1. Verzoekster ontvangt van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

Vergelijkbare documenten
Rapport. Datum: 19 oktober 2007 Rapportnummer: 2007/229

Rapport. Datum: 26 april 2007 Rapportnummer: 2007/077

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. I Bevindingen. h2>klacht

Rapport. Datum: 28 september 2007 Rapportnummer: 2007/205

Verzoekster klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV):

Rapport. Rapport over een klacht over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) te Groningen. Datum: 25 januari 2012

Rapport. Datum: 31 december 2002 Rapportnummer: 2002/399

Rapport. Rapport over een klacht over het gerechtsdeurwaarderskantoor S. te P. Datum: 17 oktober Rapportnummer: 2012/172

Beoordeling. h2>klacht

de eigen bijdrage 2006 alsmede de naheffing over 2006 onvoldoende duidelijk

Verzoeker, die optrad als gemachtigde in een ontslagzaak, klaagt erover dat de Centrale organisatie werk en inkomen (CWI), thans UWV WERKbedrijf:

Rapport. Datum: 27 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/181

Rapport. Datum: 24 februari 2005 Rapportnummer: 2005/049

Rapport. Datum: 27 maart 2007 Rapportnummer: 2007/055

Rapport. Datum: 10 oktober 2006 Rapportnummer: 2006/347

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Belastingdienst/BelastingTelefoon te Groningen. Datum: 13 december Rapportnummer: 2011/360

Beoordeling. h2>klacht

Verzoekster klaagt erover dat de Informatie Beheer Groep (IB-Groep):

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. I Bevindingen. h2>klacht

Rapport. Datum: 13 januari 2006 Rapportnummer: 2006/005

Verzoeker klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) in strijd met:

Volgens onze gegevens kunt u geld terugkrijgen. Het kan al gauw gaan om een paar honderd euro. Ook als u weinig kosten hebt gemaakt.

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/242

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het Centraal Administratie Kantoor uit Den Haag. Datum: 04 augustus Rapportnummer: 2011/229

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Centrale Administratie te Apeldoorn. Datum: 28 december Rapportnummer: 2011/366

Rapport. Datum: 27 februari 2007 Rapportnummer: 2007/041

Rapport. Datum: 9 december 2002 Rapportnummer: 2002/374

Rapport. Datum: 8 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/162

Rapport. Datum: 3 mei 2007 Rapportnummer: 2007/084

Rapport. Rapport over een klacht over de Sociale Verzekeringsbank te Zaanstad. Datum: 5 februari 2015 Rapportnummer: 2015/021

Rapport. Datum: 28 september 2006 Rapportnummer: 2006/337

Rapport. Datum: 5 september 2006 Rapportnummer: 2006/306

Rapport. Datum: 28 januari 2011 Rapportnummer: 2011/026

Rapport. Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/332

Rapport. Rapport over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen uit Amsterdam. Datum: 2 november Rapportnummer: 2011/328

Rapport. Datum: 22 december 2008 Rapportnummer: 2008/317

Tevens klaagt verzoekster erover dat zij op haar diverse brieven aan de Belastingdienst geen antwoord heeft gekregen.

Rapport. Datum: 14 januari 2011 Rapportnummer: 2011/013

Beoordeling Bevindingen

Rapport. Datum: 13 oktober 2005 Rapportnummer: 2005/316

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling. h2>klacht

Zij klaagt er voorts over dat de SVB de schade en kosten die het gevolg waren van de werkwijze van de SVB niet aan haar wil vergoeden.

Rapport. Datum: 1 februari 2007 Rapportnummer: 2007/021

Rapport. Datum: 5 april 2006 Rapportnummer: 2006/124

Beoordeling. h2>klacht

Verder klaagt verzoekster over de wijze waarop het UWV te Venlo haar klacht heeft behandeld.

3. Op 26 juni 2007 diende verzoekster een klacht in omdat zij tot op dat moment het verschuldigde bedrag nog niet had ontvangen.

Rapport. Datum: 28 september 2007 Rapportnummer: 2007/206

RAPPORT 2005/320, NATIONALE OMBUDSMAN, 21 OKTOBER 2005

Rapport. Datum: 8 april 2005 Rapportnummer: 2005/110

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/241

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/245

Beoordeling. h2>klacht. Verzoekster klaagt erover dat:

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het Centraal Administratiekantoor Bijzondere Zorgkosten bv uit Den Haag. Datum: 27 april 2011

Beoordeling Bevindingen

Rapport. Klacht over UWVWerkbedrijf uit Groningen. Datum: Rapportnummer:

Rapport. Rapport over een klacht over de Kamer van Koophandel Midden-Nederland uit Utrecht. Datum: 11 oktober Rapportnummer: 2011/298

Rapport. Rapport over een klacht over het Centraal Orgaan opvang asielzoekers. Datum: 17 juni Rapportnummer: 2011/186

Rapport. Datum: 2 mei 2006 Rapportnummer: 2006/178

Rapport. Datum: 8 augustus 2003 Rapportnummer: 2003/261

Rapport. Datum: 21 december 2006 Rapportnummer: 2006/384

Rapport. Rapport over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen te Leeuwarden. Rapportnummer: 2011/304

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 25 januari 2007 Rapportnummer: 2007/012

Rapport. Datum: 23 februari 1999 Rapportnummer: 1999/065

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032

Verzoeker klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV):

Rapport. Rapport betreffende een klacht over een gedraging van de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) uit Rijswijk

Rapport. Datum: 16 november 2006 Rapportnummer: 2006/368

Rapport. Datum: 3 december 2010 Rapportnummer: 2010/344

Rapport. Datum: 20 december 2005 Rapportnummer: 2005/389

RAPPORT 2008/205, NATIONALE OMBUDSMAN, 26 SEPTEMBER 2008

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Rapport. Rapport over een klacht over het College bescherming persoonsgegevens. Datum: 29 december Rapportnummer: 2011/368

Rapport. Datum: 3 mei 2001 Rapportnummer: 2001/123

Rapport. Rapport over een klacht over het UWV te Amsterdam. Datum: 19 september Rapportnummer: 2013/0128

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie van de CVOM stelselmatig niet op zijn correspondentie reageert.

Het is mij bekend dat u meent dat in zo'n geval geen kwijtschelding mogelijk is.

Rapport. Datum: 12 juni 2006 Rapportnummer: 2006/208

Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 3 november 2010 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Rapport. Datum: 6 november 2007 Rapportnummer: 2007/240

Rapport. Rapport betreffende een klacht over een gedraging van de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) uit Rijswijk

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 26 maart 2002 Rapportnummer: 2002/088

Rapport. Datum: 21 oktober 2005 Rapportnummer: 2005/320

Rapport. Datum: 22 juli 2002 Rapportnummer: 2002/218

Rapport. Rapport over een klacht over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen te Utrecht. Datum: 7 maart Rapportnummer: 2012/035

Verzoeker klaagt er ook over dat het COA de klacht die hij op 16 oktober 2006 hierover indiende niet als klacht in behandeling heeft genomen.

Rapport. Datum: 8 mei 2007 Rapportnummer: 2007/087

3. De RDW antwoordde verzoekers moeder bij brief van 16 maart 2009 onder meer:

Rapport. Datum: 18 september 2003 Rapportnummer: 2003/319

Transcriptie:

Rapport

2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat: Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen Telefoon te Groningen en te Goes (UWV Telefoon) niet alleen op 13 februari 2009 de telefoonverbinding met haar heeft verbroken, maar ook op een bepaalde toon heeft aangegeven dat informatieverstrekking slechts een service van het UWV is; het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen te Amsterdam (UWV) in de klachtbeslissing van 24 maart 2009 is voorbijgegaan aan de inhoud van de klacht en tot op het moment dat verzoekster haar klacht bij de Nationale ombudsman indiende, nog steeds niet de juiste wettelijke informatie heeft verstrekt. Beoordeling I. Bevindingen 1. Verzoekster ontvangt van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: UWV) een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Ten behoeve van haar aanvraag huur- en zorgtoeslag nam verzoekster op 13 februari 2009 telefonisch contact op met UWV Telefoon om geïnformeerd te worden over haar inkomen. 2. Op 20 februari 2009 diende verzoekster schriftelijk een klacht over de Belastingdienst en het UWV in bij de Nationale ombudsman. Zij gaf aan dat het UWV haar telefonisch verkeerd en onvolledig had ingelicht. Hierdoor schatte verzoekster bij het aanvragen van toeslagen haar inkomen te laag in. Ten gevolge daarvan moest zij huurtoeslag 2006 terugbetalen en vorderde de Belastingdienst de huurtoeslag 2007 terug. Op het moment dat verzoekster het UWV hierover belde, verbrak het UWV volgens haar de verbinding. Ook de Belastingdienst zou de telefonische verbinding met verzoekster hebben verbroken. 3. Omdat verzoekster haar klacht niet eerst had voorgelegd aan de Belastingdienst en het UWV, werd deze door de Nationale ombudsman aan deze instanties ter behandeling doorgezonden. 4. Bij brief van 24 maart 2009 reageerde het UWV op verzoeksters klacht. Het UWV gaf hierin aan dat UWV Telefoon Groningen conform de werkafspraken en regels op de telefonische vraag van verzoekster had geantwoord. Volgens de klantadviseur was het verzoekster geweest die de telefonische verbinding had verbroken. Deze klacht werd ongegrond bevonden. UWV Telefoon Goes gaf aan dat verzoekster had

3 gebeld met de vraag wat haar bruto inkomen voor het komende jaar zou zijn. UWV Telefoon Goes beantwoordde de vraag door aan te geven dat dit haar bruto maanduitkeringsbedrag vermenigvuldigd met twaalf betrof plus acht procent vakantiegeld. Daarbij werd aangegeven dat het bedrag een schatting betrof en dat allerlei zaken van invloed zouden kunnen zijn op de hoogte van de uitkering. Ook werd aan verzoekster medegedeeld dat zij zelf verantwoordelijk was voor de opgave. Gewezen werd op de rekenhulp die bij de aangifte vermeld staat, zowel bij de digitale als bij de papieren versie. Deze klacht werd ook ongegrond verklaard. 5. Op 30 maart 2009 wendde verzoekster zich opnieuw tot de Nationale ombudsman. Verzoekster schreef in haar brief dat zij niet akkoord ging met de wijze waarop het UWV haar klacht had afgehandeld. Het UWV wees erop dat het had gehandeld volgens werkafspraken en regels. Volgens verzoekster ging het UWV volledig voorbij aan de inhoud van haar klacht namelijk dat zij diverse malen telefonisch aan het UWV had gevraagd waarom het niet het brutoloon inclusief Zorgverzekeringswet (ZVW)-bijdragen doorgaf omdat dit de bedragen waren die voor het aanvragen van toeslagen nodig waren. Op deze vraag gaf het UWV volgens verzoekster geen antwoord. Ook werd zij, naar eigen zeggen niet correct door het UWV behandeld. Verzoekster stelde dat zij zeker niet naar het brutoloon had gevraagd omdat zij het verschil tussen het brutoloon en het loon inclusief ZVW-bijdragen al wist en zij de gegevens van haar brutoloon eerder van het UWV had gekregen. Verzoekster verweet het UWV dat het, ook in de klachtafhandeling, weigerde met haar mee te denken en er blijkbaar niet mee zat dat het niet de juiste (wettelijke) informatie verstrekte. Verzoekster gaf verder aan dat het UWV had gezegd dat het geven van informatie slechts een service van het UWV was en dat verzoekster blij mocht zijn dat zij informatie kreeg. Zij vond dit misplaatste arrogantie van het UWV. 6. De Nationale ombudsman legde op 3 juni 2009 verzoeksters klacht aan het UWV voor. Ook werden aan het UWV enkele nadere vragen gesteld. 7. Op 27 juli 2009 werd van het UWV een reactie ontvangen. Het UWV bood excuses aan voor de lange behandelduur. Verder gaf het UWV aan dat het verzoekster was die in de beleving van de klantadviseur de telefonische verbinding had verbroken. Daarom kon niet worden vastgesteld dat verzoekster gelijk had. De klacht was om die reden ongegrond verklaard. Het UWV verklaarde dat verzoekster niet eerder haar klacht had geuit dat een medewerkster van UWV Telefoon op een bepaalde toon zou hebben aangegeven dat informatieverstrekking slechts een service van het UWV was. Omdat er inmiddels sinds het telefoongesprek een periode verstreken was, was het volgens het UWV niet mogelijk de juistheid van de uitspraak te toetsen. De uitspraak was gezien de scholing en professionaliteit van de UWV-medewerker, naar de mening van het UWV, zeer onwaarschijnlijk. Op de vraag van de Nationale ombudsman op welke wijze de informatieverstrekking jegens uitkeringsgerechtigden bij de invoering van de ZVW in januari 2006 plaats had gevonden, verwees het UWV naar een bijsluiter die verzoekster zou hebben ontvangen alsmede naar tekstdelen die op de site stonden vermeld. Verder

4 gaf het UWV aan dat de informatie over de inkomensafhankelijke bijdrage ZVW welke verzoekster had opgevraagd, ter beschikking stond van de klantadviseur. Volgens het UWV was er, inhoudelijk gezien, geen enkele reden om de gevraagde informatie niet te verstrekken. Het UWV meldde dat mogelijk enigszins terughoudend was gereageerd omdat het zeer complexe materie betrof. Waarom de verzochte informatie niet werd verstrekt was volgens het UWV onduidelijk. Wel werd opgemerkt dat de vraag van verzoekster over inkomensafhankelijke bijdrage ZVW niet als zodanig door de klantadviseur werd opgetekend. Het UWV zag geen reden om het telefoonscript ( de gegevensflow ) aan te passen. 8. Bij brief van 6 augustus 2009 werden nadere vragen voorgelegd aan het UWV. Het UWV werd verzocht aan te geven of er voor een klantadviseur de mogelijkheid bestond afwijkende teksten in het telefoonscript in te voeren. Ook werd het UWV verzocht de telefoonnotities van de gesprekken van 13 februari 2009 te overleggen. 9. Op 1 september 2009 werd een reactie van het UWV ontvangen. Het UWV antwoordde als volgt: U vraagt in hoeverre voor de klantadviseur de mogelijkheid bestaat om afwijkende teksten in te voeren. Het antwoord luidt dat de klantadviseur in algemene zin kan variëren in de redactie, maar niet in de inhoud van de boodschap, zoals deze in de `content' staat vermeld. Als de klantadviseur van mening is dat het in de content gestelde niet juist is, kan hij via de teammanager en/of de coach een wijzigingsvoorstel doen voor de tekst. Dit wijzigingsvoorstel wordt dan binnen een week beoordeeld en leidt al dan niet tot wijziging. Indien de klantadviseur de tekst niet wil uitspreken zal hij overgaan tot het doen van een terugbelverzoek aan het behandelend kantoor. In de bijlagen treft u een reactie op uw vraag naar de telefoonnotitie van 13 februari 2009. (...) KCC locatie: Goes Start: vrijdag 13 februari 2009, 9:35:04 Eind: vrijdag 13 februari 2009, 9:41:54 (...) Vraag: wat is mijn bruto inkomen voor het komende jaar? bijv. nodig voor voorlopige belastingteruggaaf) (Wajong) Antwoord: Bruto maanduitkeringsbedrag * 12 + 8% (=vakantiegeld).

5 Betreffende andere uitkeringen: met 13 vermenigvuldigen als het om een 4-wekelijkse betaling gaat, met 52 vermenigvuldigen als het om een wekelijkse betaling gaat. Omdat het bedrag aan vakantiegeld eenmalig per jaar wordt betaald, moet het aldus berekende bedrag verhoogd worden met 8%. SCHATTING Meldt dat dit bedrag een schatting is. Er zijn allerlei zaken die van invloed kunnen zijn op de hoogte van de uitkering, zoals werkzaamheden, maatregelen, ziekte, duur enz. De klant blijft zelf verantwoordelijk voor de opgave. (...) (...) KCC locatie: Goes Start: vrijdag 13 februari 2009, 9:45:25 Eind: vrijdag 13 februari 2009, 9:50:51 (...) Vraag: hoe is de hoogte van mijn uitkering bepaald? BRUTO Antwoord: Dagloon * AO% * 21,75 dagen * (100/108) = bruto maanduitkering. Het aantal werkbare dagen op jaarbasis is 261. Berekening: 365 dagen - 52 * 2 = 104 (weekenden) = 261 werkbare dagen 21,75 dagen = 261/12 maanden. Ingevulde vraag: klant komt met een vraag voor de belastingdienst, er is een verschil tussen haar loon voor de zvw en haar fiscaal loon wat logisch is maar inhoudelijk moet ze daarvoor bij de belastingdienst zijn. Ze heeft opgave schatting bruto jaarinkomen te laag ingeschat en moet nu terugbetalen aan de belastingdienst. Ze wil dat het UWV het voortaan goed doorgeeft omdat anders iedereen in de problemen komt. Vervolgens wil ze hierover teruggebeld worden over dit probleem maar ik heb haar verteld dat de vraag niet voor ons is maar voor de belastingdienst, dan wil ze gewoon teruggebeld worden maar ze wil geen vraag specificeren. Geen terugbelverzoek gemaakt dus en uiteindelijk hangt ze boos op. (...) (...) KCC locatie: Groningen

6 Start: vrijdag 13 februari 2009, 9:46:36 Eind: vrijdag 13 februari 2009, 10:03:14 (...) Vraag: Wat is mijn bruto inkomen voor het komende jaar? (bijv. nodig voor voorlopige belastingteruggaaf? Antwoord: Bruto maanduitkeringsbedrag * 12 + 8% (= vakantiegeld). Betreffende andere uitkeringen: met 13 vermenigvuldigen als het om een 4wekelijkse betaling gaat, met 52 vermenigvuldigen als het om een wekelijkse betaling gaat. Omdat het bedrag aan vakantiegeld eenmalig per jaar wordt betaald, moet het aldus berekende bedrag verhoogd worden met 8%. SCHATTING Meldt dat dit bedrag een schatting is. Er zijn allerlei zaken die van invloed kunnen zijn op de hoogte van de uitkering, zoals werkzaamheden, maatregelen, ziekte, duur enz. De klant blijft zelf verantwoordelijk voor de opgave. Ingevulde vraag: Wat is mijn bruto inkomen voor het komende jaar? bijv. nodig voor voorlopige belastingteruggaaf) Ingevuld antwoord: zie vorig telefoongesprek ik heb haar opnieuw uitleg gegeven, uiteindelijk verbrak ze de verbinding. (...) 10. De Nationale ombudsman constateerde dat er sprake was van overlappende gesprekstijden van de KCC medewerkers uit Goes en Groningen en vroeg het UWV om een nadere toelichting. 11. Het UWV antwoordde dat als gevolg van een technisch afstemmingsprobleem het mogelijk kan zijn dat er een paar minuten verschuiving van het geregistreerde aanvangmoment van een gesprek ontstaat, maar dat dit niet afdoet aan de verdere registratie van de gesprekken. 12. Op 8 september 2009 gaf verzoekster een schriftelijke reactie op hetgeen het UWV had laten weten. Verzoekster meldde niet langer in te willen gaan op de vraag wie er als eerste de telefoonverbinding verbroken had. Volgens haar leidde het UWV hiermee slechts de aandacht af van het daadwerkelijke probleem, namelijk de vraag waarom het UWV telefonisch niet de juiste informatie verstrekte. Verzoekster vroeg zich af of het UWV zich ervan bewust is dat mensen in financiële problemen komen doordat het UWV hun niet volledige informatie verstrekt. Zij verbaasde zich erover dat het UWV niet bereid leek te zijn om hier naar te kijken. Ten overvloede meldde verzoekster nogmaals dat zij in de

7 telefoongesprekken van 13 februari 2009 pertinent niet om het brutoloon had verzocht maar om het fiscale loon inclusief de ZVW bijdragen. II. Beoordeling Ten aanzien van de bejegening door twee medewerkers van UWV Telefoon. 13. Verzoekster klaagt erover dat het UWV Telefoon niet alleen op 13 februari 2009 tweemaal de telefoonverbinding met haar heeft verbroken maar ook op een bepaalde toon heeft aangegeven dat informatieverstrekking slechts een service van het UWV is. 14. Het vereiste van correcte bejegening houdt onder meer in dat bestuursorganen burgers als mens respecteren en hen beleefd behandelen. Dit betekent dat van UWV Telefoon-medewerkers mag worden gevergd dat zij in hun optreden jegens een burger bewoordingen weten te kiezen die correct zijn. De UWV Telefoon-medewerkers noteerden in twee telefoonnotities dat verzoekster de verbinding zou hebben verbroken. Volgens verzoekster waren het juist de medewerkers van UWV Telefoon die tot tweemaal toe de telefoonverbinding hadden verbroken. Uit het feit dat twee medewerkers onafhankelijk van elkaar in een telefoonnotitie vermeld hebben dat verzoekster de telefoonverbinding verbrak, alsmede uit het feit dat verzoekster in haar reactie van 8 september niet duidelijk weerspreekt dat zij degene was die de telefoonverbinding verbrak, acht de Nationale ombudsman het aannemelijk dat verzoekster degene is geweest die de telefoonverbinding heeft verbroken. Het UWV heeft in zijn reactie aangegeven dat de klacht van verzoekster dat een UWV Telefoon-medewerker op een bepaalde toon zou hebben aangegeven dat het verstrekken van informatie slechts een service van het UWV is, niet eerder bij het UWV bekend was. Door het verstrijken van de tijd was het voor het UWV niet meer mogelijk de juistheid van de uitspraak te toetsen. Wel werd de uitspraak van de desbetreffende UWV Telefoon-medewerker door het UWV zeer onwaarschijnlijk geacht. Tijdens het onderzoek van de Nationale ombudsman is niet komen vast te staan op welke wijze de telefoongesprekken precies zijn verlopen. Er zijn geen feiten of omstandigheden die de lezing van de een aannemelijker maakt dan die van de ander. Ten aanzien van deze gedraging onthoudt de Nationale ombudsman zich dan ook van een oordeel. Ten aanzien van klachtafhandeling. 15. Verzoekster klaagt erover dat het UWV in de klachtbeslissing van 24 maart 2009 is voorbijgegaan aan de inhoud van de klacht en tot op het moment dat verzoekster haar klacht bij de Nationale ombudsman indiende, niet de juiste wettelijke informatie heeft verstrekt.

8 16. Het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking houdt in dat bestuursorganen burgers met het oog op de behartiging van hun belangen actief en desgevraagd van adequate informatie voorzien. Dit betekent onder meer dat het bestuursorgaan de voor de burger relevante informatie toegankelijk maakt en er daarnaast voor zorgt dat deze informatie ook binnen de organisatie bekend is. 17. Verzoekster klaagde er bij het UWV over dat de medewerkers van UWV Telefoon haar onvolledig inlichtten over haar inkomen. Hierdoor heeft zij naar haar zeggen bij het aanvragen van belastingtoeslagen haar inkomen te laag ingeschat. Als gevolg daarvan moest zij de ontvangen toeslagen aan de Belastingdienst terugbetalen. In de reactie op de klacht van verzoekster meldde het UWV dat de medewerkster van UWV Telefoon Groningen verzoekster 'conform de werkafspraken en regels' had geïnformeerd. Ten aanzien van de medewerker van UWV Telefoon Goes werd door het UWV in de klachtafhandeling aangegeven dat deze op verzoek van verzoekster informatie over haar bruto inkomen heeft verstrekt waarbij gebruik werd gemaakt van een telefoonscript. De klacht van verzoekster werd vervolgens ongegrond verklaard. De Nationale ombudsman is van oordeel dat het UWV in de klachtafhandelingsbrief is voorbijgegaan aan de kern van verzoekster klacht. Naar de mening van de Nationale ombudsman heeft het UWV in de klachtafhandeling onvoldoende onderkend dat door slechts op basis van een telefoonscript de standaardinformatie over het brutoloon te vermelden, verzoekster op het verkeerde been is gezet bij het aanvragen van een toeslag of voorlopige teruggaaf aan de Belastingdienst. Hoewel het UWV op de site en brochures alsmede de maandspecificaties melding maakt van het uitbetalen van een 'vergoeding ZVW' en 'bijdrage ZVW', blijft de telefonische informatieverstrekking aan uitkeringsgerechtigden beperkt tot het brutoloon dat in alle gevallen waarbij een vergoeding ZVW wordt uitbetaald, lager is dan het fiscale loon omdat hierin de bijdrage ZVW is verdisconteerd. De Nationale ombudsman merkt op dat het UWV, op het moment dat duidelijk was dat verzoekster niet slechts om informatie over haar brutoloon had verzocht, maar aangaf dat zij haar inkomens gegevens nodig had in verband met het aanvragen van toeslagen bij de Belastingdienst, zich meer had moeten inspannen om verzoekster deugdelijk te informeren. Door alle verantwoordelijkheid bij verzoekster neer te leggen en slechts te verwijzen naar de Belastingdienst handelt het UWV naar de mening van de Nationale ombudsman weinig servicegericht. Dit geeft aanleiding om aan dit rapport een aanbeveling te verbinden. De gedraging is niet behoorlijk. Conclusie De klacht over de onderzochte gedraging van UWV Telefoon Groningen en Goes is voor wat betreft het verbreken van de telefoonverbinding niet gegrond en ten aanzien van de toonzetting van het telefoongesprek onthoudt de Nationale ombudsman zich van een

9 oordeel. De klacht over de onderzochte gedraging van UWV Amsterdam is gegrond wegens strijd met het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking. Aanbeveling De Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen wordt in overweging gegeven de telefoonscripts van UWV Telefoon aan te passen door niet alleen het bruto inkomen te vermelden maar tevens melding te maken van de inkomensafhankelijk bijdrage ZVW dan wel in situaties als de onderhavige een terugbelverzoek te (laten) doen teneinde de uitkeringsgerechtigde nader te informeren. Bij brief van 12 februari 2010 deelde het UWV de Nationale ombudsman mee de aanbeveling niet te zullen opvolgen. De Nationale ombudsman antwoordde het UWV schriftelijk op 18 maart 2010: "In uw brief laat u mij weten geen aanleiding te zien de aanbeveling op te volgen. Ik betreur dat ten zeerste omdat ik moet vaststellen dat u voor uw beslissing teruggrijpt op het eerdere, door het UWV aangevoerde argument dat de klant beter verwezen kan worden naar de Belastingdienst omdat bij deze instantie 'immers meer kennis over de achtergrond van de regeling' aanwezig zou zijn. Hierbij gaat u voorbij aan de overwegingen van de Nationale ombudsman. Ik kan u volgen in u uw redenering dat het UWV klanten wijst op een mogelijke afwijking tussen schatting en definitieve berekening van het inkomen. Dit neemt echter niet weg dat de vergoeding ZWV binnen deze schatting valt. Door dit niet te vermelden zal bij het aanvragen van een toeslag bij de Belastingdienst structureel een te laag inkomen worden opgegeven met alle gevolgen van dien. De Nationale ombudsman vindt dit niet wenselijk en achtte daarom een aanpassing van het telefoonscript aangewezen. U hebt aangegeven geen aanleiding te zien om de telefoonscripts aan te passen. Hoewel ik van oordeel ben dat u hiermee uw klanten tekort doet, heb ik besloten mij hierbij op dit moment neer te leggen. Wel wil ik u, onder verwijzing naar ons rapport over de telefonische dienstverlening door de overheid, van 14 januari 2010, dringend verzoeken om in voorkomende situaties een terugbelverzoek te (laten) doen dan wel de klant 'warm door te verwijzen'. Onderzoek

10 Op 31 maart 2009 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw R. te Rhenen, met een klacht over een gedraging en van UWV Telefoon te Groningen en Goes alsmede een gedraging van UWV Amsterdam. Naar deze gedragingen, die worden aangemerkt als gedragingen van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, werd een onderzoek ingesteld. In het kader van het onderzoek werd het UWV verzocht op de klacht te reageren en een afschrift toe te sturen van de stukken die op de klacht betrekking hebben. Vervolgens werd verzoekster in de gelegenheid gesteld op de verstrekte inlichtingen te reageren. Het resultaat van het onderzoek werd als verslag van bevindingen gestuurd aan betrokkenen. Het UWV deelde mee zich met de inhoud van het verslag te kunnen verenigen. Verzoekster ga binnen de gestelde termijn geen reactie. Informatieoverzicht De bevindingen van het onderzoek zijn gebaseerd op de volgende informatie: Het verzoekschrift van verzoekster aan de Nationale ombudsman gedateerd 20 februari 2009 De klachtafhandelingsbrief van het UWV gedateerd 24 maart 2009 Het verzoekschrift van verzoekster aan de Nationale ombudsman gedateerd 30 maart 2009 De reactie van het UWV gedateerd 27 juli 2009 De reactie van het UWV gedateerd 1 september 2009 De reactie van verzoekster gedateerd 8 september 2009 Bevindingen Zie onder Beoordeling. Achtergrond