Gemeente Wevelgem Ruimtelijk Uitvoeringsplan 1-1 RUP Stationsomgeving. december 2011, besluit

Vergelijkbare documenten
gemeente Spiere-Helkijn RUP 7-1 Elleboogstraat mei 2013, definitieve vaststelling

VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING. 0. Algemene voorschriften. 0.1 Ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid

1 5 V e r o r d e n e n d e s t e d e n b o u w k u n d i g e v o o r s c h r i f t e n

stedenbouwkundige voorschriften

gemeente Deerlijk RUP 12-1 OCMW Stationsstraat juli 2015, definitieve vaststelling

Gemeente Wevelgem RUP 16-1 Moorsele Karrestraat. april 2014, besluit

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge

7. Op te heffen stedenbouwkundige voorschriften

1 2. V e r o r d e n e n d e s t e d e n b o u w k u n d i g e v o o r s c h r i f t e n

RUP nr. 2quater Zeedijk-Tennis Gemeente Middelkerke. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan februari 2016

gemeente Lendelede RUP 12-1 Vierschaar juni 2015, definitieve vaststelling

Stad Kortrijk RUP Sint Amand. april 2013, besluit

10. Verordenend grafisch plan en voorschriften

10. Verordenend grafisch plan en en verordenende stedenbouwkundige voorschriften

Stad Kortrijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Groeningebeek. juli 2013, definitieve vastelling RUP door Gemeenteraad

10. Verordenend grafisch plan en verordenende stedenbouwkundige voorschriften

Gemeente Avelgem RUP 5.1 Driesstraat. oktober 2012, besluit

stedenbouwkundige voorschriften

10. Verordenende stedenbouwkundige voorschriften

1 4 V e r o r d e n e n d g r a f i s c h p l a n e n d e s t e d e n b o u w k u n d i g e v o o r s c h r i f t e n

Stad Kortrijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan De Warande. juli 2012, definitieve vastelling RUP door Gemeenteraad

RUP Cardiff nv Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017

10. verordenende stedenbouwkundige voorschriften

12. Verordenend grafisch plan en stedenbouwkundige voorschriften

Gemeente Avelgem Ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 6-1 Ter Muncken. januari 2015, besluit

10. Verordenend grafisch plan en verordenende stedenbouwkundige voorschriften

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

10. Verordenend grafisch plan en verordenende stedenbouwkundige voorschriften

10. Verordenend grafisch plan en verordenende stedenbouwkundige voorschriften

RUP nr. 2ter Zeedijk-Mouchotteplein Gemeente Middelkerke. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan juni 2018

4.8. Verordenend grafisch plan en voorschriften

Gebied voor stedelijke activiteiten

15. Verordenende stedenbouwkundige voorschriften

Gemeente Anzegem RUP 22-1 KWZI - Ingooigem. maart 2015, besluit

Gemeente Avelgem Ruimtelijk Uitvoeringsplan nr Stationsomgeving

Gemeente Avelgem Ruimtelijk Uitvoeringsplan nr. 4.1 Ter Meersch

Stad Kortrijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Bellegem Manpadstraat. september 2013, besluit

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

Voor eensluidend afschrift Namens de deputatie Stephaan Barbery De adjunct-adviseur Dienst ruimtelijke planning

Stad Waregem Ruimtelijk Uitvoeringsplan SEV Wonen aan de Leie. november 2012, definitieve vaststelling

RUP Quintyn gebroeders bvba Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017

Stad Kortrijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Bellegem Centrum. oktober 2014, definitieve vaststelling

Gemeente Wevelgem RUP 10-1 Gullegem Roterij. december 2011, besluit

Gemeente Wevelgem Ruimtelijk Uitvoeringsplan nr. 2.1 Kleine Molen. mei 2012, definitieve vaststelling RUP

verkavelingsvoorschriften verkaveling elleboogstraat, helkijn

RUP Jeugdverblijf Oud Klooster, begeleidingstehuis Ruyskensveld Campus Zwalm en basisschool Het Groene Lilare Gemeente Zwalm

stedenbouwkundige voorschriften

Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan R4 - Knoop Wondelgem

1 0. V e r o r d e n e n d g r a f i s c h p l a n e n v e r o r d e n e n d e s t e d e n b o u w k u n d i g e v o o r s c h r i f t e n

stedenbouwkundige voorschriften

DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

gemeente Lendelede RUP 13-1 Stationsstraat Zuid juni 2015, definitieve vaststelling

Stad Harelbeke Ruimtelijk Uitvoeringsplan Centrum Oost. april 2013, definitieve vaststelling

Gemeente Avelgem Ruimtelijk Uitvoeringsplan nr. 3.1 Omgeving Groote Fabrieke

6 V e r o r d e n e n d g r a f i s c h p l a n ( c f r. a r t )

Stad Waregem Ruimtelijk Uitvoeringsplan nr Karmel

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ter bevordering van het kwaliteitsvol wonen

Stad Kortrijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Marke Torkonjestraat. mei 2014, definitieve vaststelling RUP door Gemeenteraad

Stad Harelbeke Ruimtelijk Uitvoeringsplan Stationsplein. mei 2013, besluit

Gemeente Wevelgem Ruimtelijk Uitvoeringsplan 13.1 Menenstraat-Noord B. januari 2015, besluit

provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan

gemeente Deerlijk RUP 14-1 Oude Pastorijstraat juni 2012, definitieve vaststelling ontwerp

Stad Waregem Ruimtelijk uitvoeringsplan nr Hoogmolenstraat. april 2012

Projectzones Leemhoek. Zone P2

Gemeente Wevelgem Ruimtelijk Uitvoeringsplan 7-1 Marremstraat. maart 2012, definitieve vaststelling RUP door gemeenteraad

Kuurne RUP 5-1 Krekel. mei 2014, definitieve vaststelling

Brabantnet sneltram A12

provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan

Gemeente Wevelgem. december 2011, besluit

stedenbouwkundige voorschriften

Kuurne RUP 5-1 Krekel. juni 2013, ontwerp - definitieve vaststelling

11. Verordenende stedenbouwkundige voorschriften

Gemeente Lendelede RUP 7-1 Lendelede

Bestaand regionaal bedrijf

ART.0 ALGEMENE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN VOOR DE BOUWGEBIEDEN

10. Verordenend grafisch plan en verordenende stedenbouwkundige voorschriften

11. Verordenend grafisch plan en verordenende stedenbouwkundige voorschriften

9. Verordenend grafisch plan en verordenende stedenbouwkundige voorschriften

Stad Waregem Ruimtelijk Uitvoeringsplan nr Oud Containerpark

Deel 2 Stedenbouwkundige voorschriften

figuur 20: Verordenend plan Legende schaal: 1:2.000 begrenzing zones zone voor wonen met beperkte nevenfunctie zone voor tuinen zone voor bos en park

11. verordenend plan en voorschriften

Stedenbouwkundige voorschriften

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN. Stad Damme RUP Sport & Jeugd Moerkerke 77

Afbakening grootstedelijk gebied Gent

Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften. Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Petroleum-Zuid: gevangenis en technische schoolcampus

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

stedenbouwkundige voorschriften

Stad Menen Ruimtelijk Uitvoeringsplan 9-1 Woonstrategie buitengebied

Gemeentelijk RUP Den Huilaert Gemeente Kortemark. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Maart 2011

9. verordenende stedenbouwkundige voorschriften

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

Provincie West-Vlaanderen Gemeente Jabbeke. Woonkorrel Gistelsteenweg. De ontwerper

Gemeente Boortmeerbeek RUP Zonevreemde recreatie Schoubroekstraat

RUP Gerda. Stedenbouwkundige voorschriften. ontwerp. april Departement ruimte en milieu Dienst ruimtelijke ordening Cel ruimtelijke planning

G e m e e n t e Z o n n e b e k e R U P G u i d o G e z e l l e l a a n

Bestaand regionaal bedrijf

Gemeente Deerlijk RUP 5-2 De Gavers. oktober 2015, voorlopig vastgesteld

DEEL I: ART.0 ALGEMENE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN VOOR DE BOUWGEBIEDEN

Stad Kortrijk Verkaveling Peperstraat te Heule. februari 2016, stedenbouwkundige voorschriften

Transcriptie:

Gemeente Wevelgem Ruimtelijk Uitvoeringsplan 1-1 RUP Stationsomgeving december 2011, besluit

Colofon Formele procedure Dit document is een publicatie van: Intercommunale Leiedal President Kennedypark 10 - BE-8500 Kortrijk tel +32 56 24 16 16 - fax +32 56 22 89 03 stedenbouw@leiedal.be Plenaire vergadering voorontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan: eerste voorontwerp: 18 november 2009 tweede voorontwerp: 14 april 2010 derde voorontwerp: 24 november 2010 Voorlopige vaststelling van ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan in de gemeenteraadszitting van: 8 april 2011 Opdrachtgever: Gemeente Wevelgem Openbaar onderzoek van ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan: van 29 april 2011 t.e.m. 28 juni 2011 Advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO): 4 juli 2011 Ontwerpers - ruimtelijke planners: Kathy Helsen Definitieve vaststelling van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan in de gemeenteraadszitting van: 9 september 2011 Griet Lannoo Definitieve goedkeuring van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan: 8 december 2011 Steven Hoornaert De Burgemeester: Jan Seynhaeve De documenten van dit ruimtelijk uitvoeringsplan bestaan uit: toelichtingsnota met weergave feitelijke en juridische toestand grafisch verordenend plan verordenende stedenbouwkundige voorschriften Alle onderdelen maken deel uit van de goedkeuring van de Deputatie van de provincie West-Vlaanderen. De Schepen van Ruimtelijke Ordening: Mathieu Desmet De Gemeentesecretaris: Kurt Parmentier 2 Gemeente Wevelgem, RUP 1-1 Stationsomgeving Leiedal, december 2011

figuur 32: Verordenend plan 2 2 10 7 ") 1 ^ 6 ") ")") 4 ") ") 9 ") ") ") ") ") ") ") ") ") Legende 4 plangebied 8 zones 8 1 1 zone voor wonen in de ruime zin 8 2 zone voor wonen met beperkte nevenfuncties 3 zone voor openbare wegenis en pleinen 5 8 4 5 6 7 8 9 zone voor openbaar groen overdruk ^ ") ") ") ") bouwzone voor meergezinswoongebouwen gemeenschapsvoorzieningen groene bouwvrije strook aslijn voor voetgangers- en fietsersverbinding aslijn voor garageweg ") ") ") 9 ") ") ") 8 4 1 5 5 3 1 ") ") ") ") ") ") ") ") ") ") ") 4 9 ") ") ")") ") ") ") ") ") ") ") ") ") ") ") ") ") ") ") ") ") 10 openbaar buurtgroen 0 25 50 100 Meters Schaal 1:2.500 34 Gemeente Wevelgem, RUP 1-1 Stationsomgeving Leiedal, december 2011

9. Verordenend grafisch plan en verordenende stedenbouwkundige voorschriften Enkel de tekst in de kolom verordenende voorschriften is bindend. De tekst in de kolom toelichting dient samen met de stedenbouwkundige voorschriften te worden gelezen, maar is niet verordenend. De toelichting dient als verduidelijking. De algemene voorschriften gelden voor alle bestemmingzones. In de zones waar de inhoud van een algemeen voorschrift geen onderwerp uitmaakt van de betreffende zone, is dit algemeen voorschrift logischerwijs niet van toepassing. VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING Algemene voorschriften 0.1 Ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid Er dient altijd en overal gestreefd te worden naar ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid. Bij elke nieuwe ingreep dient een afweging ten aanzien van de ruimtelijke draagkracht van de omgeving te gebeuren. Volgende aandachtspunten zijn belangrijk: beeldkwaliteit, kwalitatief openbaar domein, zuinig en compact ruimtegebruik, inpassing in de landschappelijke context, impact op de verkeerssituatie, kwalitatief materiaalgebruik, privacy en bezonning. 0.2 Constructies en inrichtingen van openbaar nut Binnen alle bestemmingszones worden bovengrondse en ondergrondse constructies en inrichtingen van openbaar nut toegelaten, voor zover ze in hun uitbating en algemeen voorkomen geen afbreuk doen aan de kwaliteit en het normale gebruik van de betrokken zone. Bij de beoordeling van elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning blijft ruimtelijke kwaliteit het belangrijkste criterium. Het is aan de desbetreffende bevoegdheid om hierover te waken. Zuinig en compact ruimtegebruik: dit heeft ondermeer betrekking op het bundelen, stapelen of schakelen van bouwvolumes Inpassing in de landschappelijke context: dit gaat niet enkel voor aanbrengen van buffergroen, maar dit kan ook bijvoorbeeld worden nagestreefd door het kwaliteitsvol afwerken van gevels, het beperken van kleur- en materiaalgebruik, het creëren van contrasten tussen bebouwing en beplanting... Voorbeelden van constructies en inrichtingen van openbaar nut: straatverlichting, straatmeubilair, bushaltes, gas- of elektriciteitscabines, hoogspanningsleidingen, rioleringen en andere ondergrondse nutsleidingen en constructies... Enkel omwille van algemeen belang kunnen constructies en inrichtingen van openbaar nut afwijken van de gestelde voorwaarden in de betreffende zone. 0.3 Bestaande bebouwing, functies en inrichtingen Bestaande bebouwing, functies en inrichtingen die vergund (geacht) zijn en afwijken van de stedenbouwkundige voorschriften van dit ruimtelijk uitvoeringsplan, mogen blijven bestaan, verbouwd en gerenoveerd worden op voorwaarde dat de afwijking niet toeneemt. Uitbreiden of herbouwen van bestaande gebouwen buiten de gestelde voorschriften is enkel toegestaan als dit omwille van technische, hygiënische redenen nodig is. 0.4 Integraal waterbeheer en waterhuishouding Alle ruimtelijke ingrepen binnen het plangebied dienen in overeenstemming te zijn met de principes van het integraal waterbeheer zonder een abnormale belasting van het watersysteem. In het bijzonder wordt gewerkt via het principe van vertraagde afvoer van het hemelwater waarbij de volgende hiërarchie wordt gevolgd: opvangen hemelwater voor herbruik, infiltratie in de grond, buffering van het verzamelde regenwater. Enkel vergunde (geachte) constructies vallen onder deze regeling. De bestaande bebouwing: het gaat hier zowel om het hoofdvolume als om de bijgebouwen. Uitbreiden van bestaande gebouwen buiten de gestelde voorschriften omwille van technische of hygiënische redenen: bvb. het uitbreiden van sanitair bij een horecazaak om aan de wetgeving terzake te beantwoorden. Elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning, gelegen binnen de bouwzones, moet beantwoorden aan alle vereisten inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, zoals omschreven in het decreet en de verordening(en) ter zake. Alle handelingen met betrekking tot integraal waterbeheer zijn vergunbaar binnen alle bestemmingszones van het RUP voor zover ze geen afbreuk doen aan de kwaliteit en het normale gebruik van de betrokken zone. 0.5 Alle bebouwing moet voorzien zijn van voldoende geluidsisolatie conform de vigerende regelgeving. Afhankelijk van de ligging van de bebouwing, al dan niet binnen de geluidscontouren van het vliegveld, worden best andere geluidsisolerende maatregelen genomen. Leiedal, december 2011 Gemeente Wevelgem, RUP 1-1 Stationsomgeving 35

VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING 0.6 Parkeervoorzieningen bij woonprojecten Voor nieuwbouw woonprojecten gelden volgende minimale verplichtingen voor parkeervoorzieningen van personenwagens per woonéénheid: Sociale ééngezinswoning (sociale huur, koop of kavel): 1 parkeerplaats op privaat of openbaar domein + 0,5 parkeerplaats op openbaar domein Private ééngezinswoning: 1 parkeerplaats op privaat domein + 1 parkeerplaats op privaat of openbaar domein + 0,5 parkeerplaats op openbaar domein Sociaal appartement (sociale huur of koop): 0,5 parkeerplaats op privaat of openbaar domein + 0,5 parkeerplaats op openbaar domein Afhankelijk van de verschillende woningtypes en groottes worden specifieke richtlijnen voor de parkeervoorzieningen van personenwagens opgesteld. Het parkeren op privaat domein hoeft niet steeds individueel te worden georganiseerd; dit kan ook gebundeld worden in bijvoorbeeld een collectieve, private parkeerhaven. Naast volledig ondergrondse parkings zijn ook half-ondergrondse parkings toegelaten. Per definitie moet een half-ondergrondse parking minimum 1,50m onder het maaiveldniveau worden gebouwd. Parkeerplaats: carport, garage, parkeerplaats in open lucht op privaat terrein (bvb. oprit), parkeerplaats in parkeergebouw, parkeerplaats in ondergrondse parking, langse parkeerstroken bij een openbare weg, publieke parking... Privaat appartement: 1 parkeerplaats in (half-) ondergrondse private parking + 0,5 parkeerplaats op openbaar domein Uitzonderingsbepaling: voor woonprojecten met specifieke sociale doelgroepen (bv. senioren, alleenstaanden, éénoudergezinnen, lage inkomensgroepen) kan van deze parkeernormen gemotiveerd worden afgeweken. Er geldt ook een norm van minimum 2 fietsstalplaatsen per wooneenheid. In het bijzonder bij meergezinswoongebouwen (appartementen) is het belangrijk om de fietsstalplaatsen op goed toegankelijke locaties bij de toegang van de gebouwen te voorzien. 0.7 Parkeervoorzieningen voor de niet-woonfuncties Voor de niet-woonfuncties dienen voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein aangelegd te worden, om te voldoen aan de eigen parkeerbehoeften. Er moet een overzicht van de parkeerbehoefte en het parkeeraanbod worden gemotiveerd in een parkeernota, die bij de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunningen moet worden gevoegd. Deze nota is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied. Eigen terrein betekent een perceel waar er parkeren kan op ingericht worden. Dit kan ook een gehuurd perceel zijn, een perceel aan de overzijde van de straat,... De nabijheid van het parkeren is hierbij van belang. Eigen terrein sluit in elk geval uit dat het parkeren van de niet-woonfuncties het openbaar domein belast. 36 Gemeente Wevelgem, RUP 1-1 Stationsomgeving Leiedal, december 2011

VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING Zone 1: Zone voor wonen in de ruime zin 1.1 De zone is bestemd voor wonen in de ruime zin. Binnen deze zone vormen wonen en de bijhorende openbare en private groene en verharde ruimten de hoofdfuncties. Globaal moet het wonen overheersen in de zone. Minimum één woning per bouwperceel is verplicht. Binnen de zone zijn ook volgende nevenfuncties toegelaten: handel, horeca, kantoren en diensten, openbare en private nuts- en gemeenschapsvoorzieningen, socioculturele en recreatieve voorzieningen. De nevenfuncties zijn toegelaten in zowel het hoofdgebouw als in de bijgebouwen. De vloeroppervlakte van de nevenfunctie wordt beperkt tot maximum 200 m². Horeca is enkel toegelaten op het gelijkvloers en mag geen lawaaihinder voor de omgeving veroorzaken. 1.2 Woningdichtheid Er geldt een bruto na te streven woningdichtheid van minimum 25 woningen per hectare. 1.3 Woningtypologie Volgende woningtypes zijn toegelaten: ééngezinswoningen in aanééngesloten bebouwing meergezinswoongebouwen in de deelzones die in overdruk zijn aangeduid als bouwzone voor meergezinswoongebouwen. hoofdcategorie: woongebied subcategorie: woongebied Wonen: woningen en de bijbehorende uitrusting zoals tuinen, tuinhuisjes, garages... Openbare verharde ruimten: straten, pleinen, publieke parking, voet- en fietspaden Openbare groene ruimten: parken, speelpleinen, graspartijen, bermen Private groene en verharde ruimten: private of collectieve tuinen, terrassen, private parkings, garagewegen, tuinpaden... Handel: voedingzaak, kledingzaak, buurtwinkels... Horeca: hotel, restaurant, café... Openbare en private nuts- en gemeenschapsvoorzieningen: scholen, rust- en verzorgingsinstellingen... Socioculturele voorzieningen: buurthuis, cultureel centrum, gemeenschapscentrum, voorzieningen voor jeugdwerking, eredienstgebouw, bibliotheek, volkstuintjes... Recreatieve voorzieningen: speelpleinen, sportvelden, sport- en fitnesscentra... De bruto-woningdichtheid van min. 25 woningen per ha kan enkel beoordeeld worden voor nieuwe woonprojecten van een zekere omvang. Het heeft geen zin deze dichtheid per perceel te beoordelen. De vergunningverlenende overheid waakt er over dat de minimale dichtheden gerealiseerd worden. Een meergezinswoongebouw is een gebouw waarin meerdere wooneenheden (appartementen, studio s, service-flats) toegang krijgen via een gemeenschappelijke circulatieruimte. 1.4 Bouwvoorschriften Bij ééngezinswoningen bedraagt het hoofdvolume maximum twee bouwlagen + één bewoonbare bouwlaag in het dakvolume. Bij meergezinswoongebouwen (deelzones in overdruk) bedraagt het hoofdvolume maximum drie bouwlagen + één bewoonbare bouwlaag in het dakvolume. De bewoonbare oppervlakte van de bouwlaag in het dakvolume is maximum 70% van de onderliggende bouwlaag. De dakvorm is vrij te kiezen. Nevenvolumes en bijgebouwen zijn maximum één bouwlaag hoog. De gelijkgrondse bouwlaag heeft een maximale bruto hoogte van 4 m; vanaf de eerste verdieping geldt een maximale bruto hoogte van 3,5 m. Enkel de bovengrondse ruimtes tellen mee als bouwlaag. Bijkomende (half-)ondergrondse bouwlagen zijn toegelaten en tellen niet mee als bewoonbare bouwlaag. Een bewoonbare bouwlaag in het dakvolume kan voorzien worden onder een hellend dakvolume, maar kan ook toegelaten worden in een dakvolume met een plat dak en met teruggetrokken bouwlijn (i.c. een penthouse onder plat dak). Een bijgebouw is een volume losstaand van het hoofdgebouw (hoofdvolume en nevenvolume) opgericht in de tuinzone van het perceel. Bijgebouwen zijn onder meer tuinhuizen, garages... Ondergrondse bouwlagen: kelder, parkeergarage... Per definitie moet een halfondergrondse bouwlaag minimum 1,50m onder het maaiveldniveau worden gebouwd. Bij de behandeling van bouwaanvragen wordt advies gevraagd aan het bestuur van de luchthaven Kortrijk-Wevelgem. Richtwaarden voor de bouwhoogtebeperkingen zijn aangegeven in hoofdstuk 5.2. Stedenbouwkundige randvoorwaarden. Naast bovenstaande bouwvoorschriften dient rekening te worden gehouden met de bouwhoogtebeperkingen omwille van de nabijheid van de luchthaven Kortrijk- Wevelgem. 1.5 Woningen die palen aan openbare wegen of de spoorweg mogen nooit met de achterkant georiënteerd worden naar de openbare weg of de spoorweg. Wandelen fietspaden en garagestraten worden voor de toepassing van dit voorschrift buiten beschouwing gelaten. Garagestraten, wandel- en fietspaden worden buiten beschouwing gelaten. Woningen die door een wandel- of fietspad of een garagestraat gescheiden worden van een spoorweg, een plein, een park of andere wegenis dienen beoordeeld te worden alsof zij rechtstreeks palen aan het openbaar domein of de spoorweg. Woningen die door een wandel- of fietspad gescheiden worden van andere woningen, worden niet beschouwd als palend aan openbaar domein. Het inrichtingsplan figuur 27 illustreert de mogelijkheden. 1.6 Iedere woongelegenheid moet beschikken over een private buitenruimte van minimaal 12 m². De kleinste afmeting van de buitenruimte mag niet kleiner zijn dan 2m. Bij meergezinswoongebouwen mag de private buitenruimte voorzien worden in een collectieve buitenruimte. Leiedal, december 2011 Gemeente Wevelgem, RUP 1-1 Stationsomgeving 37

VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING Zone 2: zone voor wonen met beperkte nevenfuncties 2.1 Bestemming De zone is bestemd voor wonen met beperkte nevenfuncties. Binnen deze zone zijn wonen en de bijhorende openbare en private groene en verharde ruimten de hoofdfuncties. De beperkte nevenfuncties mogen de woonfunctie van de omgeving niet in het gedrang brengen. Minimum één woning per bouwperceel is verplicht. Binnen de zone zijn volgende nevenfuncties toegelaten: kantoren en diensten. De nevenfuncties zijn enkel toegelaten op het gelijkvloers en worden per perceel beperkt tot maximum 100m² vloeroppervlakte. Enkel nevenfuncties, inpasbaar in de omgeving en met een beperkte verkeersaantrekking worden toegelaten. De nevenfuncties zijn niet toegelaten in bijgebouwen. 2.2 Woningdichtheid Er geldt een bruto na te streven woningdichtheid van minimum 20 woningen per hectare. hoofdcategorie: wonen subcategorie: woongebied Wonen: woningen en bijbehorende uitrusting zoals tuinen, tuinbergingen, garages... Openbare verharde ruimten: straten, pleinen, publieke parking, voet- en fietspaden Openbare groene ruimten: parken, speelpleinen, graspartijen, bermen Private groene en verharde ruimten: private of collectieve tuinen, terrassen, private parkings, garagewegen, tuinpaden... Kantoren en diensten: vrij beroep, kapsalon, verzekeringsmakelaar, apotheek, onthaalmoeder, kinderdagverblijf... De bruto-woningdichtheid van minimum 20 woningen per ha kan enkel beoordeeld worden voor nieuwe woonprojecten van een zekere omvang. Het heeft geen zin deze dichtheid per perceel te beoordelen. Het betreft een bruto-woningdichtheid: dit betekent dat deze dichtheid moet berekend worden voor de totale bruto-oppervlakte van de woonzone, nl. de som van de oppervlakte van de private woonpercelen en van de oppervlakte van het openbaar domein (wegenis, publiek groen...). De vergunningverlenende overheid waakt er over dat de minimale dichtheden gerealiseerd worden. Zie ook uitleg op p. 27 in de toelichtingsnota. 2.3 Woningtypologie Volgende woningtypes zijn toegelaten: ééngezinswoningen in aanééngesloten, halfopen en/of open bebouwing. Meergezinswoongebouwen zijn niet toegelaten. 2.4 Bouwvoorschriften Het hoofdvolume bedraagt maximum twee bouwlagen + één bewoonbare bouwlaag in het dakvolume. De bewoonbare oppervlakte van de bouwlaag in het dakvolume is maximum 70% van de onderliggende bouwlaag. De dakvorm is vrij te kiezen. Nevenvolumes en bijgebouwen zijn maximum één bouwlaag hoog. De gelijkgrondse bouwlaag heeft een maximale bruto hoogte van 4 m; vanaf de eerste verdieping geldt een maximale bruto hoogte van 3,5 m. Enkel de bovengrondse ruimtes tellen mee als bouwlaag. Bijkomende (half-)ondergrondse bouwlagen zijn toegelaten en tellen niet mee als bewoonbare bouwlaag. Naast bovenstaande bouwvoorschriften dient rekening te worden gehouden met de bouwhoogtebeperkingen omwille van de nabijheid van de luchthaven Kortrijk-Wevelgem. 2.5 Woningen die palen aan openbare wegen of de spoorweg mogen nooit met de achterkant georiënteerd worden naar de openbare weg of de spoorweg. Wandelen fietspaden en garagestraten worden voor de toepassing van dit voorschrift buiten beschouwing gelaten. Een bewoonbare bouwlaag in het dakvolume kan voorzien worden onder een hellend dakvolume, maar kan ook toegelaten worden in een dakvolume met een plat dak en met teruggetrokken bouwlijn (i.c. een penthouse onder plat dak). Een bijgebouw is een volume losstaand van het hoofdgebouw (hoofdvolume en nevenvolume) opgericht in de tuinzone van het perceel. Bijgebouwen zijn onder meer tuinhuizen, garages... Ondergrondse bouwlagen: kelder, parkeergarage... Per definitie moet een halfondergrondse bouwlaag minimum 1,50m onder het maaiveldniveau worden gebouwd. Bij de behandeling van bouwaanvragen wordt advies gevraagd aan het bestuur van de luchthaven Kortrijk-Wevelgem. Richtwaarden voor de bouwhoogtebeperkingen zijn aangegeven in hoofdstuk 5.2. Stedenbouwkundige randvoorwaarden. Garagestraten, wandel- en fietspaden worden buiten beschouwing gelaten. Woningen die door een wandel- of fietspad of een garagestraat gescheiden worden van een spoorweg, een plein, een park of andere wegenis dienen beoordeeld te worden alsof zij rechtstreeks palen aan het openbaar domein of de spoorweg. Woningen die door een wandel- of fietspad gescheiden worden van andere woningen, worden niet beschouwd als palend aan openbaar domein. Het inrichtingsplan figuur 27 illustreert de mogelijkheden. 2.6 Iedere woongelegenheid moet beschikken over een private buitenruimte van minimaal 12 m². De kleinste afmeting van de buitenruimte mag niet kleiner zijn dan 2m. Bij meergezinswoongebouwen mag de private buitenruimte voorzien worden in een collectieve buitenruimte. 38 Gemeente Wevelgem, RUP 1-1 Stationsomgeving Leiedal, december 2011

VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING 2.7 Sociaal wonen In dit gebied kan een vergunning voor: 1 verkavelingen van ten minste tien loten bestemd voor woningbouw, of met een grondoppervlakte groter dan een halve hectare, ongeacht het aantal loten; 2 groepswoningbouwprojecten waarbij ten minste tien woongelegenheden ontwikkeld worden; 3 de bouw of de herbouw van appartementsgebouwen waarbij ten minste vijftig appartementen gecreëerd worden; 4 verkavelingen, groepswoningbouwprojecten en projecten voor de bouw of de herbouw van appartementsgebouwen die niet voldoen aan de voorwaarden, vermeld in 1, 2 of 3, en waarvoor een verkavelingsvergunning of een stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd door een verkavelaar of een bouwheer wiens project aansluit op andere, door dezelfde verkavelaar of bouwheer te ontwikkelen gronden, die samen met de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft, een oppervlakte van meer dan een halve hectare beslaan; pas afgeleverd worden indien binnen het verkavelings- of bouwproject een sociaal woonaanbod verwezenlijkt wordt dat gelijk is aan: a) hetzij ten minste veertig en ten hoogste vijftig procent voor gronden die in eigendom zijn van Vlaamse besturen of Vlaamse semipublieke rechtspersonen; b) hetzij ten minste twintig en ten hoogste vijfentwintig procent voor gronden die in eigendom zijn van overige natuurlijke of rechtspersonen. 2.8 Indien het bindend sociaal objectief in de gemeente verwezenlijkt is, dan vervalt de bepaling m.b.t. sociaal wonen. 2.9 Bescheiden wonen In dit gebied kan een vergunning voor: 1 verkavelingen van ten minste tien loten bestemd voor woningbouw, of met een grondoppervlakte groter dan een halve hectare, ongeacht het aantal loten; 2 groepswoningbouwprojecten waarbij ten minste tien woongelegenheden ontwikkeld worden; 3 de bouw of de herbouw van appartementsgebouwen waarbij ten minste vijftig appartementen gecreëerd worden; 4 verkavelingen, groepswoningbouwprojecten en projecten voor de bouw of de herbouw van appartementsgebouwen die niet voldoen aan de voorwaarden, vermeld in 1, 2 of 3, en waarvoor een verkavelingsvergunning of een stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd door een verkavelaar of een bouwheer wiens project aansluit op andere, door dezelfde verkavelaar of bouwheer te ontwikkelen gronden, die samen met de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft, een oppervlakte van meer dan een halve hectare beslaan; pas afgeleverd worden indien binnen het verkavelings- of bouwproject een bescheiden woonaanbod wordt verwezenlijkt van veertig procent, verminderd met het percentage van het sociaal woonaanbod. 2.10 Indien via een gemeentelijk bericht bekend gemaakt werd dat het bindend sociaal objectief in de gemeente verwezenlijkt is, dan vervalt de bepaling m.b.t. bescheiden wonen. Leiedal, december 2011 Gemeente Wevelgem, RUP 1-1 Stationsomgeving 39

VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING Zone 3: zone voor openbare wegenis en pleinen 3.1 Deze zone is bestemd voor openbare wegenis, pleinen en aanhorigheden. In deze zone zijn alle bovengrondse en ondergrondse werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van die openbare wegeninfrastructuur en aanhorigheden. Daarnaast zijn alle werken, handelingen en wijzigingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, openbaar vervoer, lokale dienstwegen en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer toegelaten. hoofdcategorie: afhankelijk van aanpalende bestemmingzones, nl. hoofdcategorie wonen (subcategorie: woongebied) Onder aanhorigheden van wegeninfrastructuur wordt onder andere verstaan: al dan niet verharde bermen, grachten en taluds, de stationeer- en parkeerstroken, de wegsignalisatie en wegbebakening, de verlichting, de afwatering, de beplantingen, de geluidswerende constructies, voetgangers- of fietsvoorzieningen, de plaatsing van zitbanken, muurtjes, kunstwerken, straatmeubilair. Alle werken van natuurtechnische milieubouw kunnen gerealiseerd worden. 3.2 Er dient altijd en overal gestreefd te worden naar een kwalitatieve inrichting van de openbare weg, die is aangepast aan de functie en categorisering van de weg. Zone 4: zone voor openbaar groen 4.1 De zone is bestemd voor de aanleg, het herstel en de instandhouding van een openbare groenzone. Binnen deze zone zijn openluchtrecreatie, waterinfiltratie en waterbuffering toegelaten als nevenfuncties. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van deze bestemming zijn toegelaten. hoofdcategorie: overig groen subcategorie: parkgebied Voorbeeld waterbuffering als nevenfunctie: de gemeente Wevelgem voorziet in de centrale groenzone ten zuiden van de Spoorwegstraat in voldoende waterbuffering en -infiltratie in functie van de vertraagde afvoer van het hemelwater. 4.2 De zone voor openbaar groen is bouwvrij met uitzondering van de mogelijkheden bepaald in art 2.3 en de voorschriften bij de overdruk gemeenschapsvoorzieningen. 4.3 In deze zone kunnen kleinschalige inrichtingen en constructies gerealiseerd worden van openbaar nut en algemeen belang, wandel- en fietspaden, openbare wegenis en parkeervoorzieningen of kleine constructies in functie van het recreatieve gebruik en onderhoud van de openbare groenzone. Minimaal 80% van de zone moet onverhard en onbebouwd blijven. Inrichtingen en constructies van openbaar nut en algemeen belang: verlichting, straatmeubilair, bushaltes, gas- en elektriciteitscabines, rioleringen, gasleidingen en andere ondergrondse constructies. Onverhard en onbebouwd: ook waterdoorlatende verharding wordt als verharding beschouwd en open constructies met een dak worden als bebouwing beschouwd. Constructies zoals waterbufferbekkens, waterinfiltratiezones, speeltoestellen, zitbanken of andere kleinschalige constructies worden niet als bebouwing of verharding beschouwd. 40 Gemeente Wevelgem, RUP 1-1 Stationsomgeving Leiedal, december 2011

VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING 5: bouwzone voor meergezinswoongebouwen (overdruk) 5.1 Naast ééngezinswoningen zijn binnen deze bouwzone ook meergezinswoongebouwen (appartementen) toegelaten. Een meergezinswoongebouw is een gebouw waarin meerdere wooneenheden (appartementen, studio s) toegang krijgen via een gemeenschappelijke circulatieruimte. 5.2 Bij de inplanting van meergezinswoongebouwen moet extra aandacht besteed worden aan het wooncomfort, de bezonning en de privacy t.o.v. de omgeving. Dakterrassen worden toegelaten op voorwaarde dat de privacy van de aangelanden gewaarborgd wordt. 5.3 Bij de inplanting van meergezinswoongebouwen aansluitend op bestaande gebouwen moet een harmonieuze overgang worden nagestreefd worden met de volumes van bestaande gebouwen. Bestaande wachtgevels moeten op een kwaliteitsvolle manier worden afgewerkt. 6. Gemeenschapsvoorzieningen (overdruk - symbolisch) 6.1 Op het verordenend plan is met een symbool indicatief aangegeven waar eventueel een gebouw voor gemeenschapsvoorzieningen kan ingeplant worden binnen de zone voor openbaar groen. 6.2 Bij de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voor een gebouw voor gemeenschapsvoorzieningen moet een inrichtingsstudie worden gevoegd. De inrichtingsstudie moet voldoen aan volgende voorwaarden: Bebouwing mag niet hoger zijn dan 2 bouwlagen. De bebouwing moet rekening houden met de bouwhoogtebeperkingen van de luchthaven Kortrijk-Wevelgem. Bebouwing mag maximum 350 m² terreinbezetting hebben. De inrichting van parkeermogelijkheden moet een groen karakter hebben. Parkeervoorzieningen worden van waterdoorlatende verharding voorzien. Beplanting mag er niet toe leiden dat grote delen van openbaar groen niet meer zichtbaar zijn vanuit de Spoorwegstraat. De inrichting van de zone moet maximaal gericht zijn op een aangenaam verblijfskwaliteit. Het inrichtingsplan dient aan te geven waar ruimte wordt voorzien voor wateropvang, infiltratie en vertraagde afvoer van hemelwater. ^ Men moet harmonieus aansluiten bij bestaande gebouwen om schaalbreuken te vermijden. Zo kan het volume van een nieuw appartementsgebouw bijvoorbeeld plaatselijk verlaagd worden, zodat dit harmonieus aansluit op een bestaand gebouw. Het afwerken van wachtgevels gebeurt het best met kwaliteitsvolle, duurzame materialen (bvb. bakstenen muur). Mogelijkheden voor gemeenschapsvoorzieningen: buurthuis voor senioren, voorzieningen voor jeugdwerking, muziekrepetitielokalen,.. Het inrichtingsplan opgenomen in dit RUP, Figuur 27, geeft een mogelijke inplanting weer van een gemeenschapsgebouw in de openbare groenzone. Bij de behandeling van bouwaanvragen wordt advies gevraagd aan het bestuur van de luchthaven Kortrijk-Wevelgem. Richtwaarden voor de bouwhoogtebeperkingen zijn aangegeven in hoofdstuk 5.2. Stedenbouwkundige randvoorwaarden. De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied. De inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier betreffende de aanvraag van stedenbouwkundige vergunning en wordt als zodanig meegestuurd aan de adviesverlenende instanties overeenkomstig de toepasselijke procedure voor de behandeling van de aanvragen. Elke nieuwe vergunningsaanvraag kan een bestaande inrichtingsstudie of een aangepaste of nieuwe inrichtingsstudie bevatten. 7: Groene bouwvrije strook (overdruk) 7.1 Het gebied dat in overdruk is aangeduid, is specifiek voorbehouden voor de aanleg, het beheer en onderhoud van een groene bouwvrije strook van minimum 5m langs de spoorweg en de beek. Leiedal, december 2011 Gemeente Wevelgem, RUP 1-1 Stationsomgeving 41

VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING 8: aslijn voor voetgangers- en fietsersverbinding (overdruk - symbolisch) 8.1 De aslijn geeft symbolisch aan waar een verbinding voor voetgangers- en fietsers moet worden aangelegd. Het tracé is schematisch weergegeven en is langs weerszijden van de as verschuifbaar met een maximum van 10m. 8.2 De verbinding heeft een openbaar karakter en is steeds toegankelijk. 8.3 De verharding van het fiets- en wandelpad is minimaal 3 m breed. Langs de spoorweg moet het fiets- en wandelpad een vrije doorgang hebben van minimum 6m breed en veilig worden afgeschermd t.o.v. de spoorweg. 9: aslijn voor garageweg (overdruk - symbolisch) ") ") ") ") 9.1 De aslijn geeft symbolisch aan waar een garageweg kan worden aangelegd. Het tracé is schematisch weergegeven en is langs weerszijden van de as verschuifbaar met een maximum van 2m. 9.2 De toegang tot de garageweg kan beperkt worden tot de gebruikers ervan. 9.3 De verharding van de garageweg is minimaal 4m breed. Langs de garagewegen geldt een bouwverbod tot 4m te meten vanuit de as van de garageweg. 10: openbaar buurtgroen (overdruk - symbolisch) 10.1 Het symbool duidt aan waar openbaar buurtgroen met een minimale oppervlakte van 750 m² moet worden voorzien. Dit openbaar buurtgroen moet een ruimtelijk compact en samenhangend geheel zijn. Het is niet de bedoeling dat de oppervlakte van minimum 750m² openbaar buurtgroen wordt versnipperd of uitééngerafeld; het operbaar buurtgroen moet een ruimtelijk compact en samenhangend geheel vormen. De exacte oppervlakte, inplanting en vorm van het openbaar buurtgroen moet bepaald worden bij de stedenbouwkundige of verkavelingsvergunning voor de ontwikkeling van het aanpalende woongebied. 10.2 Het gebied is bouwvrij met uitzondering van inrichtingen en constructies van openbaar nut en algemeen belang of kleine constructies in functie van het recreatieve gebruik en onderhoud van het openbaar buurtgroen. Recreatie moet hier verstaan worden in verhouding tot de groenfunctie van het gebied. Het is een nevengeschikte functie. 10.3 Fiets- en wandelpaden met bijhorende inrichting zijn toegelaten. 10.4 De plaatsing van speelpleinconstructies en beperkte reliëfwijzigingen in functie van sport- en speelmogelijkheden zijn toegelaten. 10.5 Ook de aanleg, het beheer en onderhoud van afwateringsgrachten, beken, waterinfiltratievoorzieningen en waterbufferbekkens zijn toegelaten. 42 Gemeente Wevelgem, RUP 1-1 Stationsomgeving Leiedal, december 2011

Leiedal, december 2011 Gemeente Wevelgem, RUP 1-1 Stationsomgeving 43

bedrijventerreinen stedenbouw milieu informatie- en communicatietechnologie mobiliteit herbestemmingsprojecten www.leiedal.be intergemeentelijke samenwerking projectontwikkeling streekontwikkeling