KOLONIEVOGELS EN ZELDZAME BROEDVOGELS IN UTRECHT IN 2004

Vergelijkbare documenten
KOLONIEVOGELS EN ZELDZAME BROEDVOGELS IN UTRECHT IN 2005

KOLONIEVOGELS EN ZELDZAME BROEDVOGELS IN 2006 IN UTRECHT

Koloniebroeders in 2017 in Zuid-Holland Noord

BROEDGEVALLEN VAN DE RAAF IN DE PROVINCIE UTRECHT IN 2009 EN 2010

Topjaar soorten overig jarig riet

Banen en vestigingen per gemeente [2010] ALLE BANEN BE Nijverheid TOTAAL

GEBOORTEREGISTERS ( ) Abcoude- Baambrugge

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

GROTE EN KLEINE ZILVERREIGERS IN UTRECHT, EEN VERGELIJKING

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Bijzondere Vogels Strabrechtse Heide 2011

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Door Matthias Koster, Sovon districtscoördinator D13, Grote Rivieren

Blauwe Reiger. Purperreiger

Oelemars Dinkel/Schokland Lutterzand

Wildbeheereenheid Nieuwsbrief 2/2015 Lopikerwaard e.o.

Broedvogelonderzoek 2006 LSB

Wildbeheereenheid Nieuwsbrief 2/2014 Lopikerwaard e.o.

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Wijk ID Plaats + Wijk Aantal

BROEDVOGELS VAN HET LEERSUMSE VELD EN GINKELDUIN IN André van Kleunen

Stichting Natuur- en Vogelwacht Dordrecht Noorderelsweg 2 A, 3329 KH Dordrecht, tel.: , info@vogelwacht.eu,

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen

Resultaten BMP Z 2014 in Twente

Inventarisatie Stadsganzen 2016 in vier gemeenten in de Provincie Utrecht

ABCOUDE ABCOUDE NIGTEVECHT NIGTEVECHT BAAMBRUGGE BAAMBRUGGE DE HOEF DE HOEF AMSTELHOEK AMSTELHOEK

SOESTDUINEN/DE BIRKT Soest SOESTERBERG Soesterberg POSTCODE 3440 Woerden

Resultaten 2014 en trends kolonievogels in Zuid-Holland zuid Districtscoördinator Sander Terlouw:

Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland. Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013

HET VOGELRICHTLIJNGEBIED UITERWAARDEN VAN DE NEDERRIJN

Vogels van Aersoltweerde in het broedseizoen van 2012 en de winter van 2012/13 Symen Deuzeman & Willem van Mamen

Bijzondere Vogels Strabrechtse Heide 2012

Monitoring Antwerps Havengebied

OPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Gemeente BTI BTI-code Regio Aalsmeer Aalsmeer 358 Amsterdam Amstelland & Zaanstreek Waterland Kudelstaart Aalsmeer 358 Amsterdam Amstelland &

KNNV - afdeling Voorne - Vogelwerkgroep. Mededeling nr. 202

BIBLIOTK-EK RIJKS: VOOR OE USSELMttRPOLDcRS WERKDOCUMENT. door. W. Dubbeldam Abw maart. X 7t. ^TJ, 6wo

broedwaarde. Wilde eend - 1 zeker broedgeval : 1 w. met 3 pulli - regelmatig worden ongepaarde ex.

Zeldzame broedvogels in Oost Brabant Leo Ballering SOVON District Coordinator zeldzame soorten en kolonievogels

Winkelfunctie met gesloten. Onderwijsfunctie. constructie. Celfunctie

Symposium Op reis op de Boschplaat, 30 mei 2017 Over (broed)vogels in veranderende landschappen

Broedvogel Monitoring Project. Bakelse Plassen inclusief golfbaan Stippelberg. voorjaar 2012

TREK VAN AALSCHOLVERS OVER TELPOST DE HORDE

Bijzondere Vogels Strabrechtse Heide 2013

Handleiding online invoer Broedvogel Monitoring Project met autoclustering

Bijzondere Vogels Strabrechtse Heide 2014

Monitoring van Steenuilen in : een succes!

Vestiging en recente toename van Raven als broedvogel in Noord Brabant

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Een terugblik op 2014 en de opmerkelijke broedvogels klein Polen

Aantal gevonden legsels in 2008

40 jaar vogelonderzoek in de Kempen. door Henk Sierdsema

Bijzondere Vogels Strabrechtse Heide 2016

Functioneren kunstmatige eilanden voor visdieven in de Inlaag Oesterput op Noord-Beveland en in de Inlaag Neeltje Jans: Broedseizoen 2016

Big Days Groot-Amsterdam

Bijzondere Vogels Strabrechtse Heide 2015

Handleiding. Project Bijzondere Broedvogels Vlaanderen. Anny Anselin, Koen Devos & Glenn Vermeersch

Provincie Utrecht

Onderzoek steltlopers op slaapplaatsen in Noord-Holland Eerste resultaten

Aantalsontwikkeling van vogels langs het Pannerdensch kanaal in

broedvogelonderzoek Handleiding Sovon PDF 3: verschillen met vorige handleiding Centraal Bureau voor de Statistiek

Resultaten BMP Z 2012 in Twente

Watervogels en kustbroedvogels tussen Breskens en Braakmanhaven

werkdocument U : TTT-.J 170' r rijksdienst voor de.jsselmeerpolders Roofvogel- en uilen broedgegevens van 1977 tot en met 1982 in de

Vogelwerkgroep. de Bevelanden. Vogels. van. tuin en erf

Wat feitjes rond de duizendste Eempoldertelling

Stichting Natuur- en Vogelwacht Biesbosch Noorderelsweg 2A, 3329 KH Dordrecht, tel.: ,

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel.

Er zijn drie tellingen waaraan u mee kunt doen. Deze tellingen staan los van elkaar dus u kunt zelf bepalen aan welke tellingen u mee wilt doen.

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, september 2010

BMP Reuzenhoeksekreek Zaamslag

Mahlerlaan Amsterdam. Roofvogelonderzoek. Opdrachtgever: O.G.A. Tussentijdsverslag : 2 september 2015

Materieel slagkracht en specialismen. Materieel bedrijfsvoering. 1x TS 6 bedrijfsvoering in werkplaats. 1x TS bedrijfsvoering.

Required species Netherlands Number 1, 2 and 3 are required for pictures and sounds No numbers means not required

KERKUILEN WERKGROEP TWENTE

Gouwebos. midmaandwintertellingen van vogels trends samengesteld door Cok Scheewe. Foto (Huig Bouter)

Natuur inventarisaties in de gemeente Arcen en Velden

Resultaten BMP Z 2013 in Twente

KNNV - afdeling Voorne - Vogelwerkgroep. Mededeling nr. 266

24ste BROEDVOGELINVENTARISATIE

Analyse meetnet-gegevens Noord-Holland

(nestkastenproject) Golfbaan Welschap

BMP rapport Gat van Pinte 2013

PLEISTERENDE DWERGMEEUWEN TIJDENS DE VOOR- JAARSTREK IN HET OOSTELIJK VECHTPLASSENGEBIED

Bepalen van populatieniveaus van enkele doortrekkende en overwinterende watervogels ten behoeve van S-IHD Schorren en polders van de Benedenschelde

Kwartelkoning beheer 2015 langs de Waal, Rijn en IJssel

Documentnummer AMMD ( )

mini BMP-cursus VWG Zutphen 2017 Frank Majoor

RESULTATEN BROEDVOGELINVENTARISATIE GAGELPOLDER 2013

Functioneren kunstmatig eiland voor sterns in de Inlaag Oesterput en op eilanden in de Inlaag s Gravenhoek, Noord-Beveland: Broedseizoen 2017

Nieuwsbrief Jaar van de Patrijs in Zeeland

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven

Broedvogels van landgoed de Haere in 2017

Broedvogelinventarisatie ADM terrein

Ontwikkelingen in de betekenis van het gebied Aersoltweerde voor vogels Monitoring in het kader van een tijdelijke compensatievoorziening

Lepelaar vrij schaars klein aantal klein aantal

Transcriptie:

KOLONIEVOGELS EN ZELDZAME BROEDVOGELS IN UTRECHT IN 2004 Wilco Stoopendaal Een waarneming van een zingende grote karekiet in juni, wat moet ik daarmee, vraagt men zich wel eens af. Een zeldzame soort als kleinst waterhoen die in het voorjaar was te horen bij Tienhoven is een mooie krent in het onderzoek dat ik u wil uitleggen. Genoemde soorten hebben bij SOVON onderdak gevonden in het LSB-project. SOVON Vogelonderzoek Nederland is een organisatie die, gesteund door vele vrijwilligers, vogels telt. Er lopen vele projecten, zoals Midwintertellingen, internationale watervogeltellingen, broedvogelmonitoring (BMP) en PTT-tellingen. Het onderzoek dat ik graag wil toelichten is het LSB-project. LSB staat voor Landelijk Soortonderzoek Broedvogels en is samen met het BMP project één van de pijlers van SOVON. Het broedvogelonderzoek vindt plaats in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM). Het tellen van kolonievogels en zeldzame broedvogels heeft als doel: het signaleren van populatie-ontwikkelingen op landelijke schaal; het signaleren van populatie-onwikkleingen in Vogelrichtlijn-gebieden, fysischgeografische regio s en andere (beleids-)relevante eenheden; (voor sommige soorten) het vastleggen van de landelijke verspreiding. Hiervoor is het noodzakelijk dat een aanzienlijk deel van de landelijke broedpopulatie jaarlijks wordt geteld. Hoe groter dit aandeel, hoe betrouwbaarder de vastgestelde populatie-ontwikkeling. Kolonievogels worden in Nederland vrijwel volledig geteld, zeldzame broedvogels op zijn minst in de voor hen belangrijkste broedgebieden. Een deel van de zeldzame broedvogels kan overigens jaarlijks vrijwel volledig in kaart worden gebracht. SOVON heeft ten behoeve van het LSB-project Nederland ingedeeld in 20 districten. Utrecht is district 10. Elk district heeft een coördinator (DC) die alle waarnemingen verzamelt, beoordeelt en desnoods navraag doet. De post loopt via het hoofdkantoor van SOVON via een gratis antwoordnummer. Naast deze administratie stimuleert de DC vogelaars om hun waarnemingen door te geven en zich eventueel als teller aan te melden bij SOVON. Het is namelijk waardevoller om een soort of gebied systematisch te tellen dan een losse waarneming te gebruiken bij bijvoorbeeld beleidskwesties en vogelbeschermingissues. De kolonievogels zullen in dit artikel als eerste aan bod komen. Daarna de zeldzame soorten waarvan jaarlijks in ieder geval de belangrijkste broedgebieden worden onderzocht. Vanaf de roodhalsfuut staan die soorten waarvan jaarlijks alle 2

broedgevallen worden verzameld. De bedoeling van deze categorie is om een compleet beeld te krijgen van aantallen en verspreiding. Geef dus broedgevallen altijd aan uw DC door. U kunt de handleiding ook downloaden op www.sovon.nl. Kolonievogels Utrecht heeft 1 aalscholverkolonie en wel in Botshol. Hier werden voor het eerst meer dan 200 nesten geteld, om precies te zijn 221. Bij Terra Nova werden geen aalscholvernesten gezien. Van de tot nu toe binnengekomen gegevens van 18 te vergelijken blauwe reigerkolonies lijkt het erop dat er ten opzichte van 2003 een toename is qua aantal. Er zijn echter wel verschillen; bij 6 kolonies nam het aantal af, terwijl er bij 12 een toename te zien was. Tot nu toe zijn er 750 paar geteld. Er zijn enkele kolonies verdwenen (Rijnhuizen, Nieuwegein, Gunterstein). Nieuw is een kleine kolonie van 3 nesten in Loenen. Ik heb nog geen gegevens van Groeneveld en van de kolonie bij Wijk bij Duurstede. Op dit moment heb ik slechts van 2 locaties gegevens over de purperreiger (beide 0), dus kan ik weinig melden over deze soort. Lepelaars hebben gebroed in Botshol (15 paren). Een nieuwe locatie is de Blauwe Kamer waar 2 paar tussen de aalscholvers broedden. De Blauwe Kamer is wel provincie Utrecht, maar is ingedeeld bij district Grote Rivieren (D13). Eén paar zwartkopmeeuw werd vastgesteld in Botshol. Over de Vinkeveense Plassen is niks bekend. In Botshol broedden dit jaar een kleine 400 paar kokmeeuw. De getallen van de Oostelijke Vechtplassen zijn niet rooskleurig, slechts 1 kolonie nam toe. De kolonie op Snel en Polanen is in 2004 helaas niet geteld. Van de enige locatie in Utrecht waar kleine mantelmeeuw kan broeden, de Vinkeveense Plassen, zijn nog geen gegevens bekend. Er zijn in 2004 waarschijnlijk geen zilvermeeuwbroedparen aanwezig geweest in Utrecht. Van slechts enkele visdiefkolonies zijn resultaten toe nu toe gemeld. Na 2 jaar boven de 120 nesten werden dit jaar 109 nesten geteld op industrieterrein Lage Weide. In Botshol nam het aantal iets af, maar het is nog steeds hoger dan 2 jaar geleden. In Woerden was een kleine afname (2 nesten minder). In Nieuwegein was het aantal gelijk (3). Een nieuwe vestiging is natuurontwikkelingsgebied Willeskop bij Oudewater, waar 3 paar nestelden. De kleine vestigingen in de Lopikerwaard zijn weer goeddeels verlaten. Oeverzwaluwen kan je overal in Utrecht tegenkomen, in Vinex-stadsuitbreidingen, kunstwanden, steile rivieroevers en -mondingen. De oeverzwaluwwand in Bunschoten leverde 449 paren op en is verreweg de grootste kolonie in de provincie. De kunstwand van de Nedereindse Plas herbergde weer 12 paar. In de Steenwaard bij Schalkwijk zaten 65 paar. In de Vinex-locatie Leidsche Rijn, Utrecht werden 2 kolonies gevonden: op Vleuterweide (34 nesten, die vermoedelijk verstoord zijn) en bij de Balije (72 nesten). Langs de Haarrijnse Plas zijn minstens 10 paar geteld. Bij Vinex-locatie Vathorst bij Amersfoort hebben ook weer oeverzwaluwen gebroed, 25 paar. Het blijft dus op grote bouwlocaties opletten geblazen op vestigingen van deze soort. Bouwlocaties zoals Zenderpark, IJssel- 3

stein en Houten-zuid waren in het verleden plaatsen waar oeverzwaluwen broedden. Het lijkt erop dat ze die gebieden (tijdelijk?) hebben verlaten. In de Eemmonding werden 90 paar minder geteld, nu zaten er nog 31. In Eemnes, Noordsingel was er een toename van 75 paar, ruim 50%. Langs de Lek bij Lopik werden 3 kolonies geteld. De grootste kolonie nam af van 72 naar 11 paar. Er zijn minstens 810 paren in Utrecht geteld in 2004. Het opnieuw schilderen van 4 boerderijen in polder Zeldert leverde een toename van huiszwaluwen van 95 naar 146 nesten op. Het is bekend dat huiszwaluwen graag op witte of lichte overstekken nestelen, blijkbaar was dit hier het geval. In Nieuwegein op de Prinses Beatrixsluizen verdubbelde het aantal nesten van 33 naar 77. Dit werd veroorzaakt doordat er op moment van nestbouw een sloot met modder aanwezig was in de aangrenzende polder. In Jaarsveld is het aantal paar bijna verdubbeld t.o.v. 2003. In de streek rond Arkemheen en Nijkerk zijn goede resultaten te zien. Hier waren 3 gebiedskolonies nagenoeg gelijkgebleven en namen 3 gebiedskolonies sterk toe (+ 88). Huiszwaluw - Jan van der Greef De roek heeft in Utrecht 3 kerngebieden. Dit zijn de Lopikerwaard, Westelijk Veengebied en omgeving Renswoude/Veenendaal. Daartussen zijn maar enkele kolonies. In het Rivierengebied (Waal) zijn veel roekenkolonies, terwijl er langs de Lek geen enkele kolonie is te vinden. In IJsselstein nemen de aantallen nog steeds toe. In Renswoude neemt het aantal af. In Huis te Linschoten heeft voor het eerst in 29 jaar geen roek gebroed. Enkele nieuwe vestigingen zijn in Nieuwegein (25), Utrecht (2), Veenendaal (28) en Oud Aa (5). De kolonies direct ten zuiden van Leidsche Rijn nemen alle in aantal af. Zo is de kolonie in Park Voorn over een 4

periode van 7 jaar van ruim 100 naar 21 paar gedaald. Van de zwarte stern werden in het veenweidegebied minstens 166 paar geteld. In Botshol neemt het aantal geleidelijk af. In de Lopikerwaard is Polsbroek de laatste locatie waar deze stern nog broedt. Geen mooie berichten uit die streek. Zeldzame broedvogels In de zandput langs de A27 ter hoogte van de Lek hebben 8 paar kolgans met zekerheid jongen grootgebracht. Het werkelijke aantal paren ligt waarschijnlijk hoger. 16 paar Indische gans huisden rond de Stuw van Hagestein. In de polders rond Bunschoten werden maar liefst 60 paar Canadese gans geteld. De Canadese gans wordt onderhand een normale verschijning in Utrecht. Alleen al in de Lekuiterwaarden tussen Nieuwegein en Culemborg zijn ca. 15 paar geteld. Tot nu toe zijn er in totaal 79 paar geregistreerd. In de Molenpolder zaten 9 paar brandgans. Langs de Lek bij de Steenwaard en de Stuw van Hagestein werden afgelopen zomer veel paren met jongen gezien. Er zijn zeker 55 paar geteld. In polder De Slaag bij Hoogland broedden 6 paar. In Nieuwegein broeden al enige jaren brandganzen op het terrein van de waterzuivering. 2004 was goed voor 6 paar. In totaal zijn nu 76 paar geteld. In de Steenwaard zat een paar smient die voldeed aan de criteria die gelden voor het LSB-onderzoek, in dit geval is dat 3 waarnemingen binnen de datumgrenzen die duiden op een territorium. Over de bruine kiekendief komen verschillende geluiden van de tellers. Uit het Vechtplassengebied lijkt de soort na aankomst uit Afrika weer snel te zijn verdwenen. In april zijn de meeste kiekendieven op hun potentiële broedplaatsen, maar in mei en juni zijn er nauwelijks nog kiekendieven aanwezig. Andere berichten komen uit de uiterwaarden van de Lek en de polders ten noorden daarvan. Deze zijn weer goed bezet, terwijl er in de omgeving van Schalkwijk en Nieuwegein nieuwe vestigingen waren. Tot nu toe zijn er minstens 11 paar geteld. Het lijkt erop dat er weer een porseleinhoen in ons district gebroed heeft: in de Westbroekse Zodden. Er zijn in Utrecht tot nu toe 33 territoria gemeld van de kleine plevier. Meldingen uit onder andere een strook dijkverzwaring nabij Willige Langerak leverden 2 paar op. Natuurontwikkelingsgebied Willeskop leverde net als in 2003 8 paar op. Bouwlocaties als Vathorst, Leidsche Rijn zijn ook gewilde broedplaatsen van de plevier. Her en der in de provincie zijn er slibdepots aangelegd. Ook daar komen nu meldingen van broedparen vandaan. In de Lopikerwaard is ook dit jaar weer goed gezocht naar steenuilen en dit leverde onder andere 6 territoria op bij Willige Langerak. Andere locaties waren bijvoorbeeld de Eempolders, Bethunepolder en Tull en t Waal. De score tot nu toe is 27 territoria. Het zou ideaal zijn als enkele tellers een telgebied in Utrecht voor hun rekening kunnen nemen om daar de steenuil te monitoren. Nu bestaat het gros van de waarnemingen uit losse meldingen. De vaste tellers van de Leusderhei stelden weer 12 paar nachtzwaluw vast, waarmee de populatie stabiel blijft. Het lijkt erop dat het een goed ijsvogeljaar is geweest. In Nieuwegein voldeden 4 paar aan de criteria. In de Lopikerwaard werden 5 paar gemeld, ongekend! Er 5

zijn diverse broedgevallen op de forten van de Hollandse Waterlinie gemeld. Ook rond Amersfoort en Hoevelaken worden broedgevallen waargenomen. Tot nu toe heb ik 17 broedparen binnen. Wellicht zijn het er meer. Ik ben benieuwd hoe de ijsvogelstand in 2005 is na de vorstperiode begin maart. Tapuit - Jan van der Greef Tijdens een dasseninventarisatie op een terrein van het Utrechts Landschap werd een paartje draaihals waargenomen nabij een nestholte. Twee paar kuifleeuwerik werden geteld in Amersfoort-Noord. Hoe lang kunnen we er nog melding van maken in ons gebied? Een paar rouwkwikstaart met jongen werd vastgesteld in Tienhoven. Een broedgeval van de tapuit werd vastgesteld in de gemeente Bunschoten. Tijdens een telling van de Loosdrechtse Plassen zijn er 24 zingende grote karekieten genoteerd. Er zijn ook meldingen van Botshol, de Tienhovense Plassen en de Breukeleveense Plassen. Nog steeds is er een territorium op industrieterrein Lage Weide bij Utrecht. Langs de Lek is de soort dit jaar niet aanwezig. Een paar buidelmees werd gemeld uit de Bethunepolder. De roodhalsfuut van Vinkeveen liet verstek gaan, 0 paar. Geoorde futen hadden een slecht jaar achter de rug met slechts 3 territoria. Twee op het Leersumse Veld, die waarschijnlijk vroegtijdig zijn vertrokken (Broedvogelonderzoek Leersumse Veld, van den Bijtel & van Nes 2004). Een derde paar broedde op het Pluismeer. Het gaat helaas niet goed met de roerdomp in het Utrechtse. In Botshol werd de 6

soort niet vastgesteld. In de Tienhovense Plassen vertoefde 1 paar. Elders is de soort niet gemeld. De woudaap houdt nog stand in de Tienhovense Plassen. Dit jaar waren er 2 territoria gevonden. In het westelijk deel van de Lopikerwaard werd weer 1 territorium van de kwak vastgesteld. In de Tienhovense Plassen verbleef medio juni een kwak zonder dat hier sprake is van een territorium. Alhoewel er op steeds meer plaatsen grote zilverreigers worden waargenomen op trek, slaapplaatsen en foerageergebieden is de soort nog niet tot broeden gekomen in de provincie. Op de bekende plaatsen zijn de ooievaarnesten weer bezet met in totaal 23 paar: Vreeland 2, Willige Langerak 15, Cabauw 1, Polsbroek 1, Westbroek min. 2, Wijk bij Duurstede 1. Nieuw is de vestiging van een paar in Montfoort. In Botshol werden 4 territoria van de krooneend vastgesteld. In de Vinkeveense Plassen neemt de populatie nog steeds toe. Ooievaar Jan van der Greef De kwartelkoning heeft een matig jaar achter de rug. Opmerkelijk is de melding van een roepende vogel op een braakliggend terrein in het oosten van Nieuwegein. De integrale tellingen in mei en juni leverden 0 territoria op langs de Lek. Mooie getallen van de kluut. 10 paar broedden op een zandig eiland in het oostelijk deel van de Steenwaard bij Schalkwijk. Eén paar broedde in het natuurontwikkelingsgebied Willeskop. Bij de Maatpolder, Eemnes, waren 6 paar aanwezig en 1 paar broedde op Snel en Polanen (Woerden). Last but not least, bij Bunschoten 7

waren 9 paar gemeld. In de Amerongse Bovenpolder zijn 40 paar geteld. Totaal in Utrecht dus minstens 67 paar. Kerkuilen worden wat vaker gemeld in Utrecht. Door een goed muizenjaar be- een zingende orpheusspotvogel op 13 juni in de omgeving greep ik dat er wat 2 de broedsels waren met grote legsels. Tot nu toe zijn er 5 territoria gemeld. De waarneming van van Vinkeveen geeft aan dat de soort ook in het Utrechtse kan worden gezien. Helaas is de vogel voor zover bekend niet weer gezien of gehoord. Ik heb op het moment 12 meldingen van territoria van de raaf binnen. O.a. Houdringe, Scherpenzeel en Den Treek. Intrigerend is de zingende kleine vliegenvanger op 10 juni in Driebergen. Exoten Enkele paren zwarte zwaan zijn ook dit jaar weer gemeld. (Nieuwegein 1 en Snel en Polanen 2). Uit de omgeving van Maarssen bereikte mij het bericht over 2 paar halsbandparkieten, vooralsnog lijken de broedresultaten daar slecht. Interessant is het gegeven dat in het najaar enkele trekkende groepen halsbandparkieten over de stad Utrecht werden waargenomen. Bijzonder is de melding van een broedgeval (2 uitgevlogen jongen) van de roet- kopbuulbuul in Maarssen. Er zijn foto s en een uitgebreide beschrijving van de vogels gemaakt. Weet u een broedgeval(len) van een van de bovengenoemde soorten in 2005, meld het! SOVON districtscoördinator D10 Utrecht Wilco Stoopendaal, Jan Lievenshage 42, 3437 NE Nieuwegein, tel. 030-6039479 w.thstoopendaal@freeler.nl. Huiszwaluwtellers gezocht In de provincie Utrecht liggen de telgebieden voor huiszwaluwen vooral in de Lopiker- waard, Vechtstreek en Eempolders. Toch wil SOVON graag telgebieden in o.a. het Kromme-Rijngebied, de Gelderse Vallei en in zuidelijke delen van de Utrechtse Heuvelrug, aangezien dat nu witte vlekken zijn. Monitoring gaat steekproefsgewijs, waarbij gestreefd wordt naar een landelijke verdeling. De nesten tellen op geschikte locaties kan goed in de avonduren eind juli, half augustus. Interesse? Telgebieden Om de aantalsontwikkeling van zeldzame broedvogels goed te kunnen volgen, zijn telgebieden die jaarlijks geïnventariseerd worden voor SOVON erg nuttig. Een telgebied kan een nabijgelegen natuurgebied zijn of het werkgebied van een Vogelwerkgroep dat ieder broedseizoen volledig wordt onderzocht op zeldzame broedvogels. Overigens kan een telgebied voor zeldzame broedvogels met iets meer inspanning ook een proefvlak voor het Broedvogel Monitoring Project bijzondere soorten worden. Wilco Stoopendaal ontvangt uw aanmelding graag. 8