REFLECTIESCHEURVORMING INGEPAST IN HET REGULIERE

Vergelijkbare documenten
COST-action 348. Dr.ir. A.H. de Bondt

De toegevoegde waarde van eindige elementenanalyses in de wegenbouw

AGRAC DOOR EEN DEFLECTIEBRIL BEKEKEN, NIEUWE INZICHTEN

CROW webpublicatie Asfaltwapening

ZIN EN ONZIN HERGEBRUIK POLYMEERGEMODIFICEERD ASFALT

NIEUWE ONTWIKKELINGEN IN DE WEGENBOUW

Veldonderzoek naar reflectiescheuren in DGB-verhardingen met ZOAB-deklaag

Euromax een extreem zwaarbelaste verharding. Arian de Bondt Ooms Avenhorn Groep bv

Principeopbouw van lichtgewicht wegconstructie voor polderweg

Valgewichtdeflectiemetingen

Complexe waterdichte asfaltconstructie op aanbruggen Botlekbrug

Vliegveldverhardingen

Dimensioneren van wegconstructies met geokunststoffen in CROW-software. Christ van Gurp Nederlandse Geotextielorganisatie Breda, 15 juni 2006

Rekenen aan gebonden funderingen

OIA Mogelijkheden en beperkingen. Arthur van Dommelen RWS-DVS

Optimalisatie scheurpatroon in DGB-verhardingen door scheurinitiatie

Äe~ RIJKSWATERSTAAT DIRECTIE NOORD- HOLLAND

UITGELICHT. Standaardconstructies. betonverhardingen

Simulatie van onthechtingsmechanismen bij betonconstructies versterkt met uitwendig gelijmde koolstofvezelwapening. DOV mei 2004 Ernst Klamer

Containerterreinen, de (on)mogelijkheden van dimensioneringsmodellen

De invloed van PMB gedrag op functionele eigenschappen: van bitumeneigenschappen naar verhardingsontwerp

Asfalt en bitumendag. 20 november 2008

Voorwoord en ontwikkeling BCTR. Aaldert de Vrieze / Harko Groot InVra plus

STRADA: herontwerptool voor de toekomst!

Leidraad voor de beoordeling van de waterdichtheid van asfaltverhardingen op kunstwerken (beton en staal)

Onderzoek naar vloeistofdichte asfaltconstructies - ervaringen met een praktijkgeval -

GEKOPPELD FYSISCH-MECHANISCH EINDIGE ELEMENTEN MODEL

Het belang van hechtlagen in tweelaags asfalt constructies op orthotrope stalen brugdekken.

Austroads 1/7/2018. Ontwerpprocedure funderingswapening wegen. Binnenkort nieuwe publicatie. CROW-ontwerpgrafiek funderingswapening

Wegbouwkunde in Nederland: het recht van de sterkste?

Consequenties van de functionele CE-markering voor het dimensioneren van asfaltverhardingen

Modelleren van jong staalvezelversterkt onderwaterbeton met DIANA

DIMENSIONERING VAN WEGEN MET BEHULP VAN DE SOFTWARE DIMMET

Asfalt voor zwaar belaste verhardingen. Eric Van den Kerkhof Johan Trigallez Colas Belgium

Meer informatie over asfalt, voor- en nadelen kan u raadplegen op onze partnersite:

Wegen met lange levensduur

Fundamentele testen op asfalt Dr. A. Vanelstraete

De resultaten van Type Tests toegepast in contracten: een technisch correcte invulling met VEROAD-XL

Perpetual Asphalt Pavement

10 jaar Monitoring A12 Meten en monitoren

Vergelijking Q-last en puntlasten op magazijnvloeren. Puntlasten op vloeren vaak onderschat. Puntlasten op vloer vaak onderschat

COMPASS+, de volgende stap in het specificeren van asfaltmengsels

ASFALTWAPENING - 13 JAAR PRAKTIJKERVARING OP DE A6

De valkuilen van valgewicht-deflectiemetingen

FUNCTIONEEL VERIFIËREN

De Combinatiedeklaag verder verbeterd - Hoogwaardige toepassingen Combinatiedeklaag

A N A L Y S E C E R T I F I C A A T

Trends, bedreigingen en kansen in de wegenbouw

Efficiënt functioneel asfaltonderzoek de rol van het bitumen

(On)zekerheden bij wegontwerp

White Topping Ronald Diele en Marc van der Weide

DRAFT-1. Rekentechnische vergelijking WAB- GAB ontwerpgrafiek voor Projectbureau Zeeweringen

Niet gescheiden hergebruik gemodificeerd asfalt - invloed op reologische eigenschappen van het bitumen -

De meerwaarde van structureel, langjarig bemonsteren

In hoofdstuk 2 zijn de gehanteerde uitgangspunten en randvoorwaarden opgenomen. Hoofdstuk 3 beschrijft tot slot de verhardingsconstructies.

Deelhoofdstuk 31.2 Asfaltverhardingen

: Vermeld op alle bladen van uw werk uw naam. : Het tentamen bestaat uit 4 bladzijden inclusief dit voorblad.

LANGE TERMIJN GEDRAG VAN SCHEURREMMENDE LAGEN OP BETONPLATEN MET EEN ASFALTOVERLAGING

Gedrag bij brand van staal-beton vloersystemen. Eenvoudige ontwerpmethode. Doel of van de ontwerpmethode. Inhoud van de presentatie

Verantwoord dilateren met nieuwe dilatatietool. Prof. ir-arch. D.R.W. Martens

Laboratoriumbeproevingen asfalt

Memo. Berend Feddes. Simon Duivenvoorde april 2005

Gebr. van Kessel. Speciale Technieken en Producten. Projectomschrijving Geluidsarme en duurzame voegovergangen: KLK BITUVOEG

HOOFDSTUK 7 ASFALTVERHARDINGEN

PGM & PGM-G. asfaltwapening. Protective & Outdoor Fabrics. Geosynthetics. Aerospace Composites. Industrial Fabrics. Armour Composites.

Samenvatting. Het gebruik van ultrafiltratie (UF) membranen als oppervlakte water zuiveringstechnologie

NIEUWE MENGSELONTWERPEN VOOR DUNNE PROFILEERLAGEN ONDER SCHEURREMMENDE TUSSENLAAGSYSTEMEN

: Vermeld op alle bladen van uw werk uw naam. : Het tentamen bestaat uit 4 bladzijden inclusief dit voorblad.

HOOFDSTUK 5 BETONVERHARDINGEN

Verwerkingsvoorschriften breedplaatvloeren

- 2 aansluitingen (op b.v. ontvangpunten en andere bouwdelen), lasnaden, handwerk of aanzetten waar geen bitumineus membraan is aangebracht dient onde

De effecten van hechtlagen op het gedrag van tweelaags verhardingsconstructies op orthotrope stalen brugdekken

STANDAARDSTRUCTUREN VOOR ASFALTVERHARDINGEN

Esha Infra Solutions. De totaaloplossing voor weg- en waterbouw. Aanleg. Onderhoud. Afdichting. Duurzaam. Innovatie

Research & Development publicatie. M.M.J. (Maarten) Jacobs D. (Daan) van Duin BAM Infra Asfalt. H.T.M. (Harco) Kersten Provincie Gelderland

Gerelateerde of voorspellende bitumen eigenschappen: voortschrijdend inzicht. Jeroen Besamusca

Vandolith G als wegfunderingsmateriaal

Wegonderzoek volgens de Wegenscanners

De technologie van waterdicht beton

b Wat zijn de waarden van de hoofdspanningen in het kubusje? (zie figuur)

Betonwegendag Whitetopping. White topping George Jurriaans, ECCRA. Whitetopping - Inleiding. Whitetopping - Inleiding.

opq Afstudeercommissie

Afwegingsmodel Wegen (AMW)

10 jaar Monitoring A12 demonstratie van perpetual pavement in asfalt

QuakeShield Modellering constructief gedrag bij belasting in het vlak 17 November 2017

Vervormingen prefab wandconstructies

Datum: 18 maart 2011 Ons kenmerk: RH3851 Project: Beoordeling staalconstructie systeem FlexFrameBouw Betreft: Onderzoek brandwerendheid

Matthias Van Wonterghem, Pieter Vanhulsel Aluminium en hoge snelheid, een mooie toekomst?

MOBILITEIT MOGELIJK MAKEN

De ingevoerde geometrie en de berekende grondparameters zijn opgenomen in bijlage 3 en 6.

FUNDAMENTEEL ONDERZOEK NAAR WATERSCHADE IN ZOAB FASE 2: MASTIEK STERKTE IN DE AANWEZIGHEID VAN VOCHT

Richtlijn omgaan met vrijkomend asfalt --Adviesbureau en laboratorium--

watleverthet op Arian de Bondt Ooms Avenhorn Groep bv

Vervormingseigenschappen

Versie Definitief 1 Datum Adviseur milieu Ing. G. van den Berg Teamleider drs. J.J. Bleeker Projectcoördinator drs. J.J.

Vraag 1 Herinnert u zich uw antwoorden op de eerdere vragen over de veiligheid van de A4-tunnel Midden-Delfland? 1

vloerrenovatie figuur 1: een vloer waarbij het draagvermogen wordt vergroot door het toepassen van extra palen en lijmwapening

Risico s D&C, aannemerservaringen

Vergelijking van 2 wrijvingsreductie systemen in de triaxiaalproef (NEN B) op een asfalt proefstuk inclusief rekstrooksignalen

Vernieuwing CROW publicatie 210

Transcriptie:

Postbus 1 Tel 0229 547700 1633 ZG Avenhorn Fax 0229 547701 www.ooms.nl/rd Research & Development publicatie ir. J.G.F. Schrader dr.ir. A.H. de Bondt REFLECTIESCHEURVORMING INGEPAST IN HET REGULIERE VERHARDINGSONTWERP CROW Infradagen 2016 22 23 juni 2016 Papendal

Reflectiescheurvorming ingepast in het reguliere verhardingsontwerp J.G.F. Schrader Ooms Civiel bv A.H. de Bondt Ooms Civiel bv Samenvatting Tijdens de afgelopen decennia is gebleken dat reflectiescheurvorming een zeer complex fenomeen is. Dit komt niet alleen doordat het maatgevende scheurmechanisme (verkeer, ongelijkmatige zettingen of temperatuurvariaties in de tijd) afhankelijk is van de projectspecifieke kenmerken, maar ook omdat er vervolgens een spectrum van mogelijkheden is om reflectiescheuren tegen te gaan of te voorkomen. Voorbeelden hiervan zijn het toepassen van dikke asfaltoverlagingen, het gebruik van gemodificeerde asfaltmengsels (bijvoorbeeld mengsels met een hoog bitumengehalte, mengsels met polymeergemodificeerd bitumen of mengsels die zodanig zijn samengesteld, dat een poreuze opbouw gegarandeerd is), het toepassen van een SAMI (Stress Absorbing Membrane Interlayer), of het aanbrengen van (in veel soorten verkrijgbaar) asfaltwapening. Bovendien worden combinaties van bovenstaande voorbeelden ook nog veelvuldig toegepast. Bij de groot onderhoudsprojecten op snelwegen en vliegvelden, maar ook bij de bouw van haventerreinen, is er vaak tijd, budget en informatie om een degelijk verhardingsontwerp te maken. Bij deze grote projecten is het cruciaal om (het beperken/voorkomen van) reflectiescheurvorming in het reguliere verhardingsontwerp in te passen, indien een cementgebonden fundering of een betonverharding aanwezig is. Scheurdoorgroei vanuit deze verhardingslagen (met discontinuïteiten) in en door de nieuw aangebrachte (dunne) asfaltoverlaging is namelijk in veel gevallen het dominante schademechanisme. Ooms Civiel heeft een analysemethode ontwikkeld om reflectiescheurvorming ten gevolge van zowel temperatuurvariatie als verkeersbelasting mee te nemen in het reguliere ontwerp van het nieuw aan te leggen asfaltpakket. De temperatuurvariatie wordt geanalyseerd door middel van het softwareprogramma ARCDESO en de verkeersbelasting wordt gesimuleerd met behulp van eindige elementen analyses. In deze paper wordt de analysemethode nader toegelicht. De ontwerpmethode is gekalibreerd op basis van lange termijn in-situ ervaring (praktijk scheuropnames) en wordt voortdurend verder gevalideerd. Steekwoorden Verhardingsontwerp, eindige elementen analyses, asfaltwapening, reflectiescheurgroei, polymeergemodificeerd asfalt.

1 Inleiding Bij de voorbereiding van het (groot) onderhoud op snelwegen en/of vliegvelden leidt de aanwezigheid van een cementgebonden fundering (CTB) of ongewapende betonverharding vaak tot uitdagingen. In de CTB kunnen/zullen namelijk scheuren aanwezig zijn, terwijl in de betonverharding vaak voegen zitten. Daarnaast kan in de betonverharding ook nog scheurvorming opgetreden zijn. Als laatste worden er ook nieuwe verhardingen ontworpen met een gekerfde CTB-fundering. Over het algemeen wordt een CTB of een oude betonverharding in een verhardingsontwerp opgevoerd als een uniforme funderingslaag met een bepaalde mechanische materiaalstijfheid (E). Deze materiaalstijfheid kan gereduceerd worden tot een equivalente laagstijfheid om de aanwezigheid van scheuren, voegen en/of kerven te compenseren. Reflectiescheurvorming in het asfalt vanuit voegen en scheuren in de fundering wordt echter door de standard ontwerpsoftware niet meegenomen. Voor veel opdrachtgevers en aannemers is dit de reden om op voorhand het (her)gebruik van een CTB of een oude betonverharding uit te sluiten. Volgens Ooms Civiel is het echter wel interessant om deze materialen te gebruiken, omdat ze goedkoop en wijd verkrijgbaar zijn en omdat ze in het algemeen een hogere stijfheid bezitten dan ongebonden granulaatfunderingen. Dit leidt meestal tot dunnere asfaltlagen bovenop de cementgebonden fundering en/of een dunnere funderingslaag zelf. Ooms Civiel heeft het voorkomen van (overmatige) reflectiescheurvorming onderbouwd door twee extra dimensioneringsberekeningen toe te voegen aan de traditionele meerlagenanalyses. Als eerste dient de verhardingsopbouw ontworpen te worden met behulp van de traditionele ontwerpsoftware. Daarna wordt de verharding met behulp van het softwareprogramma ARCDESO geanalyseerd op het risico van reflectiescheurvorming veroorzaakt door temperatuur gedreven (horizontale) plaatbewegingen. De resultaten van deze analyses worden beschreven in hoofdstuk 2. De bewegingen van de verticale plaat veroorzaakt door verkeersbelastingen worden geanalyseerd met behulp van het eindige elementenprogramma CAPA-3D en zal worden beschreven in hoofdstuk 3. De resultaten zijn samengevoegd in hoofdstuk 4. 2 Analyse temperatuurbelasting Tijdens het verharden van een CTB kan krimp scheurvorming initiëren. Deze scheuren kunnen doorslaan naar de asfaltlagen bovenop de CTB, door de horizontale bewegingen van de CTB. De horizontale bewegingen worden veroorzaakt door de (dagelijkse) temperatuurscycli en deze kunnen ook scheurvorming in de CTB zelf initiëren. Op deze wijze ontwikkelt zich in de CTB een willekeurige scheurpatroon met een gemiddelde scheurafstand van meer dan 6 m. Door het kerven van de CTB over een kortere afstand, wordt de bovenliggende asfaltoverlaging ontspannen en zal een regelmatig scheurenpatroon ontstaan. De breedte (wijdte) van de kerven zal (na enige tijd) kleiner zijn dan de breedte van de natuurlijke scheuren en de seizoensgebonden/dagelijkse beweging van de kerven zal ook kleiner zijn, aangezien de door de temperatuur veroorzaakte bewegingen van kortere CTB-platen geringer zullen worden. Ooms Civiel heeft het softwareprogramma ARCDESO ontwikkeld om asfaltverhardingen te ontwerpen op basis van het voorkomen van het bezwijkmechanisme thermische reflectiescheurvorming (www.arcdeso.nl). ARCDESO is een afkorting voor Anti- Reflective Cracking DEsign SOftware en het programma is ontwikkeld met behulp van (gedeeltelijke) financiële ondersteuning van ADFORS Saint-Gobain. ARCDESO is een

mechanistisch-empirisch programma dat is gebaseerd op a) het promotieonderzoek van Arian de Bondt aan de TU Delft van 1989 tot 1996/1999, getiteld "Anti-Reflective Cracking Design of (Reinforced) Asphaltic Overlays" [1] en b) uitgebreid aanvullend onderzoek door de R&Dafdeling van Ooms Civiel [2]. De ontwikkeling van ARCDESO heeft een decennium geduurd (van 2001 tot en met 2011) en daarna is het programma nog verder door Ooms aangepast door het te valideren en te kalibreren aan de hand van talrijke veld- en laboratoriumgegevens. ARCDESO is (één van) de eerste type(n) ontwerpsoftware in de wereld die zich bezighoudt met reflectiescheurvorming in asfaltverhardingen. Het visco-elastisch gedrag van het asfalt is indirect in het programma ingebouwd en de vermoeiing van de verharding wordt in rekening gebracht met behulp van de wet van Miner en uiteindelijk gepresenteerd aan de hand van een cumulatieve schadefactor (CDF TEMPERATUUR ). Bij de analyses wordt automatisch rekening gehouden met enige variatie in de materiaaleigenschappen en laagdiktes. Houd hierbij in gedachte dat volgens EU COST ACTION 348 [3] bij temperatuurbewegingen scheurinitiatie dominant is ten opzichte van scheurpropagatie. In ARCDESO moet de projectspecifieke verhardingsopbouw worden ingevoerd, inclusief de afstand tussen de scheuren en/of kerven in de CTB-funderingslaag, of de afstand tussen de voegen en/of scheuren in een betonverharding. Ook moet het lokale, maandelijkse temperatuurprofiel worden ingevoerd. ARCDESO vertaalt deze temperatuurgegevens naar gemiddelde dagelijkse temperatuurvariaties, gecombineerd met één extreme temperatuurvariatie per maand, en een seizoensgebonden temperatuurvariatie (zomer-winter periode). ARCDESO berekent het reflectiescheurvormingsgedrag vanuit de scheuren/kerven voor de ingevoerde (honderden) onderhoudsmaatregelen. Het onderhoud bestaat uit een asfaltoverlaging van een bepaalde dikte, waaraan optioneel een (glasvezel) asfaltwapening kan worden toegevoegd. Ook kan een bitumenemulsie, SAMI of een PMB-hechtlaag worden gebruikt. In ARCDESO zijn deze materialen ingebouwd via een afschuifveermodel. Er bestaat bovendien nog de mogelijkheid om het conventionele asfalt te vervangen door polymeergemodificeerd asfalt. De optimale plaatafmetingen kunnen bepaald worden bij een vaststaande onderhoudsmaatregel, maar de onderhoudsmaatregel kan ook worden geoptimaliseerd voor een gegeven plaatafmeting. In het algemeen zal de onderhoudsmaatregel waarmee begonnen wordt, gelijk zijn aan het resultaat (dikte) van de traditionele verhardingsberekening. In figuur 1 is een voorbeeld van de vergelijking van verschillende onderhoudsmaatregelen weergegeven. Figuur 1 ARCDESO resultaten van diverse overlagingsmogelijkheden op een nieuwe 250 mm dikke CTB-funderingslaag

Uit figuur 1 blijkt dat een kortere kerfafstand leidt tot minder reflectiescheurvorming. Ook komen de positieve effecten van de toepassing van PMB-asfalt en glasvezelwapening duidelijk naar voren. Een belangrijke parameter in dit gedeelte van het verhardingsontwerp is de afschuifstijfheid van de interface tussen het asfalt en de onderliggende CTB. Aangezien er relatief weinig temperatuurbelastingen (slechts één cyclus per dag) worden doorgerekend en de temperatuurbelasting bovendien erg traag verloopt, is het niet waarschijnlijk dat vermoeiing van de afschuifstijfheid in de interface plaats zal vinden. Natuurlijk hangt de waarde van de optredende afschuifstijfheid af van de optredende temperatuur, de belastingtijd en de karakteristieken van de gekozen verhardingsmaterialen (welke materialen worden bijvoorbeeld gebruikt als hechtlaag?). ARCDESO bevat hiervoor een uitgebreide databank met (geteste) materialen en interfaces. 3 Analyse verkeersbelasting De verkeersbelasting kan ook tot reflectiescheurvorming vanuit de kerven/voegen/scheuren naar de asfaltoverlaging leiden. In het algemeen vermindert het effect van de verkeersbelasting naarmate de dikte van de asfaltoverlaging groter wordt (beter: de doorbuiging neemt af). Echter, er is geen vuistregel bekend vanaf welke overlagingsdikte het effect van verkeersbelasting op de vorming van reflectiescheuren verwaarloosd kan worden. Dit betekent dat ook het effect van het verkeer altijd moet worden geanalyseerd c.q. beoordeeld. Eindige elementen modellering (EEM) is hierbij noodzakelijk. Ooms Civiel voert deze EEM analyses uit met behulp van de CAPA-3D-software, die ontwikkeld is in de sectie Constructiemechanica van de Technische Universiteit Delft [4]. Figuur 2 toont een gedeelte van een eindig elementenmodel dat wordt belast door een wiellast die exact bovenop de kerf gepositioneerd is. De weergegeven vervormingen in figuur 2 zijn 800 keer vergroot. Kerf Figuur 2 Verticale verplaatsingen in EEM-model, veroorzaakt door wiellastmidden bovenop de kerf

In figuur 2 wordt het bovenste gedeelte van de CTB-fundering weergegeven, met inbegrip van de geopende kerf in het midden. Bovenop de CTB is het asfalt (rood/groen) zichtbaar. Tijdens de analyses wordt de wiellast gevormd door een equivalente standaard aslast (ESAL). De ESAL wordt verschoven over de asfaltverharding en de bijbehorende rekken en spanningen in alle individuele elementen worden opgeslagen. De eerste stap in de analyse is het bepalen van de kritische wielpositie en daarvoor dient de maximale rek aan de onderzijde van het asfalt te worden bepaald. Figuur 3 toont dat de maximale hoofdrek wordt veroorzaakt door wiellastpositie 21. Deze positie komt overeen met de wiellast exact boven de geanalyseerde kerf, wat betekent dat de (door)buiging van het asfalt in dit specifieke geval (project) het maatgevende schademechanisme is. Figuur 3 Hoofdrek onderzijde asfalt boven de kerf, veroorzaakt door een ESAL Figuur 3 toont aan dat de afschuifstijfheid (D_tt) van de interface tussen het asfalt en de CTB (gemodelleerd als een 1 mm dikke, losstaande horizontale laag tussen de kubuselementen) inderdaad een belangrijk invoerparameter voor de analyse van de verkeersbelasting is. In het algemeen varieert deze afschuifstijfheid van 1 tot 10 (N/mm) / mm², maar de afschuifstijfheid kan verminderen tot slechts 0,1 (N/mm) / mm² in geval van vermoeiing tussen deze lagen (de afschuifweerstand bestaat uit een combinatie van (constante) droge wrijving en adhesie die in de loop van de tijd zal verminderen). De berekeningen zonder kerf zijn uitgevoerd om deze ontwerpmethode te vergelijken/kalibreren aan de traditionele ontwerpsoftware (waarbij de verschillende verhardingslagen homogeen zijn). Hierbij bleken resultaten gelijkwaardig en de gehanteerde methode dus toepasbaar. Als het kritische schademechanisme is vastgesteld (doorbuiging of afschuiving), wordt de bijbehorende CDF TRAFFIC berekend voor verschillende waarden van de interface afschuifstijfheid. Onder andere de temperatuur, het vermoeiingsgedrag van het asfalt (bepaald via CE type-testing), het versporend rijden van het verkeer en de benodigde tijd voor een scheur om vanaf de onderzijde van het asfalt naar het verhardingsoppervlak te propageren, worden in deze berekening meegenomen. De scheurpropagatie is gebaseerd op de tijdvertragende factor die bepaald is in het proefschrift van M. Jacobs aan de Universiteit van Delft [5]. Volgens EU COST ACTION 348 is bij een verkeersbelasting de scheurpropagatie net zo dominant als de scheurinitiatie.

4 Bepaling ontwerplevensduur De bepaalde CDF-waarden in hoofdstuk 2 en 3 moeten bij elkaar worden opgeteld om de ontwerplevensduur van de verhardingsstructuur te verkrijgen. Eigenlijk geldt deze gecombineerde CDF uitsluitend voor de ontwerplevensduur van het asfalt bovenop de kerven/scheuren/voegen in de CTB/betonverharding. Dit betekent dat bij een gecombineerde CDF-waarde van 100% (dus 1,0) alle kerven, scheuren en/of voegen zijn doorgescheurd tot aan het verhardingsoppervlak. Indien deze CDF-waarde van toepassing is op een situatie met bijvoorbeeld een kerfafstand van 3,5 m, een gemiddeld gescheurd oppervlak over een breedte van 0,1 m en er verder geen scheurvorming aan het oppervlak aanwezig is, betekent dit dat over het gehele verhardingsoppervlak bezien slechts een CDF van 3% is bereikt. Echter, in CTB-lagen met een lage vermoeiingssterkte, kan de combinatie van verkeer- en temperatuurbelasting mogelijk leiden tot extra scheurvorming in de CTB-laag zelf, die op een later moment weer kan doorslaan naar de bovenliggende asfaltverharding. Hierdoor bestaat de kans dat er op langere termijn scheurvorming in het asfalt zichtbaar zal worden, op locaties die zich niet boven een kerf bevinden. Ooms Civiel heeft besloten de gecombineerde CDF boven een kerf tot een maximum van 0,5 te beperken. Gegeven dit criterium blijkt dat verhardingen met een lage interface afschuifstijfheid (in de buurt van 0,1 (N/mm) / mm²) vaak niet "overleven". Met andere woorden, een passende interface afschuifstijfheid (ook weer niet te hoog) is vereist. 5 Conclusies Ooms Civiel heeft thermische en verkeerslast analyses uitgevoerd om de ontwerplevensduur te bepalen van een verhardingsconstructie waarin een cementgebonden funderingslaag aanwezig is (of een betonverharding die overlaagd wordt). Hierbij is onder andere de weerstand van de verharding tegen reflectiescheurvorming vanuit een kerf, scheur of voeg meegenomen. Het ontwerp voor nieuwe verhardingsconstructies met een CTB of voor de overlaging van een bestaande betonverharding kan op projectbasis in een tijdsbestek van 3 weken aangeleverd worden. De resultaten van de EEM-analyse zonder kerf kwamen overeen met de resultaten van de traditionele verhardingsontwerpprogramma's en daaruit blijkt dat de hier gepresenteerde analysemethode geschikt is voor het uitvoeren van de beoogde verhardingsanalyses. Het is mogelijk om het ontstaan van reflectiescheurvorming in een cementgebonden fundering te voorkomen door de fundering bij aanleg te kerven en er vervolgens voldoende asfalt (met de juiste kwaliteit) op aan te brengen. Het voorkomen of beperken van reflectiescheurvorming kan worden opgenomen in het standaard ontwerp van (nieuwe) asfaltverhardingen door toevoeging van a) een thermische ARCDESO analyse en b) een EEM-analyse.

6 Literatuur [1] A.H. de Bondt; Anti-Reflective Cracking Design of (Reinforced) Asphaltic Overlays; Proefschrift Technische Universiteit Delft; mei 1999 [2] A.H. de Bondt; 20 years of research on asphalt reinforcement Achievements and future needs; 7th RILEM Conference on Cracking in Pavements; Delft; 20 22 juni 2012 [3] A.H. de Bondt; EU COST ACTION 348 - Reinforcement of Pavements with Steel Meshes and Geosynthetics - Work Package 4: Selection of Design Models and Design Procedures; 3 januari 2006 [4] A. Scarpas & C. Karsbergen; CAPA-3D User s Manual; Technische Universiteit Delft; 1999 [5] M.M.J. Jacobs; Cracking in Asphaltic Mixes; Proefschrift Technische Universiteit Delft; 1995