DE GENEESKUNDIGE DIENST IN SURINAME DOOR P. COOL De in de West-Indische Gids van Juli en October 1.1. verschenen stukken, resp. van de hand van den heer van Drimmelen, getiteld een uitweg voor verzinkend Suriname" en van die van den heer Bonne onder het opschrift Organisatie van den geneeskundigen dienst in Suriname", hoewel handelende over geheel verschillende onderwerpen, geven op één punt een gemeenschappelijk oordeel weer. Het opstel van den eersten schrijver ziet in de opheffing van de militaire bezetting den eenigen reddingbrengenden uitweg voor de kolonie, met als niet in het bijzonder genoemd maar van zelf sprekend gevolg: het heengaan van den Militairen Geneeskundigen Dienst. De tweede schrijver acht een behoorlijke organisatie van den Burgerlijk Geneeskundigen Dienst in Suriname onmogelijk zoolang de M. G. D. het voornaamste hospitaal in handen heeft. Beide schrijvers stemmen dus hierin overeen dat voor den Mil Geneesk. Dienst de tijd is gekomen om heen te gaan. Het zij mij vergund eene poging te doen om de zaak waar het om gaat ook van een andere zijde te belichten. Of zoowel Suriname als Curasao geheel zonder eenige militaire bezetting kunnen, is nog zeer de vraag. Zoowel de jongste gebeurtenissen te Willemstad als hetgeen eenige jaren geleden aan de Lawa is geschied, geven zeker nog geen waarborg, dat het Nederlandsch gezag aan een inheemsche politiemacht voldoenden steun heeft. Nog slechts eenige weken geleden heeft de Fransche Compagnie des Mines d'or, gevestigd aan de Lawa, voor haar doen zeer ver gaande concessies gedaan om toch maar een militairen
ts64 DE GENEESKUNDIGE DIENST IN SURINAME post aan die rivier te mogen behouden. Van de overbodigheid van een zij het ook kleine, troepenmacht in de kolonie is deze buitenlandsche maatschappij zeker allerminst overtuigd. Degenen die wijzen op de naburige Engelsche bezittingen, welke het zonder militaire bezetting doen, mogen bedenken dat het Engelsche Bestuur in West-Indië beschikt over een vrij sterk marine eskader, dat zoo noodig dienst kan doen en ook doet als varende troepenmacht. Dat deze bestemming een van de redenen van hunne aanwezigheid in W. I. is wordt door de Engelsche zeeofficieren zelve erkend. Wat aangaat de bedenkingen van den heer Bonne tegen den M. G. D. diene het volgende: Inderdaad maakt op het eerste gezicht een Militair Hospitaal met slechts enkele militaire verpleegden op een totaal van 400 500 lijders een vreemden indruk, vooral op degenen die in Suriname komen met slechts Hollandsche ervaring. Voor hen, die in Nederlandsch Oost Indië heeft rondgezien is het reeds een ander geval. Hunne verbazing is al minder groot. Deze laatst en weten, dat de Indische Militaire Hospitalen voor een groot deel door burgers worden bevolkt, dat de zoo belangrijke buitenbezittingen, d. z. de eilanden buiten Java en Madoera, op enkele uitzonderingen (Deli) na, bijna uitsluitend militaire ziekeninrichtingen of onder beheer van officieren van gezondheid staande burgerlijke ziekeninrichtingen bezitten en dat zelfs belangrijke handelsplaatsen als Padang en Makassar, om van steden als Kota Radja, Palembang, Ambon, Pontianak, Bandjermassin enz. niet te spreken, een zelfde beeld vertoonen. Dat dus b.v. in Makassar het aantal militaire lijders slechts een zeer klein deel van het totaal uitmaakt, behoeft niet nader te worden uiteengezet. Niet zonder reden is het corps officieren van gezondheid in Nederlandsch Indië dan ook véél en veel grooter in aantal dan dat der gouvernements artsen. Het is trouwens voor ieder buitenstaander bij den eersten oogopslag duidelijk dat op een leger van hoogsten 40.000 manschappen, geen 240 officieren van gezondheid noodig zijn. In werkelijkheid verricht derhalve de M. G. D. in Ned. Indië Bur-
DE GENEESKUNDIGE DIENST IN SURINAME 655 gerlijken Dienst, zoowel in de hospitalen als op de tallooze posten". Buiten Java en Madoera is nog altijd het leeuwendeel van den geneeskundigen dienst opgedragen aan militaire artsen, terwijl de functie van Geneeskundig Inspecteur der verschillende gewesten wordt vervuld door de verschillende gewestelijke eerst aanwezende officieren van gezondheid, in den regel hoofdofficieren. Vanzelf rijst nu de vraag, waarom is in Ned. Oost-Indië deze toestand op de buitenbezittingen bestendigd ondanks de aldaar in 1910 voltrokken scheiding tusschen Militairen en Burgerlijken Geneeskundigen Dienst? Waarom heeft men aldaar niet doorgevoerd, wat de heer Bonne voor Suriname aangewezen acht, n.l. verwijdering van den M. G. D. uit de toch hoofdzakelijk door burgers bevolkte hospitalen? Het antwoord moet dan luiden: omdat men zelfs in het rijke Indië twee geneeskundige organisaties naast elkaar te kostbaar oordeelt en evenmin een goed werkenden, historisch gegroeiden dienst zonder veel personeele en materieele bezwaren kan doen overgaan in eenen op andere leest geschoeiden en onder andere leiding staanden. De op- en inrichting van den B. G. D. op Java en Madoera is met zoovele horten en stooten in zijn werk gegaan, deze dienst en die der pestbestrijding hebben zóó zeer geleden onder gebrek aan hooger en lager personeel en zoo vele malen de hulp van het Dep. v. Oorlog moeten inroepen ter bekoming van officieren van gezondheid voor herinnering", dat in Indië genoegzaam is bewezen, dat deskundigheid der leiders nog niet altijd een goede organisatie waarborgt. De aanneming op groote schaal van buitenlandsche artsen heeft tijdelijk weliswaar de personeel misère verminderd, van een uitbreiding v. d. B. G. D. over den gehéélen archipel heeft men echter moeten afzien. Hetgeen men dus voor de buitengewesten in Indië na eene ervaring van ruim 12 jaren tot nu toe heeft gemeend te moeten nalaten zou dan goed zijn voor het zoo oneindig veel armere Suriname? Suriname, dat in niets op het dichtbevolkte en alzijdig in cultuur gebracht Java, maar veel meer op een dier nog slechts gedeeltelijk onder be-
656 DE GENEESKUNDIGE DIENST IN SURINAME stuur gebrachte gebiedsdeelen van ons Indië gelijkt, al wekt aldaar, evenals hier, de hoofdplaats een andere verwachting. Zoo vele malen reeds is de opheffing van den M. G. D. in Suriname, die behalve het groote Militaire Hospitaal te Paramaribo ook de ziekeninrichtingen te Albina en Nieuw-Nickerie onder zich heeft, ter sprake gekomen. Steeds was het advies van alle terzake deskundigen ongunstig, dus tegen opheffing. Immers het feit, dat de genoemde ziekeninrichtingen onder militair beheer staan, waarborgt aanvulling van het corps officieren van gezondheid met de zoo noodige tropische krachten, en wel op weinig kostbare wijze. Officieren van gezondheid zijn voor een driejarige detacheering uit O. Indië nog wel te vinden, gouvernementsartsen, toch al noode gemist, zeker niet. Ook voor de geneesk. school te Paramaribo is dergelijke aanvulling van bijzondere waarde. En blijft Nederland met de militaire bezetting ook den Mil. Geneeskundigen Dienst bekostigen, dan blijft de kolonie in het bezit van een Hospitaal dat de naburige koloniën haar benijden en uit de koloniale middelen niet zou kunnen worden bekostigd. Ten slotte nog een woord over de zoo zeer gewenschte -eenheid in het geneeskundig toezicht in Suriname. De heer Bonne geeft zelf reeds den weg aan langs welken men tot deze eenheid had kunnen komen zonder finantieele of personeele bezwaren, De fgd. Inspecteur B. G. D. tevens chef M. G. D. en chef Hospitaal had inderdaad geen tijd genoeg beschikbaar voor deze functies te zamen. Niets ware eenvoudiger geweest dan onder den Chef M. G. D. fgd. Inspecteur B. G. D., evenals in Indië, een chef Hospitaal te plaatsen, die den eersten van alle beslommeringen van het groote Hospitaal te Paramaribo ontlastte en toch aan dezen ondergeschikt was. De eisch, volgens den heer Bonne aan dien fgd. Inspecteur B. G. D. te stellen, dat hij hygiënist is, lijkt zwaarder dan hij is. Kennis van hygiëne is voor den hoofdofficiersrang b. d. M. G. D. in Indië een vereischte, en bekwame bacteriologen telt het Ned. Ind. leger, dat een etgen Centraal Mili-
DE GENEESKUNDIGE DIENST IN SURINAME 657 tair Geneeskundig laboratorium onder een /joo/dofficier bezit, in voldoend aantal. Of echter de kennis van hygiëne in een arm land als Suriname voor een geneeskundig Inspecteur een éérste eisch is, valt nog zeer te betwijfelen. Hygiënische maatregelen kosten zonder uitzondering veel, zéér veel geld. Bij een zoo gering getal productieve inwoners als Suriname telt, brengen de meest eenvoudige verbeteringen op 't gebied van behuizing, rioleering, watervoorziening enz. vermoedelijk niet eens hare rente op. En deze eisch heeft men aan uitgaven ten behoeve van den gezondheidstoestand gedaan, zeker te stellen. De taak van den Inspecteur B. G. D. alhier is echter reeds omvangrijk genoeg en omvat zooveel nuttigs en noodigs op geneeskundig gebied, zoowel in de stad als in de districten, om van de tijdroovende maar noodige bureau- en commissiewerkzaamheid niet te spreken, dat een door ervaring gesteunde leidende hand onvoorwaardelijk noodig blijft. Talrijke vraagstukken op het gebied van verpleging van lepralijders, geneeskundige arm verzorging, geneeskundige opleiding enz, liggen nog te wachten. Suriname zie derhalve niet steeds naar Nederland, maar naar tropisch Nederland, naar Indië, spiegele zich aan de aldaar opgedane ervaringen en bedenke dat het fofere dikwijls de vijand is van het goeitf. Zijn dan ook niet altijd de hoogere idealen te bereiken, ook de lagere zijn het streven waard en door B. G. D. en M. G. D. naast elkaar onder eenof tweehoofdige leiding zeker te bereiken. Paramaribo, 18. 11. '23. 42