Spelregels Provinciaal en Nationaal Schoolzwemkampioenschap 1. Deelnemers aan de Schoolzwemkampioenschappen dienen in het bezit zijn van een zwemdiploma. 2. Indeling Schoolzwemkampioenschappen: Jong: Onderbouw (groep 3 en 4) Midden: Middenbouw (groep 5 en 6) Oud: Bovenbouw (groep 7 en 8) 3. Het team bestaat uit 6 personen, waarvan 2 leerling uit de onderbouw, 2 leerling uit de middenbouw en 2 leerlingen uit de bovenbouw. Alle leden van het team moeten op dezelfde Nederlandse basisschool zitten. 4. De wedstrijd is geen individuele wedstrijd, maar een teamwedstrijd, waarbij de teamprestatie telt. 5. Een leerling mag maar voor 1 team uitkomen. 6. Gemengde groepen zijn gewenst, niet verplicht. 7. Maximaal 50% van de teamleden mag in het bezit zijn van een startvergunning. De controle van de startvergunningen heeft betrekking op het seizoen waarin de Schoolzwemkampioenschappen plaats vinden. 8. Wanneer deelnemer in de tijd tussen lokaal en provinciaal kampioenschap lid wordt van zwemvereniging, telt de deelnemer als niet-lid. 9. Leerlingen mogen nooit deelnemen in een lagere klasse, maar wel in een hogere klasse. Bij voorkeur komen de leerlingen uit in de eigen klasse. 10. Bij constatering van overtreding in de leeftijdscategorieën volgt diskwalificatie van het desbetreffende team. 11. Het volgende programma wordt door het team gezwommen: - 6 x 25 meter vrije slag estafette (hele team) - 50 meter vrije slag door 2 leerlingen uit categorie bovenbouw - 25 meter vrije slag door 2 leerlingen uit categorie middenbouw - 25 meter vrije slag door 2 leerlingen uit categorie onderbouw - 50 meter rugslag door 2 leerlingen uit categorie bovenbouw - 25 meter rugslag door 2 leerlingen uit categorie middenbouw - 25 meter rugslag door 2 leerlingen uit categorie onderbouw - 6 x 25 meter ludieke estafette (hele team)
Toelichting: De vrije slag betekent dat een kind een slag naar keuze kan kiezen om het baantje te zwemmen. Of dit op de buik of de rug is, doet er niet toe. 12. Alle deelnemers nemen deel aan 2 estafettes en 2 individuele nummers. 13. Er wordt gezwommen in een 25 meter bad. 14. Er is een plaats puntentelling: per programma krijgt de snelste 1 punt, de nummer 2, 2 punten, de nummer 3, 3 punten enz. 15. Als deelnemers eenzelfde tijd halen in dezelfde serie, krijgen deze deelnemers het gelijke aantal punten. Als er bijvoorbeeld twee kinderen op de 3e plaats eindigen, worden zij beide 3e. Zie het voorbeeld hieronder. 3. Henk 1.06,9 3 punten 3. Jan 1.06,9 3 punten 5. Kees 1.09,2 5 punten De deelnemer die daarna de snelste tijd heeft, eindigt als 5e en krijgt gewoon 5 punten. 16. Alle prestaties van het team worden bij elkaar opgeteld en het team met het minst aantal punten is de winnaar. 17. Als er aan het einde van de wedstrijd twee teams een gelijk punten aantal hebben, dan is de tijd van de teamestafette doorslaggevend. Het team met de snelste tijd tijdens de teamestafette eindigt dan boven het andere team. 18. Er worden geen individuele prijzen uitgereikt. Er zijn enkel teamprijzen voor de teams 1, 2 en 3. 19. Per team is 1 begeleider verplicht (dit kan zowel een leerkracht, ouder als verenigingskader zijn). Alle correspondentie over het schoolzwemkampioenschap gaat rechtstreeks naar deze begeleider. 20. Teams zonder begeleider worden niet geaccepteerd. 21. Wedstrijdleiding bepaalt het maximale aantal teams per school / per categorie (afhankelijk van de grootte van het evenement). 22. De lokale Schoolzwemkampioenschappen behoren georganiseerd te worden in de maanden september tot en met maart en in ieder geval voorafgaand aan het provinciaal kampioenschap.
23. De nummer 1, 2 en 3 (dus 3 teams van 6 leerlingen) van de lokale Schoolzwemkampioenschappen mogen deelnemen aan het provinciale kampioenschap. 24. Aan het provinciaal kampioenschap kunnen maximaal 24 teams deelnemen. (24 teams van 6 deelnemers) 25. Bepaling van lokale winnaars door organiserende lokale zwemvereniging en wedstrijdleiding. 26. Lokale organisatie geeft de namen van de winnaars door aan de KNZB en nodigt de winnaars, tijdens het lokaal kampioenschap, uit voor het provinciaal kampioenschap. 27. Provinciaal kampioenschap vindt plaats in de maand april, mei of juni. 28. Aanwezigheid van vereniging tijdens provinciaal kampioenschap is gewenst. 29. Bij onvoldoende inschrijving bepalen de organiserende vereniging en de KNZB gezamenlijk of het evenement door kan gaan. 30. Bij een te hoog aantal inschrijvingen voor een bepaald onderdeel beslist de wedstrijdleiding welke teams kunnen deelnemen. 31. Na sluiting van de inschrijving ontvangen de contactpersonen het wedstrijdreglement. 32. In alle gevallen het reglement niet voorziet, beslist de wedstrijdleiding.
Sporttechnisch reglement 33. Leerlingen dienen gepaste zwemkleding te dragen. 34. Tijdens de wedstrijd mag geen gebruik worden gemaakt van andere hulpmiddelen dan badkleding, badmuts en zwembril. 35. De 2 starts regel wordt gehanteerd. 36. Er wordt gestart vanaf het startblok of de hoge kant bij programmanummers vrije slag. Bij de rugslag wordt gestart vanuit het water. 37. De zwemmers behoren binnen hun baan te blijven. 38. Estafette: er mag pas gestart worden nadat er aangetikt is. 39. Wijze van aantikken is vrij.
Verduidelijking reglement Elke organisatie laat de manier van inschrijven anders verlopen. De ene Organisatie kiest ervoor om de scholen gelijk in teams te laten inschrijven (kiezen bewust voor een teamwedstrijd / scholenstrijd), andere organisaties kiezen ervoor om kinderen individueel in te schrijven en na het lokale kampioenschap, de beste 6 leerlingen van iedere school bij elkaar te zoeken (2 uit de onderbouw, 2 uit de middenbouw en 2 uit de bovenbouw). Elke aanpak heeft zijn voor- en nadelen. Aangezien hierover veel vragen gesteld worden is een toelichting op het reglement geschreven. Wanneer er gekozen wordt voor team inschrijving: Jongere leerlingen mogen uitkomen in een oudere groep (bijv. leerling uit de onderbouw mag deelnemen in de middenbouw), maar oudere leerlingen mogen niet meedoen in een jongere categorie. De kinderen zwemmen wel de afstanden van de bijbehorende categorie. (Dit kan van toepassing zijn als scholen hun teams niet compleet krijgen) Er mogen maximaal 2 vervangende tijden worden gebruikt. Als een school één bouw mist, kunnen ze toch meedingen naar een plek bij de eerste 3. Vervangende tijd = de langzaamste tijd + 1 seconde! Als er meerdere teams uitkomen voor één school, kan het dus gebeuren dat er twee teams van één school in de top drie eindigen. Deze worden dan allebei afgevaardigd naar het provinciale kampioenschap. Dit is afgeleid van het wedstrijdzwemmen. Daar kan ook een vereniging eerste en tweede worden. Wanneer de regels niet kunnen worden nageleefd, kan er gekozen worden om zo n team buiten mededinging mee te laten doen. Hanteer bij aanpassingen wel altijd de regel dat maximaal 50% van de kinderen uit het team een startvergunning mogen hebben. Wanneer er gekozen wordt voor individuele inschrijving: Aan het eind worden de individuele tijden van de deelnemer bij elkaar opgeteld. De snelste twee van elke bouw worden afgevaardigd. Vervolgens worden de resultaten van zes kinderen bij elkaar opgeteld om tot het beste schoolresultaat. Mocht er in één bouw maar één leerling of geen leerlingen hebben deelgenomen, kan er gekozen worden om gebruik te maken van vervangende tijden. Dit mag voor maximaal twee kinderen. Twee van de zes kinderen mogen dus afwezig zijn. Vervangende tijd, betekent langzaamste tijd + 1 seconde.
Overige aanvullingen: Er wordt geen apart programma voor het speciaal onderwijs aangeboden. Indien mogelijk, kunnen scholen voor speciaal onderwijs wel gewoon deelnemen aan het lokaal schoolzwemkampioenschap. Zittenblijvers komen gewoon uit in de groep waarin ze zitten op het moment van het kampioenschap. Er is namelijk gekozen voor groepsindeling en niet voor een leeftijdsindeling. Aan de provinciale kampioenschappen mogen alleen maar leerlingen deelnemen die in het bezit zijn van een zwemdiploma.