Vlaamse Lissabonrapportering 2009 Mededeling aan de Vlaamse Regering 9 oktober 2009



Vergelijkbare documenten
INHOUDSTAFEL SAMENVATTING DEEL 1: SITUERING DEEL 2: OMGEVINGSANALYSE DEEL 3: VLAAMS VOORTGANGSRAPPORT

VLAAMSE LISSABONRAPPORTERING 2008

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

Hoe beïnvloedt het Europese beleid de uitvoering van het arbeidsmarktbeleid in Vlaanderen?

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van over het ontwerpbegrotingsplan van België. {SWD(2018) 511 final}

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 januari 2006 (01.02) (OR. en) 5853/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0010 (CNS) SOC 42 ECOFIN 27

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE REGIO S VOOR ECONOMISCHE VERANDERING {SEC(2006) 1432}

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen.

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU?

Commissie industrie, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, onderzoek en energie

Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0341/45. Amendement. Roger Helmer, David Coburn namens de EFDD-Fractie

WAAROM IS FRANKRIJK AANTREKKELIJK VOOR NEDERLANDSE INVESTEERDERS?

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD. betreffende het economisch partnerschapsprogramma van Nederland

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 juni 2011 (OR. en) 11400/11 UEM 155 ECOFI 379 SOC 525 COMPET 284 E V 498 EDUC 165 RECH 200 E ER 200

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD. betreffende het economisch partnerschapsprogramma van SLOVENIË

9895/19 mak/van/hh 1 ECOMP.2B

Op weg naar herstel: het cohesiepakket. Vragen en antwoorden over de bijdrage van het cohesiebeleid aan het Europese economische herstelplan

8975/15 dau/ons/as 1 DG G 3 C

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Cultura Creative (RF) / Alamy Stock Photo

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Gemeenschappelijke Raadszitting van donderdag 2 mei

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 oktober 2013 (OR. en) 14696/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0338 (NLE) ECOFIN 884 UEM 333

GROEI EN BANEN: DE VOLGENDE STAPPEN

Europa 2020 en het Vlaams Hervormingsprogramma 2013

Eurogroep. 1. Economische situatie in de eurozone

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 26 april

Vlaanderen en het Europees Semester VLEVA 7 juni 2017

1. 1. Het Comité heeft zich herhaaldelijk uitgesproken over de programma's en activiteiten van de Unie op energiegebied:

Wat is ESF? ESF financiert organisaties die:

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 mei 2017 (OR. en) het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD. over het nationale hervormingsprogramma 2014 van Nederland

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

Voorjaarsprognose : naar een licht herstel

8461/17 nes/ons/sl 1 DGG 2B

PAKKET ENERGIE-UNIE BIJLAGE STAPPENPLAN VOOR DE ENERGIE-UNIE. bij de

DE ULTRAPERIFERE GEBIEDEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van [...]

1. Algemene gegevens a) Titel voorstel De internemarktagenda voor banen, groei en investeringen uitvoeren

COHESIEBELEID

8653/19 voo/mak/hh 1 TREE.1.B

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Fiche 1: Mededeling monitoring van de Europese pijler van sociale rechten

Federaal Plan Armoedebestrijding. Reactie van BAPN vzw. Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU /11/2012

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0821),

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 november 2000 (04.12) (OR. fr) 14110/00 LIMITE SOC 470

7370/11 van/lep/lv 1 DG G 2B

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 3 november 2011 (06.12) (OR. en) 16318/11 COMPET 483 MI 543 SOC 940

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 10 oktober

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 december 2016 (OR. en) het Comité van permanente vertegenwoordigers (2e deel)

R A P P O R T Nr

12071/18 mak/nes/cg 1 ECOMP.3.C.

14890/09 gar/gar/sd 1 DG I

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 november 2002 (28.11) (OR. dk) 14167/02 ADD 8 SOC 509

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD. over het nationale hervormingsprogramma 2015 van Nederland

"Efficiënt gebruik van hulpbronnen in Europa" Enquête onder de lokale en regionale overheden Samenvatting van de resultaten

VR DOC.0098/1

Brussel, 27 februari 2007 (01.03) (OR. fr) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 6855/07 SOC 78

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

9273/16 gar/zr/as 1 DG B 3A

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

IZ/BSB/2001/ De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, (W.A. Vermeend) Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Energiedossiers tijdens het Italiaanse voorzitterschap

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Tewerkstellingssteun in het Brussels Gewest: 255 miljoen euro voor de Brusselaars

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

10044/17 mak/adw/sl 1 DG G 2B

Hierbij gaat voor de delegaties het bovengenoemde tijdschema, voorgelegd door het voorzitterschap en het aantredend voorzitterschap.

03FEB2009. Ministerie van Economische Zaken. Sociaal-Economische Raad T.a.v. de heer dr. A.H.G. Rinnooy Kan Voorzitter Postbus LK Den Haag

Fiche 4: Mededeling Normalisatiepakket Europese normen voor de 21e eeuw

DE EU-BEGROTING 2013 VRAAG EN ANTWOORD

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tijdens de zitting van 18 mei 2009 heeft de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen de conclusies in bijlage dezes aangenomen.

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 april 2013 (26.04) (OR. en) 8578/13 JEUN 40 EDUC 114 SOC 255

6981/17 ASS/sl 1 DG C 1

WERKGELEGENHEIDSBELEID

De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 79.5)

Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland

Europese Structuurfondsen Betty De Wachter

Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding ontvangen op 16 maart 2017;

Resolutie van het Europees Parlement over analfabetisme en sociale uitsluiting (2001/2340 (INI))

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 165/23

EUROPEES PARLEMENT. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

7875/17 oms/rts/sl 1 DGG 2B

Europese subsidies voor de Sociale Economie

PUBLIC. Brussel, 21 september 2005 (27.09) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 12470/05 LIMITE JEUN 47 EDUC 134 SOC 355

Economische vooruitgang

Departement Leefmilieu, Natuur en Energie. Departement Leefmilieu, Natuur en Energie. Energiedossiers tijdens het Griekse voorzitterschap

Transcriptie:

Vlaamse Lissabonrapportering 2009 Mededeling aan de Vlaamse Regering 9 oktober 2009 www.vlaandereninactie.be/lissabon 1

Inleiding In maart 2000 nam de Europese Raad in Lissabon een algemene strategie aan om tegen 2010 van Europa de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld te maken die in staat is tot duurzame economische groei met meer en betere banen en een hechtere sociale samenhang. De uitvoering van de Lissabondoelstellingen wordt door de lidstaten d.m.v. hervormingsprogramma s en voortgangsrapporten in beeld gebracht. De Vlaamse overheid is één van de weinige regio s in de Europese Unie met een eigen Hervormingsprogramma en voortgangsrapportage inzake Lissabon. In haar hervormingsprogramma s worden zowel maatregelen op macro- en microeconomische vlak, als maatregelen op het vlak van de werkgelegenheid beschreven. 2010 betekent voor de Lissabonstrategie een kanteljaar. Het voorliggende rapport is in principe het laatste rapport over de tenuitvoerlegging in Vlaanderen van de Lissabonstrategie in haar huidige vorm. In het najaar van 2009 zal de Europese Commissie haar voorstellen omtrent een aangepaste Lissabonstrategie bekendmaken. De bedoeling is dat de staatshoofden en regeringsleiders van de EU op de lenteraad 2010 een vernieuwde Lissabonstrategie zullen lanceren. De Vlaamse Lissabonrapportering 2009,heeft een vijfdelige structuur. Deel 1 beschrijft de achtergrond van het Lissabonproces met de belangrijkste beslissingen van de Europese lenteraden. In dit hoofdstuk worden ook de belangrijkste governanceaspecten van de Vlaamse Lissabonstrategie weergegeven. Vervolgens wordt in deel 2 een gedetailleerde omgevingsanalyse gegeven en wordt er ingegaan op de voortgang op het vlak van de 14 structurele indicatoren die de Europese Commissie gebruikt om de Lissabonstrategie te monitoren. Deel 3 bevat het eigenlijke Vlaamse voortgangsrapport 2009 waarbij een stand van zaken wordt gegeven betreffende de genomen maatregelen inzake macro- en microeconomie en inzake werkgelegenheid (periode oktober 2008-september 2009). In deel 4 worden de maatregelen die de Vlaamse overheid nam in hat kader van het bestrijden van de financieel-economische crisis besproken. Tot slot worden in deel 5 de belangrijkste krachtlijnen uit het Vlaams Regeerakkoord 2009-2014 toegelicht die verband houden met de Lissabonstrategie. De financieel-economische crisis die in het najaar van 2008 de wereldwijd de kop op stak, maakt dat deze rapportage verschilt van de vorige Vlaamse Lissabonrapportages. De gevolgen laten zich vandaag de dag bijzonder sterk voelen en ondanks de eerste tekenen van een voorzichtig aantrekken van de economie, zal deze economische crisis ook de volgende jaren nog voelbaar zijn en dit zowel op het vlak van macro- en micro-economie als op het vlak van werkgelegenheid. In deel 1 van het rapport wordt aangegeven dat de Vlaamse overheid het afgelopen jaar verder investeerde in het opnemen van voldoende ownership betreffende de Lissabonstrategie. Op dit vlak kan verwezen worden naar de verdere ontwikkeling van de Vlaamse Lissabonwebsite waar o.a. de belangrijkste Vlaamse Lissabonrapporten worden gepubliceerd. Ook in Europees verband nam Vlaanderen haar verantwoordelijkheid op: het formuleerde een eerste aanzet betreffende de Lissabonstrategie post 2010 en organiseerde in het najaar van 2008 ook een Lissabonconferentie Lisbon is a region. Vlaanderen trachtte op deze manier invulling te geven aan Lisbon needs the Regions as much as the Regions need Lisbon naar een citaat van Commissievoorzitter Barosso uit 2005. Vlaanderen zal ook in deze legislatuur verder inzetten op het verwerven van voldoende draagvlak voor de strategie in Vlaanderen en daarbij de stakeholders van nabij betrekken. www.vlaandereninactie.be/lissabon 2

Naast deze governancematige aspecten, beschrijft de voorliggende Vlaamse Lissabonrapportering in deel 3 gedetailleerd de maatregelen die zowel op macro- als microeconomisch vlak als op het vlak van werkgelegenheid werden genomen. Inzake macro-economische maatregelen blijft de Vlaamse overheid de nadruk leggen op gezonde overheidsfinanciën. De aandacht hiervoor is ook in het Vlaams Regeerakkoord 2009-2014 terug te vinden. De nieuwe Vlaamse Regering ziet zich als gevolg van de financiële en economische crisis genoodzaakt te besparen en heeft zich voorgenomen in 2011 terug schuldenloos te zijn. Dat betekent dat in 2009 en 2010 een besparingsprogramma in voorbereiding is. In 2009 wordt ruim 200 miljoen euro bespaard, in 2010 ruim 1,5 miljard euro. Op micro-economisch vlak is de belangrijkste structuurindicator de 3%-norm, zijnde het percentage van het bruto binnenlands product dat besteed wordt aan O&O. In 2007 bedroeg deze voor Vlaanderen 2,03% wat hoger is dan het Belgische het EU-gemiddelde, maar toch nog ver verwijderd is van de 3%. In het Pact 2020 is bepaald dat Vlaanderen tegen 2014 de 3% te wenst te halen. De Vlaamse overheid heeft in de meerjarenbegroting 2006-2009 525 miljoen euro extra middelen voorzien voor wetenschap en innovatie, waarbij werd gestreefd om deze middelen evenwichtig te verdelen tussen het lange termijn niet-georiënteerd onderzoek, het strategisch basisonderzoek en het toegepast bedrijfsgericht onderzoek. Er werd verder gewerkt aan eenvoudige en efficiënte structuren ten bate van ondernemers en de stimulering van een ondernemersvriendelijk klimaat. Een aantal in het oog springende maatregelen betreffen het nieuw actieplan Ondernemerschap, het KMO-programma (met de KMO-haalbaarheidsstudie) de KMO-ondernemerschapsportefeuille, de start van het nieuwe Agentschap Ondernemen, enz. Het afgelopen jaar werd ook verder gewerkt aan het verbeteren van de regelgevende basis en het uitbouwen van een goed beleidsinstrumentarium voor steun aan onderzoek en innovatie, waarbij het decreet inzake de organisatie- en financiering van het wetenschaps- en innovatiebeleid een centrale plaats inneemt. Er werd voorzien in de financiering van 2 nieuwe competentiepolen, Flanders Synergy en Flanders Plastic Vision. Er werd ook ingezet op een sterk ondersteunend flankerend beleid met o.a. investeringen o.v.v. logistiek en mobiliteit. Tenslotte werden heel wat maatregelen genomen die verder invulling geven aan duurzaamheid van de Vlaamse economie (verhoging van de ecologiepremie, budgetten, milieu-innovatie platform). Als gevolg van de economische crisis, verloren heel wat mensen hun job. In termen van werkgelegenheid betekent dit een daling van de Vlaamse werkgelegenheid van minstens - 0,7% in 2009 en minstens -1% in 2010. Dit heeft dus ook gevolgen voor de positieve cijfers inzake werkgelegenheid die in 2008 nog werden opgetekend. Voor een aantal Lissabondoelstellingen die met werk verband houden, boekte Vlaanderen sinds het begin van de Lissabonstrategie vooruitgang. Zo bedroeg de werkzaamheidsgraad in 2008 in Vlaanderen 66,5%, wat een opvallende stijging betekende sinds 2000 (63,5). Een zelfde positieve evolutie was ook aanwezig op het vlak van de werkzaamheidsgraad bij ouderen. Waar deze in 2000 in Vlaanderen 25,5% bedroeg, was deze in 2008 gestegen tot 34,3%. Beide cijfers geven echter wel aan dat Vlaanderen nog een lange weg te gaan heeft : de Lissabondoelstellingen inzake werkzaamheid (70%) en zeker inzake werkzaamheid bij ouderen (50%) liggen nog veraf. De arbeidsdeelname van 55-plussers, maar ook van andere kansengroepen, blijft een structureel pijnpunt voor de Vlaamse arbeidsmarkt. De doelstelling van een hogere arbeidsdeelname wordt verder ondersteund door de hoge scholingsgraad van de bevolking (87,9% van de 22-jarigen is minstens in het bezit van een diploma hoger secundair onderwijs). Hier realiseert Vlaanderen nu reeds de Lissabondoelstelling voor 2010, en behoort het tot de Europese top. De goede score inzake scholingsgraad steekt af tegen de cijfers wat deelname aan permanente vorming betreft: deze dalen immers reeds voor het 4e jaar op rij. Met 7,6 % blijft Vlaanderen ver verwijderd van het Europees gemiddelde van bijna 10% en de Europese doelstelling van 12,5% tegen 2010. www.vlaandereninactie.be/lissabon 3

De maatregelen die de Vlaamse Regering nam inzake werkgelegenheid zijn opgebouwd rond vijf uitdagingen. Inzake Actief ouder worden aanmoedigen moet vermeld worden dat de Vlaamse Regering en sociale partners een akkoord Samen op de bres voor 50+ afsloten dat de nieuwe krachtlijnen voor het actief ouder worden in Vlaanderen vastlegt. M.b.t. het verberen van de aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt en het stimuleren van levenslang leren voorziet de Vlaamse Regering een versnelde uitvoering van de Competentieagenda 2010. Tegelijkertijd wordt in het Pact 2020 en in het nieuwe regeerakkoord 2009-2014 de basis gelegd voor de lerende samenleving van de toekomst. Wat de realisatie van een sluitende preventieve aanpak van de werkloosheid en langdurig werkzoekenden kansen bieden via een versterkt curatief beleid betreft, zette de Vlaamse Regering in om nog sluitender dan voorheen - werkzoekenden uit te nodigen voor een aangepast en verplicht preventief traject, waar nodig met competentieversterking (beroepsopleiding, werkervaring, ). Ook m.b.t. de bevordering van de evenredige arbeidsdeelname van allochtone en andere kansengroepen op de arbeidsmarkt geeft de Vlaamse Regering nieuwe impulsen aan evenredige arbeidsdeelname en diversiteit op de werkvloer via het zogeheten impulsbeleid. Tenslotte wordt ook verder ingezet op het mogelijk maken van een vlotte combinatie van arbeid en gezin waar o.a. de maatregelen inzake kinderopvang een belangrijke positie innemen. Met de uitgebreide voorzieningen voor kinderopvang (36 opvangplaatsen per 100 kinderen jonger dan 3 jaar) behoort Vlaanderen trouwens tot de Europese top. De Vlaamse Regering trachtte ook de noodzakelijke maatregelen te nemen om de gevolgen van de economische crisis voor Vlaanderen te counteren. Op 14/11/2008 keurde de Vlaamse Regering het relanceplan Herstel het vertrouwen goed. Dit programma dat in overleg met de sociale partners werd opgemaakt, bestaat uit 3 luiken, m.n. de versterking van de kredietvertrekking aan bedrijven in het kader van een versterkt flankerend economisch beleid, de versterking van het activerend arbeidsmarktbeleid (o.a. op vlak van herstructureringen) en tenslotte het versnellen en versterken van de publieke en private investeringen. De maatregelen die onder deze luiken vallen worden gedetailleerd in deel 4 beschreven. De steunmaatregelen die door de Vlaamse Regering bij het uitbreken van de crisis werden genomen zijn succesvol gebleken. Er kan hier o.a. verwezen worden naar de goedgekeurde dossiers betreffende de overbruggingspremies en de maatregelen betreffende de waarborgregeling voor investeringskredieten. In deel 5 wordt d.m.v. het Vlaams Regeerakkoord 2009-2014 vooruitgeblikt op een nieuwe Lissabonperiode. De regering zal op basis van de doelstellingen en de doorbraken van ViA, in overleg met de sociale partners en de federale regering, de sociaaleconomische hervormingen in het kader van de Lissabonstrategie voortzetten. Vlaanderen zal, met ViA als referentiekader, ook meewerken aan de verdere voorbereiding van een nieuwe Lissabonstrategie op Europees niveau. De klemtoon voor Vlaanderen ligt daarbij op het realiseren van economische innovatie en op een geïntegreerd arbeidsmarktbeleid. Er wordt kort ingegaan op het op te stellen duurzaam werkgelegenheids- en investeringsplan. www.vlaandereninactie.be/lissabon 4

Inhoudstafel Deel 1: Situering --------------------------------------------------------------------------------------------------- 7 1.1 Achtergrond van het Lissabon-proces------------------------------------------------------- 7 1.2. De Lissaboncyclus 2005-2008 ---------------------------------------------------------------- 8 1.3. De Lissaboncyclus 2008-2010 ---------------------------------------------------------------- 9 1.3.1. Algemeen--------------------------------------------------------------------------------------------- 9 1.3.2. Het Europese antwoord op de crisis en de relatie met de Lissabonstrategie----- 11 1.4. Vlaanderen en de Lissabonstrategie------------------------------------------------------- 15 1.4.1. Verdere implementatie van het Vlaams Hervormingsprogramma 2008-2010 ---- 15 1.4.2. Vlaanderen: Governance en ownership van de Lissabonstrategie-------------- 15 1.4.3. De Lissabonstrategie post 2010: eerste aanzet van visie van de Vlaamse overheid --------------------------------------------------------------------------------------------------- 17 1.4.4 Gevolgde werkwijze m.b.t. het opstellen van de Vlaamse Lissabonrapportering 2009----------------------------------------------------------------------------- 19 1.4.5. Vlaamse bijdrage aan de nationale Lissabonstrategie----------------------------- 19 Deel 2: Omgevingsanalyse ----------------------------------------------------------------------------------- 21 2.1 Macro- en micro-economische uitdagingen ---------------------------------------------- 21 2.1.1 Welvaartsindicatoren ----------------------------------------------------------------------- 21 2.1.2 Innovatiegerichte economie--------------------------------------------------------------- 26 2.1.3. Digitalisering --------------------------------------------------------------------------------------- 34 2.1.4 Duurzaam energie- en materialengebruik -------------------------------------------------- 35 2.1.5 Duurzaam milieubeleid--------------------------------------------------------------------------- 38 2.1.6 Duurzaam mobiliteitsbeleid --------------------------------------------------------------------- 39 2.2 Uitdagingen op het vlak van werkgelegenheid ------------------------------------------ 46 2.2.1 Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt --------------------------------------- 46 2.2.2 Spanning op de arbeidsmarkt ------------------------------------------------------------ 47 2.2.3 Evenredige deelname van kansengroepen op de arbeidsmarkt ---------------- 48 2.2.4 Een meer flexibele arbeidsmarkt -------------------------------------------------------- 50 2.2.5 Vlotte combinatie van arbeid en gezin ------------------------------------------------- 52 2.3 Financiële toestand----------------------------------------------------------------------------- 54 2.3.1 Financiële toestand op macro-niveau -------------------------------------------------- 54 2.3.2. Financiële toestand op micro-niveau -------------------------------------------------------- 55 2.4 Samenvattend ----------------------------------------------------------------------------------- 57 2.5 Structurele Lissabonindicatoren ------------------------------------------------------------------------ 59 Deel 3: Vlaams Voortgangsrapport 2009------------------------------------------------------------------ 66 3.1. Inleiding en achtergrond --------------------------------------------------------------------------------- 66 3.2. Maatregelen op het vlak van macro-economie (globale richtsnoeren voor het economisch beleid richtsnoeren 1t/m 6) ---------------------------------------------------------------- 67 3.2.1. De Europese context en de Vlaamse invulling (periode 2008-2010)---------------- 67 3.2.2. Gezonde overheidsfinanciën, een budgettair verantwoord beleid (richtsnoer 1 en 2) -------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 67 3.3. Maatregelen op het vlak van micro-economie (globale richtsnoeren voor het economisch beleid richtsnoeren 7 t/m 16)------------------------------------------------------------------------------- 68 3.3.0. De Europese context en de Vlaamse invulling (periode 2008-2010)---------------- 68 3.3.1. Een geïntegreerd industriebeleid------------------------------------------------------------- 68 3.3.2. Een beleid dat gericht is op globalisering en mededinging ---------------------------- 73 3.3.3. Een beleid dat met een betere regelgeving bedrijvigheid stimuleert ---------------- 76 3.3.4. Een beleid dat ondernemerschap bevordert ---------------------------------------------- 80 3.3.5. Een beleid dat onderzoek en ontwikkeling en innovatie naar internationale standaarden wil brengen-------------------------------------------------------------------------------- 89 3.3.6. Een beleid dat oog heeft voor duurzaamheid --------------------------------------------114 3.3.7. Een ondersteunend flankerend beleid -----------------------------------------------------124 3.4. Maatregelen op het vlak van werkgelegenheid (globale richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid richtsnoeren 17t/m 24) ----------------------------------------------------132 www.vlaandereninactie.be/lissabon 5

3.4.0. De Europese context en de Vlaamse invulling-------------------------------------------132 3.4.1. Actief ouder worden aanmoedigen en herstructureringen in goede banen leiden ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------138 3.4.2. De aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt verbeteren en het levenslang leren stimuleren--------------------------------------------------------------------------------------------------144 3.4.3. Een sluitende preventieve aanpak van de werkloosheid realiseren en langdurig werkzoekenden kansen bieden via een versterkt curatief beleid----------------------------151 3.4.4. De evenredige arbeidsdeelname van allochtone en andere kansengroepen op de arbeidsmarkt bevorderen ------------------------------------------------------------------------------161 3.4.5. Een vlotte combinatie van arbeid en zorg mogelijk maken ---------------------------165 3.4.6. Bijdrage ESF-middelen aan het Vlaams werkgelegenheidsbeleid-----------------167 Deel 4: Financieel en economische crisis: snelle en aangepaste respons --------------------172 4.0. Situering ----------------------------------------------------------------------------------------------------172 4.1. Financiële stabiliteit --------------------------------------------------------------------------------------172 4.2. Vlaams relanceplan --------------------------------------------------------------------------------------172 4.2.1. Betere toegang tot financiering voor ondernemingen ----------------------------------173 4.2.2. Een meer activerend arbeidsmarktbeleid -------------------------------------------------178 4.2.3. Versnellen en versterken van zowel publieke als private investeringen-----------185 4.3. Bijdrage van het cohesiebeleid aan het bestrijden van de economische crisis-----------188 Deel 5: Vlaams Regeerakkoord 2009-2014 -------------------------------------------------------------190 Bijlagen -----------------------------------------------------------------------------------------------------------195 www.vlaandereninactie.be/lissabon 6

Deel 1: Situering 1.1 Achtergrond van het Lissabon-proces 1 Tijdens de Europese Raad van Lissabon in maart 2000 hebben de staatshoofden en regeringsleiders de strategie van Lissabon gelanceerd, die tot doel had van de Europese Unie vóór 2010 de meest competitieve economie ter wereld te maken en volledige werkgelegenheid te scheppen. Deze strategie werd daarna op diverse bijeenkomsten van de Europese Raad verder uitgewerkt. Zij berust op drie pijlers: een economische pijler, die de overgang naar een competitieve en dynamische kenniseconomie moet voorbereiden. Centraal hierbij staat dat een voortdurende aanpassing aan de ontwikkelingen van de informatiemaatschappij noodzakelijk is en dat op het gebied van onderzoek en ontwikkeling grote inspanningen moeten worden geleverd; een sociale pijler, die erop gericht is het Europees sociaal model te moderniseren door in menselijk potentieel te investeren en sociale uitsluiting te bestrijden. De lidstaten wordt gevraagd te investeren in onderwijs en beroepsopleiding en een actief werkgelegenheidsbeleid te voeren om de overgang naar een kenniseconomie te vergemakkelijken; een milieupijler, die de Europese Raad van Göteborg in juni 2001 heeft toegevoegd en die er de aandacht op vestigt dat het belangrijk is bij de economische groei rekening te houden met de natuurlijke hulpbronnen. Om de in 2000 vastgestelde doelen te bereiken, is een lijst met streefcijfers opgesteld. Omdat de betrokken beleidsgebieden vrijwel uitsluitend onder de aan de lidstaten voorbehouden bevoegdheden vallen, is een open coördinatiemethode (OCM) 2 ingevoerd, die ook het opstellen van nationale actieplannen inhield. De strategie van Lissabon legt niet alleen de richtsnoeren voor het economisch beleid vast, maar beoogde ook de bestaande coördinatieprocessen aan te passen en te versterken. In 2005 was het tijd voor een tussentijdse balans. Volgens het rapport van de High Level Group onder voorzitterschap van de voormalige Nederlandse premier Wim Kok was het teleurstellende resultaat van de Lissabonstrategie 2000-2005 te wijten aan het algemeen gebrek aan focus : een overladen agenda, gebrekkige coördinatie en een matige uitvoering door de lidstaten. 3 Daarom werd fors aan de Lissabonstrategie gesleuteld en besloot de Europese Raad op de voorjaarsbijeenkomst van 20 en 21/03/2005 4 tot een inhoudelijke en methodologische herijking (de zogenaamde mid-term-review ). In navolging van het rapport Kok besliste de Europese Commissie (EC) dat groei en werkgelegenheid de voornaamste prioriteiten zouden worden voor de komende jaren. Bovendien werd vanaf de Lenteraad 2006 concreet gefocused op 4 gebieden van prioritaire actie die ook in de uitvoering van de nationale hervormingsplannen dienden aan bod te komen: 1. investeren in kennis en innovatie; 1 Zie http://europa.eu/scadplus/glossary/lisbon_strategy_nl.htm 2 De OCM is voornamelijk gebaseerd op: de gezamenlijke vaststelling van de te bereiken doelstellingen (die zijn goedgekeurd door de Raad); gezamenlijk gedefinieerde meetinstrumenten (statistieken, indicatoren, richtsnoeren); benchmarking, m.a.w. vergelijking van de prestaties van de lidstaten en uitwisseling van optimale praktijken (toezicht door de Commissie). 3 Zie http://europa.eu/scadplus/glossary/lisbon_strategy_nl.htm 4 Zie http://europe.eu/european-council (Europese Raad van Brussel, 22-23/03/2005) www.vlaandereninactie.be/lissabon 7

2. ontsluiting van het ondernemerspotentieel, vooral bij het klein en middenbedrijf; 3. arbeidskansen voor prioritaire categorieën; 4. energiebeleid voor Europa (EBE). Reeds op de lenteraad van 2006 bepleitte de Europese Raad een Energiebeleid voor Europa (EBE) maar op de Europese Raad van 8-9/03/2007 kreeg de derde zogenaamde milieupijler van de lissabonstrategie nog meer vorm. De maatregelen m.b.t. een geïntegreerd klimaat en energiebeleid namen een meer prominente plaats in. Zo hechtte de Europese Raad haar goedkeuring aan een alomvattend actieplan voor energie voor de periode 2007-2009. 5 Het Energiebeleid voor Europa (EBE) heeft drie doelstellingen: 1. meer continuïteit van de energiebevoorrading; 2. het waarborgen van het concurrentievermogen van de Europese economieën en van de beschikbaarheid van betaalbare energie; 3. het bevorderen van milieuduurzaamheid en het bestrijden van klimaatverandering. Naast de duidelijkere inhoudelijke focus op groei en werkgelegenheid leidde de mid-term review tot een nieuwe methodologische aanpak. Om de uitvoering van de strategie te versterken moeten lidstaten sinds 2005 een nationaal hervormingsprogramma (NHP) opstellen voor een periode van 3 jaar op basis van 24 Geïntegreerde Richtsnoeren. 6 Jaarlijks moeten de lidstaten aan de EC rapporteren over de uitvoering van het hervormingsprogramma d.m.v. een zogenaamd voortgangsrapport ( Progress Report ). Nieuw sinds 2005 is eveneens dat de EC als equivalent van de NHP s een eigen Communautair Lissabonprogramma (CLP) opmaakt met daarin de lopende en nieuwe Europese initiatieven die betrekking hebben op groei en werkgelegenheid. De EC brengt hierover jaarlijks verslag uit en doet dit in haar Lenterapport ( Annual Progress Report ). In dit Annual Progress Report neemt de EC eveneens de uitvoering van de NHP s onder de loep. Ze evalueert de voortgang van de lidstaten en geeft landenspecifieke aanbevelingen en aandachtspunten op. 7 Bij de vervolmaking van de cyclus brengt de Commissie een strategisch rapport uit waarin ze de voortgang van de lidstaten evalueert en eventueel bijstuurt d.m.v. aanbevelingen en aandachtspunten voor de komende cyclus van drie jaar. 1.2. De Lissaboncyclus 2005-2008 In haar eerste Annual Progress Report (januari 2006) Tijd voor een hogere versnelling 8, vroeg de EC België speciale aandacht te geven aan de volgende punten: bijkomende inspanningen om de belastingen op arbeid te verminderen; regionale verschillen in tewerkstelling wegwerken. 5 Het actieplan bevat 5 prioritaire acties: (1) interne markt voor gas en elektriciteit, voorzieningszekerheid, internationaal energiebeleid, energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen, energietechnologieën. 6 In totaal werden 24 geïntegreerde richtsnoeren goedgekeurd. Deze bestaan uit de geïntegreerde richtsnoeren voor het economische beleid (GREB) en de werkgelegenheidsrichtsnoeren. De betrokken richtsnoeren worden geoperationaliseerd op macro-economisch vlak, micro-economisch vlak en op het vlak van de werkgelegenheid. Zij vormen het belangrijkste beleidsinstrument voor de ontwikkeling en uitvoering van de Lissabonstrategie. 7 Voor de lidstaten zijn het economisch beleid en het werkgelegenheidsbeleid aangelegenheden van gemeenschappelijke zorg (artikelen 99 en 126). Met het oog op het multilaterale toezicht en teneinde een nauwere coördinatie van het economisch beleid en het werkgelegenheidsbeleid te verzekeren, brengen de lidstaten verslag uit over de maatregelen die in het kader van deze richtsnoeren werden genomen door middel van nationale hervormingsprogramma's (en jaarlijkse voortgangsverslagen). Wanneer op basis van de voortgangsverslagen blijkt dat het economisch beleid of het werkgelegenheidsbeleid van een lidstaat niet overeenkomt met de geïntegreerde richtsnoeren, kan de Raad, op basis van de mogelijkheden waarin de artikelen 99 en 128 voorzien, aanbevelingen tot de betreffende lidstaat richten. 8 Mededeling van de Commissie aan de Europese Voorjaarsraad; Tijd voor een hogere versnelling. Het nieuwe partnerschap voor groei en werkgelegenheid. (zie http://ec.europa.eu/growthandjobs/pdf/illustrated-version_nl.pdf). www.vlaandereninactie.be/lissabon 8

Wat betreft de beoordeling van de uitvoering van het Belgische hervormingsprogramma 2005-2008 was de EC in haar tweede Annual Progress Report (december 2006) Een jaar van goede resultaten vrij positief. 9 De EC was van mening dat België goede vooruitgang boekte bij de ten uitvoerlegging en handhaving van het nationale hervormingsprogramma 2005-2008 en somde een aantal sterke punten op: de onafgebroken neerwaartse trend van de schuldquote; het tot staan brengen van de afname van de O&O-intensiteit; de ontwikkeling van clusters en concurrentiepolen; de betere resultaten bij de omzetting van internemarktrichtlijnen; verdere stappen inzake betere regelgeving en administratieve vereenvoudiging; het beleid voor de ondersteuning van startende ondernemingen; de maatregelen om het stelsel voor alternerend leren te verbeteren; de formele erkenning van verworven vaardigheden en de kwaliteit van het technisch onderwijs. De EC somt echter ook een aantal zwakke punten op die volgens haar met de hoogste prioriteit dienen te worden aangepakt: de verlaging van de fiscale druk op arbeid en het terugdringen van de regionale ongelijkheden op het gebied van werkloosheid. Daarnaast diende België volgens de EC bijzondere aandacht te besteden aan het op orde houden van de overheidsfinanciën op lange termijn, het opstellen van verdere emissiebeperkende beleidsmaatregelen, het intensiveren van de mededinging op de gas en elektriciteitsmarkten en de verhoging van de participatiegraag van oudere werknemers en kwetsbare groepen. 1.3. De Lissaboncyclus 2008-2010 1.3.1. Algemeen Het Strategisch verslag van de EC van 11/12/2007 Het tempo van de veranderingen aanhouden, blikt enerzijds terug op de Lissaboncyclus 2005-2008 en doet anderzijds concrete voorstellen voor de lancering van de nieuwe cyclus 2008-2010. 10 De structurele hervormingen doorgevoerd in de periode 2005-2008, hebben tot goede resultaten geleid. Voor de cyclus 2008-2010 ligt de klemtoon voornamelijk op het verder uitvoeren van de uitstaande hervormingen uit de bestaande hervormingsprogramma s (verdiepen van de implementatie van de Lissabonstrategie). Om bestaande tekortkomingen te beëindigen stelde de Commissie een communautair lissabonprogramma voor met slechts tien prioritaire hoofddoelstellingen (gebaseerd op de geïntegreerde richtsnoeren en steunend op de vier gebieden voor prioritaire actie), te verwezenlijken in de periode 2008-2010. 11 9 COM(2006) 816 definitief (2e deel). 10 http://eur-lex.europa.eu/lexuriserv/lexuriserv.do?uri=celex:52007dc0803(01):nl:html 11 (1) De Commissie zal tegen midden 2008 een nieuwe sociale agenda voorstellen en de vaardigheidskloof helpen aanpakken. (2) De Commissie zal in 2008 voorstellen voor een gemeenschappelijk immigratiebeleid formuleren. (3) De Gemeenschap zal een Small Business Act goedkeuren om het groeipotentieel van kleine en middelgrote ondernemingen gedurende hun volledige levensduur te ontsluiten. (4) De Gemeenschap zal blijven ijveren voor 25% minder administratieve lasten in de EU tegen 2012 en zij zal een ambitieus vereenvoudigingsprogramma uitvoeren. (5) De Gemeenschap zal de interne markt versterken, de concurrentie in de dienstensector vergroten en bijkomende stappen ondernemen om de financiële dienstenmarkt verder te integreren. (6) De Gemeenschap zal de vijfde vrijheid (het vrije verkeer van kennis) verwezenlijken en een echte Europese onderzoekruimte tot stand brengen. (7) De Gemeenschap zal de randvoorwaarden voor innovatie verbeteren. (8) De Gemeenschap zal de interne energiemarkt voltooien en het pakket maatregelen inzake klimaatverandering www.vlaandereninactie.be/lissabon 9

Dat de klemtoon in 2008-2010 voornamelijk op continuïteit en uitvoering 12 kwam te liggen, bevestigde ook de Europese Lenteraad 13 van 13 en 14/03/2008. Weinig echt nieuwe zaken werden voorgesteld. Zo werd bevestigd dat de maatregelen op de 4 prioritaire gebieden de hoekstenen blijven vormen van de Lissabonstrategie. 14 Ook de 24 geïntegreerde richtsnoeren blijven in de periode 2008-2010 van kracht. 15 Wat het CLP betreft, riep de Europese Raad de Europese instellingen op de werkzaamheden voort te zetten aangaande de tien doelstellingen van het communautair Lissabonprogramma. De Europese Raad beklemtoonde terug de cruciale rol die het Cohesiebeleid 16 inneemt in de realisatie van de Lissabondoelstellingen: De Europese Raad benadrukt dat economische, sociale en territoriale samenhang ook bijdraagt tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de hernieuwde Lissabonstrategie, en hij neemt met voldoening kennis van de vooruitgang die geboekt is bij het toespitsen van de cohesiefondsen op ondersteuning van de nationale hervormingsprogramma's en de toepassing van de geïntegreerde richtsnoeren. Nu de programmeringfase is afgerond, roept de Europese Raad de lidstaten op ervoor te zorgen dat de uitgaven overeenstemmen met de toezeggingen. De Europese Lenteraad 2008 onderschreef de landenspecifieke aanbevelingen voor het economisch en het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten en de eurozone die de Raad op basis van de Commissievoorstellen had opgesteld 17. Wat België betrof, werd geconstateerd dat het goede vooruitgang boekte bij de uitvoering van zijn NHP en dat België ook vorderingen boekte wat betreft de afspraken die op de Europese Raad van voorjaar 2006 voor de vier prioritaire actiegebieden werden gemaakt. Volgens de EC waren de sterke punten van het Belgische voortgangsrapport 2007 de beleidsmaatregelen met het oog op emissiereductie en de veelbelovende resultaten van het monitorings- en begeleidingsstelsel voor werklozen. Knelpunten die echter met de hoogste prioriteit moeten worden aangepakt zijn: het verminderen van de fiscale druk op arbeid in combinatie met een krachtiger begrotingsconsolidatie en betere arbeidsmarktprestaties. Daarom werd aanbevolen dat België (aanbevelingen): de begrotingsconsolidatie voortzet en daarbij verdere inspanningen levert om de belastingdruk op arbeid omlaag te brengen tot het gemiddelde van de buurlanden, met name door de belastingwig bij laaggeschoolden te verkleinen; de beleidsmaatregelen versterkt om overeenkomstig een geïntegreerde flexizekerheidsbenadering de arbeidsmarktprestaties door een alomvattende strategie te verbeteren, de arbeidsmarktparticipatie te verhogen, de regionale verschillen te verminderen en de deelname aan een leven lang leren te vergroten. Naast deze twee aanbevelingen, kreeg België ook 4 aandachtspunten: goedkeuren. (9) De Gemeenschap zal een industriebeleid bevorderen dat gericht is op duurzamere productie- en consumptiepatronen. (10) De Gemeenschap zal bilateraal met de belangrijkste handelspartners onderhandelen om nieuwe kansen voor internationale handel en investeringen te ontsluiten, en een gemeenschappelijke ruimte van regelgeving en normen tot stand brengen. 12 In conclusie 5 van de Europese Lenteraad 2008 staat: In de nieuwe cyclus komt het accent te liggen op de uitvoering. 13 http://europa.eu/european-council (Europese Raad van Brussel, 13 en 14/03/2008). 14 De vier gebieden voor prioritaire actie zijn: (1) investeren in kennis en innovatie, (2)ontsluiting van het ondernemingspotentieel met name voor het klein- en middenbedrijf, (3) arbeidskansen voor prioritaire categoriën en (4) energie- en klimaatverandering. 15 Voor de 24 geïntegreerde richtsnoeren zie bijlage 1. 16 In de periode 2007-2013 zijn er voor het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF) en het Cohesiefonds 3 doelstellingen vastgelegd: doelstelling 1: Convergentie (EFRO, ESF, Cohesiefonds); doelstelling 2: Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid (EFRO, ESF); doelstelling 3: Europese territoriale samenwerking (EFRO). Voor de periode 2007-2013 is er voor het cohesiebeleid 347,41 miljard euro beschikbaar (35.7% van de totale Europese begroting). Voor de convergentiedoelstelling is 81,54% beschikbaar, voor de doelstelling regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid 15,95% en voor de doelstelling Europese territoriale samenwerking 2,52%. 17 http://register.consilium.europa.eu/pdf/nl/08/st07/st07275.nl08.pdf www.vlaandereninactie.be/lissabon 10

de strategie voor de langetermijnhoudbaarheid van de overheidsfinanciën volledig uitvoeren, met inbegrip van uitgavenbeperkingen, begrotingsoverschotten en een aanhoudende vermindering van de overheidsschuld; dringend maatregelen nemen voor meer mededinging op de gas- en elektriciteitsmarkten, onder meer door onafhankelijke en krachtdadige reguleringsinstanties en door extra maatregelen ten aanzien van transportnetbeheerders en distributienetbeheerders; veel meer inzetten op het bevorderen van O&O en innovatie, in het bijzonder door zowel het niveau als het effect van de overheidsfinanciering te verhogen en een gecoördineerde beleidsmix op alle niveaus te ontwikkelen; de uitvoering voortzetten van maatregelen om de arbeidsparticipatie van oudere werknemers en kwetsbare groepen te verhogen, het effect van deze maatregelen in het oog te houden en indien nodig extra activeringsmaatregelen te nemen. 1.3.2. Het Europese antwoord op de crisis en de relatie met de Lissabonstrategie In het najaar van 2008 werd zichtbaar welke impact de financiële crisis had op de reële economie. De EC probeerde aan deze mondiale financieel-economische crisis een antwoord te bieden met het Europees Economisch Herstelplan (EHH) van 26/11/2008. 18.De aandacht die de EC aan het EHH besteedde, had tot gevolg dat het Annual Progress Report van de EC qua inhoud en structuur enigszins afweek van hetgeen in 2006 en 2007 gangbaar was. Het herstelplan, dat ook maatregelen bevatte m.b.t. de vier prioritaire gebieden van de Lissabonstrategie, vormde het sluitstuk van het Annual Progress Report 2008. Het EEH werd aangevuld met de klassieke landenspecifieke aanbevelingen. 19 Naast het EEH bestaat het Annual Progress Report 2008 verder nog uit het implementatierapport m.b.t. het Communautair Lissabonprogramma 2008-2010 en een aantal andere documenten. Het EEH steunt op twee pijlers en één basisbeginsel: De eerste pijler is een belangrijke injectie van koopkracht in de economie om de vraag te bevorderen en het vertrouwen op te krikken. De tweede pijler is het zodanig sturen van het optreden op korte termijn dat het concurrentievermogen van Europa op lange termijn wordt versterkt. Het basisbeginsel dat aan dit plan ten grondslag ligt, is solidariteit en sociale rechtvaardigheid. Het EEH streeft de volgende strategische doelstellingen na: snel de vraag stimuleren en het consumentenvertrouwen opkrikken; de menselijke kosten van de economische neergang en de gevolgen daarvan voor de kwetsbaarste groepen beperken.; ertoe bijdragen dat Europa klaar staat om van een later groeiherstel te profiteren door ervoor te zorgen dat de Europese economie is afgestemd op de eisen op het gebied van het concurrentievermogen en de toekomstige behoeften, zoals uiteengezet in de Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid; de overgang naar een koolstofarme economie versnellen. Om bovenstaande doelstellingen te realiseren, is het EEH erop gericht: synergieën te benutten en negatieve overloopeffecten te vermijden door middel van een gecoördineerd optreden; alle mogelijke beleidshefbomen, budgettaire beleidsmaatregelen, structurele hervormingen, hervormingen van financiële markten en externe maatregelen aan te grijpen; een goede samenhang tussen onmiddellijke acties en de doelstellingen van de EU op middellange à lange termijn te waarborgen; 18 COM(2008) 800 definitief 19 Er kan hier concreet verwezen worden naar volgende documenten: Review of the European Globalisation Fund, New skills for New Jobs, Cohesion Policy, An updated strategic Framework for European Cooperation in education and Training, The external dimension for the Lisbon strategy for growth and jobs, The Single Market Review. www.vlaandereninactie.be/lissabon 11

ten volle rekening te houden met het mondiale karakter van de problematiek en de EUbijdrage op de internationale reacties af te stemmen. Het Herstelplan is verankerd in het Stabiliteits- en groeipact en de Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid. Het voorziet in: een onmiddellijke budgettaire impuls ter grootte van 200 miljard EUR (1,5% van het BBP van de EU), bestaande uit een budgettaire expansie in de lidstaten van 170 miljard EUR (circa 1,2% van het BBP van de EU), en EU-financiering ter ondersteuning van onmiddellijke acties ten belope van 30 miljard EUR (ongeveer 0,3% van het BBP van de EU); een aantal prioritaire acties die passen in de Lissabonstrategie en tegelijkertijd bedoeld zijn om de economieën aan de uitdagingen op lange termijn aan te passen en de structurele hervormingen voort te zetten die erop gericht zijn de potentiële groei te verhogen. Binnen de vier gebieden voor prioritaire actie van de Lissabonstrategie worden volgende 10 acties voorgesteld: Burgers (1) Lanceren van een grootscheeps Europees initiatief ter ondersteuning van de Werkgelegenheid, (2) Vraag naar arbeid scheppen, Bedrijven (3) Verbetering van de toegang van bedrijven tot financiering, (4)Terugdringing van de administratieve lasten en bevordering van Ondernemerschap, Infrastructuur en energie (5) Sneller investeren in de modernisering van de Europese infrastructuur, (6) Verbetering van de energie-efficiëntie van gebouwen, (7) Bevordering van het gebruik van "groene producten", Onderzoek en innovatie (8) Verhogen van de investeringen in O&O, innovatie en educatie, (9) Ontwikkelen van schone technologieën voor auto s en de bouw, (10) hogesnelheidsinternet voor iedereen. Met haar EEH gaf de EC de voorzet voor de Europese Raad van 11-12/12/2008 20 die volledig in het teken stond van het bestrijden van de financieel-economische crisis. De Raad stemde in met het herstelplan voor de Europese economie ter grootte van ongeveer 200 miljard euro, wat neerkomt op ongeveer 1,5 % van het BBP van de EU. Wat de maatregelen betreft die onder de bevoegdheid van de Europese Unie vallen, verleende de Europese Raad in het bijzonder zijn steun aan het idee dat:: de interventies van de EIB in 2009/2010, t.b.v. 30 miljard euro, worden verhoogd 21 ; de programma's die door het Cohesiefonds, de structuurfondsen of het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling worden gefinancierd, met het oog op de verhoging van de investeringen in infrastructuur en energie-efficiëntie, volgens eenvoudiger procedures en versneld worden uitgevoerd; o.b.v. een lijst van concrete projecten die de Commissie - rekening houdend met een passend geografisch evenwicht - zal voorleggen, gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden om, in het kader van de Gemeenschapsbegroting, de investeringen in die sectoren te verhogen, en het hogesnelheidsinternet via wettelijke stimuleringsmaatregelen te ontwikkelen, ook in dat opzicht slecht voorziene gebieden; het Europees Sociaal Fonds snel extra maatregelen treft ter ondersteuning van de werkgelegenheid 22 ; in de sleutelsectoren van de Europese economie werkgelegenheidsbevorderende maatregelen worden getroffen 23 ; 20 http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/ec/104701.pdf, pp. 6-8 21 In het bijzonder ten behoeve van het midden en kleinbedrijf, voor hernieuwbare energie, alsmede voor schoon vervoer, met name ten gunste van de automobielsector, evenals de oprichting van het Europees Fonds 2020 voor energie, klimaatverandering en infrastructuur ( Fonds Marguerite ) in partnerschap met nationale institutionele investeerders. 22 Met name ten behoeve van de meest kwetsbare lagen van de bevolking, waarbij bijzonder aandacht zal uitgaan naar de kleinste ondernemingen door het beperken van de niet-salariële arbeidskosten. www.vlaandereninactie.be/lissabon 12

de lidstaten die dat wensen, in bepaalde sectoren verlaagde btw-tarieven kunnen toepassen; een tijdelijke vrijstelling van twee jaar boven de "de minimis-drempel" inzake staatssteun aan maximaal 500000 euro en de aanpassing van het kader, welke nodig zijn om meer ondersteuning te bieden aan ondernemingen, met name KMO s, en de onverkorte uitvoering van het actieplan voor een "Small Business Act" waaraan de Raad op 1/12/2008 zijn goedkeuring heeft gehecht; het gebruik voor 2009 en 2010 van de versnelde procedures in de richtlijnen inzake overheidsopdrachten 24 ; een verdere algemene en significante verlaging van de administratieve lasten voor de ondernemingen. De Europese Raad benadrukt ook de noodzaak van een grotere en gecoördineerde inspanning van de lidstaten, in het kader van een gezamenlijke aanpak die op de volgende richtsnoeren berust: de maatregelen voor vraagondersteuning moeten een onmiddellijk effect beogen, beperkt in de tijd zijn en gericht op de zwaarst getroffen en, wat de structuur van de economie betreft, de belangrijkste sectoren (bijvoorbeeld de automobiel- en de bouwsector); die maatregelen kunnen afhankelijk van de nationale situatie de vorm aannemen van een verhoging van de openbare bestedingen, verantwoorde verlagingen van de fiscale druk, verlaging van de sociale lasten, steunmaatregelen voor bepaalde categorieën ondernemingen of rechtstreekse bijstand aan huishoudens, met name de meest kwetsbare onder hen; zij zullen gepaard gaan met een krachtiger uitvoering van structurele hervormingen in het kader van de Lissabonstrategie. De Europese Raad onderstreept dat het herziene Stabiliteits- en groeipact de hoeksteen van het begrotingskader van de EU blijft. Het biedt de nodige flexibiliteit voor de uitvoering van alle maatregelen van het herstelplan. De Europese Raad roept de lidstaten op om zo spoedig mogelijk, overeenkomstig het Pact en naargelang van het economische herstel, terug te keren naar hun begrotingsdoelstellingen voor de middellange termijn. De Europese Raad roept ook op om, in samenhang met de ontwikkeling van de Europese onderzoeksruimte (EOR) en de bezinning over de toekomst van de Lissabonstrategie na 2010, een Europees innovatieplan te lanceren dat beantwoordt aan alle voorwaarden voor duurzame ontwikkeling en dat inzet op de belangrijkste technologieën van de toekomst. 25 Op de Europese Lenteraad van 19-20/03/2009 werd nagegaan of de uitvoering van het EEH, dat in december 2008 werd aangenomen, goed verloopt, om het desgevallend aan te passen of aan te vullen: Zo werd een akkoord bereikt over het communautaire gedeelte van het EEH, ter ondersteuning van projecten op energiegebied, breedbandinternet en maatregelen in verband met de check-up van het GLB. Er werd ook vooruitgang geboekt t.a.v. het uitkeren van voorschotten uit de structuurfondsen en het Cohesiefonds, het akkoord over de vrijwillige toepassing van verlaagde BTW-tarieven en de maatregel van de EIB om de financieringsmogelijkheden van de KMO s te versterken. Wat de maatregelen betreft die de lidstaten nemen ter ondersteuning van de reële economie en de werkgelegenheid, werd benadrukt dat deze goed getimed, doelgericht en tijdelijk van aard moeten zijn. Daarbij moeten ze een aantal leidende beginselen hanteren. 26 23 Met name via het Europees Fonds voor de aanpassing aan de globalisering, mede door de verbetering en bespoediging van de procedures. 24 Dit wordt gerechtvaardigd door de buitengewone aard van de huidige economische situatie, teneinde de lengte van de meest gangbare overheidsprocedures voor grote overheidsprojecten te verminderen van 87 tot 30 dagen. 25 Dit zijn o.a. energie, informatietechnologie, nanotechnologie, ruimtetechnologie en de daarmee samenhangende diensten, en levenswetenschappen. 26 Bij de uitvoering moeten de lidstaten de volgende leidende beginselen hanteren: stimulering van de openheid binnen de interne markt en tegenover derde landen; geen discriminatie van goederen en diensten uit andere lidstaten inhouden; in consistentie zijn met de hervormingsdoelstellingen voor de lange termijn. www.vlaandereninactie.be/lissabon 13

Het is noodzakelijk dat de lidstaten en de EC informatie en beste praktijken uitwisselen en hun inspanningen bundelen zodat er synergieën ontstaan en dat overeengekomen herstelmaatregelen, zowel op nationaal als op communautair niveau verder worden uitgevoerd. De Commissie en de Raad worden verzocht de getroffen maatregelen te evalueren en te volgen en aan de Europese Raad van juni 2009 verslag uit te brengen.. De Europese Lenteraad geeft de Lissabonstrategie een zeer belangrijke plaats in het tegengaan van de financieel-economische crisis (conclusie 14) 27 : In de huidige crisis blijft de hernieuwde Lissabonstrategie, inclusief de nu geldende geïntegreerde richtsnoeren, het effectieve kader voor het stimuleren van duurzame groei en werkgelegenheid. De crisis markeert de noodzaak om met meer spoed te werken aan structurele hervormingen, die de geloofwaardigheid en de impact van stimuleringsmaatregelen zullen vergroten. De kortetermijnmaatregelen van de EU en de lidstaten zullen maximale voordelen bieden indien zij aansluiten bij de doelstellingen voor de middellange en de lange termijn van de Lissabonstrategie. De Europese Raad duidde in het kader van de Lissabonstrategie ook aan aantal gebieden aan waar werktempo moet worden opgevoerd en dringend concrete maatregelen moeten worden genomen: bestaande belemmeringen wegnemen en nieuwe voorkomen, en een volledig operationele interne markt tot stand brengen; administratieve lasten verder verminderen; de randvoorwaarden voor de industrie - teneinde een sterke industriële basis in stand te houden - en het bedrijfsleven verbeteren, met speciale aandacht voor mkb-ondernemingen en innovatie; partnerschappen tussen ondernemingen, onderzoek, onderwijs en opleiding aanmoedigen en de investeringen in onderzoek, kennis en onderwijs opvoeren en kwalitatief verbeteren. wat het terugdringen van administratieve lasten betreft, verzoekt de Raad de Commissie om alle voorstellen in elk van de dertien prioritaire gebieden nog voor het einde van haar ambtstermijn in te dienen. De landenspecifieke aanbevelingen en aandachtspunten m.b.t. de uitvoering van de NHP s werden op de Lenteraad 2009 goedgekeurd. De EC legt een duidelijke link met de economische crisis. Zo stelt de EC dat het de maatregelen die België neemt om de economische neergang tegen te gaan zal beoordelen overeenkomstig het op de Europese Raad van december goedgekeurde herstelplan. Wat de aanbevelingen betreft, die nauw verband houden met de Lissabonstrategie moet België 28 : de belastingdruk op arbeid verder verlagen, m.n. door de belastingwig bij laagbetaalden te verkleinen, en op middellange termijn de uitgaven beter beheersen om de begrotingsconsolidatie te bevorderen; meer mededinging op de gas- en elektriciteitsmarkten creëren door mededingingsbevorderende regelgeving vast te stellen, met volledig onafhankelijke en krachtdadige reguleringsinstanties, en de maatregelen ten aanzien van transportnetbeheerders en distributienetbeheerders handhaaft; in het kader van een geïntegreerde flexizekerheidsaanpak de gecoördineerde beleidsmaatregelen om de werking van de arbeidsmarkt verbeteren, sneller uitvoeren, de werkloosheidsuitkeringen herzien om ervoor te zorgen dat werklozen gemakkelijker snel terugkeren op de arbeidsmarkt, de arbeidsmarktparticipatie verhogen (m.n. voor oudere werknemers en werknemers met een migrantenachtergrond), regionale verschillen verkleinen en ervoor zorgen dat in alle regio's meer mensen een levenlang blijven leren. 27 http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/ec/106819.pdf, pag. 6 28 De aanbevelingen liggen grotendeels in lijn met de aanbevelingen en aandachtspunten van de voorbije jaren. www.vlaandereninactie.be/lissabon 14

De Europese Raad van 18-19/06/2009 besteedde ruim aandacht aan de economische, financiële en sociale situatie. Inzake werkgelegenheid stelde de Europese Raad dat er drie prioritaire gebieden waren die zowel in de herstelplannen van de lidstaten als in de initiatieven van de EU bijzondere aandacht behoeven: (1) werkgelegenheid behouden, nieuwe banen scheppen en de mobiliteit stimuleren, (2) vaardigheden verbeteren en ze beter op de arbeidsmarktbehoeften afstemmen en (3) toegang tot arbeid verbeteren. 1.4. Vlaanderen en de Lissabonstrategie Hoewel het de EU-lidstaten zijn die hervormingsprogramma s en voortgangsrapporten moeten opstellen, was de Vlaamse overheid van oordeel dat ook Vlaanderen een eigen Vlaams Hervormingsprogramma (VHP) diende op te stellen. Op deze manier knoopte ze aan bij een traditie. Sinds 2000 volgt de Vlaamse overheid de Europese werkgelegenheidsstrategie en het Lissabonproces van nabij op (o.a. opmaak van jaarlijkse actieplannen en voortgangsverslagen). 1.4.1. Verdere implementatie van het Vlaams Hervormingsprogramma 2008-2010 Het eerste VHP 2005-2008 Lissabonstrategie: groei en jobs werd op de Vlaamse Regering van 7/10/2005 29 goedgekeurd en werd opgebouwd rond vier delen 30 : een samenvatting met de voornaamste beleidsprioriteiten 2005-2008; een algemene omgevingsanalyse, waarin de brede politieke en sociaaleconomische context in Vlaanderen wordt geschetst; de macro- en micro-economische uitdagingen; de uitdagingen op het vlak van werkgelegenheid. In het VHP 2005-2008 werden specifieke doelstellingen en maatregelen naar voor geschoven. M.b.t. de uitvoering van het VHP werden zowel in 2006, 2007 als 2008 gedetailleerde voortgangsrapporteringen opgesteld. In 2008 werd ook een aangepast VHP opgesteld voor de lissaboncyclus 2008-2010. Een aantal rubrieken en bijhorende maatregelen die het het VHP 2005-2008 te weinig of niet aan bod kwamen (bijvoorbeeld logistiek en mobiliteit, gezonde overheidsfinanciën) werden structureel opgenomen in het VHP 2008-2010. De hoofdlijnen van het VHP 2008-2010 zijn, de verdere implementatie van de resterende hervormingen uit het VHP 2005-2008, de vier gebieden voor prioritaire actie, de 24 geïntegreerde richtsnoeren, en aandacht voor de landenspecifieke aanbevelingen en aandachtspunten (voor België). Met dit aangepast programma wil Vlaanderen dus inspelen op een aantal nieuwe ontwikkelingen van de Lissabonstrategie en wordt sterker ingezet op het governance-aspect. 1.4.2. Vlaanderen: Governance en ownership van de Lissabonstrategie De Lissabonstrategie is enerzijds belangrijk voor de Europese regio s, maar anderzijds kan de Europese Lissabonstrategie nooit slagen zonder actieve regionale betrokkenheid. Dit wordt duidelijk verwoord in een statement van, J.M. Barroso, de voorzitter van de Europese Commissie, n.a.v. de herlancering van de Lissabonstrategie in 2005: 29 VR/2005/0710/MED11 30 De indeling m.b.t. macro- en micro-economische uitdagingen en uitdagingen op het vlak van werkgelegenheid, was impliciet het indirecte gevolg van de indeling op Europees vlak m.b.t. de geïntegreerde richtsnoeren 2005-2008. De Europese Raad van juni 2005 schoof immers macro-economische, micro-economische en richtsnoeren op het vlak van de werkgelegenheid naar voor. Op deze manier hield het Vlaamse hervormingsprogramma al rekening met de nieuwe Europese context. www.vlaandereninactie.be/lissabon 15

"Europe needs a clearer focus on contributing to growth and jobs. Greater ownership for this objective on the part of the EU Regions means a better performance of the EU economy as a whole. In this respect, Lisbon needs the Regions as much as the Regions need Lisbon. Ook in 2009 heeft Vlaanderen traditioneel haar werkzaamheden in het kader van de Lissabonstrategie verder gezet. Voor Vlaanderen is de Lissabonstrategie van bijzonder belang voor de vormgeving van haar ambities om een Europese topregio te worden. Om te slagen moeten diverse actoren binnen Vlaanderen hieraan bijdragen. Vlaanderen streeft daarom naar een goede governance als een versterkt ownership van de Lissabonstrategie. Via de vaststelling van tal van inhoudelijke maatregelen ter uitvoering van de Lissabonstrategie en de eigen rapportering hierover, geeft Vlaanderen blijk van zijn betrokkenheid bij de uitvoering van de Lissabonstrategie. Naast de eigenlijke uitvoering van het Vlaamse hervormingsprogramma, neemt Vlaanderen echter tal van andere initiatieven die haar betrokkenheid bij de zowel de nationale als Europese Lissabonwerkzaamheden demonstreren. het departement DAR organiseerde op 19/11/2008 een workshop Lisbon is a region i.s.m. het Vlaams Europees Verbindingsagentschap (VLEVA) waarbij Vlaanderen, de regio s Piemonte en Catalonië de wijze waarop zij uitvoering geven aan de Lissabonstrategie toelichtten. 31 De Vlaamse Lissabonwebsite wordt up to date gehouden. Het draagvlak voor de Lissabonstrategie, zowel binnen de Vlaamse overheid als naar het grote publiek toe, wordt op deze manier versterkt. Op 29/04/2009 nam de Vlaamse overheid, samen met vertegenwoordigers van de federale overheid, en de gemeenschappen en gewesten, deel aan de technische Fact Finding Mission van de EC aan België inzake de uitvoering van het luik microeconomie van het nationaal hervormingsprogramma. De volgende thema s kwamen aan bod: energie, klimaat en leefmilieu, O&O, innovatie en industrieel beleid, KMObeleid, betere regelgeving, mededinging en de dienstenrichtlijn. Vlaanderen heeft een constructieve inbreng kunnen doen, mede dankzij de inzet van verschillende beleidsdomeinen en heeft de voortgang inzake deze thema s kunnen toelichten. De Vlaamse overheid neemt actief deel aan de jaarlijkse ontmoeting van de EC aan België, die dit jaar plaatsvond op 29/06/2009. Tijdens deze bilaterale ontmoeting gaven de federale overheid en de gewesten/gemeenschappen aan welke maatregelen ze hadden genomen zowel m.b.t. de uitvoering van het nationaal hervormingsprogramma 2008-2010 als m.b.t. de aanbevelingen die de EC aan België richtte. De Vlaamse overheid blijft participeren aan de Lissabonwerkzaamheden van het CoR en dit in het kader van het Lisbon Monitoring Platform (LMP). 32 Uit de resultaten van het LMP blijkt duidelijk dat heel wat regio s door de lidstaten nog steeds weinig betrokken worden bij het nationale Lissabonproces (voornamelijk bij het opstellen van de NHP s en de voortgangsrapporten). Vlaanderen vormt op dit vlak waarschijnlijk een uitzondering en wordt samen met de andere gemeenschappen en gewesten van nabij betrokken bij het opstellen van het Belgische hervormingsprogramma en de voortgangsrapporten. De Vlaamse Regering nam op 29/05/2009 akte van de Mededeling betreffende de eerste aanzet van visie van de Vlaamse overheid inzake de Lissabonstrategie post 2010. 33 31 www.vleva.eu 32 http://lisbon.cor.europa.eu 33 VR 2009 2905 MED 0271. Zie onder 1.4.3. voor een samenvatting van de voorstellen. www.vlaandereninactie.be/lissabon 16

De Vlaamse overheid gaf, op basis van hierboven aangehaalde mededeling inzake de Lissabonstrategie post 2010, een antwoord op de enquête van het CoR waarbij lokale en regionale overheden werden geraadpleegd over hun visie op de toekomst van de strategie voor groei en werkgelegenheid na 2010. 34 1.4.3. De Lissabonstrategie post 2010: eerste aanzet van visie van de Vlaamse overheid Op de Europese Lenteraad 2008 benadrukten staats-en regeringsleiders dat de EU zich na 2010 moet blijven inzetten voor structurele hervormingen, duurzame ontwikkeling en sociale cohesie om de vooruitgang die geboekt is dankzij de hernieuwde Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid, te bestendigen. De Europese Raad riep daarbij de Commissie, de Raad en de nationale Lissaboncoördinatoren op tot bezinning over de toekomst van de Lissabonstrategie na 2010. Op 5/12/2008 en 22/04/2009 kwamen de Lissaboncoördinatoren van de lidstaten samen in respectievelijk Parijs en Praag. Geleidelijk aan ontwikkelden ook meer en meer lidstaten een visie op de Lissabonstrategie post 2010. De Europese Lenteraad 2009 gaf al aan uit te kijken naar de voorstellen die de EC in de tweede helft van 2009 zal bekendmaken. Het Comité van de Regio s (CoR) lanceerde op de Top van Regio s en Steden van 5-6/03/2009 in Praag een enquête waarbij lokale en regionale overheden worden geraadpleegd over hun visie op de toekomst van de strategie voor groei en werkgelegenheid na 2010. Vlaanderen heeft hierop gereageerd. 35 Alle bijdragen werden zowel in de oorspronkelijke taal als in het Engels op de website van het Comité van de Regio s gepubliceerd. 36 De resultaten van deze raadpleging werden in een rapport 37 samengebracht dat tijdens de Open Days in Brussel (5-8/10/2009) werd voorgesteld en besproken. Momenteel wordt door de CoR ook gewerkt aan de politieke boodschap die het zal overmaken aan de Europese Lenteraad in 2010, waar knopen moeten worden doorgehakt over de toekomst van de strategie voor groei en werkgelegenheid. Op 29/05/2009 nam de Vlaamse Regering akte van de mededeling inzake de eerste aanzet van visie van de Vlaamse overheid m.b.t. de Lissabonstrategie na 2010. 38 Deze gecoördineerde visie van de Vlaamse overheid werd gebruikt om een antwoord te bieden op een bovenvermelde enquête van het CoR. Het betreft een eerste aanzet van visie die kan evolueren naar een meer gericht document als de nieuw aangetreden EC haar visie op de toekomst van de Lissabonstrategie bekendmaakt of een bevraging hierover lanceert. Vlaanderen acht aanpassingen op zowel procesmatig ( governance ) als inhoudelijk vlak noodzakelijk. De voornaamste voorstellen worden hieronder opgesomd. Op het vlak van governance van de Lissabonstrategie, doet Vlaanderen de volgende voorstellen voor de toekomst: De Lissabonstrategie post 2010 moet bovenal een inspirerend en mobiliserend project zijn waarbij alle overheidsniveaus (Europees, nationaal, regionaal en lokaal) betrokken worden en er ownership voor opnemen. De Lissabonstrategie post 2010 moet eveneens voldoende mobiliserend zijn voor het maatschappelijk middenveld (sociale partners, ) en de Europese bevolking. 34 Het Vlaamse antwoord op de enquête van het Comité van de Regio s kan gevonden worden in bijlage 5 van de Mededeling VR 2009 2905 MED 0271 35 Het Vlaamse antwoord op de enquête van het Comité van de Regio s kan gevonden worden in bijlage 5 van de Mededeling VR 2009 2905 MED 0271 36 www.cor.europa.eu 37 A new Lisbon Strategy after 2010. Final Report (CdR 234/2009 rev EN/o) 38 VR 2009 2905 MED 0271. www.vlaandereninactie.be/lissabon 17

De governance is een cruciale pijler voor het welslagen van de Lissabonstrategie post 2010. De betrokkenheid van regionale en lokale actoren bij de Lissabonstrategie moet van nabij worden gemonitored en hierbij moet het Comité van de Regio s, in opvolging van de bestaande werkzaamheden in het kader van het Lisbon Monitoring Platform, een belangrijke rol opnemen. De regionale overheden moeten structureel betrokken worden in de Lissabonstrategie post 2010. Regio s die bijkomend ownership m.b.t. de Lissabonstrategie wensen op te nemen moeten door de EC worden erkend. Concrete voorstellen hebben o.m. betrekking op regionale Lissaboncoördinatoren, het voorleggen van regionale hervormingsprogramma s en voortgangsrapportages aan de EC, aanbevelingen en aandachtspunten van de EC voor de regio s, de organisatie van Fact Finding Missions bij de regio s en meer aandacht voor regio s in kader van bilaterale ontmoetingen tussen lidstaten en de EC. De Lissabondoelstellingen moeten voldoende mobiliserend zijn voor lidstaten en regio s. De huidige geïntegreerde richtsnoeren moeten worden geëvalueerd en de nieuwe richtsnoeren moeten voldoende duidelijk, kwantificeerbaar en mobiliserend zijn. Aanpassing van de huidige set van doelstellingen-indicatoren, zowel op lidstaat- als op regioniveau is noodzakelijk. In het bijzonder kan hierbij aandacht gaan naar een verdere verfijning op vlak van inhoud, verschillende startposities en onderlinge verschillen tussen lidstaten en regio s, naar een meer evolutief gerichte aanpak van de te behalen doelstellingen, naar een meer output- en outcome-gerichte aanpak, en naar asymmetrische doelstellingenindicatoren tussen lidstaten onderling zowel als tussen regio s binnen één lidstaat onderling (rekening houdend met de soms erg uiteenlopende situaties). Wat inhoud betreft, moet meer ingezet worden op duurzaamheid waarbij de centrale doelstelling duurzame groei en jobs naar voor wordt geschoven. De duurzaamheidsdimensie moet transversaal in alle beleid en maatregelen van de Lissabonstrategie terug te vinden zijn. De Lissabonstrategie post 2010 moet blijven inzetten op duurzame en structurele hervormingen en maatregelen op economisch, milieu en sociaal vlak bevatten om de centrale doelstelling inzake duurzame groei en jobs te realiseren. De omslag naar een groenere (CO2-arme) economie moet richtinggevend zijn in de doelstellingen die op economische, milieu- en sociaal vlak zullen worden opgesteld. Op economisch vlak staan drie speerpunten centraal: (1) maatregelen inzake ondernemerschap, (2) maatregelen inzake innovatie wetenschap onderzoek en ontwikkeling en (3) maatregelen inzake logistiek, mobiliteit en infrastructuur. Op milieuvlak moet worden ingezet op maatregelen inzake klimaatverandering en energie en op sociaal vlak moet worden ingezet op werkgelegenheid en onderwijs en opleiding. Er wordt voorgesteld om de bestaande werkgelegenheidsrichtsnoeren te hergroeperen rond 5 transparante hervormingsassen, met name actief arbeidsmarktbeleid, werkbaarheid en de kwaliteit van werk, levensloopbaanbenadering en flexizekerheid, breed competentiebeleid, evenredige arbeidsdeelname en diversiteit Organisatiebrede maatregelen houden verband met het bevorderen van de overheidsefficiëntie en effectiviteit, de link met het cohesiebeleid en de externe dimensie van de Lissabonstrategie. De financieel-economische crisis heeft de nood aan diepgaande structurele hervormingen blootgelegd. De Lissabonstrategie biedt het gepaste kader en wordt het middel bij uitstek om op middellange termijn de noodzakelijke duurzame hervormingen in de EU tot stand te brengen. Zo kaderde de EC de Europese herstelmaatregelen binnen de vier prioritaire actiegebieden van de Lissabonstrategie. Post 2010 moeten de inspanningen op dit vlak worden voortgezet binnen een vernieuwde Lissabonstrategie. Na 2010 zullen de nationale hervormingsprogramma s in belangrijke mate worden ingezet om de financieel economische crisis te bestrijden. Na het CoR zal ook de Europese Commissie eind september 2009 een grote consultatieronde over de Lissabonstrategie post 2010 lanceren. De resultaten zullen gebruikt worden om voorstellen te ontwikkelen voor de Lenteraad van 2010. www.vlaandereninactie.be/lissabon 18

1.4.4 Gevolgde werkwijze m.b.t. het opstellen van de Vlaamse Lissabonrapportering 2009 De voorliggende Vlaamse Lissabonrapportering 2009 behandelt zowel de procesmatige opvolging als de effectopvolging van de Vlaamse Lissabonstrategie. De procesopvolging en de coördinatie van de Vlaamse Lissabonstrategie gebeurt door de Stafdienst van de Vlaamse Regering (Departement Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid). Op het SG-forum van 18/05/2006 werd besloten hiervoor een ambtelijke Lissabonwerkgroep, met contactpersonen uit elk van de 13 beleidsdomeinen, in te stellen. Deze aanspreekpunten zijn verantwoordelijk voor de inhoudelijke inbreng betreffende hun respectieve onderdelen van het hervormingsprogramma en de voortgangsrapporten. De effectopvolging aan de hand van beleidsindicatoren behoort tot de gedeelde verantwoordelijkheid van de Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR) en de diverse betrokken inhoudelijke beleidsdomeinen. De SVR verzorgde ook de omgevingsanalyse. De basis van de Lissabonrapportering 2009 werd verzorgd door de ambtelijke Lissabonwerkgroep en vervolgens in IKW-verband verder aangevuld. Bij de opmaak van de Vlaamse Lissabonrapportering 2009 werden ook de sociale partners (in het kader van VESOC) betrokken. Op deze manier tracht de Vlaamse overheid tegemoet te komen aan de conclusies van de Europese Lenteraad 2008 om zoveel mogelijk belanghebbenden bij de Lissabonstrategie te betrekken. Ook naar aanleiding van de mededeling van de Vlaamse Regering inzake de Lissabonstrategie post 2010 werd het advies van de SERV gevraagd. Door het systematisch betrekken van de sociale partners bij de Lissabonwerkzaamheden wil de Vlaamse overheid concreet inzetten op een zo groot mogelijk draagvlak voor de Lissabonstrategie en de hiermee gepaard gaande maatregelen. Ook in het kader van ViA was er een intense betrokkenheid van de sociale partners en dit leidde ertoe dat de Vlaamse Regering en de sociale partners samen het initiatief namen rond het Pact 2020. Meer informatie m.b.t. de Vlaamse Lissabonstrategie is terug te vinden op de website Vlaanderen in Actie. 39 1.4.5. Vlaamse bijdrage aan de nationale Lissabonstrategie De voorzitter van het CoR verklaarde in december 2008 dat lidstaten die voor hun strategie alleen op een centraal plan rekenen minder goed presteren dan lidstaten die ook regionale gehelen bij de uitvoering betrekken. 40 De Vlaamse overheid werd de afgelopen jaren nauw betrokken bij het opstellen van het Belgische hervormingsprogramma 2005-2008 en 2008-2010. 41 Ook bij het opstellen van de voortgangsverslagen 2006, 2007 en 2008 gebeurde er een belangrijke inbreng vanuit de Vlaamse overheid. Deze inbreng wordt structureel verzekerd door de deelname van de Vlaamse overheid aan een politiek begeleidingscomité 42 en redactiecomité 43. Heel wat bevoegdheden op het vlak van de Lissabonstrategie (o.a. 39 http://www.vlaandereninactie.be 40 Knack, 3/12/2008 41 Het Vlaamse hervormingsprogramma vormt een integrale bijlage van het Belgische hervormingsprogramma. 42 Het Politiek Begeleidingscomité wordt voorgezeten door de secretaris van het Overlegcomité en bestaat uit vertegenwoordigers van de Minister-Presidenten (van de gewesten en de gemeenschappen), van de Vice-Premiers, van de Minister van Buitenlandse Zaken en van de Staatssecretaris voor Europese Zaken, alsook, indien het comité dit nodig acht, vertegenwoordigers van andere betrokken ministeries. 43 De redactie gebeurt door een Redactiecomité dat wordt geleid door de Kanselarij van de Eerste Minister. Elk belangrijk hoofdstuk wordt gepiloteerd door een overheidsinstelling: de FOD Financiën voor het macro-economische hoofdstuk, het Federaal Planbureau voor het microeconomische hoofdstuk (i.s.m. de FOD Economie) en de FOD Werkgelegenheid voor het werkgelegenheidshoofdstuk. Ook de gewesten en gemeenschappen zijn vertegenwoordigd op het Redactiecomité. www.vlaandereninactie.be/lissabon 19

werkgelegenheid, onderwijs en vorming en leefmilieu) zijn immers bevoegdheden van Vlaanderen zodat een inbreng van de Vlaamse overheid cruciaal is voor het welslagen van de Belgische Lissabonstrategie. Ook in 2009 werd Vlaanderen opnieuw van nabij betrokken bij de opmaak van het nationale voortgangsrapport. Het nationaal voortgangsrapport moet uiterlijk op 15/10/2009 bij de EC zijn ingediend. De belangrijke bijdrage van de gemeenschappen en gewesten aan de federale Lissabonrapportering komt o.a. tot uiting in bijlage 3. Hierin werden de beschrijvingen van de regionale en lokale overheden in de nationale Lissabonrapporten in de 27 lidstaten van de EU beoordeeld. Hieruit blijkt dat België goed scoort inzake de samenwerking tussen de federale overheid en de gemeenschappen en gewesten bij de redactie van de nationale Lissabonrapporteringen. 44 44 Resultaten van de betrokken studie werden weergegeven in de Lisbon Brief van het Comité van de Regio s van juni 2009 (pp.5-9). www.vlaandereninactie.be/lissabon 20