Richtlijn Niet scrotale testis (NST) (2012, multidisciplinair)

Vergelijkbare documenten
Richtlijn Niet scrotale testis (NST) (2012, multidisciplinair)

Richtlijn Niet scrotale testis (NST) (2012, multidisciplinair)

Multidisciplinaire richtlijn. Signalering van en verwijzing bij niet-scrotale testis

Beslissingsanalyse. niet-scrotale testis

De niet-ingedaalde zaadbal bij jongens

Niet in de balzak aanwezige zaadbal (orchidopexie)

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen

Orchidopexie bij kinderen

Samenvatting. Samenvatting

DE BALLEN. A.W.T.M. Roelofs. Uroloog Rijnstate Arnhem. Voorlichtingsavond huisartsen

Orchidopexie bij kinderen

Inleiding Orchidopexie betekent: het plaatsen van de zaadbal (testis) in de balzak (scrotum). In deze brochure vindt u informatie over deze ingreep.

30 augustus 2010 The Dutch Hypospadias Study PATIËNTENINFORMATIE. "Nederlandse Hypospadie Studie"

Niet ingedaalde testikel. Afdeling Urologie

Niet ingedaalde zaadbal bij kinderen Behandeling door de chirurg

Orchidopexie Operatieve behandeling van een niet-ingedaald balletje

(orchidopexie, bij kinderen)

Niet ingedaalde testis Orchidopexie Urologie

niet ingedaalde teelbal

Determinantenanalyse/proefimplementatie JGZrichtlijn

Orchidopexie bij kinderen (vastzetten van de zaadbal)

PATIENTENBROCHURE Orchidopexie of Cryptorchidie-correctie (herstel van niet-ingedaalde teelbal)

Operatie aan de balzak. Dagbehandeling / Kort verblijf

Niet ingedaalde zaadbal

BDS-protocol. JGZ-richtlijn Seksuele Ontwikkeling

De niet-ingedaalde testikel

De niet-ingedaalde testikel

Bijlage I Indicatoren en kwaliteitsnormen

Urologie. De niet ingedaalde teelbal (cryptorchidie)

Informatiebrief GRAFITI-studie

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. De niet ingedaalde testikel. rkz.nl

Ingreep aan de niet ingedaalde zaadbal

H Kind. Vastzetten zaadballetje in balzak

Niet ingedaalde zaadbal

Niet ingedaalde zaadbal (testikel) bij kinderen

PATIËNTEN INFORMATIE. Orchidopexie bij kinderen Het plaatsen van de zaadbal in het scrotum

Urologie Operatieve correctie van de nietingedaalde

ORCHIDOPEXIE VASTZETTEN VAN EEN NIET INGEDAALDE ZAADBAL

Systematische review naar effectieve interventies ter preventie van kindermishandeling.

Niet ingedaalde balletjes

De niet ingedaalde testikel of gedraaide teelbal (torsio) (bij volwassenen) Urologie

Niet-ingedaalde testikel

Niet ingedaalde zaadbal

ORCHIDOPEXIE VASTZETTEN VAN EEN NIET INGEDAALDE ZAADBAL FRANCISCUS GASTHUIS

Procedures Richtlijnen

ETHIEK TAKE HOME TOETS

Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek

Resultaten Evaluatie Pilot Bloeddrukmeting Augustus 2015

H Niet ingedaalde testikel/zaadbal

Richtlijn Overgewicht (2012)

Regionaal ziekenhuis, mammapoli BEHANDELPROTOCOL VERSTOORD ZELFBEELD

Foto: halfpoint. 123rf.com. methodisch werken

Kwaliteitsprofiel Verloskundige Echoscopist maart 2011

Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes. Evidence-based handelen bij lage rugpijn

Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek

Niet-ingedaalde teelbal

DE NIET INGEDAALDE TESTIKEL ORCHIDOPEXIE FRANCISCUS VLIETLAND

De niet-scrotale testis: huidige inzichten en advies voor behandeling

Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap

NEDERLANDSE SAMENVATTING

LUSTRUMPROGRAMMA OPLEIDING MONDZORGKUNDE UTRECHT:

Is er een expertisecentrum?

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Testing the undescended testis de Vries, Annebeth. Link to publication

De niet-ingedaalde testikel. Orchidopexie

Nederlandse samenvatting

AMC. Landelijke capaciteit meting in de Jeugdgezondheidszorg - Factsheet-

liesbreukoperatie bij kinderen

Niet ingedaalde zaadbal bij kinderen

Orchidopexie leefregels voor thuis

Zoeken naar evidence

DIRECTE TOEGANKELIJKHEID MANUELE THERAPIE VANUIT WETENSCHAPPELIJK PERSPECTIEF

Elkerliek Ziekenhuis T.a.v. mevrouw prof. dr. E. de Bont, voorzitter raad van bestuur Postbus AB HELMOND

KWALITEITSRAPPORTAGE PROLAPS vaginale verzakking

Liesbreukoperatie bij kinderen

Richtlijn Signalering en verwijscriteria bij kleine lichaamslengte (2010)

status meting in Ketenzorgproject COPD regio Dordrecht

Herregistratie BIG-register Terugblik & cijfers. Maart Postbus DR Heerlen

Hand-out perspectief Vasculitis

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Peer review EBM. Ontwikkeld door WVVK in opdracht van Pro-Q-Kine

medische dossiers op mobiele pc

Rapport Complicaties bij Zwangeren

RESULTATEN NATIONALE PIJNMETING: PIJNPATIENTEN SIGNALEREN ERNSTIG GEBREK AAN ERKENNING EN GOEDE ZORG

Samenvatting Samenvatting

Niet ingedaalde zaadbal bij kinderen

ORCHIDOPEXIE NIET INGEDAALDE ZAADBAL

egtafel voor ouderen en

Richtlijn Vroeg en/of small voor gestational age (SGA) geboren kinderen (2013)

DIFFERENTIAALDIAGNOSTIEK TOS BIJ HET JONGE KIND

Dexamethasone for Cardiac Surgery (DECS) trial (Studie naar dexamethason bij hartchirurgie)

Nacontrole: scan goed, alles goed? Dr Tom J. Snijders Neuroloog, UMC Utrecht

Wat is er toch gaande in de lucht!

Maternale Neonatale Hyperthyreoïdie. Gynaecologie

LEIDRAAD KWALIFICERING CHIRURGIE BIJ KINDEREN IN ALGEMENE ZIEKENHUIZEN

Behandelteam voor kinderen en jongeren met een stoornis/variatie in de geslachtelijke ontwikkeling

Vroeg opsporen en voorkomen achteruitgang chronische nierschade

Antwoord van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 december 2010)

Patiënteninformatie. Orchidopexie operatie bij uw zoon

Transcriptie:

Richtlijn Niet scrotale testis (NST) (2012, multidisciplinair) Inleiding Voorgeschiedenis Uit een serie publicaties in de jaren '80 bleek dat het aantal chirurgische ingrepen voor NST grofweg twee tot vier maal hoger was dan verwacht op basis van de incidentie van NST bij de geboorte (Van Gelderen, 1986; De Muinck Keizer-Schrama, 1987; Venlet-Melchior, 1989). Verschillende oorzaken van deze discrepantie werden onderkend, zoals het ontbreken van een eenduidige definitie, onduidelijkheid ten aanzien van de prognose voor toekomstige testisfunctie, het ontstaan van NST ná de geboorte en verschillende opvattingen over hoe en wanneer jongens met NST zouden moeten worden behandeld. Tegen die achtergrond is in oktober 1986 door het toenmalige Centraal Begeleidings Orgaan voor de intercollegiale toetsing (CBO; tegenwoordig het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg) een consensusbijeenkomst georganiseerd, met als doel om op basis van de (beperkte) beschikbare evidentie tot een multidisciplinaire richtlijn te komen voor het beleid bij NST (De Muinck Keizer-Schrama, 1987). Onderdeel van de consensus was de landelijke invoering van de testis-registratiekaart (ook wel het ballenkaartje genoemd). Na de CBO-consensus is de registratie van de testispositie bij pasgeborenen opgenomen in het integraal dossier jeugdgezondheidszorg (JGZ) en het groeiboekje. De consensus is echter nooit formeel uitgewerkt in een richtlijn. Het belangrijkste doel van de consensus, namelijk het niet uitvoeren van orchidopexie als de testis op een eerder moment in het leven normaal scrotaal was gelegen volgens onder andere de gegevens van de JGZ, is niet bereikt. In 2004 is een scriptie verschenen (Horstink-uit de Weerd, 2004) waarin de destijds bestaande protocollen binnen de JGZ werden geëvalueerd. Het beleid van verwijzen bij NST blijkt in deze protocollen sterk te variëren. Leeftijdsgrenzen voor verwijzing worden in dergelijke protocollen bijvoorbeeld niet altijd aangegeven. In 2008 is mede daarom gestart met de ontwikkeling van een richtlijn voor de JGZ door middel van literatuuronderzoek en bespreking daarvan in expertmeetings. Dit leidde in 2009 tot een concept-eindversie van de richtlijn. Deze werd echter, door controverse in het veld, door de Richtlijn Advies Commissie (RAC) van het toenmalige RIVM/Centrum Jeugdgezondheid (tegenwoordig het NCJ, Nederlands Centrum Jeugdgezondheid) aangehouden. Vanwege de controverse startte in datzelfde jaar het project: Gebruik van beslissingsanalyse en patiënten voorkeuren bij ontwikkeling en toepassing van richtlijnen geïllustreerd aan de hand van de richtlijn niet-scrotale testis. In combinatie met een expertbijeenkomst voor de vertaling naar de praktijk heeft dit Pag 1 van 19

geleid tot deze onderhavige richtlijn. Voor een korte samenvatting van het project en de expertbijeenkomst, zie bijlage 2a. Voor een uitgebreide toelichting: zie de aparte bijlage 2b. Afbakening onderwerp richtlijn en doelgroep Deze multidisciplinaire richtlijn is gericht op de correcte signalering van en verwijzing bij NST. Dit zijn taken die in elk geval op standaardmomenten worden uitgevoerd door de JGZ (door de jeugdarts en verpleegkundig specialist), maar tevens op indicatie of vraag door de huisarts en de kinderarts. Kinderen worden vervolgens verwezen naar de specialist: (kinder)uroloog, (kinder)chirurg (1) of kinderarts. Deze artsen zijn derhalve ook de doelgroep van deze richtlijn. (1) Hieronder wordt in dit verband verstaan: een uroloog/chirurg werkzaam in een kinderchirurgisch centrum, alsook een uroloog/chirurg die ervaring heeft met de behandeling van NST bij kinderen. Doelstelling Een richtlijn is een document met aanbevelingen ter ondersteuning van zorgprofessionals en zorggebruikers, gericht op het verbeteren van de kwaliteit van zorg, berustend op wetenschappelijk onderzoek aangevuld met expertise en ervaringen van zorgprofessionals* en zorggebruikers** (Brummen, 2010). Het uiteindelijke doel hiervan is betere, uniforme advisering, correcte verwijzing en hulp aan ouders en kinderen. * Onder zorgprofessionals worden alle BIG-geregistreerde zorgverleners verstaan, onder wie artsen, verpleegkundigen, apothekers, fysiotherapeuten, gezondheidszorgpsychologen, psychotherapeuten, tandartsen, verloskundigen en verpleegkundig specialisten. ** Onder zorggebruikers worden patiënten, cliënten, familie van patiënten en cliënten, en mantelzorgers verstaan. Pag 2 van 19

1. Definities en het onderzoek naar NST Definitie NST algemeen NST is gedefinieerd als een testis die niet in een stabiele ligging onder in het scrotum (balzak) is te krijgen tijdens het lichamelijk onderzoek. Andere gehanteerde benamingen voor NST zijn: cryptorchisme, niet-ingedaalde testis en maldescensus testis. Cryptorchisme betekent strikt gezien een verborgen (dat wil zeggen niet-voelbare) testis (crypto = verborgen, orchid = testis) maar wordt in de Angelsaksische literatuur ook gebruikt om de wel palpabele NST aan te duiden. In deze richtlijn wordt gesproken van niet-scrotale testis, omdat dit binnen Nederland de meest gebruikelijke benaming is en de voorkeur van de bij deze richtlijn betrokken experts geniet. In het geval van hoogscrotale testis zou verwarring kunnen ontstaan: alhoewel deze in het scrotum gebracht kan worden, wordt een hoogscrotale testis als NST geclassificeerd omdat de testis, conform de definitie, niet stabiel onder in het scrotum is te brengen. Scrotale en niet-scrotale testis NST kan op verschillende manieren worden ingedeeld. Doorgaans wordt de indeling gedaan op basis van de ligging van de testis in rust en na palpatie, het palpabel zijn van de testis, de mogelijkheid NST naar een stabiele scrotale positie te manipuleren en/of het moment van ontstaan (aangeboren dan wel verworven). Hierbij wordt uitgegaan van de volgende acties: Tijdens het lichamelijk onderzoek: het herkennen van NST (visuele inspectie en palpatie van de ligging). Manipulatie (pogen om de testis scrotaal te krijgen). Navraag bij ouders over de recente ligging. Verificatie van de voorgeschiedenis van de ligging van de testis middels dossieronderzoek (bij bijvoorbeeld verloskundige, JGZ, huisarts, kinderarts) naar eerdere ligging van de testis. Als minimaal twee onafhankelijke beoordelaars geconcludeerd hebben dat de testis na de geboorte scrotaal was, is geen sprake van een aangeboren NST. Dit leidt na manipulatie tot de volgende indeling: Scrotaal (spontaan, dan wel na manipulatie (retractiel)). Niet-scrotaal: - Palpabel (waaronder ook de hoog-scrotale testis die vóórmanipulatie doorgaans in het Pag 3 van 19

Scrotaal liesgebied gelegen is). - Niet-palpabel. Van een normaal scrotale testis wordt gesproken indien de testis stabiel onder in het scrotum is gelegen of daar door manipulatie is te brengen, zoals in het geval van de retractiele testis. De retractiele testis (RT) is een volledig ingedaalde en normaal ontwikkelde testis die vanuit zijn positie in het scrotum door contractie van de cremasterspier uit de normale scrotale positie getild kan worden en zo hoog in het scrotum of in het liesgebied kan komen te liggen. De RT kan meestal door voorzichtige manuele manipulatie naar een normale stabiele lage positie in het scrotum worden gebracht, zonder dat de trekkracht (tractie) die tijdens manipulatie op de funiculus spermaticus wordt uitgeoefend pijnlijk is. Het is mogelijk dat de testis niet palpabel is of niet scrotaal is (te krijgen) tijdens het onderzoek. Men kan op dat moment de diagnose RT niet stellen. Om die reden kan navraag doen bij ouders of zij weten wat de recente positie is aanvullend van belang zijn. De ouders kan worden gevraagd om thuis na te gaan of de testis een scrotale ligging krijgt bijvoorbeeld nadat het jongetje 15 minuten in een warm bad zit. Als de ouders/het kind de testis thuis wel kunnen/kan voelen (alleen het zien van de testis is niet voldoende) in het scrotum is mogelijk sprake van een RT. Die observatie is een zwaarwegend argument voor de arts om het onderzoek te herhalen, desnoods meerdere malen. De diagnose RT kan echter niet worden gesteld op basis van informatie van de ouder/het kind en kan pas zeker gesteld worden wanneer bij het onderzoek door de arts de testis in een stabiele positie in het scrotum kan worden gebracht. Onder stabiel wordt verstaan dat de testis na loslating niet ogenblikkelijk terugveert naar de verhoogde positie. Tractie aan het ophangapparaat is over het algemeen niet pijnlijk. De RT wordt als fysiologisch normaal beschouwd en is daarmee geen NST. Niet-scrotaal Een NST is een testis die niet in een normale stabiele positie in het scrotum is te brengen. Het betreft zowel de niet-palpabele testis als de palpabele testis die echter niet stabiel scrotaal kan worden gebracht. Tractie (rek) aan de funiculus kan bij NST (zeer) pijnlijk zijn. Van de aangeboren (congenitale) vorm is sprake wanneer de testis vanaf de geboorte niet volledig is ingedaald. Als de testis bij de geboorte wél normaal ingedaald was, maar op een later moment niet meer volledig stabiel onder in het scrotum is te brengen, wordt gesproken van een verworven NST. Als de testis ten tijde van het onderzoek niet scrotaal is te krijgen, maar de ouder/het kind desondanks aangeeft dat zij de testis zelf wél recent scrotaal hebben gevoeld, is dit een argument om het onderzoek te herhalen (verificatie) omdat sprake zou kunnen zijn van een RT (zie eerder). Pag 4 van 19

Het onderzoek bestaat uit: Lichamelijk onderzoek, zie kader Het onderzoek naar NST. In geval van een niet-scrotale testis wordt de classificatie op basis van de medische voorgeschiedenis gedaan. Als de voorgeschiedenis niet beschikbaar is, wordt deze actief nagevraagd bij de voorgaande ketenpartners (verloskundige, kinderarts, huisarts). Registratie De testispositie (zowel normaal als afwijkend) wordt genoteerd in het Digitaal Dossier JGZ en deze dient, indien aanwezig, ook in het groeiboekje (dat op veel plaatsen in Nederland gebruikt wordt door de JGZ en aan ouders wordt meegegeven) genoteerd te worden. In het groeiboekje is hiervoor een specifieke pagina waarop de testispositie gedrukt staat aanwezig. HET ONDERZOEK NAAR NST, de uitvoering Omgeving: Het lichamelijk onderzoek wordt verricht in een warme kamer, op een warm oppervlak, waarbij de onderzoeker warme handen heeft. Het onderzoek wordt uitgevoerd met de jongen in de houding die de arts het meest handig acht. Als de testis dan echter niet palpabel is of niet scrotaal is te krijgen, dan zal het onderzoek alsnog in kleermakerszit of hurkzit uitgevoerd moeten worden (of liggend, afhankelijk van de leeftijd). Visuele inspectie: Voordat het genitaal wordt aangeraakt (omdat de cremasterreflex daarmee geïnduceerd kan worden): beoordeling van grootte en symmetrie van het scrotum en aanwezigheid van de testis. Manueel onderzoek: Beginnend op de onderbuik, vanaf de bovenste bekkenrand, worden de vingertoppen van de voorkeurshand naar het scrotum bewogen. Als in de lies een testis wordt gevoeld, wordt deze voorzichtig naar beneden gemobiliseerd en de laagste ligging bepaalt de classificatie van NST. Als de manipulatie naar caudaal pijnlijk is, moet deze niet worden voortgezet. Is de manipulatie pijnloos, dan kan mogelijk een normale scrotale testispositie worden bereikt. Bij twijfel over de aanwezigheid van een testikel of de te bereiken positie kunnen de hand en het te onderzoeken gebied glad worden gemaakt met gel of zeep. Dit vergemakkelijkt palpatie. Als het onderzoek slecht uitvoerbaar of interpreteerbaar is, wordt het bij een volgende gelegenheid herhaald. Referenties Pag 5 van 19

Zie referentielijst. Pag 6 van 19

2. Verwijzing Wanneer en naar wie? Altijd verwijzen bij: Aangeboren bilaterale niet-palpabele NST en/of ambigu genitaal zo spoedig mogelijk na de geboorte naar kinderarts voor verdere diagnostiek. Bij voorkeur verwijzing naar kinderarts met specifieke belangstelling voor kinderendocrinologie of naar kinderendocrinoloog. Diagnostiek en behandeling van kinderen met ambigu genitaal altijd in kinderendocrinologisch centrum. Aangeboren unilateraal palpabel/niet-palpabel en aangeboren bilateraal palpabel NST vanaf de leeftijd van 6 maanden verwijzen naar huisarts of indien mogelijk rechtstreeks naar de (kinder)uroloog of (kinder)chirurg. Geadviseerd wordt tussen 6 en 12 maanden te opereren. Verworven unilateraal en bilateraal NST bij diagnose en na verificatie verwijzen naar huisarts en/of kinderarts/(kinder)uroloog/(kinder)chirurg om de behandelopties (direct opereren of gecontroleerd afwachten tot de puberteit) te bespreken. Wie deze taak op zich neemt, dient regionaal te worden afgesproken. Als besloten wordt niet direct te opereren, wordt een vervolgafspraak gemaakt en wordt bij niet spontaan indalen in de puberteit alsnog geopereerd, bij voorkeur voor de 13e verjaardag. Pijn in liesgebied/scrotum bij verworven NST: doorverwijzen naar huisarts/kinderarts/(kinder)uroloog/(kinder)chirurg. Bij twijfel over retractiliteit verwijzen naar kinderarts, (kinder)uroloog of (kinder)chirurg voor beoordeling. Bij ingedaalde testis of NST met een andere aangeboren afwijking aan het genitaal (penisafwijking, hypospadie) en/of syndromale kenmerken verwijzen naar huisarts/kinderarts(endocrinoloog) voor nader onderzoek en zo nodig behandeling door (kinder)uroloog of (kinder)chirurg. Niet verwijzen/geen operatie bij jongens met de diagnose: retractiele testis. Pag 7 van 19

Referenties Zie referentielijst. Pag 8 van 19

3. Samenvatting en toelichting Beslissingsanalyse en expertbijeenkomst Samenvatting Beslissingsanalyse Project beslissingsanalyse en expertbijeenkomst. (Korte samenvatting van de resultaten.) In een beslissingsanalyse wordt het te analyseren probleem (in dit geval de behandeling bij NST) in deelproblemen opgedeeld en vervolgens met behulp van beschikbare kennis geanalyseerd. In het besliskundige model werden de gevolgen op het gebied van vruchtbaarheid, maligniteit, cosmetisch resultaat en complicaties van de operatie meegenomen. Daar waar geen wetenschappelijk bewijs voorhanden was, werden data aangevuld met behulp van expert-opinie. Tevens werden de waarderingen van de algemene bevolking in het model betrokken door middel van vragenlijstonderzoek. Ook de kosten werden in het model opgenomen. De volgende conclusies werden getrokken: Bij aangeboren unilaterale NST (palpabel en niet-palpabel) levert opereren minder verlies in voor kwaliteit gecorrigeerde levensjaren (QALY-verlies) op dan niet opereren. Dit wordt veroorzaakt door het hogere percentage patiënten met een afwijkend aspect scrotum (veroorzaakt door een leeg scrotum). Bij aangeboren bilaterale NST (palpabel en niet-palpabel) levert opereren minderverlies in voor kwaliteit gecorrigeerde levensjaren (QALY-verlies) op dan niet opereren. Dit wordt veroorzaakt door het hogere percentage patiënten met geen vaderschap bij niet opereren ten opzichte van bij wel opereren en het hogere percentage afwijkend aspect scrotum. Bij verworven unilaterale NST (palpabel en niet-palpabel) levert opereren bij diagnose minder verlies in voor kwaliteit gecorrigeerde levensjaren (QALY-verlies) op dan later of niet opereren. Dit wordt veroorzaakt door het hogere percentage patiënten met afwijkend aspect scrotum bij later of niet opereren ten opzichte van bij diagnose opereren. Bij verworven bilaterale NST (palpabel en niet-palpabel) levert opereren bij diagnose minder verlies in voor kwaliteit gecorrigeerde levensjaren (QALY-verlies) op dan later of niet opereren. Dit wordt veroorzaakt door het hogere percentage patiënten met afwijkend aspect scrotum bij later of niet opereren ten opzichte van bij diagnose opereren. Daarentegen is er bij later opereren een lager percentage complicaties en een lagere kans op heroperaties, omdat in een deel van de gevallen inmiddels indaling heeft plaatsgevonden. Daarnaast geldt voor opereren een hogere kans op vaderschap.op basis Pag 9 van 19

hiervan kan geconcludeerd worden dat opereren van unilaterale NST, zowel aangeboren als verworven, op een cosmetisch effect na, geen extra voordelen heeft boven niet opereren. Daarom zou het advies bij unilaterale NST gebaseerd op de analyse zijn: voorlichten van ouders/patiënt en gezamenlijk beleid bepalen (opereren, afwachten of geen operatie). Voor bilaterale NST geeft de beslissingsanalyse aan dat er een hogere kans op vaderschap is bij wel opereren. Voor verworven bilaterale NST is het moment van operatie afhankelijk van de voorkeuren van ouders/patiënt. Direct opereren bij diagnose heeft als voordeel dat er geen QALY-verlies is ten gevolge van een afwijkend aspect scrotum. Bij opereren op een later moment is dit er wel, maar is er de mogelijkheid dat een operatie niet meer nodig is vanwege indaling. Op grond van de expertbijeenkomst (februari 2012) is gekomen tot een vertaling naar de praktijk, waarbij de volgende aanbevelingen afwijken van bovenstaande uitkomsten. Bij aangeboren unilaterale NST en verworven unilaterale NST zijn de belangrijkste argumenten om wel te opereren: Het testikel is een reserveorgaan en heeft mogelijk herstelpotentie. De niet-ingedaalde testikel kan klachten geven in het liesgebied (pijn en risico op draaiing van de testis (torsio testis)). Bij de aangeboren unilaterale NST vindt de operatie in principe plaats tussen de 6 en 12 maanden. Voor de verworven unilaterale NST geldt dat de behandelopties, het moment van opereren (direct opereren of gecontroleerd afwachten tot de puberteit), besproken moeten worden. Zie voor een uitvoerige toelichting en referenties de wetenschappelijke onderbouwing in de besliskundige analyse. Toelichting op de Beslissingsanalyse voor vaststellen van het beleid rondom signalering en verwijzing bij een niet-scrotale testis (NST) Een korte toelichting van het project en de resultaten Achtergrond Tijdens de eerdere ontwikkeling van een richtlijn voor de jeugdgezondheidszorg (JGZ, 2009) over de verwijscriteria van de niet-scrotale testis (NST), bleek rond enkele thema s onvoldoende evidence (wetenschappelijk bewijs) voorhanden en werden verschillende interpretaties gegeven Pag 10 van 19

aan de bestaand evidence. De beste manier om de openstaande vragen te onderzoeken zou een randomized controlled trial zijn. Aangezien dit op dit moment niet haalbaar is, werd een beslissingsanalyse uitgevoerd. Doelstelling De doelstellingen van het project waren: (1) Vaststellen van de optimale behandeling van NST mede op basis van maatschappelijk en patiënten perspectief. Hiervoor werd een beslissingsanalyse gebruikt; en (2) Vertalen van de resultaten naar aanbevelingen voor een multidisciplinaire richtlijn. Methode In de beslissingsanalyse werd het beslissingsprobleem op gestructureerde wijze gepresenteerd en opgesplitst in uitkomstmaten, waarbij het wetenschappelijk bewijs helder werd samengevat. De volgende uitkomstmaten werden meegenomen: kans op spontane indaling, vruchtbaarheid, maligniteit van de testis, cosmetisch resultaat en het operatie resultaat (waaronder verschrompeling van de testis, een litteken, anesthesie gevolgen, pijn, zwelling etc.). Daar waar geen wetenschappelijk bewijs voorhanden is, werden data aangevuld met behulp van expert opinie. Ook de kosten werden in het model opgenomen. De bijbehorende onzekerheid werd bij alle parameters weergegeven. Aanvullend op deze gegevens, werden de resultaten van vragenlijsten meegenomen, waarin de waardering van verschillende gezondheidstoestanden bij de uitkomstmaten van een niet scrotale testis van de algemene bevolking, ouders en patiënten werd nagevraagd. Al deze gegevens zijn in een model gezet, waarop een groot aantal berekeningen zijn uitgevoerd. Resultaten Op basis van de beslissingsanalyse zijn de volgende conclusies getrokken: Voor bilaterale NST, zowel aangeboren als verworven, geeft de beslissingsanalyse aan dat er een hogere kans op vaderschap is bij wel opereren. Voor verworven bilaterale NST is het moment van operatie afhankelijk van de voorkeuren van ouders/patiënt. Direct opereren bij diagnose heeft als voordeel dat er geen negatief gevolg is ten gevolge van een afwijkend aspect scrotum. Bij opereren op een later moment is dit er wel, maar is er de mogelijkheid dat een operatie niet meer nodig is vanwege indaling. Opereren van unilaterale NST heeft, zowel aangeboren als verworven, op een cosmetisch effect na, geen extra voordelen boven niet opereren. Echter: op grond van de expertbijeenkomst is gekomen tot een vertaling naar de praktijk, waarbij een aantal uiteindelijke aanbevelingen afwijken van de uitkomsten uit de beslissingsanalyse. Pag 11 van 19

Vertaling naar de richtlijn De Multidisciplinaire Richtlijn signalering van en verwijzing bij een niet-scrotale testis (NST) is de praktische uitwerking van het hierboven beschreven project: Gebruik van beslissingsanalyse en patiëntenvoorkeuren bij ontwikkeling en toepassing van richtlijnen geïllustreerd aan de hand van de richtlijn niet-scrotale testis. De projectbeschrijving is niet te gebruiken voor in de dagelijkse praktijk, maar te lezen als achtergronddocument, als onderbouwing voor de aanbevelingen in de richtlijn. Bij de vertaling van de resultaten uit dat project naar de praktijk, zijn enkele uitkomsten op basis van consensus aangepast. De resultaten van het project inclusief de consensus worden kort weergegeven in de richtlijn, in bijlage 2a en zijn uitgebreid verwerkt in een aparte bijlage 2b, die kan worden geraadpleegd voor nadere uitleg, toelichting en bijbehorende referenties. Hieronder volgt een overzicht van de conclusies, zoals opgenomen in de richtlijn. Conclusie (zie hiervoor ook de beslisboom): Altijd verwijzen bij: Aangeboren bilaterale niet-palpabele NST en/of ambigu genitaal zo spoedig mogelijk na de geboorte naar kinderarts voor verdere diagnostiek. Bij voorkeur verwijzing naar kinderarts met specifieke belangstelling voor kinderendocrinologie of naar kinderendocrinoloog. Diagnostiek en behandeling van kinderen met ambigu genitaal altijd in kinderendocrinologisch centrum. Aangeboren unilateraal palpabel/niet-palpabel en aangeboren bilateraal palpabel NST vanaf de leeftijd van 6 maanden verwijzen naar huisarts of indien mogelijk rechtstreeks naar de (kinder)uroloog of (kinder)chirurg. Geadviseerd wordt een operatie op de leeftijd van tussen de 6 en 12 maanden. Verworven unilateraal en bilateraal NST bij diagnose en na verificatie (zie boven) verwijzen naar huisarts en/of kinderarts/(kinder)uroloog/(kinder)chirurg om de behandelopties (direct opereren of gecontroleerd afwachten tot de puberteit) te bespreken. Wie deze taak op zich neemt, dient regionaal te worden afgesproken. Als besloten wordt niet direct te opereren, wordt een vervolgafspraak gemaakt en wordt bij niet spontaan indalen in de puberteit alsnog geopereerd, bij voorkeur voor de 13e verjaardag. Pijn in liesgebied/scrotum bij verworven NST: doorverwijzen naar huisarts/kinderarts/(kinder)uroloog/(kinder)chirurg. Bij twijfel over retractiliteit verwijzen naar kinderarts, (kinder)uroloog of (kinder)chirurg voor beoordeling. Pag 12 van 19

Bij ingedaalde testis of NST met een andere aangeboren afwijking aan het genitaal (penisafwijking, hypospadie) en/of syndromale kenmerken verwijzen naar huisarts/kinderarts(-endocrinoloog) voor nader onderzoek en zo nodig behandeling door kinderuroloog of kinderchirurg. Niet verwijzen/geen operatie bij jongens met de diagnose: retractiele testis. Aanvullende informatie voor de ouders/ cliënten Het is van belang ouders goed voor te lichten over het spontane beloop, de prognose van NST, de voor en tegens van een operatie en de mogelijke complicaties. Bij verworven NST wordt samen met ouders/kind een afweging gemaakt tussen opereren bij diagnose of later opereren. Hierbij zijn de volgende argumenten van belang: Redenen om niet direct te opereren zijn: Verworven NST kan spontaan overgaan: bij de verworven NST daalt 43-66% alsnog in vóór of aan het begin van de puberteit. Dit verschilt van aangeboren NST, waar het merendeel na de leeftijd van 6 maanden bij à terme jongens niet meer spontaan indaalt. Operatie risico + kans erop. Het vrijmaken van de testis uit zijn afwijkende positie en het vastzetten onderin de balzak is een vaak uitgevoerde en veilige operatie: ervaren (kinder)chirurgen/ (kinder)urologen behalen inderdaad goede resultaten, maar mogelijke complicaties zijn testis-verschrompeling, schade aan de zaadstreng, blauwe plekken, wondinfectie en andere gebruikelijke complicaties van chirurgisch ingrijpen en anesthesie; Of het operatief scrotaal brengen van de NST de vruchtbaarheid verbetert, is niet bekend: voor wat betreft de effecten van operatie de op vruchtbaarheid bestaat geen eenduidige literatuur; Of de operatie het risico op een testistumor verlaagt, is niet bekend: het is onduidelijk of een operatie de kans op het krijgen van een testistumor verlaagt. Ook na operatie is nog een verhoogde kans aanwezig vergeleken met een wél ingedaalde testis; Redenen om wel direct te opereren is: Cosmetisch aspect: als direct wordt geopereerd, zal een symmetrische balzak het gevolg zijn. Als dit belangrijk wordt gevonden door de ouder/ patiënt, dan kan dit een reden zijn om direct te opereren. Pag 13 van 19

Kennishiaten Beslissingsanalyse Specifiek voor het model zijn data gemist waarin onderscheid gemaakt wordt tussen unilateraal en bilateraal, aangeboren en verworven, en inguïnaal en abdominaal. Verder is de onzekerheid over een verhoogde tumorkans afhankelijk van de leeftijd bij operatie nog groot. Naar aanleiding van de expertmeeting is gebleken dat de volgende informatie tevens ontbreekt: impact pijn/ongemak ten gevolge van niet-scrotaal gelegen testis, de consequenties van opereren voor de kwaliteit van de testis. Pag 14 van 19

Totstandkoming Richtlijn Deze Multidisciplinaire richtlijn Signalering van en verwijzing bij niet-scrotale testis (NST) is de praktische uitwerking van het project: Gebruik van beslissingsanalyse en patiënten voorkeuren bij ontwikkeling en toepassing van richtlijnen geïllustreerd aan de hand van de richtlijn niet-scrotale testis. Bij de vertaling van de uitkomsten uit dat project naar de praktijk zijn enkele uitkomsten op basis van consensus aangepast. De resultaten van het project inclusief de consensus worden kort weergegeven in thema 3 samenvatting beslissingsanalyse en experbijeenkomst en zijn uitgebreid verwerkt in een aparte bijlage Wetenschappelijke onderbouwing (besliskundige analyse en overige overwegingen exertbijeenkomst), die kan worden geraadpleegd voor nadere uitleg, toelichting en bijbehorende referenties. Expertgroep dr. Joery Goede, arts-onderzoeker kindergeneeskunde (MCA, Alkmaar, tegenwoordig LUMC); dr. Frans Hazebroek, emeritus hoogleraar kinderchirurgie (Erasmus MC-Sophia, Rotterdam), drs. Erik van der Horst, kinderuroloog (VUmc, Amsterdam); dr. Sabine de Muinck Keizer-Schrama, kinderarts-endocrinoloog (Erasmus MC-Sophia, Rotterdam); Prof. Dr. J Kievit (LUMC Medische Besliskunde); drs. Stefaan Tytgat, kinderchirurg (UMC, Utrecht); dr. Tjerk Wiersma, huisarts (NHG, Utrecht); dr. Pauline Verloove-Vanhorick, emeritus hoogleraar kindergeneeskunde, kinderarts, voorzitter (TNO). Juridische betekenis van richtlijnen Richtlijnen zijn geen wettelijke voorschriften, maar op evidence gebaseerde inzichten en aanbevelingen waaraan zorgverleners moeten voldoen om kwalitatief goede zorg te verlenen. Aangezien deze aanbevelingen hoofdzakelijk gebaseerd zijn op de gemiddelde cliënt/patiënt, kunnen zorgverleners op basis van hun professionele autonomie zo nodig afwijken van de richtlijn. Het afwijken van richtlijnen kan in bepaalde situaties zelfs noodzakelijk zijn. Wanneer van de richtlijn wordt afgeweken, dient dit beargumenteerd en gedocumenteerd te worden. Herziening In principe heeft de richtlijn een geldigheidsduur van vijf jaar. Uiterlijk in 2017 wordt bepaald of Pag 15 van 19

actualisering noodzakelijk is. De geldigheid van deze richtlijn verloopt eerder indien resultaten uit wetenschappelijk onderzoek of nieuwe ontwikkelingen een eerdere aanpassing vereisen. Pag 16 van 19

Verantwoording Belangenverstrengeling De leden van de expertgroep hebben verklaard in de laatste vijf jaar (tot op heden) geen inhoudelijke relatie of bemoeienis te hebben gehad met bedrijven of organisaties die op enigerlei wijze zijn verbonden aan het onderwerp van de onderhavige Multidisciplinaire Richtlijn signalering van en verwijzing bij een niet-scrotale testis, waardoor een belangenconflict zou kunnen ontstaan met de werkzaamheden in de expertgroep. Pag 17 van 19

Referentielijst Van Gelderen HH, Vermeer-de Bondt PE. Prevalence of undescended testis in the first 4 years of life; a longitudinal study. Ned Tijdschr Geneeskd 1986 August 30; 130(35):1567-70. De Muinck Keizer-Schrama SM. Consensus on management of the undescended testis. Ned Tijdschr Geneeskd 1987 October 10;131(41):1817-21. Venlet-Melchior CJ, Hirasing RA. Significance of the registration of testis localization in child health services for the avoidance of unnecessary orchiopexies. Ned Tijdschr Geneeskd 1989 October 21;133(42):2084-6. Horstink-uit de Weerd BR, Filedt Kok-Weimar TL, Leerdam FJMv. Protocollering binnen de JGZ: testesonderzoek. Leiden; 2004 mei Zie verder de referentielijst in de losse bijlage Wetenschappelijke onderbouwing (besliskundige analyse en overige overwegingen exertbijeenkomst). Pag 18 van 19

Pag 19 van 19