Bijlage: De bevoegdheid van de Intersectorale Toegangspoort buiten Vlaanderen

Vergelijkbare documenten
Hoofdstuk 7 Kinderbijslag

nota Toepassing van het decreet Integrale Jeugdhulp voor voogden van niet begeleide minderjarige vreemdelingen

nota 1. Situering Alle nieuwe afspraken worden in deze nota opgenomen en kort toegelicht. 2. De typemodules die een effect hebben op de kinderbijslag

DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, Gelet op het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp;

Intersectorale toegangspoort - Indicatiestelling

Tabel: Aantal unieke minderjarigen met een indicatiestellingsverslag in 2015, naar vervolg in regie, naar leeftijd en naar regio

Nummer: INF/MDT/1503. Brussel, 19/03/2015

Congres NVKVV Maart 2014

Intersectorale toegangspoort

Integrale toegangspoort niet-rechtstreeks toegankelijke hulp - Wachttijden

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen

Samenwerken met jeugdhulpregie. in de intersectorale toegangspoort

Samenwerken met jeugdhulpregie. in de intersectorale toegangspoort

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 houdende de organisatie van pleegzorg;

EN DE INTER SECTORALE TOEGANGSPOORT

IRPC DE INTERSECTORALE REGIONALE PRIORITEITENCOMMISSIE IN DE WERKING VAN DE INTERSECTORALE TOEGANGSPOORT

Inhoud 1 De Intersectorale Regionale Prioriteitencommissie in de werking van de Intersectorale Toegangspoort...3

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; BESLUIT:

JIJ EN DE INTERSECTORALE TOEGANGS POORT

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen

WIE? Aanmelden bij de toegangspoort. Iedere jeugdhulpaanbieder in Vlaanderen. Eén voorwaarde: registratie in E-Healthkadaster

MDT PC Caritas HOE KAN ONS MDT U HELPEN? In deze brochure leest u hoe multidisciplinair team 456 U kan helpen bij het indienen van een vraag naar

VR DOC.0203/1BIS

MEDEDELING AAN DE LEDEN

OVERZICHT VERZONDEN MAILS. Uw Insisto dossier dossiernummer is ontvankelijk verklaard en zal verder behandeld worden door team indicatiestelling.

Alle verslagen van Zorginspectie worden overgemaakt aan het VAPH en/of Jongerenwelzijn.

Integrale Jeugdhulp. Naar een betere jeugdzorg? Jan Naert Vakgroep Orthopedagogiek UGent

Update INSISTO. Time-outs in de jeugdhulp. Berichtenblad Intersectorale Toegangspoort MAART 2015

OVERZICHT VERZONDEN MAILS

MDT HET VEER CAR HOE KAN ONS MDT U HELPEN? Minderjarigen. Eerste aanvraag ZORG IMB PAB

JIJ EN DE INTERSECTORALE TOEGANGSPOORT.

MDT HET VEER CAR HOE KAN ONS MDT U HELPEN? Minderjarigen. Aanvraag PAB (persoonlijk assistentiebudget)

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 februari 2019;

Jeugdhulpregie. Nieuwe hulpvragen

Jeugdhulpregie neemt het inhoudelijk advies van indicatiestelling bij de opmaak van de jeugdhulpbeslissing over.

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Reguleringsimpactanalyse voor het decreet houdende diverse wijzigingsbepalingen betreffende het decreet betreffende de

Publicatie B.S.: Inwerkingtreding: Hoofdstuk I. ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1.

RECHT OP BIJSTAND VAN EEN VERTROUWENSPERSOON. Artikel 24

1. PRINCIPE ACTIEPLAN JONGVOLWASSENEN

65194 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

Deze vorm van begeleiding is beperkt in tijd (3 jaar), maar niet in het aantal begeleidingen.

Gemandateerde voorzieningen

Besluit van de Vlaamse Regering over persoonsvolgende middelen voor minderjarige personen met een handicap met dringende noden

Het werken met en gebruiken van het A-document

Gemandateerde voorzieningen - Ondersteuningscentrum Jeugdzorg

Het intersectorale zorgnetwerk engageert zich bindend om elke jongere die het krijgt toegewezen te begeleiden.

UW KIND INSCHRIJVEN BIJ DE TOEGANGSPOORT VAN INTEGRALE JEUGDHULP?

Aanvraag en inschaling PAB

betreffende de integrale jeugdhulp

A001. Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH)

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991, artikel 77, eerste lid;

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed

MDT - HET VEER - CAR HOE KAN ONS MDT U HELPEN?

VR DOC.0952/2BIS

JIJ EN HET ONDERSTEUNINGS CENTRUM JEUGDZORG.

1 er wordt een punt 2 /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: 2 /1 budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning: een budget voor niet-

Hoe kan ons team jou helpen om de gepaste niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp te vinden?

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991, artikel 77, eerste lid;

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op dd mm yyyy;

Gelet op de aanvraag van Agentschap Jongerenwelzijn, ontvangen op 26/10/2016;

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen

Integrale Jeugdhulpverlening: een nieuw plan in de maak

EN HET ONDERSTEUNINGS CENTRUM JEUGdZORG

Hof van Cassatie van België

Het nieuwe jeugdhulplandschap : de kaarten herlegd. Annemie Van Looveren Juriste Steunpunt Jeugdhulp 18/06/2015

De sociale plattegrond

HUISHOUDELIJK REGLEMENT INTERSECTORAAL REGIONAAL OVERLEG JEUGDHULP WEST-VLAANDEREN

A001. Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap

Intersectorale toegangspoort - Jeugdhulpregie

Inschalingsoefening internaten buitengewoon onderwijs

Start van Integrale Jeugdhulp op 1 maart 2014: overgangsmodaliteiten

12 JULI Decreet betreffende de <integrale> <jeugdhulp>

1. INLEIDING 2. Van verkokerde naar integrale jeugdhulp 2. Rechtstreeks en niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp 2. Een grondige hertekening 3

Nummer: INF/MDT/1215

Publicatie B.S. : Inwerkingtreding : Hoofdstuk I. - ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1.

Cliëntoverleg Integrale Jeugdhulp (IJH) Gedragscode voor deelnemers aan het cliëntoverleg ALGEMENE BEPALINGEN: WIE HEEFT BEROEPSGEHEIM?

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen

Verzoekschrift inzake pleegzorg. Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen.

Een aanvraag bij de Intersectorale Toegangspoort

Stuk 1325 ( ) Nr. 1. Zitting februari 1999 ONTWERP VAN DECREET

UKJA in het landschap van de Vlaamse jeugdhulp en Geestelijke Gezondheid voor kinderen en jongeren. Dr. Linda Van Grootel Medisch diensthoofd UKJA

Hoe kan ons team jou helpen om de juiste hulp te vinden?

Het proces van Indicatiestelling

nr. 590 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 16 juni 2016 aan JO VANDEURZEN Ondersteuningscentra Jeugdzorg - Meldingen en wachttijd

HOE EEN AANVRAAG INDIENEN BIJ HET VAPH? INFORMATIE VOOR VLAAMS AGENTSCHAP VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP

Inhoud 1 De aanvraag van een Versnelde Indicatiestelling en Toewijzing...3

JIJ EN HET ONDERSTEUNINGS CENTRUM JEUGDZORG

Stappenplan spijbelopvolging secundair onderwijs

JIJ EN DE JEUGDRECHTBANK.

Bijstandspersoon in de integrale jeugdhulp. 7 december 2012

Betreft: Advies inzake het voorontwerp van decreet betreffende de integrale jeugdhulp

Voorstelling Gemandateerde voorziening. Welkom

Begeleiden als bepalende kerntaak

Wat is het basisondersteuningsbudget? Zorgkas

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B - Definitieve goedkeuring

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 24 juni 2005; A. SITUERING, ONDERWERP EN RECHTVAARDIGING VAN DE AANVRAAG

AFDELING 2 RAAD VAN BESTUUR

Transcriptie:

Bijlage: De bevoegdheid van de Intersectorale Toegangspoort buiten Vlaanderen Jeugdhulpverlening in Vlaanderen voor minderjarigen die buiten Vlaanderen wonen en jeugdhulpverlening aan in Vlaanderen wonende minderjarigen in voorzieningen buiten Vlaanderen. 1. Situering De bevoegdheid van de toegangspoort is geregeld in artikel 18 van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de integrale jeugdhulp (hierna BVR IJH): Art. 18. 1. De toegangspoort is bevoegd voor de behandeling van een aanvraag van niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening voor een minderjarige als: 1 de minderjarige zijn woonplaats heeft in het werkgebied van de toegangspoort; 2 de minderjarige zijn feitelijke verblijfplaats heeft in het werkgebied van de toegangspoort en hij geen woonplaats heeft. Toepassing van artikel 18 van het BVR IJH met betrekking tot de bevoegdheid van de toegangspoort impliceert, dat voor minderjarigen die een woonplaats hebben buiten Vlaanderen, de toegangspoort niet bevoegd is. Het criterium van de feitelijke verblijfplaats geldt enkel als de minderjarige geen (gekende) woonplaats heeft. Bovenstaand artikel regelt de bevoegdheid van de toegangspoort in Vlaanderen. Soms worden we in Vlaanderen echter ook geconfronteerd met vragen naar jeugdhulpverlening van buiten Vlaanderen of vragen vanuit Vlaanderen met uitvoering van de jeugdhulpverlening in Wallonië, het Duitse taalgebied of zelfs een ander Europees land. Om deze aanvragen desgevallend positief te kunnen beantwoorden bestaan er andere wetgevende teksten: een samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse en de Franse gemeenschap voor personen met een handicap, afspraken tussen het agentschap Jongerenwelzijn en de administratie Aide à la jeunesse in het kader van een ontwerp van samenwerkingsakkoord inzake de hulpverlening aan jongeren en Europese regelgeving met betrekking tot de jeugdhulp. Uit overleg tussen medewerkers van het VAPH en het agentschap Jongerenwelzijn blijkt dat het om een beperkt aantal dossiers gaat op jaarbasis. In wat volgt wordt per sector de huidige stand van zaken en de gemaakte afspraken besproken voor wat betreft de rol van de toegangspoort met betrekking tot situaties die buiten het toepassingsgebied van artikel 18 BVR IJH vallen maar die wel een vraag naar jeugdhulpverlening bevatten. Per 1 maart 2014 is de toegangspoort van start gegaan: zij vervangt de voormalige sectorale toegangspoorten - PEC voor het VAPH en CBJ voor de Bijzondere Jeugdbijstand - voor wat de toekenning van (niet rechtstreeks toegankelijke) jeugdhulpverlening betreft.

2 De (sectorale) regelingen om met vragen van buiten het toepassingsgebied van artikel 18 BVR IJH om te gaan, is binnen het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (hierna VAPH) en Jongerenwelzijn verschillend. Voor het VAPH gaat het om: 1. het samenwerkingsakkoord van 20/10/1998 tussen de Vlaamse Gemeenschap en het Waalse Gewest betreffende de integratie van personen met een handicap (goedkeuring via decreet van 11/5/1999); 2. het KB van 1/10/1970 voor opnames van personen met een handicap in het buitenland of het Duitse taalgebied (KB betreffende het ten laste nemen door het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten van de kosten van opname, onderhoud, behandeling en opvoeding van sommige in het buitenland geplaatste gehandicapten); 3. situatie voor de inwoners van Brussel. Voor het agentschap Jongerenwelzijn gaat het om: 1. afspraken gemaakt tussen het agentschap Jongerenwelzijn en de administratie Aide à la Jeunesse in het kader van een ontwerp van samenwerkingsakkoord inzake de hulpverlening aan jongeren; 2. de Verordening Brussel II bis (Verordening EG nr. 2201/2003 van de Raad van 27 november 2003). Voor K&G wordt er nog een proces gelopen om hier tot afspraken te komen met de Franse gemeenschap. 2. VAPH dossiers 2.1 Voor hulp in Wallonië aan personen uit Vlaanderen en hulp in Vlaanderen aan personen uit Wallonië in het kader van het samenwerkingsakkoord: Behandeling van het dossier Criteria om het samenwerkingsakkoord toe te passen zijn de taal of de afstand tot de voorziening. Voor jongeren uit Vlaanderen die jeugdhulpverlening wensen in Wallonië wordt de vraag gericht aan het Agence Wallonne pour l Intégration des Personnes Handicapées (hierna AWIPH). Dit dient te gebeuren in de afdeling van de regio waarin de hulp die ze wensen te ontvangen gelegen is (in Wallonië) en kan rechtstreeks gevraagd worden door de cliënt.

3 Voor jongeren uit Wallonië die jeugdhulpverlening wensen in Vlaanderen wordt de vraag gericht aan de toegangspoort Vlaams-Brabant/Brussel. Voor deze dossiers plegen de medewerkers van het team Indicatiestelling (hierna team IS) van deze toegangspoort overleg met de medewerkers van de provinciale afdeling van het VAPH in Vlaams- Brabant/Brussel. Deze laatste staan het team IS bij voor de VAPH-indicatiestellingen: zij zijn het meest vertrouwd met de toepassing van het samenwerkingsakkoord en beoordelen de criteria van het samenwerkingsakkoord samen met het team IS. Op termijn zal het team IS de toets van de toepassing van het samenwerkingsprotocol voor de minderjarigen, of meerderjarigen die voortzetting van de jeugdhulp wensen, zelfstandig doen. Voor de aanmelding bij de toegangspoort richt de cliënt zich tot een Multidisciplinair Team (hierna MDT), tot een hulpverlener in Vlaanderen of tot een voorziening in Vlaanderen: zij staan in voor de aanmelding bij de toegangspoort. Wanneer de minderjarige zijn domicilie heeft in Wallonië wijst het systeem het dossier automatisch toe aan de toegangspoort Vlaams-Brabant/Brussel. Wanneer de aanvraag van de minderjarige kan behandeld worden binnen het toepassingsgebied van het samenwerkingsprotocol behandelt de toegangspoort volledig het dossier en levert het een jeugdhulpbeslissing af voor opname van de minderjarige in Vlaanderen. Binnen het VAPH gaat het in totaal om een 20-tal aanvragen per jaar en in de meeste gevallen betreft het minderjarigen. Toekomst - Wijziging van het samenwerkingsakkoord De tekst van het protocol dient op termijn aangepast te worden aangezien de toegangspoort hierin nergens vermeld wordt. De toegangspoort moet worden toegevoegd als rechtspersoon en een aanpassing van de tekst moet door het parlement worden bekrachtigd. In afwachting van deze formele aanpassing zal het protocol wel reeds toegepast worden in de geest van de toekomstige tekst. Opvolging door de agentschappen De jeugdhulpbeslissingen voor inwoners uit Wallonië worden overgemaakt aan AWIPH. Voor inwoners uit Vlaanderen die jeugdhulpverlening toegekend krijgen vanuit AWIPH in Wallonië wordt de beslissing best overgemaakt op Vlaams niveau aan de afdeling toegangspoort van het agentschap Jongerenwelzijn. 2.2 Voor ondersteuning aan personen die in Vlaanderen wonen, door voorzieningen in het buitenland of in het Duitse taalgebied Behandeling van het dossier Criteria voor tenlasteneming in het buitenland of in het Duitse taalgebied zijn medische, sociale of familiale redenen, en positieve beoordelingselementen hierbij zijn o.a. de afstand ten aanzien van voorzieningen of type voorziening.

4 Voor personen met domicilie in Vlaanderen die hulp willen in het buitenland of in het Duitse taalgebied, beslist het VAPH of de kosten daarvan door het VAPH kunnen gedragen worden op basis van het KB van 1 oktober 1970. Met het VAPH werd afgesproken dat de aanvraag gebeurt bij de toegangspoort in wiens werkgebied de jongere gedomicilieerd is en dat die een indicatiestellingsverslag aflevert. Er wordt door de toegangspoort geen uitspraak gedaan over de tenlasteneming van de ondersteuning in het buitenland of in het Duitse taalgebied. Op het moment dat de indicatiestelling is afgerond, stuurt het team IS de vraag door naar het VAPH. Het VAPH zal dan nagaan of zij de subsidiëring kunnen ten laste nemen. De toegangspoort maakt het indicatiestellingsverslag op en maakt dit over aan het VAPH als de cliënt jeugdhulpverlening in het buitenland vraagt. Het VAPH oordeelt vervolgens of ze de hulp in het buitenland ten laste nemen. De afdeling IDB (afdeling Inschrijvingen en Doelgroepenbeheer) van het VAPH behandelt het dossier en kan desgevallend contact opnemen met het team jeugdhulpregie om na te kijken of er in Vlaanderen een type voorziening is die aanbiedt wat de cliënt zoekt en waar deze gelegen is, voordat ze een beslissing neemt over de tenlasteneming van de hulp in het buitenland of in het Duitse taalgebied. 2.3 Voor inwoners van Brussel: Behandeling van het dossier Voor deze dossiers dient er nagegaan te worden of de persoon in kwestie reeds jeugdhulpverlening krijgt vanuit PHARE in Brussel. Indien dit het geval is, kan betrokkene geen VAPH hulp meer krijgen. Dit vloeit voort uit artikel 13 van het VAPH-decreet van 7/5/2004. De toegangspoort Vlaams- Brabant/Brussel overlegt hiervoor met de medewerkers van de provinciale afdeling van het VAPH in Vlaams-Brabant/Brussel die het team IS in een eerste periode bijstaan. Telkens wanneer het om een A-doc gaat van een inwoner uit Brussel, bevraagt men via mail PHARE of de persoon bij hen gekend is. Vanuit privacy - regelgeving dient de cliënt daartoe zijn toestemming te geven. Indien de persoon niet gekend is bij PHARE, behandelt de toegangspoort het dossier. Is de persoon wel gekend bij PHARE, dan wordt nagevraagd welke hulp de cliënt kreeg en of hij die nog krijgt. Momenteel is het zo dat PHARE op dat ogenblik een brief stuurt aan de cliënt, met de vraag welke keuze de cliënt maakt. Toekomst Het voorstel is dat de toegangspoort in de toekomst de brief stuurt aan de cliënt om een keuze te maken voor PHARE- of VAPH-hulpverlening. Er wordt dan gewacht met de behandeling van het dossier tot de cliënt een keuze heeft gemaakt. Er dient in de brief van de toegangspoort met de bevestiging van de ontvankelijkheid voor de dossiers inwoners Brussel een passage te worden opgenomen welke artikel 13 van het VAPHdecreet toelicht en die daarnaast toestemming vraagt om gegevens van de cliënt op te vragen bij

5 PHARE. Indien de toestemming hiervoor niet verleend wordt, wordt het dossier niet verder behandeld door de toegangspoort. 3. Dossiers Jongerenwelzijn Bij Jongerenwelzijn stelt de cliënt een vraag voor jeugdhulpverlening in het eigen land (Europese lidstaat) of in het eigen landsgedeelte (Wallonië resp. Vlaanderen). Concreet: een inwoner uit een Europese lidstaat wil hulpverlening in een andere lidstaat, de aanvraag gebeurt in de lidstaat van de hulpvrager; een inwoner uit Wallonië wil hulpverlening in Vlaanderen, de aanvraag gebeurt via een bevoegde Waalse instantie; een inwoner uit Vlaanderen wil hulpverlening in Wallonië, de aanvraag gebeurt via een bevoegde Vlaamse instantie. 3.1 Hulp aan minderjarigen uit een Europese lidstaat. Een Europese lidstaat, - behalve Denemarken -, kan aan een andere Europese lidstaat vragen om een minderjarige op te nemen in de hulpverlening van die andere lidstaat. Dit kan slechts met toepassing van de Verordening Brussel II bis. Wat is de Verordening Brussel II bis? de Brussel IIbis-Verordening (Verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad van 27 november 2003) is een verordening van de Europese Unie over de rechterlijke bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en beslissingen inzake ouderlijke verantwoordelijkheid; (de Brussel IIbis-Verordening is van toepassing in alle EU-lidstaten, met uitzondering van Denemarken) tot het toepassingsgebied van de Brussel IIbis-Verordening behoort onder meer de plaatsing van het kind in een pleeggezin of in een inrichting (artikel 1.2.d); wanneer een EU-lidstaat (uitgezonderd Denemarken) een minderjarige wil onderbrengen in een andere lidstaat, dan moet de Verordening toegepast worden; volgens artikel 56 van de Verordening moet voor de plaatsing van een kind in een pleeggezin of in een inrichting in een andere lidstaat van de Europese Unie contact worden opgenomen met de Centrale Autoriteit van die lidstaat. Elke lidstaat duidt een Centrale Autoriteit aan. In België treedt de Fod Justitie op als Centrale Autoriteit (overigens in nogal wat lidstaten fungeert de autoriteit die bevoegd is voor Justitie als Centrale Autoriteit). Een Centrale Autoriteit kan voor de behandeling van concrete vragen een Lokale Autoriteit inschakelen. In Vlaanderen treedt het Agentschap Jongerenwelzijn op als Lokale Autoriteit. Voorbeeld:

6 Op basis van een rechterlijke beslissing wil Frankrijk een minderjarige plaatsen in een voorziening in Vlaanderen: de Centrale Autoriteit van Frankrijk neemt contact met de Centrale Autoriteit van België, zijnde de Fod Justitie. De Fod Justitie doet voor de behandeling van de aanvraag beroep op de Lokale Autoriteit in wiens bevoegdheidsgebied de hulpverlening moet uitgevoerd worden. Aangezien het hier Vlaanderen betreft, neemt de Fod Justitie contact met het Agentschap Jongerenwelzijn die fungeert als Lokale Autoriteit. de bevoegdheid over de minderjarige blijft bij de gerechtelijke instantie van de verwijzende (aanvragende) lidstaat. In het belang van het kind biedt de Verordening het bevoegde gerecht echter de mogelijkheid om in uitzonderlijke gevallen en onder bepaalde voorwaarden de zaak naar het gerecht van een andere lidstaat te verwijzen indien dat gerecht beter in staat is om de zaak te behandelen. belangrijk: de verzoekende lidstaat geeft in haar verzoek doorgaans aan in welke concrete voorziening of in welk concreet pleeggezin de betrokken minderjarige zal verblijven. De meeste verzoeken hebben overigens betrekking op netwerkpleegzorg. 3.1.1 Behandeling van de dossiers a) Alle nieuwe aanvragen voor opname van een minderjarige uit een verzoekende lidstaat in Vlaanderen Deze worden door de Centrale Autoriteit ingediend bij het Agentschap Jongerenwelzijn, met name bij Julie Gheysen, juriste. De aanvraag wordt naar rechtsgeldigheid en inhoud gescreend. Indien de inhoud ontoereikend is kan bijkomend onderzoek uitgevoerd worden. Bij principieel akkoord met de aanvraag meldt Julie Gheysen aan bij de toegangspoort via een A-doc. Julie Gheysen voegt bij dit A-document de aanvraag van de verzoekende lidstaat toe, alsook de beslissing van de verwijzende instantie uit die lidstaat. Het A-doc wordt bezorgd aan de toegangspoort binnen wiens werkingsgebied de voorziening of het pleeggezin zicht bevindt conform wat is bepaald in de beslissing van de verwijzende instantie. Na aanmelding bij de toegangspoort maakt het team IS op grond van het A-document een indicatiestellingsverslag op. De beoordeling van de situatie van de minderjarige is te gronde gevoerd in de verzoekende lidstaat en kan niet zonder degelijke argumentatie weerlegd worden door het team IS. Het team vertaalt de betreffende beslissing in de correcte typemodules in het indicatiestellingsverslag en geeft dit door aan het team Jeugdhulpregie. voor wat betreft aanvragen voor plaatsing in een voorziening: automatische prioritering en onmiddellijk plaatsing in de vooropgestelde voorziening. De voorziening is op de hoogte van de aanvraag en zal dan ook in principe over de nodige capaciteit beschikken. Er moet een melding gebeuren aan de bevoegde instanties van de verzoekende lidstaat dat het kind effectief in de voorziening aanwezig is. voor wat betreft aanvragen voor plaatsing in een pleeggezin: prioritering is in ieder geval onmogelijk. netwerkpleegplaatsing: in het merendeel van de gevallen zal het over een netwerkpleegplaatsing gaan. Het pleeggezin zal in de beslissing van de verzoekende lidstaat zijn geduid. Overeenkomstig de bepalingen van het decreet pleegzorg zal de territoriaal bevoegde dienst voor pleegzorg worden

7 gevraagd om dit netwerkpleeggezin te screenen en bij positief resultaat een attest af te leveren. Pas daaropvolgend zal er een jeugdhulpbeslissing kunnen genomen worden. Er dient ook in dit geval een melding te gebeuren aan de bevoegde instanties van de verzoekende lidstaat dat het kind effectief in het pleeggezin is geplaatst. pleegplaatsing in een bestandspleeggezin: de betreffende dienst voor pleegzorg wordt verzocht om tussen de al geattesteerde pleeggezinnen in Vlaanderen een pleeggezin te vinden in functie van het betreffende pleegkind. Wanneer een pleeggezin wordt gevonden dat geschikt is voor het betreffende pleegkind, meldt de dienst voor pleegzorg dit aan het team jeugdhulpregie. Het team Jeugdhulpregie schrapt deze vraag van de lijst. Er dient ook hier een melding te gebeuren aan de bevoegde instanties van de verzoekende lidstaat dat het kind effectief in een pleeggezin is geplaatst. Het team jeugdhulpregie maakt een jeugdhulpbeslissing op en bezorgt ze aan Julie Gheysen. Julie zorgt er op haar beurt voor dat de beslissing tot goedkeuring van die plaatsing aan onze Centrale Autoriteit, de FOD Justitie, wordt overgemaakt. Onze Centrale Autoriteit maakt deze beslissing dan over aan de betreffende Centrale Autoriteit van de verzoekende lidstaat. b) Alle nieuwe aanvragen vanuit Vlaanderen voor opname van een persoon in een aangezochte lidstaat Deze worden ingediend door de betreffende toegangspoort of de sociale dienst voor gerechtelijke jeugdhulp bij Julie Gheysen. De aanvraag zal door Julie Gheysen worden bezorgd aan de Centrale Autoriteit, FOD Justitie, die ze dan overmaakt aan de betreffende Centrale Autoriteit van de aangezochte lidstaat. Vanaf het moment dat er een goedkeuring tot plaatsing is overgemaakt uit de aangezochte lidstaat kan die plaatsing geformaliseerd worden in een jeugdrechtbankbeslissing of een beslissing van het team jeugdhulpregie. 3.2 Opname van een persoon uit Wallonië in Vlaanderen of van een persoon uit Vlaanderen in Wallonië: afspraken gemaakt tussen het agentschap Jongerenwelzijn en de administratie l Aide à la Jeunesse in het kader van een ontwerp van samenwerkingsakkoord. 3.2.1 Principe van de gemaakte afspraken Het criterium voor de toepassing van de afspraken is de taal. De administratie Aide à la Jeunesse en administratie Jongerenwelzijn spraken in het kader van een ontwerp van een samenwerkingsakkoord af dat zij elkaars beslissingen zullen uitvoeren in die gevallen dat deze er in voorzien dat een minderjarige wordt geplaatst in een voorziening (inclusief pleeggezin) die wordt gesubsidieerd door de andere gemeenschap en deze plaatsing in een voorziening van de andere gemeenschap gebeurt omwille van redenen met betrekking tot de taal van de minderjarige. Zij verbinden zich met andere woorden ten opzichte van elkaar tot het ten laste nemen van minderjarigen in een voorziening, gesubsidieerd door de ene gemeenschap, in uitvoering van een beslissing tot jeugdhulpverlening genomen door een daartoe bevoegde overheid van de andere gemeenschap.

8 Pleegzorg, in het bijzonder netwerkpleegplaatsing, is van een zodanig andere aard dat het taalcriterium in dergelijke gevallen niet relevant is en kan toegepast worden. In het belang van de betrokken minderjarige kan die minderjarige altijd geplaatst worden in een pleeggezin uit een andere gemeenschap dan de gemeenschap waar de pleegplaatsing werd beslist, los van het taalcriterium. 3.2.2 Behandeling van de dossiers Het zijn de op basis van de woonplaats van de minderjarige bevoegde verwijzende instanties binnen de respectievelijke gemeenschap die beslissen over het al dan niet toekennen van jeugdhulpverlening aan een persoon. Indien positief beslist wordt, en er is voldaan aan het taalcriterium van de gemaakte afspraken tussen de administratie Aide à la Jeunesse en de administratie Jongerenwelzijn, dan kan worden overgegaan tot uitvoering in een voorziening van de andere gemeenschap. De instantie van waar de cliënt woont neemt aldus de beslissing en draagt vervolgens ook de kosten. Met de uitvoerder van de beslissing wordt voor het nemen van de effectieve beslissing al contact opgenomen. a) Alle nieuwe aanvragen naar jeugdhulpverlening met uitvoering in Vlaanderen op grond van een Waalse beslissing, conform de afspraken tussen de administratie Jongerenwelzijn en de administratie Aide à la Jeunesse Deze komen via de administratie Aide à la Jeunesse van de Franse Gemeenschap toe bij het afdelingshoofd van de afdeling Ondersteuningscentra Jeugdzorg en de Sociale Diensten voor Gerechtelijke Jeugdhulpverlening (Lucien Rahoens) en worden vervolgens door hem aangemeld bij de toegangspoort. Lucien Rahoens beschikt over de aanvraag van de Franse Gemeenschap, alsook de beslissing van de verwijzende instantie uit de Franse Gemeenschap met daarin opgenomen de besliste vorm van jeugdhulpverlening De toegangspoort maakt dan samen met de aanvrager een verkort A-doc op (met vermelding identificatiegegevens, de typemodule alsook vermelding van organisatie, het feit dat het gaat om een Franstalige voorziening en aanvang en ingeschatte einddatum). Dit A-doc stroomt vervolgens meteen door naar JHR die een JH-beslissing aflevert. Het A-document wordt bezorgd aan de toegangspoort van de regio waar de voorziening of het pleeggezin zicht bevindt die in de beslissing van de verwijzende instantie is vooropgesteld. Het team IS maakt een ISV op. De beoordeling van de situatie van de minderjarige is ten gronde gevoerd in de Franse Gemeenschap en kan niet in vraag gesteld worden door het team IS. Het team vertaalt de betreffende beslissing in de correcte typemodules in het indicatiestellingsverslag en geeft dit door aan het team Jeugdhulpregie. voor wat betreft aanvragen voor plaatsing in een voorziening: automatische prioritering en onmiddellijk plaatsing in de vooropgestelde voorziening. De voorziening is op de hoogte van de aanvraag en zal dan ook in principe over de nodige capaciteit beschikken. Er moet een melding gebeuren aan de administratie Aide à la Jeunesse van de Franse Gemeenschap dat het kind effectief in de voorziening aanwezig is; voor wat betreft aanvragen voor plaatsing in een pleeggezin: prioritering is in ieder geval onmogelijk.

9 netwerkpleegplaatsing: in het merendeel van de gevallen zal het over een netwerkpleegplaatsing gaan. Het pleeggezin zal in de beslissing van de bevoegde instantie in de Franse Gemeenschap zijn geduid. Overeenkomstig de bepalingen van het decreet pleegzorg zal de territoriaal bevoegde dienst voor pleegzorg worden gevraagd om dit netwerkpleeggezin te screenen en bij positief resultaat een attest af te leveren. Pas daaropvolgend zal er een jeugdhulpbeslissing kunnen genomen worden. pleegplaatsing in een bestandspleeggezin: de betreffende dienst voor pleegzorg wordt verzocht om tussen de al geattesteerde pleeggezinnen in Vlaanderen een juist pleeggezin te vinden in functie van het betreffende pleegkind. Wanneer een pleeggezin wordt gevonden dat geschikt is voor het betreffende pleegkind, meldt de dienst voor pleegzorg dit aan het team jeugdhulpregie. Het team Jeugdhulpregie schrapt deze vraag van de lijst. Het team jeugdhulpregie maakt een jeugdhulpbeslissing op en bezorgt ze aan Lucien Rahoens die ze overmaakt aan de bevoegde administratie van de Franse gemeenschap. b) Alle nieuwe aanvragen naar jeugdhulpverlening met uitvoering in Wallonië op grond van een Vlaamse beslissing, conform de afspraken tussen de Vlaamse en de Franse gemeenschap Deze worden via Lucien Rahoens bezorgd aan de administratie van de Franse Gemeenschap. De beoordeling van de situatie van de minderjarige is te gronde gevoerd in de Vlaamse Gemeenschap en kan niet in vraag gesteld worden door de Franse Gemeenschap. De aanvragen moeten een motivatie bevatten die de noodzaak van gebruik van Franstalig aanbod verklaren en, indien die al genomen is, de beslissing van de bevoegde instantie (jeugdrechtbank of team Jeugdhulpregie), indien nog niet genomen moet ze later bezorgd worden want zolang dit niet gebeurd is kan de subsidiëring niet opstarten. 3.3 Brussel en de rand In Brussel kunnen Franstaligen die gebruik willen maken van Franstalig aanbod bij de verwijzende instantie van de Franstalige gemeenschap terecht (SAJ - richtinggevend criterium hier is de school). In Brussel maakt de cliënt binnen de vrijwillige hulpverlening dus een keuze tot welke instantie hij zich richt en kiest hij zo voor aanbod uit de Franse gemeenschap of de Vlaamse gemeenschap) en moet de toegangspoort niets extra ondernemen. Franstalige cliënten in Halle-Vilvoorde, de Vlaamse rand, zijn woonachtig in Vlaanderen en hier zijn enkel de Vlaamse jeugdhulpverleners, het ondersteuningscentrum Jeugdzorg en de sociale dienst voor gerechtelijke jeugdhulpverlening bevoegd. De Service de l Aide à la Jeunesse (SAJ) en de Service de Protection Judiciaire (SPJ) van de Franse gemeenschap heeft er geen mandaat en de cliënt heeft niet de mogelijkheid om zich daartoe te richten. De reguliere procesgang voor toewijzing hulp over de landsgrens dient gevolgd te worden. Wat de dossiers gerechtelijke jeugdhulpverlening betreft is het zo dat Franstalige cliënten in Halle- Vilvoorde wel terecht kunnen komen bij een Franstalige jeugdrechter (door verandering van taalrol) maar het zijn de diensten van de Vlaamse gemeenschap (SDJ) die de verdere begeleiding opnemen.