Handleiding. Belangrijk. Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed; Hij is randvoorwaardelijk voor een goede

Vergelijkbare documenten
Enjoy intelligent life. Robot Grasmaaiers

Hoofdstuk 9 Onderhoud en opslag

Rob. Robot Grasmaaier. Your Robot Brand MODEL MR08Z

Byzoo Sous Vide Turtle

Voer zowel de perimeterdraad (A) als de verlengkabel (B) door de gleuf aan de achterzijde van het basisstation.

Byzoo Sous Vide Hippo

Sales Guide Sileno City 250, 350, 500 en 500 Smart

Robomow RC / RS modellen

Electronische loep "One"

GIDS VOOR DE GEBRUIKER

Professional Supplies BORDENWARMKAST. Modelnr.: * * * CaterChef 60

DF-705 Handleiding Voor informatie en ondersteuning,

Husqvarna Automower 265 ACX

WINTERSERVICE HANDLEIDING. R40Li & R70Li

Maait het gazon voor u, zodat u zich met andere dingen bezig kunt houden.

Sam het schaapje Slaaptrainer met nachtlamp. Manual_Sam_148,5x10,5cm_2402NL.indd :17:35

HANDLEIDING BEWEGINGSMELDER

8. Onderhoud 8. ONDERHOUD. 8.1 Winteropslag. Robotmaaier

Gebruikershandleiding Puch Radius, State of the Art, Boogy BMS

Maait alles vanzelf, zodat u zich met andere klussen kunt bezig houden.

Gebruikershandleiding AT-300T/R UHF-PLL. 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen.

8 Onderhoud ONDERHOUD. 8.1 Winteropslag. De robotmaaier

Maverick ET 732 Handleiding

Proteus EEC 2505 / 3000 / 3005

Lithium Jumpstarter en DC power source GEBRUIKSAANWIJZING. Lees goed de gebruiksaanwijzing voordat u het product gebruikt.

Maait alles vanzelf, zodat u zich met andere klussen kunt bezig houden.

HANDLEIDING BEDIENINGSPANEEL

Accu voor ZB19Z. Handleiding. (zwembadrobot Pieter)

Gebruikershandleiding

Bedieningshandleiding Christiaens Group Stapelaar en Ontstapelaar

Robotmaaiers Autoclip

DEUTSCH. Silent

DEUTSCH. Silent 40 Batt

AR280P Clockradio handleiding

1.QUICKSTART GUIDE 3 2. PRODUCTAFBEELDING MET UITLEG 4 3.DEURBEL AANSLUITEN OP STROOM EN BEVESTIGEN AAN DE MUUR 4 4.HET SCHERM IN GEBRUIK NEMEN 7

Computer Instructies voor de SM-5062

1.QUICKSTART GUIDE 3 2.PRODUCTAFBEELDING MET UITLEG 4 3.MONTEREN EN AANSLUITEN VAN DE DEURBEL OP STROOM 5 4.NEERZETTEN OF MONTEREN VAN HET SCHERM 6

WERKINGSINSTRUCTIES VOOR DE ST-950 TRAININGSCOMPUTER

1.QUICKSTART GUIDE 3 2.PRODUCTAFBEELDING MET UITLEG 4 3.MONTEREN EN AANSLUITEN VAN DE DEURBEL OP STROOM 5 4.NEERZETTEN OF MONTEREN VAN HET SCHERM 6

LASER WATERPAS FL 245HV - FLG 245HV-GREEN

Syncro AS. Analoge Brandmeldcentrale. Gebruikershandleiding. Man V1.0NL

GEBRUIKERSHANDLEIDING

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT

HANDLEIDING SMARTSIREN SLIM ALARMSYSTEEM

Handleiding EMDR Lightbar

c BELANGRIJK c Denk erom de automatische berichtgever voor het vervangen van de messen weer terug te stellen na elke vervanging van de messen.

Veel gestelde vragen:

TechGrow HS-1 PORTABLE CO 2 METER HANDLEIDING. software versie: 1.00

Balanceermachine GEBRUIKERSHANDLEIDING

Bedrade afstandbediening Introductie van het spare part. Knoppen en display van de afstandbediening.

WS 9006 instructiehandleiding. Gebruikershandleiding 1. Functies

installatiehandleiding Bewegingsmelder

Powerpack. gebruikshandleiding

MUNTTELMACHINE CC-601

Gebruikershandleiding. Digitale Video Memo

U heeft de zaterdag weer voor uzelf Automatisch maaien

Dit apparaat is een programmeerbare magnetische fiets. Het apparaat bestaat uit drie delen: de motor & controller en het magnetische remsysteem.

Instructies voor gebruik

Onboard auto camera Caméra embarquée

Robomow RM200. prijslijst Automatische Gazonmaaier. Robomow RM200

8. Onderhoud 8. ONDERHOUD. 8.1 Accu

Handleiding: instelling en werking E-Drive LCD display

Gebruikershandleiding Peugeot CE22, CE33, CE141, CE132, CE122, CE151, CE101, CE111

TTS is er trots op deel uit te maken van

TOMA. De TOMA regelaar is gebouwd volgens de strenge Europese veiligheidseisen en voorzien van een CE keurmerk.

1. INCLINE: Gebruik de INCLINE knoppen om het loopvlak te verhogen of te verlagen. De helling is instelbaar van 0% tot 12%.

Nokia Extra Power DC-11/DC-11K /2

Verkorte gebruiksaanwijzing

SmartHome Huiscentrale

INSTALLATIE INSTRUCTIES 11/2017

Accu en oplader instructies: Eigen bedrijfsgegevens

Elektrische fiets. Handleiding

Installatie & Onderhouds Instructies WARNER-LT 03/11

Gebruiksaanwijzing GPS car cam

installatiehandleiding Bewegingsmelder

Deze handleiding is van toepassing op alle directe opgeladen LED Cube met Bluetooth Speaker:

GEBRUIKSHANDLEIDING. Lees voor gebruik deze gebruikshandleiding.

COIL MACHINE Probleemoplossingsgids. Coil Machine Troubleshooting Guide

HANDLEIDING SLIMME DEURBEL MET CAMERA

Elektrische muurbeugel

Handleiding Brel Bi-directionele Radio motor met Lithium-ion batterij Type BLE

Leun achterover en geniet op elk moment van een perfect gazon

D-LUX. Veiligheid. Onderbreek de stroomtoevoer alvorens dit product te installeren of onderhouden!

R-99 COMPUTER INSTRUCTIONS

1. PRODUCTAFBEELDING MET UITLEG: 3

Gebruikers handleiding versie

Handleiding. ReSound oplader 60 en 80

SALAMANDER Gebruiksaanwijzing

F G H. Beschrijving LED s en hoorbare alarmen LED Geluid Uitgang Opladen Beschrijving Wat te doen? - - Nee Ja UPS is

Intelligente Zonne-energie Regelaar Solar30

Innovative Growing Solutions. Datalogger DL-1. software-versie: 1.xx. Uitgifte datum: HANDLEIDING

Handleiding GuardCam-LED

1. Naam van het product Bubbelpaneel. 2. Product code Kleur Zwart of wit

Handleiding SmartLinQ Pro GT300

KOEL-SCHUDINCUBATOR. VOS (zonder koelfunctie) VOS-12061

Gebruikers handleiding. JupiterPro. P2000 alarmontvanger

Sensoren bereik. Display status

Afzuigkap Gebruiksaanwijzing

ALCT 6/24-2 GEBRUIKSAANWIJZING

HANDLEIDING DOORGUARD SLIMME DEURBEL MET CAMERA EN ACCU

Transcriptie:

robot-mower.nl

Belangrijk Lees gebruiksaanwijzing voor gebruik. Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed; Hij is randvoorwaardelijk voor een goede werking van de robotmaaier. Waarschuwing: Incorrect gebruik van de robotmaaier is erg gevaarlijk! 2

INHOUD Belangrijk... 2 1. Veiligheid... 4 1.1 Beoogd gebruik... 4 1.2 Veiligheidsmarkeringen... 4 1.3 Veiligheidsvoorschriften... 6 2. Overzicht van uw robotmaaier... 7 2.1 Onderdelen... 7 2.2 Toebehoren... 8 3. Product Specificaties... 9 3.1 Hoofdspecificaties... 9 3.2 Werk Modi... 9 3.2.1 Automatisch maaien... 9 3.2.2 Handmatig... 10 3.3 Maai modus... 10 3.3.1 Willekeurige lijn... 10 3.3.2 Cirkel/Evolvent... 10 3.4 Hoofd Functies...11 4. Installatie Instructies...11 4.1 Voorbereidingen....11 4.2 Installatie van het station... 12 4.2.1 Waar zet u het station neer... 12 4.2.2 Station bevestigen... 13 4.3 Installatie van de buitenlijn... 14 4.4 Installatie van de binnenlijn... 15 4.5 Controle Installatie van het station... 16 5. Bedieningspaneel... 18 5.1 Bedieningspaneel van uw robotmaaier... 18 5.2 Bedieningspaneel van het station... 18 5.3 Menu van uw robotmaaier... 19 6. Gebruiksinstructies... 20 6.1 Start Robotmaaier:... 20 6.2 Startprocedure... 20 6.3 Instellingen aanpassen... 21 6.3.1 Tijd instellen... 21 6.3.2 Instellen Zones... 22 6.3.3 Maaier instellingen... 26 6.3.4 Pincode aanpassen... 29 6.3.5 Logs... 30 6.4 Maai hoogte... 30 6.5 Operatie, detectie en sensoren... 31 7. Onderhoud... 33 7.1 Vervanging van de messen... 33 3

7.2 Schoonmaken van de maaibladbescherming... 33 7.3 Schoonmaken van de wielen... 33 7.4 Opslaan bij zware regen en in de winter... 34 8. Fouten... 34 8.1 Alarmmeldingen... 34 8.2 Probleemoplossing... 35 9. Service... 36 1. Veiligheid 1.1 Beoogd gebruik Graag de gehele handleiding doornemen voor het eerste gebruik van uw robotmaaier. Deze handleiding bevat alle informatie waarmee u correct en veilig gebruik kunt maken van uw robotmaaier. Uw robotmaaier is ontworpen om gras te maaien op een egale ondergrond. Dat kan middels handmatig starten of middels de automatische mode. Bij die laatste optie zal uw robotmaaier volgens een schema op door u ingestelde tijden gaan maaien en automatisch naar het basisstation terugkeren. 1.2 Veiligheidsmarkeringen Bekijk alstublieft de symbolen op robotmaaier en de uitleg hieronder en zorg dat u ze begrijpt voor het eerste gebruik. Lees de handleiding eerst volledig door voor het eerste gebruik van de robotmaaier. Blijf op veilige afstand van de robotmaaier als deze in werking is. Het product voldoet aan de CE, RoHS voorwaarden. 4

Altijd de aan/uit knop aan de voorkant van de robotmaaier op uit zetten voordat u werkzaamheden gaat doen of de machine optilt. Handen en voeten nooit in de buurt van draaiende messen houden. Niet rijden op uw robotmaaier. Alleen geautoriseerde personen mogen de robotmaaier in en uit elkaar halen. Alleen geautoriseerde personen mogen reparaties aan uw robotmaaier uitvoeren. Geen onderhoud uitvoeren zonder veiligheidskleding te dragen. WAARSCHUWING Nooit de roterende messen aanraken. Gooi onderdelen nooit in de container maar breng deze naar de recyclestraat in uw gemeente. 5

1.3 Veiligheidsvoorschriften 1: Als uw robotmaaier actief is, houdt dan kinderen en huisdieren uit de buurt. 2: Zorg ervoor dat er geen voorwerpen zoals bijvoorbeeld takken of speelgoed op het gazon liggen voor het starten van uw robotmaaier. Dit kan uw robotmaaier ernstig beschadigen. 3: Nooit kinderen of personen die de instructies in deze handleiding niet machtig zijn uw robotmaaier laten gebruiken. 4: Waarschuwing Nooit de roterende messen aanraken. 5: Nooit een actieve robotmaaier uit elkaar halen of repareren. 6: Nooit een actieve robotmaaier optillen om de messen controleren 7: De robotmaaier niet gebruiken op hellingen van meer dan 20 graden. 8: Als een veiligheidsonderdeel beschadigd is uw robotmaaier nooit gebruiken. 9: Periodieke visuele controle uitvoeren om de zien of het blad, de schroeven in het blad of de messen nog intact zijn. Vervang altijd een complete set om er zeker van te zijn dat de balans in orde blijft. 10: Graag veiligheidshandschoenen dragen wanneer u het blad controleert. 11: Graag veiligheidskleding dragen als u de perimeterdraad en het oplaadstation installeert. 12: Als u de robotmaaier langere tijd niet gebruikt, zet dan de stroomtoevoer uit en bewaar buiten het bereik van kinderen om schade aan kinderen of uw robotmaaier te voorkomen. 13: Zorg ervoor dat u altijd de batterijen oplaadt met de lader die door de fabrikant wordt voorgeschreven. Incorrect gebruik kan elektrische schokken, oververhitting of een lekkende batterij veroorzaken. 14: Mocht er sprake zijn van een lekkende batterij neem contact op met een erkende reparateur of de leverancier. In dit geval mag u nooit zelf uw robotmaaier demonteren. 15. Mocht iemand in aanraking komen met elektrolyt uit de batterij zoek onmiddellijk medische hulp. 6

2. Overzicht van uw robotmaaier 2.1 Onderdelen 1. Deksel 2. Display 3. USB Interface 4. Deksel openen knop 5. Druksensor 6. Stopknop 7. Bovenplaat 8. Afwerkingsplaat 9. Maaihoogte knop 10. Botssensor behuizing 1. Oplaad punten 2. Voorwielen 3. Hek voor 4. Maaimessen 5. Maaiblad 6. Maaiblad beveiliging 7. Hek achter 8. Achterwielen 9. Aan/uit knop 10. Veiligheidsbehuizing 7

1. Oplaad punten 2. Bedieningspaneel 3. Indicatie lampjes 4. Bovenplaat station 5. Rood: perimeter buitendraad Zwart: perimeter binnendraad 6. Behuizing station 7. Stroomaansluiting 2.2 Toebehoren 1. Perimeterdraad (100 meter/rol) 2. Perimeterdraad pinnen (70 stuks) 3. Station grondpinnen (4 stuks) 4. Extra maaimessen (8 stuks) 5. Reserve-veren (quantity: 4 pieces) 6. Stroomadapter 7. Gebruiksaanwijzign 9. Perimeterconnectors (4 stuks) 8

3. Product Specificaties 3.1 Hoofdspecificaties Verpakkingsgrootte: 73*56*39 cm(lbh) Totaal gewicht: 17.5Kg Robotmaaier grootte: 65*48*29(LBH) Robotmaaier gewicht: 10.5Kg Ingangs voltage: 110V-240 V 50/60Hz; Maximale maaiopppervlakte: 5000 vierkante meter; Maaihoogte: 3.5-7 cm; Maaibreedte: 24 cm; Max hellingsgraad: 20 graden; Batterij: lithium batterij, 24V, 8Ah Oplaadtijdtijd 5-6 uur Werktijd per oplading: 3-4 hours (afhankelijk van de staat van het gazon) Gemiddeld oppervlakte per uur: 120 vierkante meter Maaimotor snelheid: 3500 RPM; Maaimotor power: 90W; Gemiddeld tempo: 0.2-0.3 meters/second; Gegarandeerd geluidsniveau: 71 db(a); 3.2 Maai Modi 3.2.1 Automatisch maaien Om de veiligheid te waarborgen mag uw robotmaaier alleen starten vanaf het station. Op de door u opgegeven dagen en het opgegeven tijdstip zal uw robotmaaier vanzelf starten. Als u randmaaien heeft geactiveerd zal uw robotmaaier eerst een volledige ronde over de buitendraad maaien met de klok mee. Zodra hij weer terug is op het station gaat hij naar de eerst ingestelde zone en maait deze gedurende de door u opgegeven tijd. Daarna zal hij via de buitendraad terug rijden naar het station en vervolgens voor eventuele extra zones 2,3,4 hetzelfde doen. Mocht de batterij bijna leeg zijn dan gaat uw robotmaaier vanzelf naar het station en zal zonder handmatig ingrijpen na opladen verder gaan met het programma. Indien ingrijpen nodig is dient u op de STOP knop te drukken en zal uw robotmaaier direct stoppen met werken. Opmerking: Randmaaien staat standard aan, mocht u het uit willen zetten dan verwijzen we u naar hoofdstuk 6.3.3 Modi zeten. 9

3.2.2 Handmatig Om de veiligheid te waarborgen mag uw robotmaaier alleen starten vanaf het station. Als er alleen maar een hoofdzone is of alle subzones staan op inactief dan kunt u ook starten vanaf de buitenlijn. Als u de robotmaaier handmatig start gaat hij direct van start en kan geen starttijd worden ingesteld. Zonder handmatig ingrijpen zal uw robotmaaier maximaal 2 volledige cycli van volledig laden en ontladen doorlopen daarna stop hij automatisch. U kunt de stopknop of de go home knop gebruiken om het maaien te stoppen. 3.3 Maai modus 3.3.1 Willekeurige lijn Uw robotmaaier maait in een willekeurig lijn. Hij stuurt automatisch bij als hij de buitenlijn, binnenlijn of obstakels in het maaiveld raakt. Door het perfecte maai-algoritme zal hij elke keer een ander pad kiezen. Deze methode wordt door ons altijd aangeraden als u geen rechthoekig gazon heeft. 3.3.2 Cirkel/Evolvent Vanuit een middelpunt zullen er cirkels gemaaid worden met telkens een 0,5m verschuiving in radius. Uiteindelijk zal de buitenring ongeveer 2 meter zijn. Daarna rijdt uw robotmaaier 4 meter verder en zal weer een zelfde cirkel gaan maaien. 10

3.4 Hoofd Functies Automatisch opladen Uw robotmaaier gaat automatisch terug naar het station als de batterij bijna leeg is. Automatisch schuilen Uw robotmaaier gaat automatisch terug naar het station als het erg hard regent, dit om schade aan uw gazon te voorkomen. Ingestelde werktijd Uw robotmaaier maait alleen de door u ingestelde werktijd en gaat daarna automatisch terug naar het station. Botssensor Uw robotmaaier heeft een botssenser om automatisch objecten op uw gazon te ontwijken. Buitenlijn herkenning Uw robotmaaier herkent automatisch de buitenlijn en zal er nooit buiten rijden. Binnenlijn herkenning Uw robotmaaier herkent automatisch de binnenlijn en zal draaien om in een andere richting te gaan maaien. Auto-stop functie Als de stroom uitvalt, de binnenlijn of buitenlijn onderbroken wordt dan zal uw robotmaaier onmiddellijk stoppen. Koppelen Elke robotmaaier is via een unieke code verbonden met zijn eigen station. Meerdere installaties in de buurt zullen elkaar nooit kunnen beïnvloeden. Alarm functie Uw robotmaaier geeft automatisch een alarm als ere en abnormale situatie zich voordoet. Veiligheid Uw robotmaaier is voorzien van vele sensoren en beveiligingsinstellingen, voor uw veiligheid en die van uw omgeving. 4. Installatie Instructies 4.1 Voorbereidingen. Als eerste zet u uw buitengebied af door de buitenlijn aan te brengen. Verwijder takken, gravel en kleine voorwerpen (kleiner dan 10 cm hoogte, of waar opgereden zou kunnen worden) van het gazon. De 11 objecten

zouden de robotmaaiermessen ernstig kunnen geschadigen. Het is niet nodig om objecten die wat weerstand kunnen verdragen, groter zijn dan 10 cm en waar niet overheen gereden kan worden te verwijderen. Deze zullen automatisch herkend worden en genegeerd door uw robotmaaier. 4.2 Installatie van het station 4.2.1 Waar zet u het station neer Het station moet volledig waterpas staan. Het dikkere gedeelte moet in richting van de klok staan. Uw robotmaaier zal altijd tegen de klok in van het station af moeten rijden, dit is nodig om de juiste rijrichting te kunnen bepalen als uw robotmaaier weer terug naar het station moet. 12

Opmerking: 1. Zet u het station niet op een heel laag gelegen positie waar deze mogelijk onder water kan komen te staan. 2. Het station mag niet op een plek staan waar magnetische interferentie kan ontstaan. 3.Minimaal 3m rechte buitendraad is nodig zowel voor als achter het station. Dit is nodig om een goede werking van het terugkeren en het randmaaien te kunnen garanderen. 4.2.2 Station bevestigen 1. Zet de buitenlijn vast in het midden van het station: 2. Zet het station vast middels de 4 meegeleverde grondpinnen: 13

4.3 Installatie van de buitenlijn 1. De buitenlijn start bij een van de rode connectors op het station, gaat midden onder het station door langs de gehele buitenkant van uw gazon en sluit vervolgens weer aan op de andere rode connector op het station. Daarmee vormt het een gesloten geheel. Er moet minimaal 35 cm ruimte zitten tussen de rand van het gazon en de buitenlijn. Als de rand van uw gazon heel zacht of raden wij aan om minimaal 50 cm ruimte aan te houden. 2. Als u de perimeterdraad installeert moet deze zo recht mogelijk liggen met maximaal 2 cm ruimte tussen de grond en de draad om doorsnijden door uw robotmaaier te voorkomen. De draad mag ook tot maximaal 5 cm diepte in de grond worden aangebracht. Afhankelijk van de conditie van uw gazon zal tussen de 1 en 2 meter een grondpin noodzakelijk zijn. 14

3. Bij hoeken dient u rekening te houden met een hoek van minimaal 100 graden, maar we raden zeker bij binnenhoeken minimaal 135 graden aan. Dit om vastlopen van uw robotmaaier te voorkomen. 4. De ruimte tussen twee lijnen in doorgangen dient minimaal 1,5 meter te zijn. Mocht het minder dan 1.5 meter zijn dan moeten zones worden opgesplitst worden. Zie hoofdstuk 6.3.2 Instellen Zones 5. De perimeterdraad mag nooit gebundeld neergelegd worden. 4.4 Installatie van de binnenlijn De binnenlijn moet altijd worden aangesloten om het station te omcirkelen. 15

Installatie van de binnenlijn om het station: De binnenlijn start bij een van de zwarte connectors en moet volgens onderstaand plaatje worden aangebracht. Vervolgens komt de draad weer terug op de andere Zwarte connector. De afstand tussen de binnenlijn en het station moet minimaal 10 cm zijn. Opmerking: als u de binnendraad installeert is het heel belangrijk om de draad tussen punt A en B kaarsrecht te houden en minimaal 30 cm in acht te nemen. 2. De binnenlijn mag de buitenlijn passeren maar aan de voorkant is maar 1 passeerpunt toegestaan (C). 3. Om objecten op uw gazon uit te sluiten kunt u de binnenlijn om deze objecten heen leggen. De binnendraad moet altijd eerst om het station heen gaan, vervolgens om de objecten en uiteindelijk weer uitkomen op het station om een gesloten geheel te vormen. Als de binnendraad binnen 2 cm ligt zal uw robotmaaier de draad negeren en er gewoon overheen maaien. Zo kunt u elk object in uw gazon bereiken. De afstand tussen de objecten en de binnendraad moet minimaal 15 cm zijn. Opmerking: De binnendraad en buitendraad zijn exact hetzelfde perimeterdraad. 4.5 Controle Installatie van het station 1. Stop de stekker van de adapter in een stopcontact, het groene lampje geeft aan dat de adapter goed functioneert; sluit daarna het ander einde van de adapterdraad aan op de stroomingang van het station. Het powerindicatie lampje van het station gaat aan, het station piept, en de perimeterdraad indicatoren zullen knipperen om aan te geven dat de stroom goed is aangesloten 16

2. Sluit de buitenlijn aan op de twee rode connectors. Als de buitenlijn-indicatielampjes continue branden is de buitenlijn goed aangesloten. Zodra de verbinding onderbroken wordt zullen de lampjes gaan knipperen en het station zal een piepsignaal afgeven. 3. Sluit de binnenlijn aan op de twee zwarte connectors. Als de binnenlijn-indicatielampjes continue branden is de binnenlijn goed aangesloten. Zodra de verbinding onderbroken wordt zullen de lampjes gaan knipperen en het station zal een piepsignaal afgeven. 4. Plaats de robotmaaier op het station en zet hem middels de aan-uit knop aan de voorkant aan. Op het display van uw robotmaaier zal opladen zichtbaar worden. Hiermee wordt aangegeven dat de oplaadfunctie tussen het station en uw robotmaaier werkt. Als u de bovenstaande vier stappen succesvol heeft doorlopen werkt uw station naar verwachting. 17

5. Bedieningspaneel 5.1 Bedieningspaneel van uw robotmaaier Button START ESC HOME SET Links Boven Beneden Rechts Beschrijving Robotmaaier start indien de handmatige modus ingesteld staat. Terug naar bovenliggend menu Ga terug naar het station. Bevestig/ ga naar het sub-menu Cursor links Cursor boven/ Waarde omhoog Cursor beneden/ Waarde omlaag Cursor rechts 5.2 Bedieningspaneel van het station Naam Power Indicator lamp Indicatie Continue brandend: ok Knipperend: onvoldoende voltage 18

Charging Continue brandend: opladen Uit: geen stroomtoevoer. States Uit: status is ok Knipperend: status is niet ok. Line 1 Buitenlijn Aan: ok Knipperend: draad is onderbroken. Line 2 Binnenlijn Aan: ok Knipperend: draad is onderbroken. Opmerking: Als uw robotmaaier in de koppelstatus is knipperen all indicatorlampjes tegelijk. Naam Mow on line Go home Knop Beschrijving Uw robotmaaier maait over de buitenlijn. (kantenmaaien) Uw robotmaaier gaat terug naar het basisstation. 5.3 Menu van uw robotmaaier 19

6. Gebruiksinstructies 6.1 Start Robotmaaier: Opladen van uw robotmaaier: Als uw robotmaaier nieuw aangekocht is of meer dan een maand niet gebruikt is, dan dient u de robotmaaier eerst op te laden voor het gebruik. LED indicatorlampje op de adapter is rood gedurende het opladen en groen nadat het laden gereed is. Zet de stroomknop aan en volg de veilige startprocedure. Noodstop Uw robotmaaier heft een noodstopknop. Als uw robotmaaier abnormaal functioneert of u wilt hem stoppen, druk op de rode Stopknop bovenop uw robotmaaier. Om uw robotmaaier ter herstarten moet u hem op het station plaatsen of op de buitenlijn als er alleen een hoofdzone is. Ook moet u de code opnieuw ingeven om te kunnen starten. 6.2 Startprocedure Zet de aan/uit knop op aan en druk op de grijze knop bovenop om de deksel te openen. Het scherm zal Voer Code In weergeven (standaard code is 0000). Druk op de SET button om de standaardscherm te openen. Als uw robotmaaier op het standaardscherm staat en u doet niets dan zal binnen 5 seconden opnieuw gevraagd worden om uw code. In een menuscherm zal na 30 seconden inactiviteit weer om de code worden gevraagd. Opmerking: Om een goede werking te garanderen mag u uw robotmaaier alleen starten in het station of als u alleen een hoofdzone heeft ook op de buitenlijn. 20

6.3 Instellingen aanpassen Druk op de SET button in het standaardscherm om het instellingenscherm binnen te gaan. 6.3.1 Tijd instellen Druk SET om het instellingenscherm binnen te gaan. Druk links of rechts tot u op de klok staat en druk SET om bij Tijd en Datum te komen. Selecteer Tijd, pas de tijd aan: Selecteer Datum, pas de datum aan: 21

6.3.2 Instellen Zones Uw robotmaaier heeft een zone waar het basisstation in staat, dit is de HoofdZone. Onder twee omstandigheden raden wij u aan Sub-Zones te gebruiken: 1. Als er is een doorgang is van minder dan 1,5 meter breed, dan moet de zone worden afgescheiden. Uw robotmaaier gaat dan over de buitendraad door de smalle doorgang. De minimale afstand tussen twee parallele buitendraden is 50 cm. 2. Als het te maaien oppervlakte erg groot is, adviseren wij u in het in het kader van efficientie van uw robotmaaier om sub-zones toe te voegen. 22

Let op: Het instellen van subzones kan alleen vanuit het basisstation worden gedaan. Het daadwerkelijke startpunt in de subzone kan licht afwijken van het ingestelde ingangspunt. Ingangspunten mogen niet op hoeken gezet worden. Verwijder alle obstakels op de buitenlijn al u een subzone in gaat stellen. Druk SET om het instellingenscherm binnen te gaan. Druk links of rechts tot u op de Zones staat en druk SET om bij Delen Aanpassen, Schema en Verwijderen te komen. 1. Als u geen subzone nodig heeft kunt u delen overslaan 2. Als u subzone(s) nodig heeft, selecteer Delen en druk op SET om een subzone in te stellen. 1) Druk Set om een subzone toe te voegen. 2). Druk op SET, uw robotmaaier gaat nu langs de buitendraad tegen de klok in naar de eerste subzone. 23

3). Als uw robotmaaier op de juiste ingangsplek is aangekomen in de eerste subzone drukt u op de grote rode STOP knop. Deze positie wordt nu gebruikt als startpositie voor het maaien in subzone. De beste positie is het midden van de langste rechte stuk in de subzone. 4). Geef vervolgens aan hoe lang er in deze zone gemaaid moet worden en druk op SET om te bevestigen. (voorbeeld is 30 minuten) 5). Nu komt de vraag of u nog meer subzones wil toevoegen. Druk SET om nog een subzone toe te voegen of op ESC als u klaar bent. Het zetten van de andere subzondes gaat exact op dezelfde manier als bij subzone 1. 3. U kunt Aanpassen selecteren om de maaitijd voor elke zone aan te passen. Tevens kunt u hier subzones aan en uit zetten. Select Aanpassen en druk op SET. 1). Als u bijvoorbeeld twee subzones heeft toegevoegd dan ziet u drie zones in total zoals hieronder. U kunt hier de instellingen voor deze zones aanpassen. 24

2). Selecteer HoofdZone, druk op SET om de Hoofdzone aan te passen. U kunt de maaitijd aanpassen en de zone actief/inactief zetten. 3). De andere zones kunt u op dezelfde manier aanpassen. 4). U kunt Schema selecteren om de dagelijkse starttijd en de dagen van de week waarop gemaaid mag worden in te stellen. Selecteer Schema, en druk op SET 1). Selecteer uren om de dagelijkse starttijd in te stellen: 2). Selecteer dagen om de dagen van de week waarop gemaaid mag worden in te stellen Geef maandag t/m zondag op, 1 = aan, 0 = uit. 25

5). U kunt alle subzones in 1 keer verwijderen middels de Verwijderen optie in het Zones menu. Het scherm toont Wissen Subzone, druk op SET om alle subzones te verwijderen. Druk op SET en alle subzones zijn verwijderd: 6.3.3 Maaier instellingen Ga terug naar het hoofdmenu, Druk links of rechts tot u op de maaier staat en druk SET om in het submenu te komen. 1. Selecteer Maai Modus: Hand: Handmatige modus 26

In deze modus, druk op de START knop om uw robotmaaier te laten starten op het station of als er alleen een hoofdzone is ook op de buitendraad. Na twee keer heropladen zal uw robotmaaier stoppen met maaien. AUTO: Automatische modus Uw robotmaaier maait volgens het opgegeven schema onder Zones -> Schema 2. Selecteer de maai modus Lijn modus (standaard) Cirkel modus 27

3.Selecteer Maai tempo om de snelheid van de messen aan te passen. Snel maait op een hogere snelheid. Traag maait op een lagere snelheid, daarbij is uw robotmaaier ook een stuk stiller (standaard). 4. Selecteer Rij Tempo om de snelheid van rijden aan te passen. 5. Selecteer Taal, keuze uit Engels, Nederlands (standaard) en Duits. 6. Selecteer Koppelen om uw robotmaaier met het basisstation te koppelen. Hiermee koppelt u uw robotmaaier aan het eigen station in het geval van meerdere robotmaaiers in uw tuin of bij de buren. (standaard koppelcode is 0000). Koppelen van uw robotmaaier met het basisstation: Druk de go home en mowing on line knoppen op het basisstation tegelijk in om in de koppelstatus te komen. U kunt nu op uw robotmaaier de code ingeven User could input the customized matching code on the match setting interface of the robotic mower, and press SET to confirm. 28

7. Rand maaien staat standard aan en wij raden voor een correcte werking van uw robotmaaier ook aan om deze niet uit te zetten, uw robotmaaier loopt altijd over de buitenrand heen naar het station terug, als het gras te lang wordt dan kan uw robotmaaier gaan slippen of zelfs vastlopen. Mocht u hem toch uit willen zetten selecteer dan Randmaaien en druk op de SET knop Selecteer Ja of Nee, druk op de SET knoppen om randmaaien aan of uit te zetten. 6.3.4 Pincode aanpassen Ga terug naar het hoofdmenu, Druk links of rechts tot u op de Pincode staat en druk SET om in het submenu te komen. Voer de oude pincode in (standaard 0000 ), druk op SET ; als de pincode fout is zal er foute pincode op het scherm verschijnen. Bij een correcte pincode kunt u een nieuwe pincode kiezen. 29

Let op dat u de pincode onthoud, mocht u deze vergeten dan zal uw robotmaaier opgestuurd moeten worden om de pincode te kunnen resetten. Na het intoetsen van de nieuwe pincode druk op ESC om terug te gaan naar het hoofdmenu. 6.3.5 Logs Ga terug naar het hoofdmenu, Druk links of rechts tot u op Log staat en druk SET om in het submenu te komen. Hier kunt u met de links en rechts knoppen door de laatste berichten heen scrollen. Er kunnen maximaal 9 berichten worden opgeslagen. 6.4 Maai hoogte Maak de deksel open middels de grijze drukknop. Draai aan de zwarte knop om de hoogte aan te passen. Staandaard staat deze op 7 centimeter. Als het gras veel hoger is gebruik dan eerst uw conventionele maaier om het gras kort te maaien. Opmerking: bij een oneven gazon raden we een hoogte van minimaal 5 cm aan. 30

6.5 Operatie, detectie en sensoren Uw robotmaaier zal prima werken op basis van bovenstaande instellingen. Uw robotmaaier is uitgevoerd met diverse detectiemogelijkheden: 31

Regensensor Rijmotor geblokkeerd Maaimotor geblokkeerd Val sensor Automatische stop Accu bijna leeg Helling sensor Til sensor Lijndetectie Druksensor Aan de voorkant van uw robotmaaier zitten twee koperen punten. Als er zoveel regen valt dat de twee met elkaar in verbinding komen dan zal uw robotmaaier terug naar het basisstation gaan en wachten op het volgende schema. Als een van de twee rijmotoren geblokkeerd wordt tijdens het maaien dan stop uw robotmaaier onmiddellijk. Er gaat een alarm af en er komt een melding op het scherm. U moet in dit geval zelf het gazon weer vrij maken en uw robotmaaier herstarten. Als een van de twee rijmotoren geblokkeerd wordt tijdens het maaien dan stop uw robotmaaier onmiddellijk. Er gaat een alarm af en er komt een melding op het scherm. U moet in dit geval zelf het gazon weer vrij maken en uw robotmaaier herstarten. Mocht het gras te lang zijn voor de robotmaaier dan moet u eerst met een conventionele maaier maaien voor u kunt herstarten. Als de twee voorwielen tegelijk in een gat/kuil vallen tijdens het maaien dan stop uw robotmaaier onmiddellijk. Er komt een melding op het scherm, als binnen 5 seconden weer een normale status wordt gedetecteerd start uw robotmaaier weer en gaat verder. In alle andere gevallen Als het basisstation een fout constateert: stroom verbroken, een onderbroken binnen of buitendraad dan stopt uw robotmaaier onmiddellijk. gaat een alarm af en er komt een melding op het scherm. U moet in dit geval zelf de oorzaak wegnemen en uw robotmaaier herstarten. Uw robotmaaier detecteert zelf de vulling van de accu. Als uw robotmaaier niet vanzelf terugkomt naar het basisstation bij een bijna lege accu zal uw robotmaaier stoppen en een alarm afgeven. In dat geval moet u hem zelf naar het basisstation brengen om opnieuw op te laden. Uw robotmaaier detecteert zelf de hoek van de body van de maaier. Mocht deze boven de 30 graden komen dan stopt uw maaier. Er komt een melding op het scherm, als binnen 5 seconden weer een normale status wordt gedetecteerd start uw robotmaaier weer en gaat verder. In alle andere gevallen moet u zelf de oorzaak wegnemen en uw robotmaaier herstarten. Uw robotmaaier kan de status van beide voorwielen bepalen; als de robotmaaier wordt opgetild dan zullen de wielen via de sensor dat detecteren en direct de maaimotor uitschakelen. Er komt een melding op het scherm, als binnen 5 seconden weer een normale status wordt gedetecteerd start uw robotmaaier weer en gaat verder. In alle andere gevallen moet u zelf de oorzaak wegnemen en uw robotmaaier herstarten. Als het basisstation detecteert dat er een probleem is met de detectie van een perimeterdraad gaan de indicatielampjes knipperen en zal uw robotmaaier stoppen met werken. In dat geval moet u hem zelf naar het basisstation brengen om te herstarten. Als de deksel wordt ingedrukt met een bepaalde druk dan zal uw robotmaaier dan via de druksensor detecteren en direct de maaimotor uitschakelen. Er komt een melding op het scherm, als binnen 5 seconden weer een normale status wordt gedetecteerd start uw robotmaaier weer en gaat verder. In alle andere gevallen moet u zelf de oorzaak wegnemen en uw robotmaaier herstarten. 32

7. Onderhoud Check regelmatig of alle onderdelen van uw robotmaaier er nog goed uit zien, vervang kapotte onderdelen voor een langere levensduur en een betrouwbare werking. Opmerking: Altijd de aan/uitknop op uit zetten voor elke vorm van onderhoud aan uw robotmaaier. Draag handschoenen en wees heel voorzichtig in de buurt van de messen. 7.1 Vervanging van de messen 1. Draai de drie maaibladschroeven in het midden los 2. Pak het hele maaiblad eraf. 3. Draai de schroeven in de mesjes los. Soms is een sleutel hierbij ook noodzakelijk. 4. Vervang de messen door nieuwe en zet ze vast met een schroevendraaier en sleutel. 5. Zet het maaiblad weer vast op uw robotmaaier met een schroevendraaier. 7.2 Schoonmaken van de maaibladbescherming Haal het vuil weg met een scherpe borstel 7.3 Schoonmaken van de wielen Haal regelmatig modder en gras van zowel de voor- alsmede de achter-wielen om een goede werking te bevorderen. Dit kunt u het beste met een scherpe borstel doen. Afhankelijk van het weer, de grondsoort en de staat van uw gazon moet u dit van enkele keren per week tot een keer per twee weken doen. 33

Opmerking: Gooi nooit water direct over de robotmaaier en zeker niet met een hogedrukreiniger schoonmaken maar altijd met een scherpe borstel. 7.4 Opslaan bij zware regen en in de winter Als het zo hard regent dat het basisstation in het water zou kunnen komen te staan moet u het station en uw robotmaaier op een veilige plek opbergen. Wij raden aan om aan het einde van het maaiseizoen de robotmaaier en station met een halfvolle accu tussen de 0 en 25 graden celsius in de orginele doos op te bergen. Bij een halfvolle accu blijft deze het langst goed, daarom leveren wij hem ook altijd met een halfvolle accu. 8. Fouten 8.1 Alarmmeldingen ERROR 1 ERROR 2 ERROR 3 Uw robotmaaier is niet gestart op het station of op de buitenlijn. De achterkant van uw robotmaaier is opgetild Er is te veel druk uitgeoefend op de klep aan de 34

ERROR 4 ERROR 5 ERROR 6 ERROR 7 ERROR 8 ERROR 9 ERROR 10 ERROR 11 ERROR 12 ERROR 13 ERROR 14 bovenzijde. Helling van meer dan 30 graden geconstateerd Uw robotmaaier is gekanteld. Accu is bijna leeg. Niet gekoppeld (zie pag 29), stroomerror of een probleem met de binnen- of buiten-draad. Botssensor blijft hangen De rechter rijmotor is geblokkeerd De linker rijmotor is geblokkeerd Beide rijmotoren zijn geblokkeerd De maaimotor is geblokkeerd Signaalerror met buitendraad. Bassisstation kan niet gekoppeld worden. 8.2 Probleemoplossing Probleem Oorzaak Oplossing 1. De aan/uit knop is nog niet 1. Zet de aan/uit knop aan. Het scherm laat aangezet. 2. Zet uw robotmaaier op het oplaadstation niets zien 2. De accu is te leeg 1. Automatische mode 1. Zet de handmatige modus aan of wacht op een nieuwe 2. Alarm afspraak in het schema in de automatische modus. Start fout 3. Fout bij het basisstation. 2. Reset het alarm en druk de STOP knop om uw robotmaaier te starten. 3. Controleer de stroomtoevoer en de binnen en buitendraad van het basisstation. 1. Hij is klaar. 1. Wacht tot de nieuwe afspraak in het schema. De maaimoter 2. Er is regen gedetecteerd 2. Wacht tot de regensensor weer droog is. draait niet. 3. Het maaiblad is geblokkeerd 3. Maak het maaiblad schoon door opgehoopt gras. Terug naar het 1. GO HOME op het 1. Controleer de knop GO HOME op het basisstation. station zonder basisstation is ingedrukt 2. Wacht tot de regensensor weer droog is. reden 2. Regen gedetecteerd Met de klok mee 1. Buitenlijn werkt niet goed. 1. Controleer de buitenlijn installatie over de buitenlijn 2. Botssensor zit vast 2. Controleer de botssensor Buiten de 1. Buitendraad is overlapt 1. Controleer de buitenlijn installatie buitenlijn Ronddraaien in 1. Een van de rijmotoren is stuk. 1. Vervang de rijmotor. cirkels Alarm zonder reden 1. Uw robotmaaier geeft een fout 1. Bekijk de fout bij de error informatie aan. 2. Zet uw robotmaaier uit, controleer en repareer deze. 35

Timer function invalid Ongeldige melding van de bumper sensor Oplaad fout Veel lawaai Kantel alarm zonder reden 2. Robotmaaier is stuk 1. Button battery is flat 1. Replace button battery of the LCD display. 1. Bumper sensor is stuk 1. Vervang de bumpersensor 2. Er is een veer stuk op 2. Vervang de veer ontbreekt. 1. Het basistation is nog niet 1. Controleer de stroomtoevoer naar het basisstation opgestart 1. Messen zijn beschadigd 1. Vervang de messen 2. Maaiblad is beschadigd 2. Vervang het Maaiblad 1. Kantel positie staat incorrect 1. Zet uw robotmaaier in een horizontale positie en herstart. 9. Service Neem met elke vraag/opmerking/klacht a.u.b. contact met ons op via www.hortusica.nl Wij staan klaar om u te helpen. 36