NEN1010:2015 Elektrische installaties voor laagspanning Belangrijke wijzigingen Algemeen NEN Training & Advies NEN1010:2015 Wat is er anders? Erg veel. Te veel voor een dag. Waarom er zoveel is veranderd en wat zijn de ontwikkelingen voor de toekomst. Norm biedt een globaal overzicht van de belangrijkste wijzigingen in het voorwoord maar koppelt deze niet aan de toepassing. Dat dient u zelf te doen. Deze lezing beperkt zich tot de hoofdzaken en enkele belangrijke details op het gebied van elektrische installaties in het algemeen. 1
NEN1010:2015 Wat is er anders? Ruim 100 pagina s meer dan de vorige editie. Voor 99% in lijn met de Europese HD 60364 en de mondiale IEC 60364 serie. Meer mogelijkheden voor toekomstige ontwikkelingen. NEN1010:2015 Elektrische installaties voor laagspanning Publicatie: 1 oktober 2015 Aanwijzing Bouwbesluit: 1 juli 2016 [voornemen Ministerie] 2
Bouwbesluit 2012 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.3 Gelijkwaardigheidsbepaling 1. Aan een in hoofdstuk 2 tot en met 7 gesteld voorschrift behoeft niet te worden voldaan indien het bouwwerk of het gebruik daarvan anders dan door toepassing van het desbetreffende voorschrift ten minste dezelfde mate van veiligheid, bescherming van de gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en bescherming van het milieu biedt als is beoogd met de in die hoofdstukken gestelde voorschriften. 2. Een gelijkwaardige oplossing als bedoeld in het eerste lid wordt bij het gebruik van het bouwwerk in stand gehouden. Bouwbesluit 2012 HOOFDSTUK 9 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN Artikel 9.1 Algemeen overgangsrecht 1. Op een aanvraag om vergunning voor het bouwen, ingediend voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit, alsmede op enig bezwaar of beroep, ingesteld tegen een beslissing over een dergelijke aanvraag, blijven de voorschriften van het Bouwbesluit 2003, het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken, paragraaf 2 van het besluit aanvullende regels veiligheid wegtunnels, de bouwverordening, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de wet en de daarop berustende bepalingen van toepassing, zoals deze luidden op het tijdstip waarop de aanvraag werd ingediend. 2.. 3
Deel van het overzicht met wijzigingen Veranderingen technologie van gebruikers richting elektronica en de invloed daarvan op de installatie: hogere harmonische spanningen en stromen; gevoeligheid van materieel (elektronica) voor overspanningen; Brandpreventie en vlambogen; Opzet in lijn met internationale versie; Bepalingen voor bestaande installaties zijn niet meer opgenomen in de norm; Leidingkeuze opgenomen in twee nieuwe normatieve bijlagen: 52.J (algemeen) en 700.A (toepassing). 7 Afkomst van de NEN 1010 en relatie met andere internationale normen Toepassingsgebied van oorsprong gebouwen. Nieuwe versies uitgebreider en inspelend op ontwikkelingen in de energiebesparing en -opwekking 8 4
Deel 1: Belangrijke wijzigingen (1) 132.x Eigenschappen van voedingen DC voedingen toegevoegd; impedantie van de voedende stroomketen voorafgaand aan het voedingspunt bij fouten naar aarde; hoogste te verwachten kortsluitstromen; Voorziene toekomstige belasting. 132.13 Documentatie voor de elektrische installatie Elke elektrische installatie moet zijn voorzien van geschikte documentatie. 133.4 Beveiliging tegen transiënte overspanningen opgewekt door het materieel in de installatie. 9 Deel 1: Belangrijke wijzigingen (2) 134.1.x Installatie en inspectie materieel installeren volgens instructies fabrikant; geleiders merken volgen NEN-EN-IEC 60445; waarschuwingsaanduidingen; nieuwe materialen en uitvindingen toegelaten mits zelfde veiligheidsniveau (flexibel installeren, zonnepanelen, enz.); bij uitbreiding of wijzigingen bestaand deel opnieuw berekenen. 10 5
Deel 3: Belangrijke wijzigingen 314.1 Elke installatie moet, waar noodzakelijk, zijn opgedeeld in stroomketens om: de kans te verminderen op het ongewenst in werking treden van een toestel voor aardlekbeveiliging ten gevolge van te grote stromen in de PE-leiding, die geen gevolg zijn van een fout; de gevolgen van EMI beperkt te houden; te voorkomen dat een stroomketen onder spanning komt te staan die bedoeld was gescheiden te zijn. 11 Deel 3: Belangrijke wijzigingen (7) TN-CS met meerdere voedingsbronnen (nettrafo s) 12 6
Verbinding (PE)N en aarde bij meervoudig gevoede TN- en TT-stelsels Transformatoraansluitingen 13 Verbinding (PE)N en aarde bij meervoudig gevoede TN- en TT-stelsels (ongewenste situatie) Transformatoraansluitingen 14 7
444.4.7 Zwerfstromen bij driepolige omschakelaars voor nettrafo s en/of NSA s 15 Elektrische beveiligings- en beschermingsmaatregelen Schok (Hst. 41) Direct (basisbescherming) Indirect (foutbescherming) Onbekwaam, pech en onbenulligheid (aanvullende bescherming door aardlekbeveiliging of vereffening) Brand (Hst. 42) Kortsluiting (Hst. 43) Overspanning en EMI (Hst. 44) 16 8
Overbelasting, kortsluiting en onvolledige sluitingen Tijd Onvolledige sluiting 1 uur Overbelasting hst. 42 5 s. Kortsluiting hst. 43 Stroom Van oorsprong werden in de NEN 1010 alleen overbelasting en kortsluiting beschouwd in het ontwerp. Onvolledige sluitingen kunnen echter zeer energierijk zijn en gemakkelijk brand veroorzaken zonder dat standaard overstroombeveiliging hierop tijdig reageert. 17 Mogelijke gevolgen van een onvolledige sluiting 18 9
422 Voorzorgsmaatregelen op plaatsen met bijzondere risico s bij brand (1) 422.2.1 Bij omstandigheden BD2, BD3 en BD4 mogen leidingsystemen niet binnen vluchtwegen liggen, tenzij ; Leidingsystemen binnen vluchtwegen mogen niet binnen handbereik zijn, tenzij..; Leidingsystemen in vluchtwegen moeten zo kort mogelijk zijn en niet vlamvoortplantend zijn; Bij omstandigheden BD2, BD3 en BD4 moeten leidingsystemen voor de voeding van veiligheidsstroomketens functiebehoud hebben, enz..; Leidingsystemen in vluchtwegen mogen slechts beperkte hoeveelheden rook kunnen ontwikkelen; 19 444 Maatregelen tegen elektromagnetische invloeden (EMI) Rubriek niet langer informatief maar normatief. Door woordkeuze lijkt deze toch enigszins vrijblijvend maar 444.4 Vermindering van elektromagnetische interferentie (EMI) De ontwerper en installateur van de elektrische installatie moeten onderstaande maatregelen in overweging nemen om de elektrische en magnetische beïnvloeding van elektrisch materieel te verminderen. Alleen elektrisch materieel dat voldoet aan de eisen in de van toepassing zijnde EMC-normen of de EMC-eisen in de van toepassing zijnde productnorm mag worden gebruikt, zie ook 515.3.1.2. 20 10
444. Basisregels Voor het beperken van (elektro-)magnetische velden moeten stromen in geleiders elkaar zoveel mogelijk compenseren (444.4.6.1) (Lek)stromen in de PE-leiding dienen onder normaal bedrijf zo laag mogelijk te worden gehouden (33.1). Materiaal moet aan EMC-eisen voldoen en dient dus gemonteerd te worden volgens opgave fabrikant (33.2) TN-C in de omgeving van informatietechnologie niet toegelaten voor nieuwbouw en bij voorkeur vervangen in bestaande bouw (444.4.3.1) 21 444.6 Scheiden van stroomketens 22 11
Deel 5 herbergt grotendeels de vervallen rubriek 720 gewone ruimten woningbouw 23 Kenmerken en eisen rubriek 720 deels verhuisd naar andere rubrieken (1) Draad in buis tenminste 2,5 mm 2 verhuisd naar bepaling 524.1. Voldoende contactdozen en aansluitpunten voor verlichting bepaling n 510.4.1 Voldoende eindgroepen om gelijktijdig van apparatuur gebruik te kunnen maken (keuken). Eventuele aparte eindgroep voor specifieke gebruikers. (grens 2 kva verdwenen) N 510.4.2. Voor aanleg overleg tussen opdrachtgever en indien mogelijk gebruiker/eigenaar. woningbouw 24 12
Aardlekbeveiliging (rubriek 531) Op een tweepolig toestel voor aardlekbeveiliging met een toegekende aanspreekstroom van ten hoogste 30 ma mogen ten hoogste vier eindgroepen zijn aangesloten. Installaties met twee of meer eindgroepen mogen niet door één toestel voor aardlekbeveiliging met een toegekende aanspreekstroom van ten hoogste 30 ma in hun geheel worden uitgeschakeld. Het aansluiten van éénfase-eindgroepen op een vierpolig toestel voor aardlekbeveiliging met een toegekende aanspreekstroom van ten hoogste 30mA is niet (langer) toegelaten. woningbouw 25 Bekabelings- en bedradingseisen voor elektrische installaties: rubriek 520 26 13
Kabelaanleg (Bijdragen Joost de Koning Schneider Electric) Verwijzing naar type kabels anders geregeld. De manier van werken is niet veranderd. Een aantal tabellen echter wel. Een kort overzicht. Foto: Draka 27 Ruimere mogelijkheden bedrading en bekabeling. Bijlage 700.A 28 14
Soorten leidingen Bijlage 52.J Verwijzing via n 521.11. 29 Basis installatiemethoden met één uitgebreid (Tabel 52.1) Kabel in de grond onderverdeeld in: Een- of meeraderige kabel in kokers aangebracht in de grond D1 Een- of meeraderige kabel direct aangebracht in de grond D2 30 15
Installatiemethoden Was in NEN1010: 2007 14 15 16 17 18 31 Correctiefactoren Vereenvoudiging van de tabel 32 16
Rekentools Detailwijzigingen in tabellen Rekenmethode blijft gelijk Even wennen aan alle nieuwe nummers Maar dan wel wereldwijd hetzelfde Nu zijn de softwaremakers aan zet!!! 33 712: Fotovoltaïsche systemen 34 17
Aansluiten op bestaande groep vervallen 35 722 Elektrische voertuigen Gelijktijdigheid stellen op 1 (722.311) Tenzij een regelsysteem aanwezig is Aardlekbeveiliging + beschermingsmaatregelen voor DC foutstromen bij contactdoos/ voertuigconnector Elk aansluitpunt een eigen eindgroep (722.533.4) Koppelcontactdozen zijn niet toegelaten (722.550.4.3) Dus geen verlengsnoeren 36 18
37 MET DANK VOOR UW AANDACHT EN GRAAG TOT EEN VOLGENDE KEER. Gerard de Groot; Joost de Koning; Pouw Jongbloed. 38 19