ESTIMATIONS CONTRÔLE BUDGÉTAIRE 2017

Vergelijkbare documenten
Prognoses voor de totale fiscale ontvangsten

Bruxelles, le 18 mars 2014 SERVICE MACROBUDGETAIRE. Votre courrier du: Vos références: Nos références: Annexe: SMB/GDS/2014/79 COMITÉ DE MONITORING

Middellangetermijnvooruitzichten Perspectives économiques à moyen terme plan.be. Juni-Juin 2016

De krachtlijnen van de begroting 2013

COMITÉ DE MONITORING ESTIMATIONS CONTRÔLE BUDGÉTAIRE 2016

COMITÉ DE MONITORING ACTUALISATION DES ESTIMATIONS 2013/2014

Brussel, 8 juli 2017 MONITORINGCOMITÉ ACTUALISATIE RAMING 2018 MEERJARENRAMING

Bruxelles, le 20 juin 2014 SERVICE MACROBUDGETAIRE. Votre courrier du: Vos références: Nos références: Annexe: SMB/GDS/2014/134 COMITÉ DE MONITORING

Middellangetermijnvooruitzichten Perspectives économiques à moyen terme plan.be. Mei-mai 2015

COMITÉ DE MONITORING ESTIMATIONS CONTRÔLE BUDGÉTAIRE 2015

Brussel, 14 maart 2018 MONITORINGCOMITÉ

Bruxelles, le 22 septembre 2015 SERVICE MACROBUDGETAIRE COMITÉ DE MONITORING

Middellangetermijnvooruitzichten Perspectives économiques à moyen terme

COMITÉ DE MONITORING. Version après réunion. Bruxelles, le 18 juillet 2016 SERVICE MACROBUDGETAIRE

Bruxelles, le 20 juin 2014 SERVICE MACROBUDGETAIRE. Votre courrier du: Vos références: Nos références: Annexe: SMB/GDS/2014/134 COMITÉ DE MONITORING

COMITÉ DE MONITORING. Bruxelles, le 18 juillet 2014 SERVICE MACROBUDGETAIRE

Contrôle budgétaire Begrotingscontrole 30/03/2015

SYNTHESE EN AANBEVELINGEN

Brussel, 22 juli 2019 MONITORINGCOMITÉ

Contrôle budgétaire Begrotingscontrole

BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS. houdende eerste aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2017

Focus op de financiën van de gefedereerde entiteiten

FÉDÉRATION GENERALE DU TRAVAIL BELGIQUE

bij de aanpassing van de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2018

Bruxelles, le 9 juillet 2015 SERVICE MACROBUDGETAIRE. Votre courrier du: Vos références: Nos références: Annexe: COMITÉ DE MONITORING

SYNTHESE EN AANBEVELINGEN

COMITÉ DE MONITORING

I4XLGEMEEN E3EHEERSCOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

Communiqué. Verloop van de Belgische uitvoermarkten

ECONOMISCHE VOORUITZICHTEN 2003

Advies begrotingstraject ter voorbereiding van het Stabiliteitsprogramma

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

Consumptieve bestedingen van de particulieren Consumptieve bestedingen van de overheid Bruto vaste kapitaalvorming

BELGISCHE ECONOMISCHE GROEI: EEN OVERZICHT. Jan Vergote 17/11/2016

Invullen van de resultatenrekening

Chambre des représentants

CSG & CRDS. Parijs, 9 maart Mr. Frank van Eig

De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

COMITÉ DE MONITORING

Jaarlijks verslag 2016 Studiecommissie voor de Vergrijzing. Rapport annuel 2016 Comité d Etude sur le Vieillissement

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

1. ESR-vorderingensaldo A. Resultaat 2010 verschil ESR-effect BGO 2010 BGC 2010 uitvoering 2010 uitvoering vs BC 10 onderbenutting ESR gecorrigeerde o

Uitvoering , ,4 91,8 0,3%

Brussel, 11 juli 2018 MONITORINGCOMITÉ ACTUALISATIE RAMING 2019 MEERJARENRAMING

Assemblée générale é des actionnaires. Algemene vergadering van de aandeelhouders

Chambre des représentants

verslag CRB

Brussel, 20 juni 2017 MONITORINGCOMITÉ STAND VAN ZAKEN. op

MONITEUR BELGE Ed. 3 BELGISCH STAATSBLAD

voor werk en koopkracht en avant pour l'emploi et le pouvoir d'achat Zaterdag

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

ALBERT ALBERT. BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE MINISTERIE VAN FINANCIEN MINISTERE DES FINANCES

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN. houdende de aanpassing van de Middelenbegroting voor het begrotingsjaar 2015

Regionale economische vooruitzichten

Chambre des représentants

Gematigde toename van de sociale uitgaven en daling van het armoederisico van gepensioneerden tussen 2016 en 2060

1.1. Gewestbelastingen (+90,2 miljoen t.o.v. BA 2017; -2,9 miljoen t.o.v. februari)

COMITÉ DE MONITORING

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

74018 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

De economische groei zou 1,6 % bedragen in 2008 en 1,2 % in 2009

Persbericht. Datum: Economische groei in 2001 en 2002 sterk naar beneden herzien

DE KLOOF TUSSEN DE TOTALE ONTVANGSTEN EN DE RIJKSMIDDELEN: EEN ANALYSE VAN DE PERIODE

Federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en SociaalOverleg ALGEMENE DIRECTIE COLLECTIEVE ARBEIDSBETREKEJNGEN Directie van de Griffie

Kerncijfers voor de Belgische economie Wijzigingspercentages in volume - tenzij anders vermeld

PHILIPPE FILIP BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van over het ontwerpbegrotingsplan van België. {SWD(2018) 511 final}

Wat is een economische crisis?

Tax shift / Federale regering

bij de aanpassing van de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2015

ALBERT ALBERT BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER

B.4. TOTALE ONTVANGSTEN VOLGENS AARD EN VOLGENS ADMINISTRATIE: REALISATIES

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Hoeveel verdienen de Belgen? Hoeveel geven ze uit?

REKENHOF. Onderzoek van de begroting 2016 van de Vlaamse Gemeenschap

Gewone algemene vergadering van aandeelhouders. Assemblée générale ordinaire des actionnaires

~LGEMEEN lweheers~omite

BEGROTINGSCONTROLE MAART M A A RT B R U S S E L

Instemmingsdecreten van de Vlaamse overheid betreffende kinderbijslag

80806 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN. PROJET DU BUDGET GÉNÉRAL DES DÉPENSES pour l année budgétaire 2010

VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

houdende de overname van de dienst van de Verkeersbelastingen

BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE NATIONALE BANK VAN BELGIE

Chambre des Représentants de Belgique. Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers / 1-96 / 97 WETSONTWERP

Federaal geïnde fiscale ontvangsten toestand eind december 2012

Recente geschiedenis van de Belgische overheidsfinanciën

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

ESTIMATIONS POUR 2013 ET 2014

VERENIGDE VERGADERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE ASSEMBLEE REUNIE DE LA COMMISSION COMMUNAUTAIRE COMMUNE BRUXELLES-CAPITALE

België scoorde in blessuretijd: de cijfers

VERKLARING VAN WOONPLAATS

LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN

Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole Service Public Fédéral Budget et Contrôle de la Gestion

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2017 neemt het bbp met 1,7 % toe

Chambre des représentants

Voir: 001: Projet de loi. 002: Amendements.

Transcriptie:

Brussel, 10 maart 2017 COMITÉ DE MONITORING ESTIMATIONS CONTRÔLE BUDGÉTAIRE 2017 Voorliggende versie wijkt af van de versie die door het Monitoringcomité werd overgemaakt aan de regering om een materiële vergissing recht te zetten in tabellen 2, 56, 61 en 62. Deze rechtzetting heeft geen invloed op de ramingen voor 2017, noch op de berekening van de te leveren inspanning.

INHOUDSTAFEL 1 SYNTHESE... 5 2 ECONOMISCHE OMGEVING... 12 3 EUROPEES KADER... 17 4 ENTITEIT I... 19 4.1 Federale overheid... 19 4.1.1 Fiscale ontvangsten... 19 4.1.2 Afdrachten van fiscale ontvangsten... 29 4.1.2.1 Algemeen overzicht... 29 4.1.2.2 Afdrachten EU... 31 4.1.2.3 Afdrachten aan de Gemeenschappen en Gewesten... 31 4.1.2.4 Afdrachten aan de sociale zekerheid... 37 4.1.2.5 Andere afdrachten... 37 4.1.3 De niet-fiscale ontvangsten en niet-fiscale middelen... 38 4.1.4 Les dépenses primaires... 43 4.1.5 De interestlasten... 59 4.1.6 Solde des organismes à consolider avec le pouvoir fédéral... 62 4.1.7 Raming van het vorderingensaldo van de federale overheid... 66 4.2 Sécurité sociale... 67 4.2.1 Synthèse et solde SEC de la sécurité sociale... 67 4.2.2 Le régime des salariés... 70 4.2.3 Le statut social des indépendants... 78 4.2.4 Les soins de santé... 82 4.2.5 Organismes hors gestion globale... 84 4.3 Saldo voor entiteit I... 85 4.3.1 Vorderingensaldo en primair saldo entiteit I... 85 4.3.2 Structureel saldo entiteit I... 86 5 BEPALING GENORMEERD SALDO... 88 2

6 ENTITEIT II... 91 6.1 Gemeenschappen en Gewesten... 91 6.2 Lokale overheden... 92 6.3 Saldo voor entiteit II... 92 7 SALDO EN SCHULDGRAAD GEZAMENLIJKE OVERHEID BIJ ONGEWIJZIGD BELEID... 94 7.1 Saldo gezamenlijke overheid... 94 7.2 Schuldgraad gezamenlijke overheid... 96 8 BIJLAGEN... 97 Bijlage 1 De met de federale overheid te consolideren instellingen... 97 3

Inleiding De kalender en de werkwijze voor de voorbereiding van de begrotingscontrole 2017 werden goedgekeurd door de Ministerraad van 10 februari 2017. De goedgekeurde kalender voorzag in de opmaak van een nota van het monitoringcomité die als basis zou dienen voor de begrotingsbesprekingen. Op basis van de economische begroting van 9 februari omvat deze nota een actualisatie van het geraamde resultaat voor 2016, alsook een herraming voor het begrotingsjaar 2017. De nota start met een synthese, waarna kort wordt ingegaan op de macro-economische omgeving en het Europees begrotingskader. Daarna wordt er meer uitvoerig stilgestaan bij de ramingen van de ontvangsten en uitgaven van de federale overheid en de sociale zekerheid. Vervolgens wordt toegelicht hoe de norm wordt bepaald waartegen het resultaat voor 2017 kan afgemeten worden. Tot slot worden de resultaten voor de twee deelsectoren van entiteit II heel summier aangehaald. De nota eindigt met een raming van zowel het saldo als de schuldgraad voor de gezamenlijke overheid. 4

1 Synthese Raming van het saldo voor entiteit I bij ongewijzigd beleid Het vorderingensaldo voor 2017 voor entiteit I, bij ongewijzigd beleid, wordt geraamd op een tekort van 6.918 miljoen EUR. Dit is een verslechtering met 629 miljoen EUR ten opzichte van de raming bij opmaak van de initiële begroting 2017 1. Tabel 1: Vorderingensaldo entiteit I (2016-2017) In miljoen EUR - En millions EUR In % In % - - En % En % 2016 2017 2017 Mon. maart Initieel Mon. maart Verschil Verschil Verschil Verschil - - - - - - - Mon. mars Initial Mon. mars Différence Différence Différence Différence (1) (2) (3) (3) vs. (1) (3) vs. (2) (3) vs. (1) (3) vs. (2) Federale overheid -10 237-6 594-6 797 3 440-203 33,6-3,1 Pouvoir fédéral Sociale zekerheid - 511 305-120 390-426 76,4-139,5 Sécurité sociale Entiteit I -10 748-6 289-6 918 3 830-629 35,6-10,0 Entité I % bbp - % PIB Federale overheid -2,4-1,5-1,6 0,9 0,0 Pouvoir fédéral Sociale zekerheid -0,1 0,1 0,0 0,1-0,1 Sécurité sociale Entiteit I -2,6-1,5-1,6 1,0-0,1 Entité I Het vorderingensaldo van de federale overheid verslechtert ten opzichte van de initiële begroting met 203 miljoen EUR en wordt nu geraamd op een tekort van 6.797 miljoen EUR. Voor de sociale zekerheid bedraagt de verslechtering van het vorderingensaldo 426 miljoen EUR. Het wordt nu geraamd op een tekort ten belope van 120 miljoen EUR. Op het niveau van de federale overheid is de evolutie in hoofdzaak te verklaren door de interestlasten die met 193 miljoen EUR stijgen en door een stijging van de primaire uitgaven met 84 miljoen EUR. Op het niveau van de sociale zekerheid zijn de belangrijkste wijzigingen, aan ontvangstenzijde, een verhoging van de bijdragen (inclusief sociale fraude) met 172 miljoen EUR en een vermindering van de alternatieve financiering met 319 miljoen EUR, en langs uitgavenzijde, een stijging van de prestaties met 177 miljoen EUR. Om de overgang te maken naar een structureel saldo dienen de conjunctuurinvloed, de impact van de éénmalige maatregelen alsook de correctie voor transferten aan de deelstaten (HRFconcept) te worden uitgesloten. De volgende tabel geeft het overzicht weer van de raming van het structureel saldo voor 2016 en 2017. 1 Het vorderingensaldo voor de initiële begroting 2017 verschilt van hetgeen is opgenomen in de algemene toelichting omdat rekening werd gehouden met de door het Parlement gestemde Algemene uitgavenbegroting. 5

Tabel 2: Raming structureel saldo entiteit I (2016-2017) 2016 2017ini 2017 In miljoen EUR En millions EUR Vorderingensaldo -10 748-6 289-6 918 Solde de financement Cyclische correctie -1 638-1 867-1 565 Correction cyclique Impact éénmalige - 962-589 - 679 Impact one-off Correctie voor transfers - 114-167 - 167 Corrections pour transferts Structureel saldo -8 034-3 666-4 507 Solde structurel 2016 2017ini 2017 In % van bbp En % du PIB Vorderingensaldo -2,55-1,45-1,59 Solde de financement Cyclische correctie -0,39-0,43-0,36 Correction cyclique Impact éénmalige -0,23-0,14-0,16 Impact one-off Correctie voor transfers -0,03-0,04-0,04 Corrections pour transferts Structureel saldo -1,91-0,85-1,04 Solde structurel bbp 421.284,4 433.632,7 434.256,7 PIB Bij ongewijzigd beleid wordt het structureel saldo voor 2017 geraamd op een tekort van -4.507 miljoen EUR. Deze raming betekent een verslechtering met 841 miljoen EUR tegenover de raming bij begrotingsopmaak 2017. Toen werd het structureel saldo (vóór toepassing van de flexibiliteitsclausule) geraamd op een tekort ten belope van 3.666 miljoen EUR. Voor 2016 wordt het structureel saldo geraamd op een tekort ten belope van 8.034 miljoen EUR. De belangrijkste gehanteerde hypothesen bij de actualisatie van de cijfers Dit rapport was in eerste instantie gericht op een actualisatie van de cijfers voor 2017, tegelijkertijd gebeurde ook een update van de cijfers voor 2016. Er moet benadrukt worden dat het voor 2016 bekomen saldo nog altijd een voorlopig karakter heeft. De impact van sommige door de regering besliste maatregelen werd in voorliggende oefening herzien of nog niet meegenomen. In de verschillende hoofdstukken wordt dit steeds duidelijk aangegeven. De bij de initiële begroting ingeschreven onderbenuttingen op het niveau van de primaire uitgaven (910 miljoen EUR), de sociale parastatalen (134 miljoen EUR) en de instellingen openbaar nut (100 miljoen EUR) werden ongewijzigd overgenomen. 6

Net als bij de initiële begroting werd de alternatieve financiering aan de sociale zekerheid berekend overeenkomstig het wetsontwerp houdende hervorming van de financiering van de sociale zekerheid. Le montant relatif à la dotation d équilibre a été maintenu au niveau du budget initial 2017 afin de mesurer l évolution du solde du régime des salariés et du régime des indépendants qui doit être financé par la dotation d équilibre après la prise en compte de plusieurs facteurs de responsabilisation. Binnen het saldo van de sociale zekerheid werd rekening gehouden met een bedrag ten belope van 150 miljoen EUR als niet-verdeelde maatregel overeenkomstig de bij begrotingscontrole 2016 genomen beslissing van de regering aangaande de responsabilisering van werkgevers en werknemers in het kader van de primaire arbeidsongeschiktheid. Deze maatregel werd nog niet uitgevoerd. Conform de methodologie van de HRF wordt voor de overdrachten in het kader van de gewestelijke PB gewerkt op basis van de in de rijksmiddelen in te schrijven voorschotten en afrekeningssaldi. Dit wijkt af van de benadering die gevolgd wordt in de overheidsrekeningen. Het monitoringcomité verzamelt cijfers afkomstig van verschillende bronnen. Voor het globaal beheer werknemers dienen de cijfers van het beheerscomité van de sociale zekerheid als basis. In bepaalde gevallen zijn de maatregelen op een andere manier verwerkt in functie van de bron. Dit is onder meer het geval voor de maatregel e-commerce : - Fiscale ontvangsten: impact is niet langer opgenomen want terugverdieneffecten worden verondersteld te zijn opgenomen in de evolutie van de macro-economische basis; - Sociale bijdragen: opnemen van twee maal het effect ten belope van 13,5 miljoen EUR in functie van de notificatie van maart 2015 en oktober 2016; - Werkloosheidsuitkeringen: opnemen van het effect van 13,5 miljoen EUR. De bedragen voor de welvaartsenveloppe (werknemers, zelfstandigen, sociale bijstand) werden overgenomen uit het advies van 14 februari 2017 van de NAR en de CRB. Inzake primaire uitgaven werden ten opzichte van de initiële begroting geen bijkomende volume-effecten ingecalculeerd bij de dotatie aan Fedasil en de toelagen aan de OCMW s. 7

Net zoals bij de initiële begroting werd de ESR-correctie voor de spreiding van de impact van de overname van de pensioenverplichtingen geboekt bij de federale overheid. Na de integratie van PDOS in FPD zou deze correctie moeten aangerekend worden bij de sociale zekerheid. Zo blijven de cijfers tussen initieel en begrotingscontrole vergelijkbaar. De door te voeren verschuiving heeft geen impact op het vorderingensaldo van entiteit I. Voor de berekening van het genormeerd saldo werd vertrokken vanuit het door het INR in oktober 2016 gepubliceerd cijfer voor 2015. Dit kan in de rapportering van het INR aan Eurostat in de loop van maart nog herzien worden. Vanuit dit nominaal saldo 2015 wordt een structureel saldo berekend voor de bepaling van het genormeerd saldo en de te leveren inspanning. Het structureel saldo is geen boekhoudkundig concept (zoals het nominaal vorderingensaldo), maar vloeit voort uit een berekening. Het is onder meer afhankelijk van de gehanteerde output gap die in op basis van de herziene macroeconomische hypothesen over de opeenvolgende ramingen varieërt, ook voor het verleden, en de in aanmerking genomen one offs, hetgeen een zekere appreciatiemarge inhoudt. Voor de output gap wordt gewerkt met cijfers van het Federaal Planbureau die consistent zijn met de economische begroting. Inzake one-offs werden voor 2015 deze van de Europese Commissie overgenomen waarbij vervolgens de impact voor entiteit I werd bepaald door toevoeging van de éénmalige correctie voor de autonomiefactor en het afrekeningssaldo uit de BFW, alsook met het aandeel van Entiteit II in de impact van de fiscale regularisatie. Voor 2016 en 2017 werden de one-offs geactualiseerd op basis van de beschikbare informatie zoals die onder meer voortvloeit uit de gehanteerde cijfers inzake fiscale ontvangsten. Norm waartegen het resultaat wordt afgemeten Bij opmaak van de begroting voor 2017 heeft de federale regering zichzelf als doelstelling gesteld om voor entiteit I, over de periode 2016-2017, een verbetering te realiseren van het structureel saldo met 1,2 %. Aanvullend op deze doelstelling heeft de regering toen ook bijkomende maatregelen genomen om een veiligheidsmarge van 0,17 % van het bbp in te bouwen, hoofdzakelijk voor de fiscale ontvangsten. 8

Het komt de regering toe om de doelstelling te bepalen voor een gegeven begrotingsjaar. Het monitoringcomité heeft in wat volgt, ten indicatieve titel, een genormeerd saldo bepaald aan hand van hetgeen de regering heeft vooropgesteld als doelstelling bij de opmaak van de begroting 2017, namelijk een verbetering van het structureel saldo met 1,2 % ten opzichte van 2015 zonder rekening te houden met een veiligheidsmarge. Om de norm te bepalen, werd vertrokken van het nominaal saldo voor het jaar 2015 zoals gepubliceerd door het INR in oktober 2016 waarop een tweetal correcties werden doorgevoerd om aan te sluiten bij de HRF-optiek. Het betreft een correctie voor de fiscale autonomie om rekening te houden met de voorschottenregeling en een correctie voor de neutralisatie van het Zorgfonds (wordt toegevoegd aan de Gemeenschappen en Gewesten). Vervolgens werd de overgang gemaakt naar een structureel saldo door het uitsluiten van de conjunctuurinvloed, de impact van de éénmalige maatregelen alsook de correctie voor overdrachten. Het berekende structureel saldo voor 2015 bedraagt -8.887 miljoen EUR, hetzij een tekort van 2,17 % van het bbp (cf. hoofdstuk 5). Tabel 3: Bepaling structureel saldo 2015 voor entiteit I 2015 In miljoen EUR En millions EUR Vorderingensaldo -9 419 Solde de financement Cyclische correctie -1 458 Correction cyclique Impact éénmalige 1 266 Impact one-off Correctie voor transfers - 339 Corrections pour transferts Structureel saldo -8 887 Solde structurel 2015 In % van bbp En % du PIB Vorderingensaldo -2,30 Solde de financement Cyclische correctie -0,36 Correction cyclique Impact éénmalige 0,31 Impact one-off Correctie voor transfers -0,08 Corrections pour transferts Structureel saldo -2,17 Solde structurel Vanuit het structureel saldo 2015 wordt de indicatieve norm voor het begrotingsjaar 2017 bepaald door een verbetering in rekening te brengen van 1,2 % van het bbp. Het te behalen structureel saldo wordt bijgevolg bepaald op -0,97 % van het bbp, hetzij een tekort van 4.194 miljoen EUR. 9

Tabel 4: Bepaling indicatieve norm 2017 (structureel) voor entiteit I 2015 2017 Structureel saldo (in mio EUR) -8 887 Structureel saldo (in % bbp) -2,17 Verbetering 2016-2017 (in % bbp) +1,20 Structureel saldo (in % bbp) -0,97 Structureel saldo (in mio EUR) -4 194 bbp 410.350,8 434.256,7 Door vervolgens de geraamde invloed van de conjunctuur, de one-offs en de correctie voor overdrachten er aan toe te voegen, wordt het te behalen nominaal saldo voor 2017 bekomen. Dit saldo bedraagt -6.605 miljoen EUR, hetzij een tekort van 1,52 % van het bbp. Tabel 5: Bepaling indicatieve norm 2017 (nominaal) voor entiteit I 2017 In % van bbp En % du PIB Vorderingensaldo -1,52 Solde de financement Cyclische correctie -0,36 Correction cyclique Impact éénmalige -0,16 Impact one-off Correctie voor transfers -0,04 Corrections pour transferts Structureel saldo -0,97 Solde structurel 2017 In miljoen EUR En millions EUR Vorderingensaldo -6 605 Solde de financement Cyclische correctie -1 565 Correction cyclique Impact éénmalige - 679 Impact one-off Correctie voor transfers - 167 Corrections pour transferts Structureel saldo -4 194 Solde structurel Raming van de te leveren inspanning voor entiteit I Indien het geraamde resultaat bij ongewijzigd beleid voor 2017 wordt vergeleken met de hiervoor bekomen norm, dient de regering in het kader van de begrotingscontrole een structurele inspanning te leveren van 313 miljoen EUR. Deze te leveren inspanning gaat uit van een verbetering van het structureel saldo met 1,2 % ten opzichte van 2015 waarbij geen rekening wordt gehouden met een veiligheidsmarge. Het is aan de regering om te 10

oordelen of er nog een veiligheidsmarge moet worden voorzien om de structurele verbetering van 1,2 % te waarborgen. Tabel 6: Raming van de te leveren structurele inspanning voor entiteit I In miljoen EUR 2017 Structureel saldo -4 507 Voorgestelde norm -4 194 Te leveren inspanning - 313 11

2 Economische omgeving De macro-economische parameters zijn afkomstig uit de economische begroting van februari 2017 zoals deze door het Federaal Planbureau (FPB) in opdracht van het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) werden gepubliceerd. De Belgische economische ontwikkelingen hangen nauw samen met de mondiale en Europese economische situatie. Daarom wordt eerst kort ingegaan op de internationale context en de hypothesen gehanteerd door het Federaal Planbureau. Een internationale omgeving met veel politieke onzekerheid De groei van de wereldeconomie bleef in 2016 beperkt, maar zou dit jaar verbeteren dankzij een groei van 2,3% in de Verenigde Staten en een aantrekken van de economie in de opkomende landen. De onzekerheid over het Amerikaanse handelsbeleid is echter aanzienlijk. Protectionistische maatregelen zouden een negatieve impact op de wereldhandel kunnen hebben. Daarenboven kan de stijging van de Amerikaanse rente de groei afremmen. Een bijkomende onzekerheid komt voort uit de verkiezingen in 2017 in een aantal lidstaten van de eurozone. Daarnaast zorgt ook de Brexit voor onzekerheid. Voorlopig zijn de gevolgen hiervan beperkt gebleven, zowel voor de Europese landen als voor Groot-Brittannië zelf, maar oplopende invoerprijzen zouden de groei dit jaar kunnen afremmen. De groei in de eurozone zou dit jaar uitkomen op 1,5 %, na een groei van 1,7 % in 2016. In september was de verwachting nog dat de groei in 2016 slechts 1,5 % zou bedragen en 1,3 % in 2017. Voor zowel 2016 als 2017 is er dus een herziening naar boven toe geweest van telkens 0,2 procentpunt. De rentevoeten op lange termijn zijn aan de stijgende kant. In de eurozone zou de rentevoet op 10 jaar nu reeds 1,2 % bedragen in 2017, terwijl in september slechts werd uitgegaan van 0,5 %. Op korte termijn zou de rente negatief blijven (-0,3 %, terwijl in september werd uitgegaan van -0,4 % op korte termijn). De koers van de euro ten opzichte van de Amerikaanse dollar wordt iets lager ingeschat dan in september. De euro zou nu voor 2017 gemiddeld nog slechts 1,08 USD waard zijn, terwijl in september nog werd uitgegaan van een wisselkoers van 1,13. Daarenboven wordt in de meest recente economische begroting uitgegaan van een belangrijke 12

stijging van de olieprijzen. Een barrel Brent-olie zou in 2017 nu al 56,1 USD kosten op de wereldmarkt, terwijl dit in de prognose van september nog 49,5 USD was. De economie in België Tabel 7: Macro-economische parameters voor België Wijzigingspercentages in volume, tenzij anders vermeld Initiële begroting Budget initial Begrotingscontrole Contrôle budgétaire 2016 2017 2016 2017 Pourcentages de variation en volume, sauf indications contraires Consumptieve bestedingen van de particulieren 0,9 1,4 0,7 1,4 Dépenses de consommation finale des particuliers Consumptieve bestedingen van de overheid 0,1 0,6 0,4 0,2 Dépenses de consommation finale des pouvoirs publics Brutovorming van vast kapitaal 3,2 2,4 2,3 3 Formation brute de capital fixe (a) Bedrijfsinvesteringen 2,3 2,5 1,5 3,2 (a) Investissements des entreprises (b) Overheidsinvesteringen 2,5 2,7 0,5 3,7 (b) Investissements des pouvoirs publics (c) Investeringen in woongebouwen 6,5 2,1 5,4 2,1 (c) Investissements en logements Voorraadwijziging (bijdrage tot de groei van het bbp) 0 0-0,6 0 Variation de stocks (contribution à la croissance du PIB) Totaal van de nationale bestedingen 1,2 1,4 0,4 1,5 Dépenses nationales totales Uitvoer van goederen en diensten 3,4 3,6 5,8 4,5 Exportations de biens et services Invoer van goederen en diensten 3,2 4 4,9 4,6 Importations de biens et services Netto-uitvoer (bijdrage tot de groei van het bbp) 0,2-0,2 0,8 0 Exportations nettes (contribution à la croissance du PIB) Bruto binnenlands product 1,4 1,2 1,2 1,4 Produit intérieur brut Nationaal indexcijfer der consumptieprijzen 2 1,6 2 2,1 Indice national des prix à la consommation Gezondheidsindex 2,1 1,4 2,1 1,7 Indice santé Reël beschikbaar inkomen van de particulieren 1,4 1 1 0,9 Revenu disponible réel des particuliers Spaarquote van de particulieren (in % van het beschikbaar inkomen) 12,8 12,5 11,9 11,5 Taux d'épargne des particuliers (en % du revenu disponible) Evolutie werkgelegenheid (in duizendtallen) 45,6 31,2 58,7 50,8 Evolution emploi (en milliers) Werkgelegenheidsgraad (in %) 64,5 64,8 64,9 65,4 Taux d'emploi (en %) Werkloosheidsgraad (Eurostatstandaard, in %) 8,3 8,2 8 7,6 Taux de chômage (taux standardisé Eurostat, en %) Werkloosheidsgraad (definitie FPB, in %) 11,3 11,1 11,2 10,6 Taux de chômage (définition BFP, en %) Saldo lopende rekening (betalingsbalans, in % van het bbp) 0,1-0,1 0,7 0,5 Solde des opérations courantes (balance des paiements, en % du PIB) Groei Het Federaal Planbureau raamt bij de economische begroting van februari 2017 een hogere economische groei voor 2017 dan in september 2016. De Belgische economie zou met 1,4 % groeien, terwijl in september uitgegaan werd van een groei van 1,2 %. Voor wat betreft 2016 wordt nu een minder hoge groei geraamd dan in september. De verbetering voor 2017 is vooral toe te schrijven aan de investeringen. Zowel op het vlak van bedrijfsinvesteringen als op het vlak van overheidsinvesteringen zou er een grotere groei worden opgetekend, terwijl voor 2016 de cijfers minder goed zijn dan werd verwacht in september. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de cijfers van de bedrijfsinvesteringen in 2016 neerwaarts werden beïnvloed door het grotendeels wegvallen van een aantal uitzonderlijke aankopen. Het consumentenvertrouwen kende een stijging in de periode november 2016-januari 2017, maar viel terug in februari 2017. Ook het ondernemersvertrouwen kende in de voorbije periode 13

een toename, met name een stijging in vier opeenvolgende maanden van oktober 2016 tot en met 2017. Prijsontwikkeling De inflatie voor 2017 in de economische begroting van februari 2017 is hoger dan geschat in september. Voor 2017 zou de inflatie 2,1 % bedragen, vooral als gevolg van de hogere olieprijzen. Zonder een aantal maatregelen die de arbeidskosten beperken zou de inflatie nog hoger zijn uitgekomen. Ook in 2016 was er al een relatief hoge inflatie van gemiddeld 2 %, vooral als gevolg van de forse toename van de elektriciteitsprijs. De groei van de gezondheidsindex, die niet wordt beïnvloed door het prijsverloop van benzine en diesel, zou in 2017 vertragen (1,7 %) ten opzichte van 2016 (2,1 %). De toename van de gezondheidsindex is echter wel hoger dan geraamd in september, toen werd uitgegaan van een toename van 1,4 %. Volgens de economische begroting zou de volgende overschrijding van de spilindex plaatsvinden in mei 2017, waardoor de sociale uitkeringen in juni zouden worden geïndexeerd en de wedden van het overheidspersoneel in juli. Arbeidsmarkt In 2017 worden 50.800 nieuwe jobs verwacht, wat een stijging betekent van 1,1 %. Ook in 2016 was er al een toename van het aantal jobs (+58.700 of +1,3 %). De werkgelegenheid wordt gunstig beïnvloed door de bijkomende maatregelen ter beperking van de arbeidskosten. De arbeidsproductiviteit daalde echter in 2016 en zou slechts licht toenemen in 2017. De werkloosheid, gemeten aan de hand van de Eurostat standaard zou afnemen van 8 % in 2016 tot 7,6 % in 2016. Volgens het administratief concept van het FPB zou de werkloosheid afnemen van 11,2 % in 2016 tot 10,6 % in 2017. De werkgelegenheidsgraad zou toenemen van 64,9 % in 2016 tot 65,4 % in 2017. Vergelijking van de economische begroting met de vooruitzichten van de Europese Commissie In de wet van 10 april 2014 tot wijziging van de wet van 22 mei 2003 is een bepaling opgenomen die aangeeft dat de betekenisvolle verschillen in macro-economische parameters en indicatoren tussen enerzijds de economische begroting van het INR en het Federaal Planbureau en anderzijds de meest recente prognoses van de Europese Commissie dienen beschreven en toegelicht te worden. In volgende paragrafen wordt ingegaan op deze verschillen 14

en een vergelijking gemaakt tussen de macro-economische cijfers van de winterprognoses 2017 van de Europese Commissie en de economische begroting van februari 2017. Tabel 8: Vergelijking tussen de prognoses van de economische begroting en de wintervooruitzichten van de Europese Commissie Wijzigingspercentages in volume, tenzij anders vermeld Economische begroting FPB Budget économique BFP Winter Forecast 2016 2017 2016 2017 Pourcentages de variation en volume, sauf indications contraires Consumptieve bestedingen van de particulieren 0,7 1,4 0,7 1,4 Dépenses de consommation finale des particuliers Consumptieve bestedingen van de overheid 0,4 0,2 0-0,2 Dépenses de consommation finale pouvoirs publics Brutovorming van vast kapitaal 2,3 3 2,3 2,3 Formation brute de capital fixe Uitvoer van goederen en diensten 5,8 4,5 5,5 3,9 Exportations de biens et services Invoer van goederen en diensten 4,9 4,6 4,7 3,6 Importations de biens et services Bruto binnenlands product 1,2 1,4 1,2 1,4 Produit intérieur brut Bijdrage tot de groei van het bbp : Contribution à la croissance du PIB : Binnenlandse vraag 1,0 1,4 0,9 1,2 Demande intérieure finale Voorraadwijziging -0,6 0-0,5-0,1 Variation des stocks Netto-uitvoer 0,8 0 0,8 0,3 Exportations nettes Bbp-deflator 1,4 1,6 1,6 1,7 Déflateur du PIB Nationaal indexcijfer der consumptieprijzen 2 2,1 Indice national des prix à la consommation Geharmoniseerd indexcijfer der consumptieprijzen 1,8 2 Indice harmonisé des prix à la consommation Spaarquote van de particulieren (in % van het beschikbaar inkomen) 11,9 11,5 12,6 12,2 Taux d'épargne des particuliers (en % du revenu disponible) Evolutie werkgelegenheid 1,3 1,1 1,3 0,9 Evolution emploi Werkloosheidsgraad (Eurostatstandaard, in %) 8 7,6 8 7,8 Taux de chômage (taux standardisé Eurostat, en %) Saldo lopende rekening (betalingsbalans, in % van het bbp) 0,7 0,5 1 1,2 Solde des opérations courantes (balance des paiements, en % du PIB) De ramingen van de Europese Commissie liggen in lijn met de ramingen van het Federaal Planbureau. De Europese Commissie raamt net als het Planbureau de economische groei op 1,2 % voor 2016 en op 1,4 % voor 2017. Zowel de Commissie als het Planbureau verwachten vooral een bijdrage van de binnenlandse vraag aan de groei in 2017. Wat de componenten van de binnenlandse vraag betreft, verwachten zowel de Commissie als het Federaal Planbureau een toename van de particuliere consumptie en van de investeringen. Daarnaast ziet de Commissie de uitvoer iets sterker toenemen dan de invoer, waardoor de bijdrage van de netto-uitvoer aan de groei van het bbp positief is bij de Commissie, terwijl deze bijdrage nul is bij het Planbureau. Qua prijsevolutie voorzien zowel de Europese Commissie als het Federaal Planbureau een min of meer vergelijkbare inflatie. Het Federaal Planbureau voorziet een inflatie van 2,1 % in 2017 (nationaal indexcijfer der consumptieprijzen), terwijl de Europese Commissie een inflatie van 15

2 % verwacht (geharmoniseerd indexcijfer der consumptieprijzen). Wat betreft de bbp-deflator schat het Planbureau deze in 2017 op 1,6 %, terwijl de Commissie hier 1,7 % verwacht. De evolutie van de werkgelegenheid wordt door het Federaal Planbureau iets positiever ingeschat dan door de Europese Commissie. Het Federaal Planbureau verwacht namelijk een toename van de werkgelegenheid met 1,1 % in 2017, terwijl de Europese Commissie een toename van 0,9 % verwacht. Ook op het vlak van de werkloosheid zijn de cijfers van het Federaal Planbureau positiever. De gestandaardiseerde Eurostat-werkloosheidsgraad zou volgens het FPB afnemen van 8 % tot 7,6 %, terwijl de Europese Commissie een daling tot 7,8 % verwacht. In het algemeen kan worden gesteld dat beide macro-economische prognoses dicht bij elkaar liggen en dat beide instellingen een grotendeels vergelijkbare inschatting van de evolutie van de economische toestand in België maken. 16

3 Europees kader Trajectoire vers le MTO La Belgique est actuellement soumise au volet préventif du pacte de stabilité et de croissance (règlement européen n 1466/97). Ce qui signifie qu elle doit réaliser une amélioration structurelle de plus de 0,5 % du PIB par an (soit 0,6 % par an) en vue d atteindre son objectif à moyen terme (MTO), fixé à +0,0 % du PIB en termes structurels. En suivant cette trajectoire, l État doit également veiller à ne pas dépasser un taux de croissance de référence pour un agrégat de dépenses primaires 2 basé sur la croissance potentielle. Ce taux a été calculé à 0,0 % pour 2017 lors de l évaluation par la Commission du projet de plan budgétaire 2017 en novembre 2016. Réduction du taux d endettement Étant donné l importance du taux d endettement (106,8 % du PIB pour 2016 selon les prévisions d hiver de février 2017 de la Commission européenne), la Belgique est également soumise au volet correctif du pacte de stabilité et de croissance (règlement n 1467/97). Des progrès suffisants doivent ainsi être réalisés dans la réduction du taux d endettement. Ce qui signifie que le taux d endettement doit être réduit à raison d un rythme moyen d un vingtième par an en vue d atteindre la valeur de référence de 60 % du PIB. Cette réduction est appréciée tant de manière rétrospective (t-3 à t-1 par rapport à t) que prospective (t-1 à t+1 par rapport à t+2). Lors de l évaluation du projet de plan budgétaire, la Commission a considéré que le critère n apparaissait pas être respecté pour 2017. Le non-respect du critère de la dette entraine la rédaction d un rapport 126(3) examinant l opportunité ou non d ouvrir une procédure de déficit excessif. Dans le cas de la Belgique, la Commission européenne a annoncé que la situation de la Belgique serait réévaluée dès que les données 2016 validées seront disponibles 3. 2 Les dépenses primaires sont diminuées des dépenses intégralement financées par des fonds UE, des dépenses en matière de chômage conjoncturel. Un lissage des dépenses d investissement est réalisé sur 4 années. 3 The Commission will reassess Belgium s compiance in spring, once validated outturn data for 2016 are available, European Commission, Directorate General Economic and Financial Affairs, Planning, policy and coordination, «Follow-up the Commission opinions on the 2017 Draft Budgetary Plans», Note to the Eurogroup Working Group, Brussels, 27 February 2017, p.7 17

Lors de la rédaction d un rapport 126(3), la Commission doit tenir compte de facteurs pertinents. Pour la Belgique, le strict respect de la trajectoire d ajustement vers le MTO pourrait jouer positivement. Programme de stabilité D ici la fin du mois d avril, la Belgique devra remettre son programme de stabilité 2017-2020. Dans ce programme de stabilité, il importera donc que la trajectoire fixée en application de l accord de coopération du 13 décembre 2013 assure le respect du critère de la dette tout en réalisant une amélioration structurelle d au moins 0,6 % du PIB par an. 18

4 Entiteit I 4.1 Federale overheid 4.1.1 Fiscale ontvangsten Ramingsmethode De fiscale ontvangsten werden geraamd door de Studiedienst van de FOD Financiën 4. Er werd één correctie doorgevoerd op de ESR-cijfers van de Studiedienst: in de ramingen was een dubbele betaling van de Franse Staat voorzien voor grensarbeiders in 2017. Dit wordt gecorrigeerd met een negatieve correctie voor 2017 en een positieve voor 2016 ten belope van 25 miljoen EUR. De raming van de fiscale ontvangsten door de Studiedienst van Financiën gebeurt grotendeels rechtstreeks in ESR-termen. Zoals gebruikelijk worden de belangrijkste belastingcategorieën geraamd op basis van de cijfers van het voorgaande jaar, die aan de hand van parameters uit de economische begroting, specifieke technische factoren en de aanvullende impact van maatregelen worden verwerkt in ramingen voor het begrotingsjaar. Terwijl de initieel begrote cijfers voor 2017 nog berekend waren op basis van de ramingen 2016 waarbij voor de meeste rubrieken de eerste 7 maanden in kastermen gekend waren en de economische begroting van september 2016, zijn de cijfers nu gebaseerd op bijna definitieve ESR-cijfers voor 2016 en de economische begroting van februari 2017. De gebruikte cijfers voor 2016 zijn dus nog niet de definitieve realisaties. In ESR-termen worden immers de ontvangsten van februari 2016 tot en met januari 2017 gebruikt voor bepaalde belastingcategorieën en voor enkele categorieën zelfs van maart 2016 tot en met februari 2017 om de ontvangsten van 2016 te bepalen. De cijfers van januari waren partieel beschikbaar tijdens het opmaken van de ramingen. In totaal is de voor 2016 gehanteerde ramingsbasis 65 miljoen EUR hoger dan deze die als basis gebruikt werd voor de raming van de initiële begroting 2017 (of 90 miljoen EUR inclusief de correctie voor grensarbeid). Er zijn natuurlijk wel variaties op het niveau van de individuele belastingcategorieën. Wanneer er niet gekeken wordt naar belastingcategorieën die geheel voor 4 Zie nota SED/CV-TL/2017/054 van 28 februari 2017 van de Studiedienst van de FOD Financiën. 19

derden worden geïnd (douanerechten en gewestelijke belastingen), dan bedraagt de verbetering van de startbasis zelfs 319 miljoen EUR (343 miljoen EUR inclusief correctie grensarbeid). De impact van gewijzigde parameters van de economische begroting op de raming van de totale belastingontvangsten is globaal gezien gunstig. De onderstaande tabel geeft de prognoses uit de economische begroting weer voor de evolutie van de voornaamste macro-economische aggregaten die gehanteerd worden als verklarende variabelen voor de grondslag van de belangrijkste belastingcategorieën. Tabel 9: Macro-economische aggregaten voor de raming van de fiscale ontvangsten Impôt Variables BE sept. BE février 2016 2017 Revenu global des particuliers 2,6% 3,0% IPP Dont croissance réelle 0,6% 1,0% Dont inflation (t-1) 2,0% 2,0% ISoc Base macroéconomique 3,9% 4,8% Profitabilité 1,1% 1,4% TVA Base macroéconomique 3,2% 3,5% Accises Consommation à prix constants 1,5% 1,4% Part du diesel et du tabac -2,9% -2,9% Wat de impact van maatregelen betreft wordt er voor een aantal maatregelen impliciet van uitgegaan dat deze in de parameters van de economische begroting tot uiting zouden moeten komen en dus niet meer additioneel mogen worden opgenomen gezien deze geacht worden in de basis te zitten. Zo werden op het conclaaf volgende maatregelen beslist die zouden moeten resulteren in fiscale terugverdieneffecten: +13,5 miljoen EUR fiscaal effect e-commerce, +6,7 miljoen EUR fiscaal effect startersbanen, +10 miljoen EUR fiscaal effect voor de maatregel sociale huisvesting. De studiedienst van Financiën gaat voor zijn ramingen uit van de macro-economische aggregaten van de economische begroting en doet bij de begrotingscontrole geen bijkomende correctie meer voor terugverdieneffecten. Het Federaal Planbureau heeft met deze maatregelen echter expliciet geen rekening gehouden in de ramingen van de economische begroting. 20

Bij de begrotingscontrole wordt er in de aanvullende impact maatregelen ook rekening gehouden met een btw-effect van de accijnsmaatregelen. Dit effect is bij de begrotingscontrole verwerkt in de macro-economische basis van de economische begroting en valt dus weg in het overzicht van de maatregelen. Voor enkele maatregelen is de impact op nul gezet in de ramingen: de verhoging van de accijns op alcoholische dranken (+7 miljoen EUR voorzien in de initiële begroting) en de gezondheidstaks (+50 miljoen EUR in de initiële begroting 2017). De tarieven op alcohol zijn immers niet meer gewijzigd sedert 1/11/2015 en deze van de gezondheidstaks sedert 1/1/2016. Er zijn op dit ogenblik geen concrete beslissingen van de regering om de tarieven te verhogen. Verder werd ook de impact van de taks shelter toegevoegd (-3 miljoen EUR). De verlenging van de regularisatie staat nu ook in de tabel van de aanvullende impact (zie tabel volgende pagina). Bij de initiële begroting was dit niet het geval omdat er toen ook nog voor 2016 werd uitgegaan van een ontvangst van 250 miljoen EUR. Bijgevolg moest er toen geen bijkomende impact voor 2017 worden voorzien. Nu wordt er een aanvullende impact voorzien van 227,5 miljoen EUR om opnieuw tot een opbrengst van 250 miljoen EUR te komen. De bijkomende impact van enkele maatregelen werd herraamd. Voor de maatregel met betrekking tot betere invordering (Crossborderproject) wordt nog rekening gehouden met de helft van de initieel voorziene impact (dus -75 miljoen EUR ten opzichte van de initiële begroting). Voor de maatregelen met betrekking tot de accijnzen is er ook een significante impact. De raming kan echter niet gelijklopend per maatregel worden uitgesplitst zoals bij de initiële begroting, gezien de herraming globaal gebeurt per product. Bij de initiële begroting was er een totale aanvullende impact ten opzichte van 2016 voorzien van +380 miljoen EUR voor de accijnzen, nu is dit nog +246 miljoen EUR. Bij de initiële begroting was er rekening gehouden met een bijkomende impact van 345 miljoen EUR voor de verhoging van roerende voorheffing. Hierbij was rekening gehouden met een anticipatief effect van 40 miljoen EUR in 2016. Dit wordt nu op 149 miljoen geraamd. De aanvullende impact werd dan ook herleid tot 127 miljoen EUR. 21

Tabel 10: Voorziene bijkomende impact van de maatregelen ten opzichte van 2016 2017 IPP I.Soc TVA "pure" Accises Divers Total 2017 VA Pr.p SEC Rôles ex 2016 Rôles ex 2017 VA Rôles Mesures antérieures 0,0 0,0 2,7-6,5 0,0 0,0 0,0 160,6 227,5 384,3 Eerdere maatregelen Croissance des dépenses fiscales 2,7-6,5-3,8 Groei van de fiscale uitgaven Augmentations des accises sur les carburants (y compris les cliquets et Verhoging van de accijnzen op brandstoffen anticipations) 82,9 82,9 Augmentations des accises sur le tabac (y compris les anticipations) 77,7 77,7 Verhoging van de accijnzen op tabak Prolongation de la régularisation fiscale et sociale 227,5 227,5 Verlenging van de fiscale en sociale regularisatie Mesures : conclave budgétaire octobre 2014 0,0 0,0 11,2 18,2-130,0-13,0 33,3 85,8 0,0 5,5 Maatregelen: begrotingsconclaaf oktober 2014 Augmentation des frais professionnels forfaitaires, effet centimes Verhoging van de forfaitaire beroepskosten, weerslag opcentiemen additionnels 11,2 18,2 29,4 Assujettissement des intercommunales à l'impôt des sociétés -29,7-29,7 Onderwerping van de intercommunales aan de vennootschapsbelasting Contribution secteur financier (intérêts notionnels - one shot) -130,0-130,0 Bijdrage financiële sector (notionele interest - one shot) Lutte contre la fraude fiscale 16,7 33,3 50,0 Strijd tegen belastingfraude Indexation des accises 85,8 85,8 Indexering van de accijnzen Mesures : conclave budgétaire août 2015 0,0 0,0 0,0 46,8 0,0 16,7-8,2 0,0 0,0 55,3 Maatregelen: begrotingsconclaaf augustus 2015 Tax shift : impact sur additionnels communaux 46,8 46,8 Taxshift: impact op gemeentelijke opcentiemen Contrôles ciblés en ce qui concerne l'application du taux réduit de TVA sur l'électricité (one shot) -41,5 Gerichte controles van de toepassing van het verlaagd btw-tarief op -41,5 elektriciteit (one-shot) Meilleur recouvrement 16,7 33,3 50,0 Betere invordering Mesures : conclave budgétaire avril 2016 0,0 0,0-3,1 0,0 0,0 0,0 39,0 0,0 0,0 35,9 Maatregelen: begrotingsconclaaf april 2016 Tax Shelter -3,1-3,1 Tax Shelter TVA sur les jeux et paris 39,0 39,0 Btw op spelen en weddenschappen Mesures : conclave budgétaire octobre 2016 0,0 0,0 0,0-13,6 100,0 8,0 143,0 0,0 479,5 716,9 Maatregelen: begrotingsconclaaf oktober 2016 Libéralités hautes écoles -5,8-2,0-7,8 Giften hogescholen Coparentalité -1,7-1,7 Co-ouderschap Crédits d'impôt indépendants -15,5-15,5 Belastingkrediet zelfstandigen Travailleurs frontaliers Imfeld Garcet -15,5-15,5 Grensarbeiders Imfeld Garcet Plus-values internes: actions de contrôles et adaptation de la législation 31,0 31,0 Interne meerwaarden: controleacties en aanpassing van de wetgeving Libre choix budget mobilité 100,0 100,0 Vrije keuze mobiliteitsbudget TVA sur l'électricité 128,0 128,0 Btw op elektriciteit Redesign de l'administration 40,0 40,0 Redesign van de administratie Lutte contre la fraude 75,0 75,0 Fiscale fraudebestrijding Augmentation des amendes de roulage 55,2 55,2 Verhoging van de verkeersboetes Meilleur recouvrement (projet crossboarder) 75,3 75,3 Betere invordering (Crossborderproject) Augmentation du taux général du précompte mobilier de 27% à 30% Verhoging van 27 % tot 30 % van het algemeen tarief roerende voorheffing 127,0 127,0 Suppression de la taxe de spéculation et doublement du plafond de la Afschaffing speculatiebelasting en verdubbeling plafonds beurstaks taxe boursière 46,0 46,0 Extension de la taxe boursière - plateforme étrangère 30,0 30,0 Uitbreiding beurstaks - buitenlands platform Intensification de la lutte contre la fraude fiscale 25,0 10,0 15,0 50,0 Versterking fiscale fraudebestrijding Total général 0,0 0,0 10,8 45,0-30,0 11,6 207,2 246,4 707,0 1 198,0 Algemeen totaal Total général par impôt 55,8-18,4 207,2 246,4 707,0 1 198,0 Algemeen totaal per belasting 22

Ook de technische factoren en verschuivingen werden herzien: - Vooreerst wordt nu voor 2017 rekening gehouden met de éénmalige betaling van 150 miljoen EUR van touroperators (btw), deze betaling was bij de initiële begroting nog voorzien voor 2016. - Wat de excess profit rulings (EPR s) (kohieren vennootschappen) betreft, werd in de initiële begroting de basis 2016 gecorrigeerd met -349 miljoen EUR om 2017 te ramen. Dit is nu herraamd naar -391 miljoen EUR. Aan de cijfers 2017 werd een bedrag van 231 miljoen EUR toegevoegd voor de EPR's voor 2017 (wordt beschouwd als one shot). Daarenboven wordt nu in 2017 ook rekening gehouden met een aanpassing van -350 miljoen EUR voor de EPR's 2016 en 2017, die er voor zorgen dat ondernemingen gebruik gaan maken van andere aftrekken. Immers, indien er zou zijn ingekohierd rekening houdende met alle aspecten van de vennootschapsbelasting, dan zouden de betrokken ondernemingen nog notionele interestaftrek, verliezen van vorige jaren en dergelijke in rekening mogen hebben brengen, wat nu niet gebeurd is. Er zal een recuperatie van die bedragen worden doorgevoerd in 2017 door de toepassing van die aftrekken. - Er wordt nu rekening gehouden met een correctie van -96 miljoen EUR voor een uitzonderlijke terugbetaling inzake roerende voorheffing. Deze correctie was nog niet voorzien in de initiële begroting. Volgende tabel toont de berekening van de belastingcategorieën die volgens de macroeconomische methode worden geraamd: 23

Tabel 11: Macro-economische raming van de belangrijkste belastingontvangsten 2015 2016 2017 Verwezen- Voorlopige Verwachte lijkingen ontvangsten ontvangsten 1. Personenbelasting "ESR" 1. Impôt des personnes physiques "SEC" 1.1. Globale PB-opbrengst, aanslagjaar t+1 1.1 Produit global IPP, exercice t+1 Nominale toename van het globaal inkomen 1,4 % 2,4 % 3,0 % Croissance nominale du revenu global Inflatie voorgaand jaar (t-1) 0,3 % 0,6 % 2,0 % Inflation décalée d'un an (t-1) Reële groeivoet 1,0 % 1,8 % 1,0 % Taux de croisannce réelle Groei globale PB-opbrengst, excl. maatregelen en verschuivingen 1,7 % 3,0 % 3,3 % Croissance du produit global IPP, hors mesures et glissements Globale PB-opbrengst bij lopende wetgeving 41 691,1 41 272,8 42 612,2 Produit global IPP à législation courante Idem groeivoet -1,0 % 3,2 % Idem taux de croissance Bijkomende weerslag van de maatregelen (excl. indexering) - 396,7-1 678,0-8,1 Incidences complémentaires des mesures (hors indexation) Globale PB-opbrengst bij wetgeving t-1 42 087,8 42 950,8 42 620,3 Produit global IPP à législation de t-1 1.2 Bedrijfsvoorheffing "ESR" 1.2 Précompte professionnel "SEC" Nominale loonstijging 1,0 % 2,4 % 2,9 % Croissance nominale des salaires Nominale groei van de sociale uitkeringen 1,7 % 2,3 % 2,9 % Croissance nominale des allocations sociales Inflatie voorgaand jaar (t-1) 0,3 % 0,6 % 2,0 % Inflation décalée d'un an (t-1) Reële groei van de lonen 0,7 % 1,8 % 0,9 % Croissance réelle des salaires Reële groei van de uitkeringen 1,3 % 1,8 % 0,9 % Croissance réelle des allocations Groei bedrijfsvoorheffing, excl. maatregelen en verschuivingen 1,7 % 3,2 % 3,3 % Croissance du précompte professionnel, hors mesures et glissements Bedrijfsvoorheffing "ESR" bij lopende wetgeving 46 247,1 46 088,1 47 598,8 Pr P "SEC" à législation courante -0,3 % 3,3 % Maatregelen (excl. indexering van de belastingsschalen en vrijstellingen) -1717,7 0,0 Mesures (hors indexation des barèmes fiscaux et hors dispenses) Bedrijfsvoorheffing "ESR" bij wetgeving t-1 46 722,2 47 805,8 47 598,8 Pr P "SEC" à législation de t-1 2,3% -0,4% 1.3 Voorafbetalingen personenbelasting 1.3 Versements anticipés personnes physiques Voorafbetalingen bij lopende wetgeving 1 562,1 1 533,3 1 588,7 Versements anticipés à législation courante Bijkomende weerslag van de maatregelen (excl. indexering) 7,5 0,0 Incidences complémentaires des mesures (hors indexation) Voorafbetalingen personenbelasting bij wetgeving t-1 1 512,1 1 525,8 1 588,7 Versements anticipés personnes physiques à législation de t-1 1.4 Kohieren PB "ESR" 1.4 Rôles IPP "SEC" Saldo vastgestelde rechten bij wetgeving t-1-6 146,6-6 380,8-6 567,2 Solde des droits constatés à législation t-1 Inachtneming van de vorige aanslagjaren en van de niet-geïnde rechten -4 793,3-4 897,5-5 040,5 Prise en compte des exercices antérieurs et des droits non perçus Kohieren PB bij wetgeving t-1-4 842,5-4 760,4-4 858,0 Rôles IPP à législation de t-1 Bijkomende weerslag van de maatregelen (excl. indexering), vorig aanslagjaar 10,8 Incidences complémentaires des mesures (hors indexation), ex. antérieur Bijkomende weerslag van de maatregelen (excl. indexering), lopend aanslagjaar 20,0 Incidences complémentaires des mesures (hors indexation), ex. en cours Bijkomende weerslag van de maatregelen excl. globale opbrengst 25,0 Incidences complémentaires des mesures hors produit global Verschuivingen en diverse factoren Glissements et facteurs divers Kohieren PB bij lopende wetgeving -4 842,5-4 760,4-4 802,2 Rôles IPP à législation courante 2. Vennootschapsbelasting "ESR" 2. Impôt des sociétés "SEC" Verklarende variabelen Variables explicatives Primair inkomen van de vennootschappen 68 296,8 74 052,4 77 585,0 Revenu primaire des sociétés Groeivoet 6,7 % 8,4 % 4,8 % Taux de croissance Winstgevendheid 0,345 0,364 0,369 Profitabilité Groeivoet 3,3 % 5,5 % 1,4 % Taux de croissance Groei van de ontvangsten bij ongewijzigde wetgeving 1,5% 4,5% Croissance des recettes à législation constante Maatregelen en verschuivingen Mesures et glissements Bijkomende weerslag maatregelen -18,4 Incidences complémentaires des mesures Verschuivingen en diverse factoren "t-1" -391,0 Glissements et facteurs divers "t-1" Verschuivingen en diverse factoren "t" -119,0 Glissements et facteurs divers "t" Ontvangsten Ven.B "ESR" 13 567,0 15 213,3 15 349,7 Recettes d'i.soc "SEC" Verwachte groei van de ontvangsten 12,1 % 0,9 % Croissance prévue des recettes Waaronder Dont Voorafbetalingen vennootschappen 8.533,3 8 590,7 8 946,0 Versements anticipés sociétés Kohieren vennootschappen 4.433,1 6038,0 5792,9 Rôles sociétés Roerende voorheffing vennootschappen 600,5 584,6 610,8 Précompte mobilier sociétés 3. Btw "ESR" 3. TVA "SEC" Verklarende variabelen Variables explicatives Macro-economische grondslag 257 630,0 264 900,0 274 200,0 Base macroéconomique Uitvoer jaar "t" en eerste kwartaal "t+1" 425 654,0 448 148,0 478 382,6 Exportations année "t" et 1er trimestre t"+1" Uitvoer 4e kwartaal "t-1" tot en met 3e kwartaal "t" 337 781,0 349 864,0 373 962,0 Exportations du 4ème trim. "t-1" au 3ème trimestre "t" Idem, groeivoet Idem, taux de croissance Macro-economische grondslag 1,3 % 2,8 % 3,5 % Base macroéconomique Uitvoer jaar "t" en eerste kwartaal "t+1" 2,0 % 5,3 % 6,7 % Exportations année "t" et 1er trimestre t"+1" Uitvoer 4e kwartaal "t-1" tot en met 3e kwartaal "t" 1,9 % 3,6 % 6,9 % Exportations du 4ème trim. "t-1" au 3ème trimestre "t" Groei van de ontvangsten, excl. maatregelen en verschuivingen 4,3 % Croissance des recettes, hors mesures et glissements Maatregelen en verschuivingen Mesures et glissements Bijkomende weerslag maatregelen 207,2 Incidences complémentaires des mesures Verschuivingen en diverse factoren "t-1" 0,0 Glissements et facteurs divers "t-1" Verschuivingen en diverse factoren "t" 150,0 Glissements et facteurs divers "t" Ontvangsten btw 27 576,9 28 753,8 30 337,1 Recettes de TVA Verwachte groei van de ontvangsten 4,27 % 5,51 % Croissance prévue des recettes 4. Accijnzen "ESR" 4. Accises "SEC" Verklarende variabelen Variables explicatives Gezinsconsumptie tegen constante prijzen (groei) 0,8 % 0,4 % 1,4 % Consommation privée à prix constants (croissance) Aandeel van tabak en diesel in gezinsconsumptie (groei) -2,7 % -3,3 % -2,9 % Part du tabac et du diesel dans la consommation privée (croissance) Groei van de ontvangsten, excl. maatregelen en verschuivingen -0,53 % Croissance des recettes, hors mesures et glissements Maatregelen en verschuivingen Mesures et glissements Bijkomende weerslag van de maatregelen 246,4 Incidences complémentaires des mesures Verschuivingen en diverse factoren "t-1" Glissements et facteurs divers "t-1" Verschuivingen en diverse factoren "t" Glissements et facteurs divers "t" Ontvangsten accijnzen 8 260,4 8 824,4 9 024,0 Recettes d'accises Verwachte groei van de ontvangsten 4,82% 6,83 % 2,26 % Croissance prévue des recettes 24

Resultaten in ESR-termen: De raming voor de totale fiscale ESR-ontvangsten voor 2017 bedraagt 114 534 miljoen EUR of 253 miljoen EUR minder dan bij de initiële begroting. Ten opzichte van 2016 betekent dit een stijging van 5 017 miljoen EUR. Wanneer de belastingen geheel geïnd voor derden worden uitgesloten bedraagt het verschil ten opzichte van de initiële begroting slechts -146 miljoen EUR. Tabel 12: De fiscale ontvangsten in ESR-termen In % In % - - En % En % 2016 2017 2017 Mon. maart Initieel Mon. maart Verschil Verschil Verschil Verschil - - - - - - - Mon. mars Initial Mon. mars Différence Différence Différence Différence (1) (2) (3) (3) vs. (1) (3) vs. (2) (3) vs. (1) (3) vs. (2) Roerende voorheffing 4 345 5 469 4 760 415-708 9,6-13,0 Précompte mobilier dividenden 2 351 3 014 2 514 163-501 6,9-16,6 dividendes andere 2 128 2 397 2 381 253-16 11,9-0,6 autres kohieren - 135 58-135 0-192 0,0-333,8 rôles woonstaatheffing 0 0 0 0 0 prélèvement état de résidence Bijdrage op hoge vermogensinkomens In miljoen EUR - En millions EUR 0 0 0 0 0 Cotisation sur les hauts revenus du patrimoine Werknemersparticipatie 17 24 17 0-7 2,6-29,2 Participation des travailleurs Voorafbetalingen 10 124 10 524 10 535 411 11 4,1 0,1 Versements anticipés Kohieren 1 409 328 1 163-246 835-17,5 254,8 Rôles vennootschappen 6 038 4 979 5 793-245 814-4,1 16,3 sociétés natuurlijke personen -4 760-4 931-4 802-42 129-0,9 2,6 personnes physiques belasting der niet-inwoners 132 280 172 41-108 31,0-38,5 impôt des non-résidents Bedrijfsvoorheffing 46 088 47 234 47 599 1 511 364 3,3 0,8 Précompte professionnel bron 45 812 46 822 47 312 1 500 490 3,3 1,0 source kohieren 276 412 287 11-125 4,0-30,4 rôles Niet-geregionaliseerde diversen 375 358 358-16 0-4,3 0,1 Divers non régionaux Directe belastingen 62 357 63 937 64 432 2 075 495 3,3 0,8 Impôts directs Accijnzen 8 824 9 160 9 024 200-136 2,3-1,5 Accises Btw 31 009 33 677 33 323 2 314-354 7,5-1,1 TVA zuivere 28 754 30 599 30 337 1 583-262 5,5-0,9 pure diverse rechten en taksen 2 255 3 078 2 986 731-92 32,4-3,0 droits et taxes divers Niet-geregionaliseerde registratierechten 162 199 191 29-8 18,0-4,2 Droits d'enregistrement non régionaux Niet-geregionaliseerde diversen en boeten 1 181 962 819-362 - 143-30,6-14,9 Divers et amendes non régionaux Regularisatie 23 250 250 228 0 1 011,1 0,0 Regularisation Totaal excl. belastingen geheel geïnd voor derden 103 555 108 185 108 039 4 484-146 4,3-0,1 Total hors impôts entièrement encaissés pour des tiers Impôts entièrement encaissés pour des Belastingen geheel geïnd voor derden tiers Gewestelijke belastingen 3 411 3 929 3 750 340-178 10,0-4,5 Impôts régionaux Verkeersbelasting 128 140 136 8-4 6,1-2,6 Taxe de circulation Belasting op inverkeerstelling 49 53 51 2-2 5,1-3,4 Taxe de mise en circulation Eurovignet 28 5 5-23 0-81,8 0,0 Eurovignette Belasting op spelen en weddenschappen 63 70 69 6-2 9,8-2,1 Taxe sur les jeux et paris Automatische ontspanningstoestellen 33 39 39 6 0 18,3 0,0 Appareils automatiques de divertissement Onroerende voorheffing 54 58 58 4 1 7,4 1,0 Précompte immobilier Geregionaliseerde boeten directe bel. 1 1 1 0 0 0,0-18,3 Amendes reg. impôts directs Geregionaliseerde registratierechten 1 794 2 007 1 879 84-129 4,7-6,4 Droits d'enregistrement régionalisés Geregionaliseerde boeten indirecte bel. 221 313 313 92 0 41,8 0,0 Amendes reg. impôts indirects Successierechten 1 040 1 243 1 200 160-43 15,4-3,5 Droits de succession Douanerechten 2 552 2 674 2 745 193 71 7,6 2,7 Droits de douane Totaal incl. belastingen geheel geïnd voor derden (uitgez. opcentiemen) 109 517 114 787 114 534 5 017-253 4,6-0,2 Total y compris impôts entièrement encaissés pour des tiers (impôts additionels exclus) 25

De belangrijkste verschillen ten opzichte van de initiële begroting bij de belastingen die niet volledig voor rekening van derden worden geïnd, situeren zich vooral bij volgende rubrieken: - roerende voorheffing: -708 miljoen EUR. De startbasis 2016 daalt met 261 miljoen EUR en dit ondanks een groter anticipatie-effect dan voorzien (+129 miljoen EUR t.o.v. de initiële raming). Ongeveer 84 miljoen EUR van het verschil wordt verklaard door een lager geraamde ontvangst voor het tweede luik van de liquidatiereserve. Het grotere anticipatie-effect zorgt wel voor een lagere ontvangst 2017. Het incalculeren van de impact van arresten voor een reeks betwistingen uit het verleden verklaart ook een deel van het verschil met de initiële begroting (cf. sub-rubriek kohieren en de uitleg bij technische factoren). Verder is er ook een lagere groei van de interesten en dividenden voorzien. - kohieren vennootschappen : +814 miljoen EUR. De stijging wordt in hoofdzaak verklaard doordat de cijfers voor 2016, die als startbasis dienen voor de ramingen 2017, 836 miljoen EUR gunstiger zijn. De kohieren vennootschappen 2016 werden gunstig beïnvloed door een verschuiving van voorafbetalingen naar kohieren. - kohieren natuurlijke personen : +129 miljoen EUR. Het verschil ten opzichte van de initiële begroting wordt verklaard door een hogere raming voor de globale PB-opbrengst (aanslagjaar 2017) waarvan een deel wordt toegerekend aan de kohieren natuurlijke personen 2017. - bedrijfsvoorheffing: +364 miljoen EUR. De stijging kan worden verklaard door gunstigere realisaties 2016 en betere parameters van de economische begroting. - accijnzen: -136 miljoen EUR. Het verschil is grotendeels gelinkt aan de gewijzigde bijkomende impact van de maatregelen (-134 miljoen EUR). - zuivere btw: -262 miljoen EUR. De ontvangsten 2016 waarvan vertrokken wordt bij het ramen, dalen met 499 miljoen EUR. De macro-economische grondslag groeit dan weer iets sterker dan initieel voorzien (+0,3 %) en er moet ook rekening worden gehouden met de gewijzigde hypothesen i.v.m. de technische factoren (touroperators). - niet-geregionaliseerde diversen en boeten: -143 miljoen EUR. De raming voor deze rubriek is onder andere herzien voor de maatregel met betrekking tot betere invordering 26

(Crossborderproject). Er wordt nog rekening gehouden met de helft van de initieel voorziene impact (-75 miljoen EUR ten opzichte van de initiële begroting). Onder de rubriek regularisatie wordt nog steeds 250 miljoen EUR voorzien in de ramingen net als bij de initiële begroting. In tegenstelling tot bij de initiële begroting wordt nu wel voorzien dat er een gedeelte zal moeten worden afgedragen (momenteel geraamd op 100 miljoen EUR). De geheel voor derden geïnde gewestelijke belastingen dalen met 179 miljoen EUR t.o.v. de initiële begroting, de douanerechten stijgen met 71 miljoen EUR. De overgang naar de fiscale ontvangsten in kas-termen Hoewel de raming van de ontvangsten sedert enige tijd grotendeels rechtstreeks in ESR-termen gebeurt, blijft het belangrijk om de kasontvangsten te kennen. De kasontvangsten vormen onder meer de basis voor de berekening van de alternatieve financiering aan de sociale zekerheid. Volgende tabel toont de overgang van de totale fiscale ontvangsten in ESR-termen naar de totale fiscale ontvangsten op kasbasis. Het grootste gedeelte betreft de vrijstellingen van de bedrijfsvoorheffing (2 980 miljoen EUR voor 2017) die als een subsidie moeten worden beschouwd volgens het ESR, de rest is een correctie voor het moment van registratie, en het opnemen van de accijns-verrekening in het kader van de BLEU van 24 miljoen EUR (ontvangst die uit de fiscale ESR-ontvangsten wordt gehaald, hiervoor wordt wel een spiegelcorrectie gedaan omdat het wel een ontvangst is die in rekening moet worden gebracht, maar niet bij de fiscale ontvangsten). 27

Tabel 13: De overgang van ESR naar kas In miljoen EUR - En millions EUR 2016 2017 2017 Mon. maart Initieel Mon. maart - - - Mon. mars Initial Mon. mars (1) (2) (3) ESR-basis Financiën 109 517 114 787 114 534 vrijstellingen BV 2 887 3 008 2 980 federale ESR-correctie excl. vrijstellingen BV 2 599 377 415 niet-federale ESR-correctie 4 7 7 kasbasis 104 028 111 396 111 132 De hoge ESR-correctie voor 2016 kan vooral worden toegeschreven aan de kohieren PB en vennootschappen. Voor de vennootschappen zou dit te verklaren zijn door een verschuiving van voorafbetalingen naar kohieren. Voor de kohieren PB is het kascijfer abnormaal negatief, maar de achterstand werd ingehaald in de maanden januari-februari die in ESR wel worden meegerekend. De totale fiscale ontvangsten op kasbasis bedragen 111 132 miljoen EUR voor 2017, 264 miljoen EUR minder dan vermeld in de initiële begroting. Na uitsluiting van de belastingen die volledig voor rekening van derden worden geïnd, is er een daling van 156 miljoen EUR. De volgende tabel toont het detail van de fiscale ontvangsten op kasbasis. 28

Tabel 14: De fiscale ontvangsten op kasbasis In miljoen EUR In % In % - - - En millions EUR En % En % 2016 2017 2017 Mon. maart Initieel Mon. maart Verschil Verschil Verschil Verschil - - - - - - - Mon. mars Initial Mon. mars Différence Différence Différence Différence (1) (2) (3) (3) vs. (1) (3) vs. (2) (3) vs. (1) (3) vs. (2) Accijnscompenserende belasting 0 0 0 0 0-16,7 0,0 Taxe compensatoire des accises Roerende voorheffing 4 196 5 449 4 710 514-739 12,3-13,6 Précompte mobilier dividenden 2 291 3 003 2 501 210-501 9,2-16,7 dividendes andere 2 062 2 394 2 366 304-28 14,7-1,2 autres kohieren - 158 52-158 0-209 0,0-405,6 rôles woonstaatheffing 0 0 0 0 0 prélèvement état de résidence Bijdrage op hoge vermogensinkomens 0 0 0 0 0 Cotisation sur les hauts revenus du patrimoine Werknemersparticipatie 17 24 17 0-7 2,6-29,2 Participation des travailleurs Voorafbetalingen 10 124 10 524 10 535 411 11 4,1 0,1 Versements anticipés Kohieren - 793 151 1 037 1 830 886 230,8 584,6 Rôles vennootschappen 4 305 4 798 5 612 1 307 814 30,4 17,0 sociétés natuurlijke personen -5 215-4 925-4 771 444 154 8,5 3,1 personnes physiques belasting der niet-inwoners 117 278 196 79-82 67,8-29,5 impôt des non-résidents Bedrijfsvoorheffing 43 268 44 124 44 468 1 200 344 2,8 0,8 Précompte professionnel bron 42 997 43 718 44 183 1 186 465 2,8 1,1 source kohieren 271 406 285 15-121 5,4-29,7 rôles Niet-geregionaliseerde diversen 376 358 359-16 1-4,3 0,3 Divers non régionaux Directe belastingen 57 187 60 630 61 126 3 939 496 6,9 0,8 Impôts directs Accijnzen 8 743 9 160 9 048 305-112 3,5-1,2 Accises Btw 30 785 33 599 33 211 2 426-388 7,9-1,2 TVA zuivere 28 530 30 521 30 225 1 695-296 5,9-1,0 pure diverse rechten en taksen 2 255 3 078 2 986 731-92 32,4-3,0 droits et taxes divers Niet-geregionaliseerde registratierechten 162 199 191 29-8 18,0-4,2 Droits d'enregistrement non régionaux Niet-geregionaliseerde diversen en boeten 1 181 962 819-362 - 143-30,6-14,9 Regularisatie 12 250 250 238 0 1 920,3 0,0 Regularisation Totaal 98 070 104 800 104 644 6 574-156 6,7-0,1 Total Belastingen geheel geïnd voor derden Divers et amendes non régionaux Impôts entièrement encaissés pour des tiers Gewestelijke belastingen 3 406 3 922 3 743 337-179 9,9-4,6 Impôts régionaux Verkeersbelasting 128 140 135 7-4 5,6-3,0 Taxe de circulation Belasting op inverkeerstelling 49 53 51 2-2 5,1-3,4 Taxe de mise en circulation Eurovignet 28 5 5-23 0-81,8 0,0 Eurovignette Belasting op spelen en weddenschappen 63 70 69 6-2 9,8-2,1 Taxe sur les jeux et paris Automatische ontspanningstoestellen 33 39 39 6 0 18,3 0,0 Appareils automatiques de divertissement Onroerende voorheffing 54 58 58 4 0 6,7 0,0 Précompte immobilier Geregion. fiscale boeten directe bel. 0 1 0 0-1 Amendes reg. impôts directs Geregion. registratierechten 1 794 2 007 1 879 84-129 4,7-6,4 Droits d'enregistrement régionalisés Geregion. fiscale boeten indirecte bel. 221 313 313 92 0 41,8 0,0 Amendes reg. impôts indirects Successierechten 1 036 1 236 1 194 158-42 15,2-3,4 Droits de succession Douanerechten 2 552 2 674 2 745 193 71 7,6 2,7 Droits de douane Totaal incl. belastingen geheel geïnd voor derden (uitgez. opcentiemen) 104 028 111 396 111 132 7 104-264 6,8-0,2 Total y compris impôts entièrement encaissés pour des tiers (impôts additionels exclus) 4.1.2 Afdrachten van fiscale ontvangsten 4.1.2.1 Algemeen overzicht De volgende tabel geeft een globaal overzicht van de afdrachten van de fiscale ontvangsten. 29

Tabel 15: Afdrachten fiscale ontvangsten In miljoen EUR - En millions EUR 2016 2017 2017 In % In % - - En % En % Mon. maart Initieel Mon. maart Verschil Verschil Verschil Verschil - - - - - - - Mon. mars Initial Mon. mars Différence Différence Différence Différence (1) (2) (3) (3) vs. (1) (3) vs. (2) (3) vs. (1) (3) vs. (2) EU 3 068 3 204 3 275 207 71 6,7 2,2 UE Btw 517 530 530 14 0 2,7 0,0 TVA Douanerechten 2 552 2 674 2 745 193 71 7,6 2,7 Droits de douane Gemeenschappen en Gewesten 42 190 43 395 43 381 1.191-13 2,8 0,0 Communautés et Régions Gewestelijke belastingen 3 407 3 922 3 844 437-78 12,8-2,0 Impôts régionaux Gewestelijke aanvullende belasting op PB 9 306 9 425 9 357 51-68 0,6-0,7 Taxe additionnelle régionale sur l'ipp PB- en btw-dotaties 29 478 30 048 30 180 703 132 2,4 0,4 Dotations IPP et TVA Sociale zekerheid 10 040 14 318 14 000 3.959-319 39,4-2,2 Sécurité sociale Globaal beheer werknemers 6 213 11 790 11 543 5.330-247 85,8-2,1 Gestion globale travailleurs salariés Globaal beheer zelfstandigen 692 2 204 2 132 1.440-72 208,0-3,3 Gestion globale travailleurs indépendants RIZIV-Geneeskundige verzorging 2 751 0 0-2.751 0 INAMI-Soins de santé DIBISS en andere 45 0 0-45 0 ORPSS et autres Sociale Maribel en BBSZ 340 324 324-16 0-4,6 0,0 Maribel social et CSSS Andere 639 493 493-146 0-22,8 0,0 Autres Effectisering 0 0 0 0 0 Titrisation Politie 421 261 261-160 0-38,1-0,1 Police Rampenfonds 12 12 12 0 0 0,0 0,0 Fonds des calamités CREG 182 186 186 4 0 2,3 0,0 CREG MMA-fonds 0 0 0 0 0 Fonds MEVA Apetra 23 33 33 10 0 45,4 0,0 Apetra Afdrachten fiscale ontvangsten 55 937 61 410 61 149 5.212-261 9,3-0,4 Transferts de recettes fiscales Fiscale Middelen 48 091 49 986 49 983 1.892-2 3,9 0,0 Recettes fiscales Voies et Moyens Afdrachten fiscale ontvangsten 55 937 61 410 61 149 5.212-261 9,3-0,4 Transferts de recettes fiscales Niet-federale overgangscorrecties 4 7 7 3 0 79,9-1,1 Corrections de passage non-fédérales Andere overgangscorrecties 0 0 0 0 0 Autres corrections de passage Afdrachten fiscale ontvangsten, gecorrigeerd met overgangscorrecties op saldoniveau 55 941 61 417 61 155 5.215-262 9,3-0,4 Transferts de recettes fiscales, incluant les corrections de passage au niveau du solde De afdrachten voor 2016 bedroegen 55.937 miljoen EUR. Na ESR-correcties werd dat bedrag bijgesteld tot 55.941 miljoen EUR. Voor 2017 worden de totale af te dragen ontvangsten geraamd op 61.149 miljoen EUR, hetzij 261 miljoen EUR lager in vergelijking met de begrotingsopmaak 2017. Na ESR-correcties worden de afdrachten voor 2017 geraamd op 61.155 miljoen EUR. Dit is 262 miljoen EUR lager dan bij begrotingsopmaak: de afdrachten na ESR-correcties werden toen geraamd op 61.417 miljoen EUR. De verschillende elementen van de afdrachten worden in de volgende punten meer in detail toegelicht. 30

4.1.2.2 Afdrachten EU De aan de EU af te dragen middelen worden geraamd op 3.275 miljoen EUR. Dit is een stijging met 71 miljoen EUR ten opzichte van de initiële begroting 2017. Deze hogere afdracht is integraal toe te schrijven aan een stijging van de douanerechten. Voor 2017 worden de douanerechten geraamd op 2.745 miljoen EUR. De aan de EU over te dragen BTW werd door de permanente vertegenwoordiging bij de EU geraamd en blijft gehandhaafd op 530 miljoen EUR. 4.1.2.3 Afdrachten aan de Gemeenschappen en Gewesten 1. Parameters De volgende tabel geeft een overzicht van de parameters die in rekening werden gebracht bij de bepaling van de afdrachten aan de deelstaten in het kader van de BFW. Tabel 16: Parameters BFW 31

begrotingsjaar (t) / année budgétaire (t) 2016 DEFINITIEF / DEFINITIF 2017 INITIEEL / INITIAL 2017 AANGEPAST / AJUSTE * niet afgerond ICP / IPC 1,97% 1,60% 2,10% EB 08.09.2016 reële groei BBP / croissance réelle PIB 1,20% 1,20% 1,40% EB 08.09.2016 # inwoners -18 jaar (toestand 30/6/(t-1)) : 30.06.2015 def 30.06.2016 (1 obs) 30.06.2016 (2 obs) # habitants -18 ans (situation 30/6/(t-1)) : VG 1.253.245 1.259.177 1.260.078 RW hors CG 741.602 740.970 741.566 BHG / RBC 269.853 273.027 273.297 totaal excl DG / total hors CG 2.264.700 2.273.174 2.274.941 DG / CG 14.726 14.718 14.729 # leerlingen art 39, BFW : schooljaar 2015-2016 : raming obv evolutie inwoners 6 t.e.m. 17 jaar (rea 01.01.2016 + proj. FPB maart 2016) sch j / année scol sch j / année scol sch j / année scol # élèves art 39, BFW : schooljaar 2015-2016 : estimations sbd l'évolution des habitants de 6 à 17 ans inclus (réa 01.01.2016 + proj BFP mars 2016) 2015-2016 rea 2016-2017 raming* 2016-2017 raming* VG / Comm fl 56,681% 56,715% 56,715% FG / Comm fr 43,319% 43,285% 43,285% 100,000% 100,000% 100,000% # inwoners 0 tot en met 18 jaar (toestand 1/1/(t)): rea 01.01.2016 + proj FPB maart 2016 01.01.2016 rea 01.01.2017 raming* 01.01.2017 raming* # habitants de 0 à 18 ans inclus (situation 1/1/(t)) : réa 01.01.2016 + proj BFP mars 2016) VG 1.328.368 1.337.769 1.337.769 RW avec CG incluse 800.154 805.059 805.059 BHG / RBC 284.573 289.498 289.498 Rijk incl DG / Royaume avec CG incluse 2.413.095 2.432.326 2.432.326 DG / CG 15.665 15.721 15.721 RW hors CG 784.489 789.338 789.338 totaal excl DG / total hors CG 2.397.430 2.416.605 2.416.605 # inwoners ouder dan 80 jaar (toestand 1/1/(t)) (rea 01.01.2016 + proj FPB maart 2016) 01.01.2016 rea 01.01.2017 raming* 01.01.2017 raming* # habitants de plus de 80 ans (situation 1/1/(t)) (réa 01.01.2016 + proj BFP mars 2016) VG 336.284 343.155 343.155 RW avec CG incluse 168.151 168.170 168.170 BHG / RBC 45.090 44.802 44.802 Rijk incl DG / Royaume avec CG incluse 549.525 556.127 556.127 DG / CG 3.484 3.645 3.645 RW hors CG 164.667 164.525 164.525 totaal excl DG / total hors CG 546.041 552.482 552.482 totale bevolking (toestand 1/1/(t)) : rea 01.01.2016 + proj FPB maart 2016 01.01.2016 rea 01.01.2017 raming* 01.01.2017 raming* population totale (situation 1/1/(t)) : réa 01.01.2016 + proj BFP mars 2016) VG 6.477.804 6.524.663 6.524.663 RW avec CG incluse 3.602.216 3.628.571 3.628.571 BHG / RBC 1.187.890 1.206.032 1.206.032 Rijk incl DG / Royaume avec CG incluse 11.267.910 11.359.266 11.359.266 DG / CG 76.645 77.395 77.395 RW hors CG 3.525.571 3.551.176 3.551.176 totaal excl DG / total hors CG 11.191.265 11.281.870 11.281.870 32

begrotingsjaar (t) / année budgétaire (t) PB en federale PB / IPP et IPP fédérale : fed PB AJ 2015 voor begrotingsjaar 2016 & overgangsbedrag / IPP féd EI 2015 pour l'année budgétaire 2016 & montant de transition Bron: FOD Financiën 2016 DEFINITIEF / DEFINITIF aj. / ex d'imp 2015 rea. federale personenbelasting / réa. impôt des personnes physiques fédéral 2017 INITIEEL / INITIAL aj. / ex d'imp 2016 raming* federale personenbelasting / estimation* impôt des personnes physiques fédéral 2017 AANGEPAST / AJUSTE aj. / ex d'imp 2016 raming* federale personenbelasting / estimation* impôt des personnes physiques fédéral VG 20.780.225.963,00 20.962.428.382,70 21.160.241.709,06 RW hors la CG 9.070.141.269,32 9.097.712.849,24 9.182.683.948,22 BHG / RBC 2.655.628.300,60 2.688.662.510,45 2.721.628.206,19 DG / CG 140.435.447,68 142.273.074,27 142.848.583,71 Rijk incl DG / Royaume avec CG incluse 32.646.430.980,60 32.891.076.816,67 33.207.402.447,19 RW y compris la CG 9.210.576.717,00 9.239.985.923,52 9.325.532.531,94 totale bevolking 1/1/AJ : solidariteitsmechanisme / population totale 1/1/EI : méchanisme de solidarité 01.01.(AJ)2015 rea. 01.01.(AJ)2016 rea. 01.01.(AJ)2016 rea. VG 6.444.127 6.477.804 6.477.804 RW avec CG incluse 3.589.744 3.602.216 3.602.216 BHG / RBC 1.175.173 1.187.890 1.187.890 Rijk incl DG / Royaume avec CG incluse 11.209.044 11.267.910 11.267.910 DG / CG 76.328 76.645 76.645 RW hors CG 3.513.416 3.525.571 3.525.571 totaal excl DG / total hors CG 11.132.716 11.191.265 11.191.265 Stroom van pendelaars : voorlopige ramingen / Flux de navetteurs : estimations provisoires % aandeel VG (kan nog wijzigen) 62,769% 62,735% 62,735% % aandeel WG (kan nog wijzigen) 37,231% 37,265% 37,265% Tota(a)l : 100,000% 100,000% 100,000% Reële groei BBP per inwoner / taux de croissance réelle du PIB par habitant 0,6713% 0,3861% 0,5845% # leerlingen art 39, BFW : bj 2015-2016 : raming obv evolutie inwoners 6 t.e.m. 17 jaar (rea 01.01.2016 + proj. FPB maart 2016) sch j / année scol sch j / année scol sch j / année scol # élèves art 39, BFW : année budg 2015-2016 : estimations sbd l'évolution des habitants de 6 à 17 ans inclus (réa 01.01.2016 + proj BFP mars 2016) 2015-2016 rea 2016-2017 raming* 2016-2017 raming* VG / Comm fl 841.961 854.107 854.107 FG / Comm fr 643.469 651.867 651.867 totaal excl DG / total hors CG 1.485.430 1.505.974 1.505.974 33

2. Gewestelijke belastingen Voor 2017 worden de gewestelijke belastingen 78 miljoen EUR lager ingeschat in vergelijking met de initiële begrotingsopmaak. De gewestbelastingen worden zodoende geraamd op 3.844 miljoen EUR tegenover 3.922 miljoen EUR bij begrotingsopmaak. Ter vergelijking, voor 2016 bedroegen de gewestbelastingen 3.407 miljoen EUR. De daling van de gewestbelastingen wordt grotendeels verklaard door een neerwaartse herziening van de registratierechten en de successierechten. De registratierechten worden 129 miljoen EUR lager ingeschat dan initieel en worden nu geraamd op 1.879 miljoen EUR. De successierechten worden geraamd op 1.194 miljoen EUR, hetzij een daling met 42 miljoen EUR ten opzichte van de initiële begroting 2017. Het totaal aan directe gewestelijke belastingen wordt 9 miljoen EUR lager geraamd en komen nu uit op 358 miljoen EUR tegenover 366 miljoen EUR bij begrotingsopmaak. Tot slot wordt nu ook rekening gehouden met een afdracht van 100 miljoen EUR ingevolge de permanente regularisatie. 3. Afdrachten vanuit PB en BTW-middelen 3.1 Afdrachten aan Gewesten De volgende tabel geeft een overzicht van de middelen die aan de gewesten worden toegewezen vanuit de PB-middelen. Tabel 17: Afdrachten Gewesten in miljoen EUR GEWESTEN BC2016 BC2016 excl saldo 2015 2016 DEF 2016 Saldo BO2017 (1) BC2017 (2) Verschil (2)-(1) gewestelijke PB 9.009 9.009 9.306 297 9.425 9.357-68 (voorlopig def) voorafname op federale PB 5.996 6.021 5.862-159 5.797 5.857 61 Totaal gewesten 15.004 15.030 15.168 138 15.221 15.214-7 Bron: FOD Financiën 34

De totale afdrachten aan de Gewesten worden 7 miljoen EUR lager geraamd ten opzichte van de initiële begroting 2017. De afdrachten bedragen nu 15.214 miljoen EUR tegenover 15.221 miljoen EUR bij de begrotingsopmaak 2017. De afdrachten op het niveau van de gewestelijke aanvullende belasting op de personenbelasting gaan van 9.425 miljoen EUR bij begrotingsopmaak naar 9.357 miljoen EUR in de huidige ramingen, hetzij een daling met 68 miljoen EUR. Dit wordt verklaard door: - een lagere geraamde afdracht voor aanslagjaar 2017: van 9.165 miljoen EUR naar 9.083 miljoen EUR (-82 miljoen EUR); - een lagere inschatting van het saldo van de eerste afrekening van de gewestelijke personenbelasting met betrekking tot aanslagjaar 2016 voor de periode tot eind september 2017: van 260 miljoen EUR naar 214 miljoen EUR (-46 miljoen EUR); - een voorlopige inschatting van het saldo van de maandelijkse afrekeningen van de gewestelijke personenbelasting voor de periode oktober 2017-januari 2018 (geïnde ontvangsten september-december 2017): 64 miljoen EUR. - Het verrekenen van de belastingenvoordelen BNI met betrekking tot aanslagjaar 2015, toestand op 30 juni 2016, ten belope van 3,4 miljoen EUR. Dit bedrag was nog niet afgehouden geworden bij de doorstortingen van de gewestelijke PB aan de gewesten. Ter vergelijking, voor 2016 worden de afdrachten met betrekking tot de gewestelijke personenbelasting voorlopig geraamd op 9.306 miljoen EUR. Hierin is rekening gehouden met een voorlopige inschatting van het saldo van de maandelijkse afrekeningen van de gewestelijke personenbelasting voor de periode oktober 2016-januari 2017 (geïnde ontvangsten septemberdecember 2016) ten belope van 63 miljoen EUR. Het saldo van de eerste afrekening van de gewestelijke personenbelasting met betrekking tot aanslagjaar 2015 voor de periode tot eind september 2016 blijft gehandhaafd op 234 miljoen EUR. De daling van de afdrachten op het niveau van de gewestelijke PB wordt bijna teniet gedaan door een stijging van de PB-dotatie aan de Gewesten. Deze gaat van 5.797 miljoen EUR bij begrotingsopmaak naar 5.857 miljoen EUR in de huidige ramingen, hetzij een toename met 61 35

miljoen EUR en dit ondanks een negatieve afrekening voor 2016 ten belope van 159 miljoen EUR (minder af te dragen aan Gewesten). 3.2 Afdrachten aan Gemeenschappen De volgende tabel geeft een overzicht van de middelen die aan de gemeenschappen worden toegewezen vanuit de PB en BTW-middelen. Tabel 18: Afdrachten Gemeenschappen in miljoen EUR GEMEENSCHAPPEN BC2016 BC2016 2016 DEF 2016 Saldo excl saldo 2015 BO2017 (1) BC2017 (2) Verschil (2)-(1) voorafname op BTW 15.618 15.475 15.567 92 16.171 16.225 54 voorafname op federale PB 7.865 7.784 7.830 46 8.081 8.099 18 (excl negatieve PB toewijzing GGC) Totaal gewesten 23.482 23.259 23.397 138 24.251 24.323 72 Bron: FOD Financiën De afdrachten aan de Gemeenschappen worden bij begrotingscontrole 72 miljoen EUR hoger geraamd: terwijl deze afdrachten bij begrotingsopmaak 24.251 miljoen EUR bedroegen, worden zij nu geraamd op 24.323 miljoen EUR. Hierin zit ook de definitieve afrekening voor 2016 ten belope van 138 miljoen EUR. De negatieve PB-dotatie aan de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie is niet opgenomen in voormelde ramingen. Dit bedrag wordt immers door de GGC niet teruggestort, maar komt wel in mindering van het bedrag aan federale dotaties dat in de algemene uitgavenbegroting, onder sectie 01, is ingeschreven ten gunste van de GGC. De negatieve dotatie bedraagt 15,7 miljoen EUR tegenover 16,5 miljoen EUR bij begrotingsopmaak. De BTW-dotatie (inclusief de vermindering voor het personeel van de gesloten jeugdinstelling te Tongeren dat nog niet is overgeheveld) stijgt van 16.171 miljoen EUR naar 16.225 miljoen EUR, hetzij een toename met 54 miljoen EUR. De PB-dotatie (exclusief negatieve dotatie aan GGC) loopt op tot 8.099 miljoen EUR, hetzij een stijging met 18 miljoen EUR. 36

3.3 Totale afdrachten vanuit PB-en BTW-middelen De totale afdrachten vanuit de PB- en BTW-middelen worden voor 2017 65 miljoen EUR hoger geraamd ten opzichte van begrotingsopmaak 2017. De totale afdrachten bedragen nu 39.538 miljoen EUR tegenover 39.473 miljoen EUR initieel. In deze raming werd ook de voorlopig definitieve afrekening voor 2016 meegenomen ten belope van 276 miljoen EUR, waarvan 63 miljoen EUR betrekking heeft op het saldo van de maandelijkse afrekeningen van de gewestelijke personenbelasting voor de periode oktober 2016-januari 2017. 4.1.2.4 Afdrachten aan de sociale zekerheid Voor 2017 worden de afdrachten aan de sociale zekerheid geraamd op 14.000 miljoen EUR, hetzij een daling met 319 miljoen EUR ten opzichte van de begrotingsopmaak 2017. De afdracht kan als volgt uitgesplitst worden: Inzake alternatieve financiering (13.675 miljoen EUR of -319 miljoen EUR tov opmaak 2017): - Globaal beheer werknemers: 11.543 miljoen EUR (-247 miljoen EUR); - Globaal beheer zelfstandigen: 2.132 miljoen EUR (-72 miljoen EUR); Sociale Maribel en BBSZ: 324 miljoen EUR (is ongewijzigd tov opmaak 2017). De alternatieve financiering komt ook aan bod in deel 4.2. 4.1.2.5 Andere afdrachten De overige afdrachten blijven ongewijzigd ten opzichte van de initiële begrotingsopmaak. Ze blijven gehandhaafd op 593 miljoen EUR. Het gaat om afdrachten ter financiering van het 37

Rampenfonds, de CREG en Apetra (Petroleumagentschap), alsook de Politie (sociale dotatie en bijdrage voor het Fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie). 4.1.3 De niet-fiscale ontvangsten en niet-fiscale middelen De niet-fiscale ontvangsten zijn gebaseerd op de resultaten van de bilaterale vergaderingen, die werden verzameld in de exl-database van de dienst Begroting en beleidsevaluatie van de FOD BOSA. Er wordt een klein bedrag van de niet-fiscale ontvangsten afgedragen aan de gemeenschappen en gewesten en er worden nog een aantal ESR-correcties toegepast om cijfers te bekomen waarmee het vorderingensaldo volgens het ESR-2010 kan worden berekend. Tabel 19: De niet-fiscale ontvangsten en middelen 2016-2017 In miljoen EUR - En millions EUR 2016 2017 2017 In % In % - - En % En % Mon. maart Initieel Mon. maart Verschil Verschil Verschil Verschil - - - - - - - Mon. mars Initial Mon. mars Différence Différence Différence Différence FOD/Departementen (1) (2) (3) (3) vs. (1) (3) vs. (2) (3) vs. (1) (3) vs. (2) SPF/Départements Kanselarij van de Eerste Minister 4 4 4 0 0 5,2-3,0 Chancellerie du Premier Ministre Budget en Beheerscontrole 1 1 1 0 0-9,6-0,7 Budget et Contrôle de la Gestion P & O 1 1 1 0 0 0,0 6,4 P & O Justitie 64 43 43-21 0-32,8 0,3 Justice Binnenlandse Zaken 61 81 75 14-6 23,8-7,2 Intérieur Buitenlandse Zaken 151 142 153 1 11 1,0 7,5 Affaires étrangères Landsverdediging 53 48 48-4 0-8,2 0,0 Défense Federale politie en geïntegreerde werking 75 61 53-22 - 8-29,5-13,3 Police fédérale et fonctionnement intégré Financiën 3 432 3 415 3 420-11 5-0,3 0,1 Finances Regie der Gebouwen 0 0 0 0 0 Régie des Bâtiments Werkgelegenheid, Arbeid & Sociaal Overleg 0 0 0 0 0-19,5-15,7 Emploi,Travail et Concertation sociale Sociale Zekerheid 57 42 42-15 0-26,6 0,0 Sécurité sociale Volksgezondheid 7 66 64 57-2 787,3-3,4 Santé publique Economie, Middenstand en Energie 334 111 115-218 4-65,5 3,5 Économie, Classes moyennes et Énergie Mobiliteit en Vervoer 461 457 481 20 24 4,4 5,3 Mobilité et Transports Maatschappelijke integratie 21 21 15-6 - 6-26,9-27,5 Intégration sociale Wetenschapsbeleid 0 11 12 12 1 4,7 Politique scientifique Niet-fiscale ontvangsten 4 721 4 506 4 528-193 22-4,1 0,5 Recettes non fiscales waarvan lopende ontvangsten 3 821 3 728 3 706-116 - 23-3,0-0,6 dont recettes courantes waarvan kapitaalontvangsten 900 778 822-78 45-8,6 5,7 dont recettes de capital Afgestane niet-fiscale ontvangsten 22 16 16-6 0-26,5 2,6 Recettes non fiscales transférées Niet-fiscale Middelen 4 700 4 491 4 512-188 22-4,0 0,5 Recettes non fiscales Voies et Moyens Correctie codes 8-725 - 627-656 69-29 9,6-4,6 Correction codes 8 Andere overgangscorrecties 190 311 356 166 45 87,6 14,5 Autres corrections de passage Niet-fiscale Middelen, gecorrigeerd met overgangscorrecties op saldoniveau 4 164 4 175 4 213 48 38 1,2 0,9 Recettes non fiscales Voies et Moyens, incluant les corrections de passage au niveau du solde 38

De niet-fiscale ontvangsten vòòr ESR-correcties worden nu voor 2017 geraamd op 4 528 miljoen EUR, dit een stijging van 22 miljoen EUR ten opzichte van wat begroot was. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de initiële begroting situeren zich bij volgende artikels: 13 FOD Binnenlandse zaken: o 39.10.06 Subsidies van het Europees Fonds voor Asiel, Migratie en Integratie (AMIF) en Internal Security Fund (ISF): -8 miljoen EUR. 14 FOD Buitenlandse zaken en Ontwikkelingssamenwerking, 1: o 76.32.01 Opbrengst verkoop onroerende goederen buitenland: +11 miljoen EUR; 17 Federale Politie: o 16.20.39 Terugbetalingen door de meergemeentepolitiezones en de gemeenten van de kosten van de bij hen gedetacheerde federale politieambtenaren: -11 miljoen EUR. Het aantal detacheringen zou lager liggen dan initieel voorzien; 18 FOD Financiën, Thesaurie: o 28.20.01 Dividenden van de deelnemingen van de Staat in de financiële instellingen: +60 miljoen EUR. De bij het conclaaf voorziene stijging van de dividenden zal op basis van door BNP-Paribas en Belfius verspreide informatie, overschreden worden. o 36.90.06 Bijdrage van de financiële instellingen aan het Garantiefonds: -8 miljoen EUR; o 46.40.04 Liquidatie van het Rentenfonds: +57 miljoen EUR. Dit wordt evenwel gecorrigeerd in ESR-termen; 18 FOD Financiën, Btw, registratie en domeinen: o 16.12.01 Opbrengsten van de domeinen: +24 miljoen EUR; o 16.12.03 Hypothecaire retributies: +29 miljoen EUR; o 36.90.01 Retributies Nationaal Pandregister: -12 miljoen EUR; 18 FOD Financiën, Directe belastingen: 39

o 26.10.01 Nalatigheidsinteresten: -172 miljoen EUR. Door enkele juridische geschillen wordt er geen ontvangst van 38 miljoen EUR voorzien, maar een terugbetaling ten belope van netto 135 miljoen EUR ingeschreven; 33 FOD Mobiliteit: o 38.10.02 Intrekking exploitatielicentie luchthaven: +19 miljoen EUR. Door de intrekking van het koninklijk besluit van 7 januari 2014 tot toekenning van een toelage wegens een inbreuk op de Europese communautaire regels, moet dit bedrag teruggevorderd worden; 51 FOD Financiën, Rijksschuld o 86.70.04 Inkomsten met betrekking tot derivaten: +28 miljoen EUR (code 8, dus ESR-neutraal); Voor 2017 worden 16 miljoen EUR niet-fiscale ontvangsten afgedragen: dit gaat uitsluitend over interestontvangsten. Voor de initiële begroting was een gelijkaardig cijfer voorzien. Volgende correcties op saldo-niveau voor een totaal van -300 miljoen EUR (+16 miljoen EUR t.o.v. de initiële begroting) worden verricht bij de niet-fiscale ontvangsten om het vorderingensaldo in ESR-termen te kunnen bepalen voor 2017: uitsluiten van code-8 verrichtingen: -656 miljoen EUR (De correctie is dus 29 miljoen EUR minder gunstig dan initieel voorzien); vermijden van een dubbeltelling van het dividend van de FPIM: -20 miljoen EUR net zoals bij de initiële begroting (Het saldo van de FPIM wordt reeds meegerekend bij de te consolideren instellingen); een correctie ten gevolge de ESR2010-reglementering voor het aanrekeningsmoment van stortingen in het kader van de overdracht van pensioenverplichtingen aan de staat: +414 miljoen EUR (t.o.v. +422 miljoen EUR bij de initiële begroting) 5 ; 5 Net zoals bij de initiële begroting werd de ESR-correctie voor de spreiding van de impact van de overname van de pensioenverplichtingen geboekt bij de federale overheid. Na de integratie van PDOS in FPD zou deze correctie moeten aangerekend worden bij de sociale zekerheid. 40

een correctie voor het boekingsmoment ten gevolge de ESR2010-reglementering voor het aanrekeningsmoment van telecomlicenties: +54 miljoen EUR. Bij de initiële begroting was dit nog -45 miljoen EUR. Het verschil is toe te schrijven aan het feit dat Eurostat de boekingswijze van telecomlicenties heeft aangepast, waardoor de jaarlijkse betalingen toch worden opgenomen in het boekingsjaar en de éénmalige betalingen moeten worden gespreid over de looptijd; een correctie voor de opbrengsten van emissierechten: -44 miljoen EUR (ten opzichte van -46 miljoen EUR bij de initiële begroting). In de ramingen van het departement (Volksgezondheid art 36.90.03) is er 57 miljoen EUR ingeschreven. Dit is samengesteld uit de verdeling van het saldo van het verleden en de geraamde ontvangst voor 2017. De in te schrijven federale ESR-ontvangst wordt eerder geraamd op een 13 miljoen EUR. (In ESR wordt rekening gehouden met de ingeleverde rechten i.p.v. geveilde rechten.); een correctie om bepaalde ontvangsten van het Rode Kruis die via een thesaurierekening verlopen aan te rekenen: +8 miljoen EUR. Er gebeurt ook simultaan een correctie bij de uitgaven; een correctie voor het saldo van de liquidatie rentenfonds: -57 miljoen EUR (nieuw ten opzichte van de initiële begroting). De raming voor de niet-fiscale middelen na ESR-correcties verbetert bijgevolg met 38 miljoen EUR tot 4 213 miljoen EUR ten opzichte van de initiële begroting. Hieronder bevindt zich een tabel met de grote posten en verschillen. 41

Tabel 20: De niet-fiscale ontvangsten: grote posten (>25 mio of 10 mio verschil t.o.v. IB 2017) 42