MEDISCHE HULPVERLENING EN VERZORGING VOOR MENSEN ZONDER WETTIG VERBLIJF - EEN VOORSTEL -

Vergelijkbare documenten
DE MEDISCHE HULPVERLENING EN VERZORGING VOOR MENSEN ZONDER WETTIG VERBLIJF - EEN VOORSTEL -

RECHT OP ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING (= ZIV) VOOR GENEESKUNDIGE VERZORGING

WEGWIJS IN. medische hulp. Versie januari 2017 Medische hulp

WEGWIJS IN. medische hulp. Versie november 2015 Medische hulp

Aan de dames en heren Voorzitters van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Mevrouw de Voorzitter, Mijnheer de Voorzitter,

Dringende medische hulpverlening

OCMW-dienstverlening aan EU-burgers. woensdag 29 oktober 2008

REGLEMENT: HUISHOUDELIJK REGLEMENT BETREFFENDE DRINGENDE MEDISCHE KOSTEN VOOR PERSONEN DIE ILLEGAAL OP HET GRONDGEBIED VERBLIJVEN

Verblijfsstatuten & Gezondheidszorg voor niet-eu-burgers

De wetswijziging treedt in werking 10 dagen na de publicatie in het Belgisch Staatsblad, hetzij 9 januari 2006.

Dringende Medische Hulpverlening

Verblijfsstatuten en gezondheidszorg voor vreemdelingen deelschema [ versie 11/2009 actualiseringen verschijnen op onze websites ]

DE INHOUD, VOORWAARDEN EN DE PROCEDURE OM DE MEDISCHE KOSTEN VIA DE ZIEKTEVERZEKERING TE LATEN BETALEN

Attest van Immatriculatie

De HZIV voert dit type opzoekingen ook uit voor zorgverstrekkers, voornamelijk voor grote ziekenhuiscentra.

Dienst: Ons kenmerk datum Dienst OCMW-wetgeving Wet/ dmh / 0505/ B.N. 14 juli 2005 en Bevoegdheidsconflicten

Omzendbrief betreffende de verblijfsregularisatie om medische redenen en de invloed daarvan op het recht op maatschappelijke dienstverlening

Bevoegdheid bij het verlaten van de opvangstructuur

NOTA VRIJWILLIGE OPHEFFING CODE 207 OS Instructie Fedasil vrijwillige opheffing van de code 207 opvangstructuur

Mevrouw de Voorzitster, Mijnheer de Voorzitter,

sociaal centrum Plein Expertise centrum ondersteuning precair verblijf

Bijlage 3ter. = Melding van aanwezigheid. Wat is de bijlage 3ter? Wie kan dit document krijgen?

HEBBEN MENSEN ZONDER PAPIEREN (RECHT OP) TOEGANG TOT PSYCHIATRISCHE ZIEKENHUIZEN?

COMMISSIE VOOR DE VOLKSGEZONDHEID, HET LEEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE HERNIEUWING van WOENSDAG 27 JANUARI 2016 Namiddag

Verblijfsstatuten & Gezondheidszorg voor niet-eu-burgers

Verblijfsstatuten en gezondheidszorg voor vreemdelingen deelschema [ versie 11/2009 actualiseringen verschijnen op onze websites ]

Betreft : Gevolgen voor het recht op maatschappelijke dienstverlening van de opheffing van code 207 «opvangstructuur» op vrijwillige basis

Versie januari 2017 Zelfstandigen WEGWIJS VOOR. zelfstandigen in moeilijkheden

Hervorming terugbetalingsprocedure medische kosten. Provinciale ontmoetingen herfst 2012

Verblijfsstatuten en gezondheidszorg voor vreemdelingen overzicht

TEN LASTE NAME HUURWAARBORG EN EERSTE MAAND HUUR

Bijlage 3. = Aankomstverklaring. Wat is de bijlage 3? Wie kan dit document krijgen?

Brussel, 17 december 2014

Verblijfsstatuten en gezondheidszorg voor vreemdelingen overzicht

(Nieuwe) asielzoekers zonder toewijzing opvangstructuur

Materiële hulp voor kinderen die illegaal verblijven

Financiële steun equivalent aan het leefloon

Financiering asielzoekers en medische kosten Vragen en antwoorden

Versie juli 2015 Maatschappelijke dienstverlening WEGWIJS IN. maatschappelijke dienstverlening

Verblijfsstatuten & Gezondheidszorg voor vreemdelingen

Werken en verblijf in een LOI: combinatie recht op materiële opvang en een loon

Wie betaalt de ziekenhuisrekening?

Dienst uw brief van uw kenmerk Ons kenmerk datum Bijlage(n)

Dringende Medische Hulp (DMH) Tussen vage theorie, heldere richtlijnen en verwarrende praktijk wat blijft erover?

FAQ. Opheffing op vrijwillige basis van de code 207. Fedasil, Dienst Voorbereiding Opvangbeleid >> augustus ²² Thema s:

TOEGANG TOT DE GEZONDHEIDSZORG VOOR MENSEN ZONDER WETTIG VERBLIJF

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

OCMW-TUSSENKOMST IN MEDISCHE KOSTEN

WEGWIJS VOOR studenten. Versie januari 2017 Studenten

Hoe gebeurt de toewijzing van een asielzoeker door de Dispatching?

Vastgesteld bij besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn op 26 februari 2015.

Netwerkdag Vluchtelingenwerk Vlaanderen. Erkende vluchtelingen en huisvesting

Geen papieren, geen factuur? Wanneer mensen zonder papieren en mensen in moeilijke papieren in het ziekenhuis belanden

Werken en verblijf in een LOI: combinatie recht op materiële opvang en een loon

Inhoud 1. Hoofdstuk 1: Kort verblijf, lang verblijf en vestiging Kort verblijf Lang verblijf Vestiging 11

REGLEMENT: HUISHOUDELIJK REGLEMENT BETREFFENDE DE TEN LASTE NAME VAN MEDISCHE KOSTEN

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 12 mei 2005; A. CONTEXT VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN

Bevoegdheid bij het verlaten van een opvangstructuur

Tegemoetkoming in de huisvestingskosten voor asielzoekers

Dienst Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Datum Bijlage(n) Dienst Juridisch en Beleidsondersteunend Advies

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 24 juni 2005; A. SITUERING, ONDERWERP EN RECHTVAARDIGING VAN DE AANVRAAG

European Migration Network

PROVINCIE WEST-VLAANDEREN ARRONDISSEMENT VEURNE OCMW DE PANNE UITTREKSEL UIT HET NOTULENBOEK VAN HET OCMW.

GEZONDHEIDSZORG EN VERBLIJFSSTATUTEN

Basisopleiding gezinshereniging

BETALINGSREGELING ZIEKTEKOSTEN VOOR EU-BURGERS Wij werken aan een update waarin de nieuwe regelgeving voor EU-burgers van 1 juni 2008 opgenomen is.

I. Opvolging van de beslissing tot verwijdering genomen door de Minister of zijn gemachtigde.

Nummer: INF/MDT/1106. Brussel, 27 april Aan de instanties die erkend zijn om multidisciplinaire verslagen af te leveren

INFORMATIEBROCHURE VOOR DE GARANTEN

Inhoud 1. Hoofdstuk 1: Kort verblijf, lang verblijf en vestiging Kort verblijf Lang verblijf Vestiging 11

Klinische proeven in buitenland. Tussenkomst ziekteverzekering

het leefloon Versie december 2013 LEEFLOON

WEGWIJS VOOR. zelfstandigen in moeilijkheden. WEGWIJS IN Een uitgave van POD Maatschappelijke Integratie. Versie mei 2014 Zelfstandigen

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 31 augustus 1999;

ons kenmerk RPlfOS/O31 datum

MEDISCHE KAART De betalingsverbintenis voor medische kosten van OCMW-cliënten

= Aanvraag van een verklaring van inschrijving of van een identiteitskaart voor vreemdelingen in de hoedanigheid van Zwitserse onderdaan

Omzendbrief betreffende de nieuwe asielprocedure en zijn gevolgen voor de maatschappelijke dienstverlening.

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

TUSSENKOMST IN DE FARMACEUTISCHE KOSTEN

PROCEDURE 23/07/2015: Overgang NBMV. Om toegewezen te worden aan een individuele opvangstructuur, moet de NBMV (cumulatieve voorwaarden) :

Versie mei 2015 Sociaal onderzoek WEGWIJS IN. het sociaal onderzoek van het OCMW

Datum: 30/09/1997 (Bijgewerkt 28/08/2007) BS: 14/11/1997 Gewijzigd ingevolge de omzendbrief van 06/12/2005 (B.S. 30/12/2005)

Datum : 21/10/2002 BS : 29/10/2002

Verschillende vormen van steun in natura. (voedingsbons, kleding, MIVB-kaarten)

V E R B L I J F S S T A T U T E N E N G E Z O N D H E I D S Z O R G V O O R V R E E M D E L I N G E N / V E R S I E 0 8 /

DE BETALINGSREGELING VAN DE MEDISCHE KOSTEN BIJ NIET-EU-BURGERS

Medische kosten van vreemdelingen. Wie betaalt?

Recht op OCMW-dienstverlening in het kader van gezinshereniging

De Sociale plattegrond

Omzendbrief tot wijziging van de omzendbrief van 15 september 1998 betreffende het verblijf van vreemdelingen die in België wensen te komen studeren

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid van 25 juni 2007;

Instructie m.b.t. de toepassing van het oude artikel 9,3 en het artikel 9bis van de vreemdelingenwet.

Versie november 2015 Beroepsprocedure. WEGWIJS IN het beroep tegen een OCMW-beslissing

Ja, NBMV mogen reizen mits ze beschikken over de nodige documenten:

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid

INFORMATIEBROCHURE VOOR DE GARANTEN

Transcriptie:

DE MEDISCHE HULPVERLENING EN VERZORGING VOOR MENSEN ZONDER WETTIG VERBLIJF - EEN VOORSTEL - OPZET Deze nota formuleert enkele voorstellen om tegemoet te komen aan een aantal knelpunten inzake de huidige regeling dringende medische hulp voor mensen zonder wettig verblijf opdat deze doelgroep kan rekenen op een effectieve toegang tot gezondheidszorg. De voorstellen in deze nota hebben eveneens als effect dat mensen met een gelijk verblijfsstatuut die in een verschillende opvangsituatie (opvangcentrum, LOI, no show) verblijven, toegang hebben tot hetzelfde pakket van gezondheidszorg. De voorstellen leiden tot een vereenvoudiging van de regelgeving en een efficiëntere uitvoering van de procedures. Eerst belichten we enkele knelpunten van de huidige procedure (soms onderverdeeld in A, B of C), daarna koppelen we een voorstel aan elk aangehaald knelpunt. 1. KNELPUNTEN VAN DE HUIDIGE PROCEDURE 1.1.A. De bestaande regelgeving is zeer complex en gevarieerd Voor elke verblijfsstatus bestaat er min of meer een andere procedure voor het verkrijgen van medische zorgen. Elke procedure gaat op zijn beurt gepaard met een andere (terug)betalingsregeling 1. Betrokkenen, zorgverstrekkers en andere hulpverleners zien vaak tussen de bomen het bos niet meer. Deze complexiteit belemmert de toegang tot de gezondheidszorg. -> Een vereenvoudiging van de regelgeving is aangewezen 1.1.B. Er is een duidelijke vraag naar een meer regelgevende omschrijving van de inhoud van de medische zorgen. Al sinds het bestaan van de regeling dringende medische hulp voor mensen zonder wettig verblijf is er onduidelijkheid omtrent de interpretatie en invulling van deze notie. Zeer waarschijnlijk zal een andere notie, bv. medisch noodzakelijke hulp of noodzakelijke medische hulp eveneens voor onduidelijkheid zorgen. -> De afbakening van de opvangwet kan een invulling geven aan het recht op medische hulp. 1.2. De financiële en administratieve afhandeling van de medische dossiers vormt op vele vlakken een extra last voor de OCMW s en zorgvertrekkers. De verwerking van de medische facturen vraagt specifieke kennis en materiële ondersteuning. Het bijscholen van personeel en aankopen van specifieke computerprogramma s is duur en hinkt steeds achter op de snelle evoluties. Gezien deze financiële en administratieve afhandeling niet noodzakelijk moet uitgevoerd worden door het OCMW om een goede dienstverlening te waarborgen, is er een duidelijke vraag vanwege de OCMW s om deze afhandeling door een gespecialiseerde instantie te laten uitvoeren. -> De financiële en administratieve afhandeling van het medisch dossier laten uitvoeren door de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering brengt dit luik bij een competente dienst. 1 Ter illustratie: zie het overzicht gezondheidszorg en verblijfsstatuten, de samenvatting en begeleidende tekst van dit document. Beleidsvoorstel neergelegd bij Min Arena op 10 juli 2008 1

1.3.A.. Er is geen duidelijke wettelijke basis die de vereiste van behoeftigheid voor de aanvrager van dringende medische hulp stelt. Noch in art. 57 2 van de OCMW-Wet 2, noch in het KB van 12 december 1996 wordt verwezen naar behoeftigheid als vereiste om medische zorgen te bekomen. Deze voorwaarde kan ook op geen enkele wijze worden afgeleid uit de parlementaire voorbereiding bij de wijziging, van art. 57 2 van de OCMW-Wet in 1996. Men kan zich dan ook de vraag stellen of het rondschrijven 3 van 24 november 1997 een voldoende rechtsbasis vormt om behoeftigheid als een voorwaarde toe te voegen aan het recht op dringende medische hulp. We hebben echter geen bezwaren tegen het stellen van deze voorwaarde an sich, maar dit moet binnen een duidelijk wettelijk kader gebeuren. -> De vereiste inzake behoeftigheid voor medische zorgen aan mensen zonder wettig verblijf in de OCMW-Wet verankeren, zou een oplossing kunnen bieden. 1.3.B. Het ontbreekt aan duidelijke richtlijnen inzake het sociaal onderzoek en de inhoud van het sociaal verslag waaruit de behoeftigheid moet blijken. Het ontbreekt aan duidelijkheid over het begrip behoeftigheid in het kader van medische zorgen voor mensen zonder wettig verblijf. Welke informatie dient gevraagd te worden? Volgens welke richtlijnen kan men conclusies trekken? Wie heeft de bewijslast? Welke elementen moeten opgenomen worden in het sociaal verslag? -> Het schrijven van een omzendbrief met duidelijke criteria over het sociaal onderzoek en sociaal verslag biedt meer rechtszekerheid. 1.3.C. De mogelijkheden van de OCMW s, zorgverstrekkers en de betrokkenen om een mogelijke derde zoals een (reis)verzekeraar, een buitenlands stelsel van sociale zekerheid of een garant, aan te spreken en om medische kosten van deze derde betaler terug te vorderen, zijn beperkt. Dat is in het bijzonder zo wanneer die mogelijke derde betaler zich in het buitenland bevindt. Voor EU-burgers en niet-visumplichtige derdelanders die minder dan 1 jaar in België verblijven, moet het OCMW voor de terugvordering bij de POD-MI aantonen dat ze geen geldige ziekteverzekering meer in het buitenland hebben. Voor visumplichtige derdelanders werd meestal een reisverzekering voor repatriëring om medische redenen, dringende medische zorg en/of spoedbehandeling in een ziekenhuis afgesloten. Het bekomen van informatie over het al dan niet bestaan van een geldige ziekte- of reisverzekering (in het herkomstland) en wat er door gedekt wordt, vraagt veel tijd. Het leveren van een negatief bewijs (nl. deze verzekering bestaat niet) is niet evident en soms onmogelijk. Wanneer er een verbintenis tot tenlasteneming (3bis) ondertekend werd voor de patiënt, kan ook de garant een mogelijke derde zijn waarvan het OCMW kosten kan terugvorderen. Ook hier duiken telkens weer een aantal knelpunten in de praktijk op. Volgens de omzendbrief van 9 september 1998 betreffende de verbintenis tot tenlasteneming kan een garant bijvoorbeeld nooit aangesproken worden voor dringende medische hulpverlening. Gaat het dan over dringende medische hulp of over medische zorgen in dringende omstandigheden? Het voorbeeld in de omzendbrief verwijst naar de tweede situatie maar de onduidelijkheid blijft bestaan. Ander knelpunt is dat deze omzendbrief er één is van de minister van Binnenlandse Zaken en niet van de minister van Maatschappelijke Integratie. Kan de 2 Doordat men in art. 57 2 OCMW-Wet schrijft in afwijking van de andere bepalingen van de wet wordt er een uitzondering gemaakt op heel de OCMW-Wet, dus ook art. 57 1 en art.1 Er wordt in art. 57 2 wel verwezen naar behoeftigheid ten overstaan van de (begeleide) minderjarige vreemdelingen die illegaal verblijven en een ruimer recht hebben dan enkel dringende medische hulp. 3 Het rondschrijven van 24 november 1997 aan artsen, tandartsen, verpleegkundigen, vroedvrouwen en aan de verpleeginstellingen. Dit rondschrijven werd niet aan het advies van de afdeling wetgeving van de Raad van state voorgelegd. Beleidsvoorstel neergelegd bij Min Arena op 10 juli 2008 2

Minister van Binnenlandse Zaken wel bij omzendbrief verduidelijken wat een OCMW al dan niet moet doen in het kader van maatschappelijke dienstverlening? Ook die discussie sleept aan. De patiënt, noch de zorgverstrekker of het OCMW mogen de dupe zijn van deze omslachtige en tijdrovende procedures en discussies. Het recht op gezondheidzorg mag hierdoor niet uitgehold worden. -> Het federale beleid mag het opsporen van en het (terug-)vorderen bij deze derde betaler niet doorschuiven naar het OCMW, de zorgverstrekker of de patiënt zonder hiervoor de nodige faciliteiten ter beschikking te stellen en flexibel op te treden indien, ondanks de inspanningen, het gewenste resultaat niet geleverd kan worden. Daarnaast moet er duidelijke regelgeving voorhanden zijn die uitgaat van de bevoegde minister. 2. VOORSTELLEN TOT OPLOSSING 2.1. De afbakening van de opvangwet geeft een invulling aan het recht op medische hulp voor mensen zonder wettig verblijf 4 In het kader van de totstandkoming van de opvangwet, hebben de bevoegde autoriteiten een denkoefening 5 gemaakt in verband met het recht op gezondheidszorg voor asielzoekers. De conclusie was dat, binnen het kader van de opvangwet, het recht op medische begeleiding die medische zorgverlening omvat die noodzakelijk is om een leven te kunnen leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid 6. Het uitgangspunt 7 om te bepalen welke medische hulpverlening en verzorging noodzakelijk zijn om een menswaardig leven te leiden, is de medische hulp en verzorging die opgenomen zijn in de nomenclatuur 8. De opvangwet voorziet een dubbele uitzondering op dit uitgangspunt. - Enerzijds worden bepaalde medische hulp en verzorging, die wel in de nomenclatuur zijn opgenomen, niet toegekend. - Anderzijds worden bepaalde medische hulp en verzorging die niet in de nomenclatuur zijn opgenomen, toch toegekend omdat ze tot het dagelijks leven behoren. Deze uitzonderingen werden opgenomen in een KB 9 dat na overleg in de ministerraad werd vastgelegd. 4 Dit voorstel is geïnspireerd op het voorstel van Dhr. Steven Bouckaert. Deze inleiding is grotendeels gebaseerd op het hoofdstuk lege ferenda van de tekst het recht op dringende medische hulp voor vreemdelingen zonder wettig verblijf: materieelrechterlijke en procedurele aspecten, TVR, nr. 1, jaargang 2008. 5 Deze denkoefening werd op 23/4/2004 georganiseerd door Fedasil in een multidisciplinaire werkgroep onder leiding van Dhr. Ri De Ridder. (momenteel Dir. Gen. voor de dienst Geneeskundige Verzorging van het RIZIV) en resulteerde in het KB van 9 april 2007, zie verder. 6 Art. 23 van de opvangwet 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen. 7 Zowel het uitgangspunt als de uitzonderingen hierop Art. 24 van de opvangwet 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen. 8 Nomenclatuur zoals voorzien in art. 35 van de Ziektewet van 14 juli 1994 9 KB. van 9 april 2007 tot bepaling van de medische hulp en de medische zorgen die niet verzekerd worden aan de begunstigde van de opvang omdat zij manifest niet noodzakelijk blijken te zijn en tot bepaling van de medische hulp en de medische zorgen die tot het dagelijks leven behoren en verzekerd worden aan de begunstigde van de opvang. BS 7 mei 2007 Beleidsvoorstel neergelegd bij Min Arena op 10 juli 2008 3

Dat KB voorziet nog een derde uitzondering op de basisregel, nl. dat de Directeur-generaal van Fedasil ten uitzonderlijke titel, in het belang van de patiënt, aan de begunstigde van de opvang medische hulp en medische zorgen kan toekennen die noodzakelijk zijn opdat hij zou kunnen beschikken over een medische begeleiding die beantwoordt aan de menselijke waardigheid, ook indien deze niet vermeld wordt in de nomenclatuur 10 en niet onder de 2 de uitzondering zijn ondergebracht 11. Voor de toekenning van medische zorgen aan mensen zonder wettig verblijf sluit de afbakening van de opvangwet nauw aan bij hetgeen de wetgever bij het tot stand komen van de procedure Dringende Medische Hulp voor ogen had met het verzekeren van een recht op dringende medische hulp. Dit blijkt uit de parlementaire voorbereiding bij de wet van 15 juli 1996. Daarom zouden we een gelijkaardig voorstel willen doen inzake gezondheidszorg voor mensen zonder wettig verblijf. Dit vergt maar een kleine aanpassing. Door in art. 57, 2 van de organieke OCMW-wet rechtstreeks te verwijzen naar het K.B. van 9 april 2007 9 bepaalt de invulling van het pakket van gezondheidszorgen binnen het kader van de opvangwet ook de invulling van het pakket gezondheidszorgen waarop mensen zonder wettig verblijf recht hebben. Naar analogie met de 3 de uitzondering op de basisregel stellen we voor om voor mensen zonder wettig verblijf eveneens de mogelijkheid te voorzien om in belangwekkende situaties én ten uitzonderlijke titel een andere beslissing te nemen in het belang van de patiënt. Dit op voorwaarde dat door het OCMW een behoorlijk met redenen omkleed verslag wordt voorgelegd. Daarnaast blijft het OCMW in de mogelijkheid om uit eigen budget uitzonderingen ten gunste van de patiënt toe te staan. Deze uitzonderingsmogelijkheden zijn volkomen verantwoord omdat deze mensen meestal niet over een inkomen beschikken (dat hoger of gelijk is aan het bedrag van het leefloon). Kortom: de afbakening uit de opvangwet conform het art. 23 en 24 van de opvangwet - zou het recht op de (dringende/noodzakelijke) medische hulp voor mensen zonder wettig verblijf nader invullen. Hierdoor verdwijnt de discussie over welke zorgen precies onder deze notie ressorteren en ontstaat ook voor de bevoegde OCMW s en zorgverstrekkers een duidelijk rechtskader dat zekerheid biedt over de terugbetaling van de verstrekte zorgen. Dankzij de duidelijke omschrijving van de notie (dringende/noodzakelijke) medische hulp aan mensen zonder wettig verblijf, is het extra attesteren van dringendheid of noodzakelijkheid niet meer vereist, wat ook beantwoordt aan de vraag van de zorgverstrekkers om extra administratie te vermijden. Doordat asielzoekers en andere categorieën van vreemdelingen die onder de opvangwet vallen enerzijds en mensen zonder wettig verblijf anderzijds recht krijgen op eenzelfde pakket medische zorgverlening, vereenvoudigen we de regelgeving waardoor de effectieve toegankelijkheid ook wordt vergroot. We pleiten er ten slotte voor om telkens wanneer een vreemdeling geen recht heeft op aansluiting bij de verplichte ziekteverzekering en het OCMW deze taak overneemt binnen het kader van maatschappelijke dienstverlening, dit zelfde pakket medische zorgverlening toe te kennen en de kosten daarvan, voorlopig nog, ten laste te laten nemen door de POD MI (met andere woorden, dat ook de terugbetaling door de POD MI aangepast zou worden). Dat biedt een oplossing voor het huidige probleem van ongelijke behandeling waarbij de 10 Nomenclatuur zoals voorzien in art. 35 van de Ziektewet van 14 juli 1994 11 Een opname in bepaalde instellingen is op deze wijze mogelijk; bijvoorbeeld een Medisch Pedagogische Instelling (= MPI) Beleidsvoorstel neergelegd bij Min Arena op 10 juli 2008 4

vreemdelingen die in een LOI opgevangen worden een ander pakket medische begeleiding krijgen als de vreemdelingen die in andere opvangstructuren opgevangen worden. Dit omdat de terugbetaling van de medische begeleiding in de LOI via de POD MI gebeurt en niet via Fedasil. Op termijn zou de administratieve en financiële afhandeling dan aan de Hulpkas kunnen overgedragen worden (zie 2.2.). 2.2. De administratieve en financiële afhandeling van de medische dossiers gebeurt door de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering De Hulpkas voor Ziekte en Invaliditeit is competent in de verwerking van medische facturen en beschikt over de nodige materiële uitrusting voor de uitbetaling van deze facturen. In het kader van de ziekteverzekering voor EU-burgers is er reeds een samenwerking tussen de Hulpkas voor Ziekte en Invaliditeit en de OCMW s ontstaan. 12 Wanneer OCMW-cliënten geen stappen ondernemen om zich aan te sluiten bij de verplichte ziekteverzekering via een ziekenfonds naar keuze, kan het OCMW hen aansluiten bij de Hulpkas voor Ziekte en Invaliditeit. Kortom, er bestaat reeds een bijzondere samenwerking tussen het OCMW en de hulpkas. Ook de Federale Adviescommissie voor Maatschappelijk Welzijn heeft de samenwerking met de Hulpkas voor Ziekte en Invaliditeit aanbevolen 13. De administratieve en financiële afhandeling van de medische dossiers kan van toepassing zijn voor het volledig OCMW-clienteel en dient zich niet te beperken tot mensen zonder wettig verblijf. Wanneer de Hulpkas deze diensten ook levert voor asielzoekers betekent dit sowieso een vereenvoudiging van de procedures én zal het voor de OCMW s ook makkelijker zijn om de asielzoekers die in de LOI s verblijven de effectieve zorgen toe te kennen die hen volgens de opvangwet worden toegekend. Er kan eveneens overwogen worden dat de Hulpkas ook deze administratieve en financiële taak opneemt voor de medische kosten die Fedasil aan derden vergoed. Dit zou een verantwoorde, kostenbesparende maatregel zijn en de regeling voor bv. de no shows vergemakkelijken. Belangrijk is dat bij een samenwerking met de Hulpkas voor Ziekte en Invaliditeit de vertrouwelijkheid van de gegevens volledig gegarandeerd is en dat dit expliciet opgenomen wordt in de overeenkomst. 2.3. De vereiste inzake behoeftigheid voor medische zorgen aan mensen zonder wettig verblijf verankeren in de OCMW-Wet + Het schrijven van een omzendbrief met duidelijke criteria over het sociaal onderzoek en het sociaal verslag + Faciliteiten ter beschikking stellen en een flexible houding hanteren ten aanzien van de info over een derde betaler (in het buitenland) Het is niet omdat de behoeftigheid aldus onze interpretatie 14 geen wettelijke basis kent, dat we deze voorwaarde niet gerechtvaardigd vinden. Een verankering van deze voorwaarde in de OCMW-Wet lijkt ons dan ook aangewezen. 12 Zo kan het OCMW in principe beroep doen op de Hulpkas om informatie te bekomen of EUonderdanen al dan niet aangesloten zijn bij een ziekteverzekering in hun herkomstland. 13 Aanbeveling 3.2. van het advies van 12 oktober 2006 inzake de problematiek van de dringende medische hulpverlening aan vreemdelingen die onwettig in het land verblijven. 14 Wij baseren ons hiervoor op de tekst Het recht op dringende medische hulp voor vreemdelingen zonder wettig verblijf: materieelrechterlijke en procedurele aspecten, Dhr. Steven Bouckaert, TVR, nr.1, jaargang 2008 Beleidsvoorstel neergelegd bij Min Arena op 10 juli 2008 5

Het is belangrijk dat de OCMW s weten wat de POD-MI van hen verwacht bij het voeren van een sociaal onderzoek opdat terugbetaling verzekerd wordt. Welke documenten moeten voorgelegd worden? Welke elementen moeten opgenomen worden in het sociaal verslag? Op basis van welke criteria kan men behoeftigheid concluderen?... In het voorstel van omzendbrief in bijlage hebben we enkele elementen vermeld waarover in de praktijk voortdurend vragen rijzen. Deze omzendbrief wil de hulpverleners inspireren bij het beantwoorden van die vragen en hen enkele richtsnoeren en handvatten geven. Het is geen exhaustieve lijst van criteria waaraan voldaan moet zijn. De omzendbrief moet vooral ondersteunend werken en kan er hopelijk toe leiden dat de verschillende praktijken meer naar elkaar toegroeien. Het zou ook nuttig zijn om te bevestigen dat de beoordeling van de behoeftigheid uiteindelijk toekomt aan de maatschappelijk werker op het terrein en dat de controle van de POD MI marginaal is in de zin dat de POD MI nagaat of het sociaal onderzoek grondig gebeurde en er een aantal elementen nagegaan werden en of er geen manifest ongegronde beslissing werd genomen in relatie tot de in het sociaal verslag beschreven feitelijke vaststellingen. Er kan niet ontkend worden dat het niet makkelijk is om een mogelijke derde betaler op te sporen en hiervan medische kosten te recupereren. Zeker niet als deze in het buitenland vertoeft. De federale overheid bepaalt weliswaar steeds vaker in toepassing van Europees recht - de toegangs- en verblijfsvoorwaarden in België. Zo heeft de federale overheid beslist om het voorleggen van een (reis)verzekering op te leggen bij bepaalde visumaanvragen. De verantwoordelijkheid van de federale overheid stopt echter niet bij het opleggen van dergelijke voorwaarden. Zij moet ook alles in het werk stellen opdat het naleven van die voorwaarden duidelijk en transparant kan gebeuren zodat andere overheden of burgers die van het naleven van die voorwaarden afhangen, ook duidelijk weten waar ze aan toe zijn. De federale overheid mag de verantwoordelijkheid om een mogelijke derde betaler op te sporen en er effectief kosten van te recuperen niet al te makkelijk doorschuiven naar de OCMW s, zorgverstrekkers of patiënten. Elkeen moet hiertoe zijn bijdrage leveren; - Patiënten door alle info te verstrekken waarover ze beschikken. - OCMW s en zorgverstrekkers door bij de betrokkene te informeren naar het bestaan van een reis- of ziekteverzekering elders en zoja deze te contacteren. - De federale overheid heeft als taak om diegene die belast is met deze opdracht te ondersteunen en alle faciliteiten ter beschikking te stellen waarover zij beschikken. (Reis)verzekeringen kunnen bijvoorbeeld bij het indienen van de visumaanvraag ingescand worden en op één of andere manier centraal ter beschikking gesteld worden zodat OCMW s (en zorgverstrekkers) daar met zekerheid kunnen nagaan of er nu effectief een (reis)verzekering voorhanden is, wat de dekking precies inhoudt en hoe de patiënt zich tot de verzekeraar kan wenden 15. Indien er van de voorwaarde tot het voorleggen van een (reis)verzekering wordt afgeweken, kan dat ook vermeld worden en door het OCMW vastgesteld worden. Wanneer er bij EU-burgers binnen een bepaalde redelijke termijn, bijvoorbeeld 7 werkdagen na de aanvraag door het OCMW, geen antwoord is van de Hulpkas voor Ziekte en Invaliditeit, mag het OCMW ervan uitgaan dat er geen geldige ziekteverzekering in hun herkomstland aanwezig is. Blijkt er nadien toch nog een recht te zijn, dan zou dat op het niveau van de federale overheid geregeld moeten worden tussen POD MI en RIZIV en tussen het RIZIV en het buitenlands stelsel van sociale zekerheid. De terugbetaling door de POD MI aan het OCMW zou wel verworven moeten blijven. Zoniet blijft de onzekerheid bestaan voor de betrokkenen, de zorgverleners en de OCMW s. Een flexibele houding vanwege de POD-MI ten aanzien van informatie of recuperatie van medische kosten die door een buitenlandse regeling betaald moeten worden, blijft evenwel steeds vereist. De federale overheid heeft verder eveneens als taak te 15 De Kruispuntbank inzake Sociale Zekerheid zou zo n centraal punt kunnen zijn. Beleidsvoorstel neergelegd bij Min Arena op 10 juli 2008 6

zorgen dat de OCMW s makkelijk tot subrogatie kunnen overgaan voor de betaling van de medische kosten aan de respectievelijke zorgverstrekkers, bijvoorbeeld door op te leggen dat de (reis)verzekeringsovereenkomsten die bij visumaanvragen vereist zijn, de terugvordering door het OCMW in de plaats van de cliënt toelaten 16. - De federale overheid kan de steeds terugkerende discussies over de garant voorkomen door een duidelijke regelgeving in verband met de verbintenis tot tenlasteneming te maken. Een mogelijke oplossing is het opstellen van één nieuwe gezamenlijke omzendbrief die uitgaat van de ministers van Migratie- en asielbeleid en Maatschappelijke Integratie. Of indien dat niet kan, twee op elkaar afgestemde omzendbrieven waarbij elke minister de aspecten regelt die tot zijn bevoegdheden behoren. - Op de website van de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering staat een lijst met de contactgegevens van de bevoegde personen die de OCMW s informatie kunnen verstrekken inzake de verzekerbaarheid buiten België evenals een korte beschrijving van de procedure en meer uitleg over de rol van de Hulpkas in deze informatieve ondersteuning. De POD Maatschappelijke Integratie zou op haar website en in haar informatiedocument Medische bewijsstukken in het kader van de wet van 02/04/1965 en het MB van 31/01/1995 kunnen verwijzen naar deze informatie. De POD MI zou bij haar inspectie wel rekening moeten houden met de behandelingstermijn van de Hulpkas zoals hierboven beschreven werd. In feite komt het erop neer dat de OCMW s nood hebben aan ondersteuning bij het uitvoeren van hun opdracht in het kader van dringende medische hulp. We denken dan vooraal aan het nagaan van de verzekerbaarheid in een andere EU-lidstaat, nagaan of een privéverzekering aangesproken kan worden, nagaan of er een garant is en of die aangesproken kan worden. Die ondersteuning zou geboden kunnen worden door één federaal ondersteuningspunt. De toegang tot de gezondheidszorg of de niet-terugbetaling van de medische kosten mogen niet in het gedrang komen indien de inspanning geleverd wordt, maar het resultaat uitblijft. 16 Diverse knelpunten inzake de (reis)verzekeringen en tenlastenemingen dienen besproken te worden tijdens een interministerieel overleg. Wij hebben deze knelpunten en suggesties niet verder uitgewerkt in deze nota, maar zijn bereid om hier rond samen te werken. Beleidsvoorstel neergelegd bij Min Arena op 10 juli 2008 7

3. BIJLAGE: VOORSTEL VAN ELEMENTEN OM OP TE NEMEN IN EEN OMZENDBRIEF MET DUIDELIJKE CRITERIA OMTRENT HET SOCIAAL ONDERZOEK EN SOCIAAL VERSLAG I. Onwettig verblijf 1) in België Voor uitgeprocedeerden of uitgewezen vreemdelingen (die een bevel om het grondgebied te verlaten hebben gekregen) kan het onwettig verblijf via het wachtregister of via een vervallen verblijfsdocument of bevel om het land te verlaten,... worden vastgesteld. Voor clandestienen (incl. EU-burgers zonder wettig verblijf) is het onwettig verblijf moeilijker vast te stellen. Voor deze personen moet worden nagegaan of ze op geen enkele basis wettig in België verblijven, bijvoorbeeld voor personen die als toerist het land zijn binnengekomen, moet worden aangetoond dat ze hier al langer dan drie maanden zijn en dus geen toerist meer zijn (voor toeristen geldt deze regeling niet). - Indien zij hun onwettig verblijf niet kunnen aantonen aan de hand van een (vervallen) paspoort, mogen ze semi-officiële documenten voorleggen (bijvoorbeeld huurcontract, bewijzen van schoolgaande kinderen in België, bewijzen van het volgen van Nederlandse les, maandelijkse medische consultaties, afspraken op een sociale dienst, verklaringen van getuigen, enzovoort). - Indien zij ook geen semi-officiële documenten kunnen voorleggen en er geen documenten of objectieve aanwijzingen zijn die hun onwettig verblijf in twijfel trekken, mag hen het voordeel van de twijfel worden gegeven. In dat geval kan hen worden gevraagd een verklaring op eer te ondertekenen over hun aankomstdatum in België. Indien de hulpvrager geen officieel identiteitsdocument kan voorleggen, mogen semi-officiële documenten aanvaard worden. Indien hij deze evenmin bezit, kan een verklaring op eer uitkomst bieden. 2) in de gemeente van het OCMW Het OCMW vraagt het adres van de gewoonlijke verblijfplaats van de hulpvrager. Indien deze een adres heeft (waar hij gewoonlijk verblijft), dient hij dit aan het OCMW te melden. Indien hij verklaart geen adres te hebben of dakloos te zijn, kan het adres van het OCMW worden opgegeven. II. Behoeftigheid Het OCMW moet een sociaal onderzoek doen naar de behoeftigheid van de hulpvrager en een sociaal verslag opstellen. Dit verslag moet uitsluitsel geven of de persoon over onvoldoende middelen van bestaan beschikt om zelf de medische kosten te betalen. Gegevens die al door de sociale dienst van een ziekenhuis verzameld werden, mogen door het OCMW worden opgenomen in het eigen sociaal onderzoek. Het sociaal verslag moet minimaal een aantal gegevens vermelden: - de werkelijke verblijfs- en woonsituatie - de feitelijke gezinssamenstelling - de financiële situatie (inkomsten en uitgaven) Beleidsvoorstel neergelegd bij Min Arena op 10 juli 2008 8

A. Algemene principes voor het behoeftigheidsonderzoek: Het is bijzonder moeilijk om na te gaan of de hulpvrager inkomsten heeft uit werk, bestaansmiddelen in het herkomstland, recht op tussenkomst van een (reis)verzekering of een stelsel van sociale zekerheid inzake gezondheidszorgen in het herkomstland, enzovoort. Inspanningsverbintenis, geen resultaatsverbintenis We pleiten voor een inspanningsverbintenis en geen resultaatsverbintenis. Uit het sociaal verslag moet blijken dat het OCMW redelijke inspanningen heeft gedaan om de behoeftigheid van de hulpvrager na te gaan, maar er kan niet worden verwacht dat het OCMW onredelijke inspanningen (die buitensporig veel tijd en middelen vergen) moet doen om bepaalde documenten te bekomen (bijvoorbeeld in landen van herkomst). Bewijslast niet doorschuiven naar hulpvrager, wel actieve informatieplicht De bewijslast mag door het OCMW niet worden doorgeschoven naar de hulpvrager of zorgverstrekker. Indien documenten ter staving van de behoeftigheid niet kunnen voorgelegd worden, kan niet automatisch worden gesteld dat de hulpvrager weigert mee te werken. Wel heeft de hulpvrager een actieve informatieplicht, wat betekent dat hij het OCMW van alle relevante gegevens over zijn situatie (en van een wijziging daarvan) op de hoogte dient te brengen. We pleiten ervoor dat een verklaring op eer van de hulpvrager over zijn behoeftigheid in laatste instantie wordt aanvaard door de POD MI. De hulpvrager kan door het OCMW worden gevraagd om een attest van behoeftigheid te ondertekenen; wat tevens voor de hulpvrager een responsabiliserend kan hebben. Menselijke waardigheid als maatstaf voor behoeftigheid Behoeftigheid is niet absoluut, is geen mathematische aangelegenheid: het erkennen van de behoeftigheid berust steeds enerzijds op door de maatschappelijk werker verzamelde feitelijke vaststellingen en anderzijds op een deels subjectieve inschatting door de maatschappelijk werker van het OCMW. Het doorslaggevende criterium is de mogelijkheid om menswaardig te kunnen leven. Beoordeling behoeftigheid behoort tot bevoegdheid OCMW Het OCMW voert een sociaal onderzoek om na te gaan of de hulpvrager behoeftig is. De POD Maatschappelijke Integratie gaat na of het OCMW een behoorlijk sociaal onderzoek gevoerd heeft. De uiteindelijke beoordeling van de situatie van de hulpvrager en de beslissing over de behoeftigheid op basis van de gegevens verzameld in het sociaal onderzoek gebeurt evenwel door het OCMW. De POD Maatschappelijke Integratie kan die beoordeling en beslissing van het OCMW niet in twijfel trekken. De POD Maatschappelijke Integratie heeft dus slechts een marginaal toetsingsrecht voor wat het bepalen van de behoeftigheid betreft. Beroepsgeheim maatschappelijk werkers De maatschappelijk werker is gebonden door zijn beroepsgeheim. Onder geen beding mag informatie worden doorgegeven aan de Dienst Vreemdelingenzaken. B. Gevraagde gegevens en documenten in het kader van het behoeftigheidsonderzoek: 1) gegevens en documenten over de inkomsten (en bezittingen) Welke gegevens dienen te worden gevraagd? gegevens over de eigen inkomsten (bijvoorbeeld uit arbeid) en bezittingen en over de inkomsten en bezittingen van een derde die een wettelijke, natuurlijke of conventionele onderhoudsplicht heeft ten aanzien van de hulpvrager, bijvoorbeeld de partner met wie de hulpvrager samenwoont of een nauwe verwant met wie de hulpvrager samenwoont. Beleidsvoorstel neergelegd bij Min Arena op 10 juli 2008 9

- Partner: persoon met wie de betrokkene een affectieve relatie heeft (met het oog op natuurlijke onderhoudsplicht, zie verder). - Nauwe verwant: wie als nauwe verwant beschouwd wordt, moet duidelijk worden omschreven, zodat het duidelijk (en haalbaar) is voor het OCMW voor wie bepaalde gegevens moeten worden nagegaan. Welke documenten kunnen worden gevraagd? - loonstaten - bewijzen van een uitkering - rekeninguittreksels - documenten van eigendommen -... Zowel aan de hulpvrager zelf als aan de partner/verwant kan worden gevraagd om documenten voor te leggen. Indien geen documenten kunnen voorgelegd worden en er geen indicaties zijn dat de hulpvrager niet behoeftig is, volstaat een mondelinge verklaring. Het inkomen van andere personen met wie de hulpvrager samenwoont, doet niet ter zake. Bijgevolg worden daarvan geen documenten gevraagd. Hoe kan men op basis van deze gegevens en documenten de behoeftigheid bepalen? - Eigen inkomsten: Indien er geen of weinig inkomsten uit zwartwerk zijn, zal er meestal sprake zijn van behoeftigheid. Indien er bepaalbare regelmatige inkomsten uit zwartwerk zijn, kan worden verwacht dat de hulpvrager in verhouding tot de inkomsten beperkte medische kosten zelf betaalt. Indien de medische kosten in verhouding tot de inkomsten te hoog oplopen, kan er vanuit worden gegaan dat er sprake is van behoeftigheid (tenzij andere gegevens het tegendeel bewijzen). - Inkomsten van de partner/verwant: Indien het inkomen van de partner/verwant niet voldoende hoog is, kan de behoeftigheid worden aangetoond. Wanneer iemand die illegaal in het land verblijft samenwoont met iemand met wie hij of zij een affectieve relatie heeft, kan er een natuurlijke onderhoudsplicht verondersteld worden. In verhouding tot het inkomen van de partner beperkte medische kosten (bijvoorbeeld een éénmalige consultatie bij de huisarts), kunnen door de partner betaald worden. Voor hoge(re) medische kosten kan dat niet. De menselijke waardigheid van de partner zou dan immers in het gedrang (kunnen) komen. Ook de verwant mag door het betalen van de medische kosten niet zelf in een situatie komen die zijn menselijke waardigheid in het gedrang brengt. Indien de partner/verwant weigert mee te werken, wordt dit genoteerd in het sociaal verslag. Indien er verder geen objectieve aanwijzingen zijn die de behoeftigheid van de hulpvrager in twijfel trekken, mag hem het voordeel van de twijfel worden gegeven. 2) gegevens en documenten over de uitgaven (en het bestedingspatroon) Welke gegevens dienen te worden gevraagd? gegevens over de eigen uitgaven en over de uitgaven van een derde die een wettelijke, natuurlijke of conventionele onderhoudsplicht heeft ten aanzien van de hulpvrager, bijvoorbeeld de partner met wie de hulpvrager samenwoont of een nauwe verwant met wie de hulpvrager samenwoont. - Partner: persoon met wie de betrokkene een affectieve relatie heeft (met het oog op natuurlijke onderhoudsplicht). - Nauwe verwant: wie als nauwe verwant beschouwd wordt, moet duidelijk worden omschreven, zodat het duidelijk (en haalbaar) is voor het OCMW voor wie bepaalde gegevens moeten worden nagegaan. Welke documenten kunnen worden gevraagd? Beleidsvoorstel neergelegd bij Min Arena op 10 juli 2008 10

- huurcontract - rekeninguittreksels - bewijzen van huurachterstal - bewijzen van onbetaalde nutsvoorzieningen - bewijzen van schulden -... Zowel aan de hulpvrager zelf als aan de partner/verwant kan worden gevraagd om documenten voor te leggen. Indien geen documenten kunnen voorgelegd worden en er geen indicaties zijn dat de hulpvrager niet behoeftig is, volstaat een mondelinge verklaring. De uitgaven van andere personen met wie de hulpvrager samenwoont, doet niet ter zake. Bijgevolg worden daarvan geen documenten gevraagd. Hoe kan men op basis van deze gegevens en documenten de behoeftigheid bepalen? Bij de betaling van huur dient er rekening gehouden te worden met de algemene omstandigheden (gezinslast, de beschikbare goedkope huurwoningen op de markt, hulp van anderen in de huuronkosten,...) Het feit dat iemand huur betaalt, kan niet gezien worden als teken van niet-behoeftigheid. In het geval van huurachterstal, onbetaalde nutsvoorzieningen en schulden zal er meestal sprake zijn van behoeftigheid. De partner/verwant mag door het betalen van de medische kosten niet zelf in een situatie komen die zijn menselijke waardigheid in het gedrang brengt. Indien de partner/verwant weigert mee te werken, wordt dit genoteerd in het sociaal verslag. Indien er verder geen objectieve aanwijzingen zijn die de behoeftigheid van de hulpvrager in twijfel trekken, mag hem het voordeel van de twijfel worden gegeven. 3) gegevens en documenten van verzekeringen en van derden Welke gegevens dienen te worden gevraagd? - gegevens over verzekeringen - gegevens over een borgsteller (voor visumplichtigen): er wordt gevraagd of de hulpvrager een borgsteller heeft. Het OCMW dient na te gaan wie de borgsteller is en of deze nog een verantwoordelijkheid heeft ten aanzien van de hulpvrager. Het OCMW mag het ziekenhuis vragen om deze gegevens te onderzoeken, maar mag niet weigeren de kosten ten laste te nemen, indien het ziekenhuis dit onderzoek niet heeft uitgevoerd. Welke documenten kunnen worden gevraagd? a) document van de ziekteverzekering (voor EU-burgers) Voor EU-burgers die minder dan 1 jaar in België verblijven moet één van de volgende stukken opgenomen worden in het dossier: o Bewijs dat een aanvraag werd ingediend bij de Hulpkas voor Ziekte en Invaliditeit tot o het nagaan van een geldige ziekteverzekering in het herkomstland Bewijs dat een buitenlandse ziekteverzekering slechts gedeeltelijk tussenkomt in de medische zorgen Indien er 7 werkdagen na aanvraag via de Hulpkas voor Ziekte en Invaliditeit geen geldige ziekteverzekering wordt aangeduid, wordt een (geldige) ziekteverzekering in het herkomstland als afwezig beschouwd. Voor EU-burgers die meer dan 1 jaar in België verblijven, gaat men er van uit dat er geen geldige ziekteverzekering in het herkomstland aanwezig is. Een bewijs van verblijf van minimum 1 jaar volstaat, wat met alle mogelijke middelen van recht kan aangetoond worden. b) document van de reisverzekering (voor visumplichtigen) Beleidsvoorstel neergelegd bij Min Arena op 10 juli 2008 11

Er wordt gevraagd of de hulpvrager vóór zijn vertrek een reisverzekering heeft afgesloten en wat daarvan de geldigheidsduur is. Indien de geldigheid nog niet is verstreken maar de reisverzekering weigert om tussen te komen of slechts voor een beperkt bedrag zal tussenkomen, wordt daarvan een schriftelijke bevestiging gevraagd. Indien dit bewijs niet (meteen) voorhanden is, volstaan pogingen tot contactname door het OCMW met deze reisverzekering. Het OCMW mag ook verwijzen naar pogingen die door de hulpvrager (of iemand in zijn land van herkomst) werden ondernomen, maar mag de bewijslast niet doorschuiven naar de hulpvrager. Van de hulpvrager wordt verwacht dat hij de informatie meedeelt waarover hij beschikt. Wanneer het OCMW geen informatie verkreeg via de betrokkene, volstaat het dat dit in het dossier wordt vermeld. Deze regeling geldt tot er op een toegankelijke wijze via (de Dienst Vreemdelingenzaken of) de Kruispuntbank inzake Sociale Zekerheid informatie ter beschikking wordt gesteld. c) documenten van de borgsteller (voor visumplichtigen) Indien de borgsteller insolvabel is en dus onvoldoende middelen heeft om de (hoge) medische kosten te betalen, kan dit worden aangetoond door middel van loonstaten, rekeninguittreksels, enzovoort. Indien de borgsteller weigert mee te werken, volstaat een kopie van aangetekend schrijven. Wanneer het onduidelijk is of er een borgstelling getekend werd of wanneer de borgsteller onvindbaar is, volstaan pogingen tot contactname door het OCMW met ***. Het OCMW mag ook verwijzen naar pogingen die door de hulpvrager werden ondernomen, maar mag de bewijslast niet doorschuiven naar de hulpvrager. Hoe kan men op basis van deze gegevens en documenten de behoeftigheid bepalen? Indien geen enkele verzekering of borgsteller tussenkomt, kan dit wijzen op behoeftigheid. De borgsteller mag door het betalen van de medische kosten niet zelf in een situatie komen die zijn menselijke waardigheid in het gedrang brengt. C. Huisbezoek: Het OCMW kan een huis- of ziekenhuisbezoek afleggen. Hier gelden dezelfde regels als bij huisbezoeken aan Belgen in het kader van de toekennning van leefloon, enzovoort. Als de hulpvrager niet thuis wordt aangetroffen, kan niet automatisch worden gesteld dat de hulpvrager weigert mee te werken of dat de hulpvrager niet op dat adres woont. Het is aangewezen om de komst van een maatschappelijk werker aan te kondigen, zodat deze de hulpvrager thuis aantreft. Bij dit huisbezoek kunnen duidelijke tekenen van behoeftigheid (bijvoorbeeld slechte staat woning, geen of slechte meubelen, kleine ruimte/kamer voor veel bewoners,...) worden vastgesteld. De aanwezigheid van enige luxe (bijvoorbeeld TV, microgolfoven, wasmachine, internet,...) maakt het moeilijker om de behoeftigheid vast te stellen. Er dient een onderscheid te worden gemaakt tussen enerzijds goederen die recentelijk zelf werden aangekocht en anderzijds goederen die bijvoorbeeld geleend of gekregen zijn, van iemand anders zijn, tweedehands zijn,... of die aangeschaft werden toen de betrokkene hier wettig verbleef en over een inkomen beschikte. De hulpvrager kan gevraagd worden om een schriftelijke verklaring te ondertekenen met betrekking tot de herkomst van de goederen. Indien de hulpvrager recentelijk een aantal luxegoederen zelf heeft aangeschaft, kan van hem worden verwacht dat hij kleine medische kosten zelf betaalt. Dit neemt niet weg dat hij in het geval van hoge medische kosten wel degelijk behoeftig kan zijn. Brussel 8 juli 2008 Beleidsvoorstel neergelegd bij Min Arena op 10 juli 2008 12

Ondertekend door: De werkgroep gezondheidzorg voor mensen zonder wettig: die deze tekst schreven en die samengesteld is uit: - Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), - Vlaams Minderhedencentrum (VMC), - Oriëntatiepunt Gezondheidszorg, - Ondersteuningspunt Medische Zorg, - Dokters van de Wereld (DVW) - Medimmigrant. Andere ondertekenaars: - Union des Villes et Communes de Wallonie (UVCW) - Vluchtelingenwerk Vlaanderen (VwV) - Sensoa - CIRE Beleidsvoorstel neergelegd bij Min Arena op 10 juli 2008 13