1 In de komende lessen lezen een gedeelte uit Genesis 12. Vers 1 $ybi^af tyb"miv $T:d:l-OMmIV $j:r:a-m" $l:=@le,rfb:a-=lae hvhy rmeao^y -v.%ae^r:a- rwea_ /reaf^hf=lae Een aantal onbekende of minder bekende woorden of vormen: $l:=@le =... @le = ga!; $l: = u, we vertalen: ga! $j:r:a-m"= uit uw land; Zie voorvoegsel! en APV! $T:d:l-OMmIV = en uit uw maagschap (de kring van uw familie) tdeleom = de kring van de familie tyb"miv = en uit het huis van; tyb" = status c. (Zie les 8!) van tiy B-^ = huis %ae^r:a-= ik zal u laten zien (ik zal u wijzen), imp. hi. van har. Vertaling: En de HEERE zei tegen Abram : Ga uit uw land, en uit de kring van uw familie, en uit het huis van uw vader, naar het land, dat Ik u wijzen zal. Vers 2.hkfrfB: h"y h:ev $me~^w: hlfd:-g a_-v $k:rebfa_-v lodfg yogl: $s:ieae:v $s:ieae = ik zal maken u, imp. van hsi = maken; Let op het APV! $k:rebfa_ = ik zal zegenen u; imperf. pi. van!rb = pi. zegenen :v wordt voor de a_ -v, dus: $k:rebfa_-v = en ik zal zegenen u In bovenstaande piél-vorm mist u de punt in de r. Dit komt doordat een r niet van een punt gediend is. De (_) onder de a wijst op de pi.! hlfd:-g a_-v = en ik zal grootmaken, imp. coh. pi. van ldg = pi. groot maken $me^w:= uw naam; Dit woord staat in pausa. Eigenlijk: $m:wi ; hkfrfb:= zegen
2 Vertaling En Ik zal u tot een groot volk maken, en u zegenen, en uw naam groot maken; en wees een zegen! Vers 3 Dit is even wat lastig!.hmfdfa_hf toxp:w:mi lok $b: Vkr:b:In:v roaaf $l:leq-m:v $yke^r_bfm: hkfr:bfa_-v hkfr:bfa_-v = en ik zal... $yke^r_bfm:=... Waarschijnlijk ziet u al de stamletters van het werkwoord zegenen. Deze vorm is het part.act. mnl. mv. van!rb= pi.: zegenen. Het part.act. pi. is te herkennen aan de letter m:. Aan het eind ziet u het APV. $:lel-q:m = part. act. mnl. ev. pi. met APV van llq = gering achten, vervloeken Over de participia straks meer! roaaf= ik zal vervloeken, imp. van rra = vervloeken Vkr:b:In = perf. ni. van!rb; Vkr:b:In:v = en zij zullen gezegend worden toxp:w:mi = geslachten van, status c. mv. van hxfpfw:mi = geslacht hmfdfa_hf = de aarde (Ziet u de naam Adam?) Vertaling (letterlijk) En Ik zal zegenen, (de) zegenenden u, en vervloeken, (de) vervloekenden u; en in u zullen alle geslachten van de aarde gezegend worden. Goede vertaling En Ik zal zegenen, die u zegenen, en vervloeken, die u vervloekt; en in u zullen alle geslachten van de aarde gezegend worden.
3 Het participium act. (herhaling en uitbreiding) Het participium act. van het werkwoord doden = lou"q Om precies te zijn: lou"q = part. act. mnl. ev. = dodende Een participium kan ook een APV krijgen. Dat gaat net zo als bij een zelfstandig naamwoord. Kijkt u maar! Uop"w = richter; yuiop"w = mijn richter; $u:opiw = uw richter. lou"q = dodende; yliou:q = dodende mij; $l:ouiq = dodende jou / u Bij,keyu"op:w ziet u een yod voor het APV. Deze yod wijst erop dat het naamwoord meervoud is: Jullie richters Zo ook: $yke^r_bfm: = part.act. pi. mnl. mv. Het participium act. qal lou"q mnl.ev. hlfou:q vrl.ev.,yliou:q mnl.mv. tolou:q vrl.mv. Herkenning van het actieve participium lou"q qal mnl. ev. te herkennen aan: o-é / e; mnl. mv.:,yliou:q vrl. vormen: hlfou:q, tleou^eq ( lufq:in ni. mnl. ev. te herkennen aan: ni lu"q-m: pi. mnl ev. te herkennen aan: me lu"q-t:mi ht. mnl.ev. te herkennen aan: mit lyuiq:m- hi. mnl. ev. te herkennen aan: ma Ook het part. act. mnl.mv, vrl.ev. en vrl. mv. zijn hiermee te herkennen.
4 Opdracht 1 Lijntrekken (werkwoorden) 1 imperfectum-vorm bt-kf 1 2 part. mnl. ev. qal tobot:k 2 3 part. mnl. mv. pi. lou"q 3 4 perfectum-vorm lufq:in 4 5 part. mnl. ev. pi. $yke^r_bfm: 5 6 part. mnl. ev. hi. bt"k-m: 6 7 part. mnl. mv. qal,yliou:q 7 8 part. mnl. ev. ni. hlfou:q 8 9 part. vrl. ev. qal lyuiq:m- 9 10 part. vrl. mv. qal 11 geb. wijs qal Opdracht 2 dmi = staan; OD:g en l: = tegenover hem,rfb:a-=lae hvhy rmeao^y -v hmf:y r-j:mi [c"oy bwff^y -v $j:r:a-m" $l:=@le hfmfd_afh tox:p:wim lok $:b Vk:r:bIn:v lodfg yogl: $s:ieae:v hkfrfb: h"y h:ev,wf rb"qfiy -v o] rh_a- tm",wf OD:g en l: dom"i wyai=h"n hi:v =
5 ANTWOORDEN Opdracht 1 Lijntrekken (werkwoorden) 1-4; 2-10; 3-2; 4-8; 5-3; 6-5; 7-7; 8-9; 9-6 Opdracht 2 dmi = staan; OD:g en l: = tegenover hem,rfb:a-=lae hvhy rmeoa^y -v hmf:y r-j:mi [c"oy bwff^y -v $j:r:a-m" $l:=@le = En hij zei tegen Abram. = En Jozef keerdeterug naar Egypte = Ga uit uw land. hfmfd_afh tox:p:wim lok $:b Vk:r:bIn:v = en in u zullen alle geslachten van de aarde gezegend worden. lodfg yogl: $s:ieae:v = En Ik zal u tot een groot volk maken. hkfrfb: h"y h:ev,fw r"bfqiy-v o]r_h-a t"m,fw OD:g en l: dom"i wyai=h"n hi:v = Wees een zegen. = Daar stierf Aäron en daar werd hij begraven. = En zie, een man stond tegenover hem.