Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Vergelijkbare documenten
Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Aard en strekking besluit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit toestemming nevenactiviteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

6. De activiteit is derhalve een nevenactiviteit als bedoeld in artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008.

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit toestemming nevenactiviteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Kenmerk: / Betreft: afwijzing aanvraag nevenactiviteit Het exploiteren van twee digitale reclameschermen langs de Rijksweg.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Besluit toestemming nevenactiviteiten

Besluit. A. Verloop van de procedure

Kenmerk: / Betreft: Toestemming voor nevenactiviteit Het aanbieden van rondleidingen aan groepen door het gebouw van L1 in cluster 3

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer /619583

Besluit. A. Verloop van de procedure

Besluit toestemming nevenactiviteiten

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

gezien het daartegen op 3 september 2014, bij het Commissariaat binnengekomen op 5 september 2014, door de NOS ingediende bezwaarschrift,

Bij van 23 oktober 2013 heeft de NPO om goedkeuring verzocht voor de nevenactiviteit Het uitgeven van het Top 2000 magazine (editie 2013).

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa/nevenactiviteiten/ BIS

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer /617012

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 27959/ mr. drs. Ronald van den Broek +31 (0)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 25745/

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer DGP/ /

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer DGP/IG/ b /614669

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer /

Bij van 14 maart 2013 heeft de NTR om goedkeuring verzocht voor de nevenactiviteit Licentieverlening van Koninginnedagconcerten aan BravaNL.

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer DGP/ /

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer /616593

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer DGP/ / mr. Nienke Meester +31 (0)

DGP/ /

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 24582/ mr. drs. Ronald van den Broek +31 (0)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer /626132

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 25331/

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 27908/ mr. Nienke Meester +31 (0)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 25611/

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 25868/

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 25126/

AANTEKENEN Algemene Omroepvereniging AVRO T.a.v. het bestuur Postbus JA HILVERSUM. Geacht bestuur,

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa/Nevenactiviteiten/ Huur /617605

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 27979/

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer Canon WO II 20552/

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Bij van 12 oktober 2010 verzocht u ons om goedkeuring voor de nevenactiviteit verhuren van een medewerker.

COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer / mr. Margreet Verhoef +31 (0)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer DGP/ /

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer /618281

14 februari 2013 Nevenactiviteit toestemming het verhuren van personeel en materiaal aan derden

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

COMMISSARiAAT VOOR DE MEDIA

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer De Wereld Draait Buiten / mr. Paul van Veen +31 (0)

3. Voor de relevante bepalingen wordt verwezen naar bijlage 1.

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer Natuurfilmfestival /628669

COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA Hoge Naarderweq 78 JIIII 1217 AH Hilversum Postbus BK Hilversum

AANGETEKEND Teleac/NOT

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer /618794

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 24540/

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 27200/ mr. Nancy van den Brink

Bij van 8 april 2010 verzocht u ons om goedkeuring voor Deelneming in het productiebedrijf Stokvis Content B.V.

COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Feiten

gezien het daartegen op 25 januari 2016, bij het Commissariaat binnengekomen op 28 januari 2016, door Omroep Zeeland ingediende bezwaarschrift,

Beslissing op bezwaar

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: ontheffingsverzoek ex artikel 3.24, tweede lid, en artikel 3.25 van de Mediawet 2008

Bij van 4 maart 2013 heeft de AVRO om goedkeuring verzocht voor de nevenactiviteit Het uitgeven van het magazine UitCetera.

Kenmerk: / Betreft: ontheffingsverzoek ex artikel 3.20, tweede lid, artikel 3.24, tweede lid, en artikel 3.25 van de Mediawet 2008

14 mei 2013 Nevenactiviteiten inzake dienstverlening aan Amstel Televisie Vijf BV

Transcriptie:

Besluit Kenmerk: 672592/674153 Betreft: toestemming voor nevenactiviteit Het in licentie geven van fragmenten van het NOS Jeugdjournaal en het produceren van aanvullend audiovisueel materiaal ten behoeve van gebruik door CED-groep in het online lesprogramma Nieuwsbegrip in clusters 1 en 2 A. Verloop van de procedure 1. Via het digitale meldingsformulier nevenactiviteiten van 13 juli 2016 heeft de NOS om toestemming verzocht voor de nevenactiviteit Het in licentie geven van fragmenten van het NOS Jeugdjournaal en het produceren van aanvullend audiovisueel materiaal ten behoeve van gebruik door CED-groep in het online lesprogramma Nieuwsbegrip. B. Juridisch kader 2. Voor de relevante juridische bepalingen wordt verwezen naar bijlage 1. C. Status van de activiteit Nevenactiviteit 3. Volgens artikel 1 van de Beleidsregels van het Commissariaat voor de Media van 1 januari 2016 houdende beleidsregels omtrent nevenactiviteit publieke media-instellingen (Beleidsregels nevenactiviteiten 2016) is een nevenactiviteit een activiteit als bedoeld in artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008. Te weten activiteiten, directe of indirecte deelnemingen in rechtspersonen daaronder begrepen, die niet rechtstreeks verband houden met of ten dienste staan van de uitvoering van de publieke mediaopdracht, met uitzondering van verenigingsactiviteiten als bedoeld in artikel 2.136 van de Mediawet 2008. 4. De activiteit van de NOS bestaat uit het in licentie geven van fragmenten van het NOS Jeugdjournaal aan CED-groep ten behoeve van het online lesprogramma Nieuwsbegrip. Daarnaast zal de NOS in opdracht van CED-groep aanvullend audiovisueel materiaal produceren ten behoeve van ditzelfde lesprogramma. Er wordt om toestemming verzocht voor een periode van twee jaar. 5. Deze activiteit houdt niet rechtstreeks verband met, en staat niet rechtstreeks ten dienste van, de uitvoering van de publieke media-opdracht van de publieke media-instelling en is evenmin een verenigingsactiviteit. 6. De activiteit is derhalve een nevenactiviteit als bedoeld in artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008.

Clusterindeling 7. Conform de Beleidsregels nevenactiviteiten 2016 valt deze melding in zowel cluster 1 als cluster 2. Het Commissariaat heeft in dit specifieke geval aanleiding gezien de nevenactiviteit separaat te toetsen omdat voor een vergelijkbare melding eerder geen toestemming is verleend door het Commissariaat omdat de vergoeding destijds niet marktconform werd geacht (zie hiervoor het besluit van 29 juli 2014 met kenmerk 628221/629183). D. Toetsing 8. Op grond van artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008 kan toestemming alleen worden gegeven als een nevenactiviteit verband houdt met, of ten dienste staat van, de verwezenlijking van de publieke media-opdracht en direct gerelateerd is aan het mediaaanbod van de publieke media-instelling, op marktconforme wijze wordt verricht en ten minste kostendekkend is. Relatietoets Fragmenten NOS Jeugdjournaal 9. Op grond van artikel 4, eerste lid, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2016, houdt een nevenactiviteit verband met of staat deze ten dienste van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht en is deze direct gerelateerd aan het media-aanbod van de publieke media-instelling indien het een nevenactiviteit betreft in cluster 1, de exploitatie van onverkort media-aanbod of publieke formats buiten de publieke media-opdracht. 10. De onderhavige nevenactiviteit betreft onder andere de exploitatie van onverkort mediaaanbod of publieke formats buiten de publieke media-opdracht en voldoet derhalve aan deze voorwaarde. De NOS heeft de fragmenten van het NOS Jeugdjournaal die in licentie worden gegeven uitgezonden. Produceren aanvullend audiovisueel materiaal 11. Op grond van artikel 4, tweede lid, onder sub a, b en c, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2016, houdt een nevenactiviteit verband met of staat deze ten dienste van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht en is direct gerelateerd aan het media-aanbod van de publieke media-instelling indien is voldaan aan de voorwaarde dat het personeel of de middelen niet zijn verworven met het oogmerk om te verhuren en daarnaast geldt dat: a. niet meer dan 10% van de omvang van het totale personeelsbestand of de totale oppervlakte waarover de publieke media-instelling beschikt in het kader van nevenactiviteiten is verhuurd aan derden; of b. sprake is van middelen die de publieke media-instelling nodig heeft voor de uitoefening van de publiek media-opdracht, maar die zij naar hun aard niet onafgebroken in gebruik heeft, en de publieke media-instelling op jaarbasis voor ten minste 50% van de tijd over de middelen kan beschikken; of c. sprake is van een ander geval op basis waarvan het Commissariaat afwijking van de in sub a of sub b genoemde percentages gerechtvaardigd acht. - 2 -

12. De onderhavige nevenactiviteit betreft het verhuren van personeel; in opdracht van CEDgroep groep zullen enkele bestaande medewerkers van de NOS aanvullend audiovisueel materiaal produceren dat zal worden gebruikt voor het online lesprogramma Nieuwsbegrip. 13. De NOS heeft aangegeven dat het personeel niet is verworven met het oogmerk te verhuren aan CED-groep. 14. In dit geval wordt daarnaast niet meer dan 10% van de omvang van het totale personeelsbestand waarover de publieke media-instelling beschikt in het kader van nevenactiviteiten verhuurd aan derden. 15. Gezien het voorgaande is het Commissariaat van oordeel dat de nevenactiviteit verband houdt met, of ten dienste staat van, de verwezenlijking van de publieke media-opdracht en direct gerelateerd is aan het media-aanbod van de NOS zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008. Marktconformiteit 16. Overeenkomstig artikel 5 van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2016 wordt bij de beoordeling of het verrichten van de nevenactiviteit marktconform is in ieder geval betrokken de kostprijs van de nevenactiviteit, de licentievergoeding en verkoopprijs van de nevenactiviteit en de markt die met de nevenactiviteit wordt betreden. 17. Het Commissariaat kan op grond van artikel 5, tweede lid, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2016 bij de beoordeling van de marktconformiteit ook andere factoren betrekken. 18. Het Commissariaat is vooralsnog van oordeel dat de nevenactiviteit, op basis van de nu bekende feiten en omstandigheden, aan deze voorwaarde voldoet. Hierbij heeft het Commissariaat het volgende overwogen. Fragmenten NOS Jeugdjournaal 19. In het onderhavige geval gaat het om het verkopen of in licentie geven van fragmenten van het NOS Jeugdjournaal aan CED-groep. De NOS heeft aangegeven dat de licentievergoeding tot stand is gekomen aan de hand van de Fragmentenregeling publieke omroepen en de bijbehorende Tarievenlijst van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. [VERTROUWELIJK]. Daarnaast is de vergoeding voor het tweede jaar onder voorbehoud van een eventuele wijziging van de Tarievenlijst van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. Ten slotte zal de CED groep, indien het materiaal niet rechtenvrij kan worden aangeleverd, de aanvullende kosten ter verwerving van de benodigde licenties aan de NOS voldoen. Produceren aanvullend audiovisueel materiaal 20. De vergoeding die de NOS ontvangt voor het produceren van het aanvullende audiovisuele materiaal betreft een volledige vergoeding van de (loon)kosten die de NOS hiervoor maakt. - 3 -

21. Het Commissariaat ziet op voorhand geen reden aan te nemen dat de nevenactiviteit niet marktconform wordt verricht zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008. Kostendekkendheid 22. Overeenkomstig artikel 8 van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2016 is er geen sprake van kostendekkendheid indien de nevenactiviteit direct of indirect wordt bekostigd door of anderszins ten laste komt van de publieke media-opdracht. 23. Het Commissariaat is vooralsnog van oordeel dat de nevenactiviteit voldoet aan de voorwaarde van kostendekkendheid. Hierbij heeft het Commissariaat het volgende overwogen. 24. Door de NOS is ter toelichting aangegeven dat de nevenactiviteit tot stand komt voor eigen rekening en risico van de licentienemer. De fragmenten van het NOS Jeugdjournaal die in licentie worden gegeven zijn geproduceerd in het kader van de publieke mediaopdracht en de NOS maakt hiervoor dus geen extra kosten. De kosten van het produceren van het aanvullende audiovisuele materiaal worden door de CED-groep vergoed. Dit blijkt onder meer uit de door de NOS aangeleverde begroting. De NOS loopt derhalve geen enkel financieel risico en maakt geen kosten voor de nevenactiviteit. 25. Het Commissariaat is dan ook van oordeel dat de nevenactiviteit kostendekkend wordt verricht zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008. 26. Het Commissariaat zal de kostendekkendheid jaarlijks controleren aan de hand van de jaarrekening. Conclusie 27. Aan de vereisten van relatie met de publieke media-opdracht, de marktconformiteit en kostendekkendheid is voldaan. Aan de nevenactiviteit Het in licentie geven van fragmenten van het NOS Jeugdjournaal en het produceren van aanvullend audiovisueel materiaal ten behoeve van gebruik door CED-groep in het online lesprogramma Nieuwsbegrip van de NOS kan op grond van het voorgaande toestemming worden verleend. 28. Het Commissariaat wijst er ten slotte op dat overeenkomstig artikel 15 van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2016 op publieke media-instellingen de zelfstandige verantwoordelijkheid rust om een nevenactiviteit tijdig (opnieuw) ter beoordeling aan het Commissariaat voor te leggen of per direct te staken zodra de nevenactiviteit niet langer binnen de reikwijdte van het toestemmingsbesluit valt. In een dergelijk geval is de nevenactiviteit niet langer toegestaan aangezien, bij voortzetting, die nevenactiviteit zal worden verricht zonder de in artikel 2.132, eerste lid, van de Mediawet 2008 genoemde toestemming. - 4 -

E. Openbaarmaking 29. Het Commissariaat zal de volledige tekst van het besluit, met uitzondering van de daarin vermelde persoonsgegevens en vertrouwelijke bedrijfsgegevens, openbaar maken door publicatie op zijn website. De publicatie vindt plaats veertien dagen nadat het besluit op de in artikel 3:41 van de Algemene wet bestuursrecht voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. 1 Het Commissariaat ziet daartoe geen belemmering op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur. F. Besluit 30. Op grond van het voorgaande besluit het Commissariaat als volgt: I. toestemming te verlenen voor de nevenactiviteit Het in licentie geven van fragmenten van het NOS Jeugdjournaal en het produceren van aanvullend audiovisueel materiaal ten behoeve van gebruik door CED-groep in het online lesprogramma Nieuwsbegrip voor de duur van twee jaar; II. het Commissariaat maakt de volledige tekst van dit besluit, veertien dagen na de voorgeschreven bekendmaking daarvan, met uitzondering van de daarin vermelde persoonsgegevens en vertrouwelijke bedrijfsgegevens, openbaar door publicatie op zijn website. G. Register 31. De nevenactiviteit is als Het in licentie geven van fragmenten van het NOS Jeugdjournaal en het produceren van aanvullend audiovisueel materiaal ten behoeve van gebruik door CED-groep in het online lesprogramma Nieuwsbegrip opgenomen in het openbare Register nevenactiviteiten, te vinden op de website van het Commissariaat (www.cvdm.nl). Een afschrift van dit besluit zendt het Commissariaat aan de NPO. Hilversum, 4 oktober 2016 COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA, prof. mr. dr. Madeleine de Cock Buning voorzitter drs. Eric Eljon commissaris Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt bezwaar maken bij het Commissariaat voor de Media, postbus 1426, 1200 BK te Hilversum. 1 dat wil zeggen door toezending aan de belanghebbende. - 5 -

Bijlage 1: Juridisch kader Artikel 2.132 van de Mediawet 2008 1. De NPO en de publieke media-instellingen mogen alleen na voorafgaande toestemming van het Commissariaat nevenactiviteiten verrichten 2. Nevenactiviteiten zijn activiteiten, directe of indirecte deelnemingen in rechtspersonen daaronder begrepen, die niet rechtstreeks verband houden met of ten dienste staan van de uitvoering van de publieke media-opdracht, met uitzondering van verenigingsactiviteiten als bedoeld in artikel 2.136. 3. Toestemming kan alleen worden gegeven als een nevenactiviteit verband houdt met of ten dienste staat van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht en direct gerelateerd is aan het media-aanbod van de publieke omroep, op marktconforme wijze wordt verricht en ten minste kostendekkend is. 4. In afwijking van het eerste lid is geen voorafgaande toestemming van het Commissariaat nodig voor het bij wijze van experiment van beperkte omvang en duur verrichten van nevenactiviteiten die bestaan uit het leveren van goederen of diensten, met inbegrip van rechten en verplichtingen aan: a. mediabedrijven ten behoeve van de versterking en verbetering van de nieuws- en informatievoorziening; of b. culturele instellingen. 5. De NPO en de publieke media-instellingen melden nevenactiviteiten als bedoeld in het vierde lid bij het Commissariaat. 6. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over: a. de wijze van melden; b. de omvang en duur van het experiment; c. de aard en inhoud van de nevenactiviteiten; en d. de samenwerking met de in het vierde lid, onderdelen a en b, bedoelde instellingen. Artikel 10 van de Wob 1. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit: ( ) c. bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld; ( ) 2. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen: ( ) d. inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen; e. de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer; ( ) Aantal bijlagen : Fout! Onbekende naam voor documenteigenschap. - 6 -