A4 Informatie om te delen

Vergelijkbare documenten
Stand van zaken CAO-afspraak over voorzieningen t.b.v. eerder stoppen met werken (vervanging Afup)

Wijziging Barp en Brvp 10 maart 2006

A 4 Informatie om te delen

Informatie om te delen

Informatie om te delen. Afdeling Arbeidsvoorwaardenbeleid, directie Politie Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Vraag & antwoord Regeling Levensfase-uren A. DE REGELING. 20 april 2017

MARZ/CvA/U Lbr.06/92 LOGA 06/20

Stand van zaken en voortgang inzake diverse onderwerpen uit het Akkoord Arbeidsvoorwaarden sector Politie

ACP POLITIEVAKORGANISATIE. Uitgebreide informatie. Levensloop. Uitgebreide informatie Levensloopregeling. augustus met elkaar - voor elkaar

(070) Wijziging salarisbedragen, eindejaarsuitkering en levensloop Lbr. 08/31 CvA/LOGA 08/ maart 2008

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Besluit beschikbaarstelling politieambtenaren ten behoeve van vredesmissies

Openbaar. Eenmalige uitkeringen. Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel. Onderwerp. Programma Bestuur & Middelen.

van de salarisbedragen van de voorzitter en dagelijks bestuurder alsmede de tegemoetkoming ziektekostenverzekering van de Algemeen bestuursleden

Ouderschapsverlof voor meerlingen. informatief. geen. circulaire van 26 november 1997(EA97/U4257) circulaire van 6 november 1998 (EA98/U55017)

evaluatie flexbepalingen Barp en Bbp medewerking bij voornoemde evaluatie Akkoord Arbeidsvoorwaarden sector Politie n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Op 23 november 2005 is tussen de minister van Binnenlandse Zaken en de Politievak-organisaties een nieuw

Uitleg Salarisspecificatie. Algemene Ledenvergadering Landelijke Raad ACP Politieacademie 20 november 2008

wijziging van het Barp in verband met de invoering van de wet op de medische keuringen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

regelgeving AFUP informatief 1 januari 2001 Datum 11 januari 2001 Kenmerk EA2001/U50809 Onderdeel directie Politie

evaluatie knelpunten kinderopvang medewerking bij voornoemde evaluatie afspraak agenda-overleg CGOP, 13 september 2001 n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Wet normalisering rechtspositie ambtenaren

A4 Informatie om te delen

circulaire Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Evaluatie Regeling detachering politie

Gelezen de circulaire van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden d.d. 22 november 2018, nr. TAZ/U

Registratiedatum: Behandelend afdeling Afgehandeld door/op

circulaire Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Informatie om te delen

ECWGO/U Lbr. 16/014 CvA/Loga 16/06

ECWGO/U Lbr. 16/014 CvA/Loga 16/06

ECWGO/U Lbr. 15/057 CVA/ LOGA 15/11

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 12d, vierde en vijfde lid, van het Besluit bezoldiging politie;

regelgeving brutering overhevelingstoeslag informatief EA2000/U van 14 december 2000 EA2000/U van 21 december 2000 Datum 11 januari 2001

ECCVA/U CvA/LOGA 10/17 Lbr. 10/086

Wijziging rechtspositionele regelingen sector Politie in verband met het Akkoord Arbeidsvoorwaarden sector Politie ( )

MARZ/CvA/U Lbr 06/86

Nota van B&W. onderwerp Nagekomen aanpassingen CAR/UWO als gevolg van IKB. Portefeuilehouder Adam Elzakalai

DGBW/ Directie Democratie en Burgerschap Afdeling Politieke Ambtsdragers van de Salarisadministratie Turfmarkt 147

Openbaar advies voor beslissing B en W

ons kenmerk ECCVA/U Lbr 13/030 LOGA/ECCVA 13/10

circulaire Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Wijziging Arbeidsvoorwaardenregeling inzake reiskosten dienstreis BESLUITEN

ci rcu 1aire Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Doorwerken na bereiken leeftijd 65 jaar. Bekendmaken van beleid

Klokkenluidersregeling. Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand binnen het Regius College Schagen

ci rcu 1aire Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Circulaire toepassen Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk 2017

O'9 3 S 9 2 * * maart a Gemeentelijke Lbr 13/030 Levensloopregeling LOGA/ECCVA 13/10

MARZ/CVA/U Lbr. 06/40 CVA/LOGA 06/08

POLITIEVAKORGANISATIE. met elkaar - voor elkaar ACP. DTZ voor senioren. DTZ voor senioren. met elkaar - voor elkaar

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 88a, vijfde lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie;

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging bezoldiging politieke ambtsdragers waterschappen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging bezoldiging politieke ambtsdragers provincies

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 22 november 2018 U Lbr. 18/073 LOGA 18/06

DGBW/Oirectie Democratie en Burgerschap Afdeling Politieke Ambtsdragers salarisadministratie Turfmarkt 147

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging bezoldiging politieke ambtsdragers gemeenten

eindejaarscirculaire arbeidsvoorwaarden: stand van zaken diverse onderwerpen informatief geen EA2001/U68604 van 31 mei 2001 n.v.t. n.v.

Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk Datum diverse EA96/U juli H.J. Pethke/C.C. Schreuder (070) / Departementsonderdeel

circulaire KT 2015 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het hoofd van de salarisadminisļtiţlţfjcļ^erschap PEEL S Ü/ NO.

informatie over aanpassing normvergoeding

uw kenmerk Lbr

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Convenant toepassing en uitvoering van het Landelijk sociaal statuut voor de Nederlandse Politie

ons kenmerk MARZ/CvA/U Lbr. 06/35 CvA/LOGA 06/06

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Conversietabel. Informatief. Geen. Niet van toepassing. Heden. niet van toepassing. Datum 1 februari Kenmerk

NOTA. nota voor burgemeester en wethouders. datum: 5 juni 2009 registratienummer: B/

ECWGO/U Lbr. 16/008 CvA/LOGA 16/04

Regeling detachering politie

ons kenmerk ECWGO/U Lbr. 16/022 CvA/Loga: 16/10

uw kenmerk ons kenmerk

ci rcu 1a i re Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

p ~LITIE Hierbij bevestig ik je deelname aan de allroundopleiding van het Politieonderwijs 2.0.

Onderhandelingsakkoord CAO RDW Oktober 2007

ECWGO/U Lbr. 15/093 CvA/LOGA 15/15

Tussendocument. Arbeidsvoorwaarden sector Politie. 18 december 2000

LOGA. Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden. T.a.v. het college en de raad. 22 november TAZ/U Lbr.

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar

ECWGO/U Lbr. 16/053 CvA/LOGA 16/14

KLOKKENLUIDERSREGELING WOONINVESTERINGSFONDS

KLOKKENLUIDERSREGELING. Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand binnen het St. Michaël College

Gemeente Amsterdam College van burgemeester en wethouders. Hamervoordracht voor de collegevergadering van

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) b e s l u i t :

CONCEPT. De Minister van Veiligheid en Justitie, Gelet op artikel 6, negende lid, van het Besluit bezoldiging politie: Besluit:

Regeling melden vermoeden van een misstand in de sector VO

Klokken luiders regeling

ci rcu 1a i re Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De commissaris van de Koning, gedeputeerde staten, DGBK/Directie

Als bedoeld in artikel 17 Gewijzigde Voorbeeldregeling Melding Vermoeden Misstand 2013.

Afspraken inzake arbeidsongeschikten met een arbeidsongeschiktheidspercentage lager dan 35% Bekendmaking beleid

ECWGO/U Lbr:15/027 CvA/LOGA 15/07

Regeling melden vermoeden van een misstand bij de Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor Primair en Voortgezet Onderwijs

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Gemeente s-gravenhage

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Gemeente Amsterdam College van burgemeester en wethouders. Hamervoordracht voor de collegevergadering van 8

Transcriptie:

A4 Informatie om te delen Afdeling Arbeidsvoorwaardenbeleid, directie Politie Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties A4 is bedoeld om de politiekorpsen op een snelle manier kort en bondig te informeren over ontwikkelingen op het gebied van arbeidsvoorwaarden. A4 is vooral bestemd voor P&O- en FEB-functionarissen in de politiekorpsen. A4 verschijnt minstens zes maal per jaar. Afhankelijk van de behoefte kan de verschijningsfrequentie toenemen. In voorkomende gevallen verschijnt er aanvullend een A4 themanummer waarin speciale aandacht wordt besteed aan een bepaald onderwerp. Aan de in A4 opgenomen informatie kunnen geen rechten worden ontleend. A4 is terug te vinden op de site van het Informatiecentrum Politie www.icpolitie.nl Deze A4 is verzonden op: 29 maart 2006 Redactie: Géke Hovius geke.hovius@minbzk.nl Pauline de Jager pauline.jager@minbzk.nl Brief BZK Waar gaat het om? Op 23 maart jl. zond de minister van BZK een brief aan de korpsen. In die brief wordt ingegaan op de meest recente stand van zaken over de nieuwe voorziening om eerder te stoppen met werken ter vervanging van de Afup. Hiervoor zijn twee redenen. Ten eerste kan nu informatie verstrekt worden over de ondersteuning die het ABP de korpsen zal bieden en het tijdpad van de uitvoeringswerkzaamheden en de voorlichting. Ten tweede stellen de drie politievakorganisaties die het Akkoord ondertekend hebben (NPB, ACP en VMHP) enkele afspraken over eerder stoppen met werken ter discussie. Om te voorkomen dat er misverstanden ontstaan over de status van de afspraken uit het Akkoord wordt in bedoelde brief daarop ingegaan. Het traject van invoering wordt ondanks de door de politievakorganisaties begonnen discussie voortgezet, zodat geen extra vertraging ontstaat. De brief is in zijn geheel na te lezen op www.icpolitie.nl. Bij de uitvoeringscirculaire d.d. 21 december 2005 over het Arbeidsvoorwaardenakkoord 2005-2007 (verder: het Akkoord) zijn de korpsen geïnformeerd over het vervangen van de Afup door een nieuwe voorziening waardoor eerder stoppen met werken mogelijk blijft. Kort gesteld bestaat deze nieuwe voorziening uit vier elementen: - extra opbouw voor nabestaandenpensioen, desgewenst aan te wenden om eerder te kunnen uittreden voor al het personeel; - een algemene levensloopbijdrage voor al het personeel; - een Toelage bezwarende functie (TBF) voor het executieve personeel tot en met schaal 11; - een inhaaltoelage bezwarende functie (itbf) en extra inkoop van pensioen voor al het personeel aan wie destijds Afup-garantiejaren zijn toegekend, ongeacht wijzigingen in schaal of status nadien. Hiermee wordt in de structurele situatie gerealiseerd dat voor het executieve personeel tot en met schaal 11 (en de aangewezen ATHfuncties) een aansprakenniveau van 76% van het middelloon op 60- jarige leeftijd wordt gerealiseerd. Voor de overige ambtenaren is het aansprakenniveau 66,5% van het middelloon op 61 jarige leeftijd. Deze aansprakenniveau s worden uiteraard alleen gerealiseerd bij deelname aan de levensloopregeling en inleg van de levensloopbijdrage, de TBF en itbf. Voor personeel met uitzicht op polisvoorwaarden FLO verandert er niets, zij behouden hun aanspraken en de nieuwe afspraken hebben op hen geen betrekking. 1

Stand van zaken uitvoering Voorlichting In de uitvoeringscirculaire werd gesteld dat in het voorjaar 2006 gestart zou worden met een voorlichtingsbijeenkomst die vermoedelijk eind maart 2006 zou plaatsvinden en dat de uitkering van levensloopbijdrage, TBF en itbf naar verwachting vanaf mei 2006 uitbetaald zou gaan worden met terugwerkende kracht tot 1 januari 2006. Dit tijdpad is te ambitieus gebleken. Om de itbf vast te stellen is het namelijk nodig om van de ambtenaar te weten of en hoeveel garantiejaren voor Afupalgemeen en Afup-specifiek zijn vastgesteld. Deze garantiejaren zijn destijds door korpsen vastgesteld in 2000, voorafgaand aan de introductie van de Afup per 1 januari 2001. De toen vastgelegde garantiejaren zijn aangeleverd aan het ABP die ze heeft geregistreerd. Daarmee is een centrale databank ontstaan van vastgelegde Afupgarantiejaren, beheerd door het ABP. Voor het vaststellen van de itbf levert het ABP een rekentool en een bestand van het personeel dat nu bij de korpsen in dienst is. Het bestand bevat de gegevens die de rekentool nodig heeft om de hoogte van de itbf vast te stellen: de geboortedatum, het aantal garantiejaren voor Afup-algemeen en de garantiejaren voor Afup-specifiek. Door de rekentool te koppelen aan het bestand worden automatisch brieven aangemaakt per individueel personeelslid met diens situatie, inclusief de hoogte van de eventuele itbf. Het beschikbaar komen van de rekentool met bestand staat gepland voor uiterlijk 1 mei a.s. Korpsen moeten er dus rekening mee houden dat direct na het beschikbaar komen van de rekentool de nodige werkzaamheden moeten worden uitgevoerd. De omvang van die werkzaamheden komt gedeeltelijk overeen met de werkzaamheden die destijds in 2000 zijn uitgevoerd ten behoeve van het vaststellen van de Afup-garanties. Ook nu dient immers ieder personeelslid een brief te ontvangen waarop de mogelijkheid van bezwaar en beroep geldt. De voorbereiding van de rekentool wordt opgepakt in samenwerking met het platform van salarisadministrateurs: het LOSA. De voorlichting aan het personeel landelijk worden geregeld. Gezien de verschillende aanspraken zal deze voorlichting gericht worden op de verschillende doelgroepen. Voorafgaand aan de personeelsvoorlichting wordt voorzien in een verdiepingsslag in de kennisoverdracht aan P&Omedewerkers. Dit vindt plaats vóór 8 mei a.s. waarbij tevens voorlichtingsmateriaal beschikbaar wordt gesteld om binnen de eigen organisatie verder te werken aan kennisoverdracht aan P&Omedewerkers. Het voorlichtingsmateriaal voor het personeel zal uiterlijk op 15 mei a.s. beschikbaar zijn. Gezien de omvang van de materie waarover de voorlichting moet plaatsvinden wordt gekozen voor een modulaire opbouw van het voorlichtingsmateriaal. Dat wil zeggen: in mei een meer globale voorlichting die zich in aanvang ook expliciet richt op de keuzes die gemaakt moeten worden, gevolgd door nadere verdieping over pensioen en levensloop in een wat later stadium Aanbesteding voorkeurinstelling levensloopsparen De levensloopregeling is een belangrijk aspect van de nieuwe voorziening om eerder stoppen met werken mogelijk te maken. Om deze reden is in het Akkoord de Regeling levensloop politie afgesproken, die in de loop van dit jaar in werking zal treden met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2006. Op grond van deze regeling kan de ambtenaar door het inzetten van arbeidsvoorwaardelijke bronnen -waaronder de levensloopbijdrage, de TBF en itbf- geld sparen voor een inkomen tijdens een periode van onbezoldigd verlof. De ambtenaar is vrij in zijn keuze bij welke financiële instelling gespaard wordt. In het Akkoord is de afspraak opgenomen om voor de uitvoering van de Regeling levensloop 2

politie een voorkeursinstelling ( preferred provider ) aan te wijzen zodat de werkgever gericht advies kan en mag geven waar het personeel het beste voor levensloop kan sparen. Voor het aanwijzen van een voorkeursinstelling is een Europese aanbesteding nodig. Deze Europese aanbesteding is op 21 maart jl. formeel gestart met de aankondiging in het Publicatieblad van de Europese Unie. De Planning is dat begin juni 2006 de Europese aanbestedingsprocedure is afgerond en de definitieve voorkeurinstelling bekend kan worden gemaakt. Voorbereiding door korpsen Er moet in de korpsen een grote klus worden geklaard, omdat van het personeel moet worden vastgesteld of er aanspraak is op een itbf en hoe hoog deze is. Hier zal in de planning vast rekening mee moeten worden gehouden. Personeel kan in algemene zin worden geïnformeerd over het aangepaste tijdpad en wat zij kunnen verwachten. Daarbij kan bij voorkeur gebruik worden gemaakt van de het standaardbericht dat via het NPI wordt toegezonden aan de voorlichters van de korpsen. Daarnaast kunnen de vorig jaar door het ABP aangeleverde Afupbestanden alvast gecontroleerd worden op juistheid voor wat betreft de vastgelegde Afup-garantiejaren. Tevens kan de doelgroep in kaart worden gebracht die, nadat de rekentool van het ABP is ontvangen, met spoed moet worden benaderd. Dit betreft alle executieven die (omdat zij zijn geboren na 1 januari 1951) géén aanspraak hebben op polisvoorwaarden FLO en die gebruik maken van de spaarloonregeling. Voor hen moet immers voor 1 juli a.s. geregeld zijn dat ze desgewenst nog kunnen kiezen om over te gaan op levensloopsparen en dus moeten stoppen met spaarloon. Daarbij moet ook het ingelegde spaarloon voor 1 juli a.s. zijn teruggestort. Om de keuze tussen levensloop en spaarloon goed te kunnen maken moet deze specifieke doelgroep snel inzicht krijgen in de hoogte van hun itbf naast de algemene informatie over de hoogte van de TBF en algemene levensloopbijdrage. Wijziging Barp en Brvp Integriteit en klokkenluidersregeling In het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp) en het Besluit rechtspositie vrijwillige politie (Brvp) zijn bepalingen opgenomen over het openbaar maken van nevenwerkzaamheden, het melden van financiële belangen en effectentransacties én het omgaan met vermoedens van misstanden. Deze wijziging is op 10 maart 2006 in werking getreden (Staatsblad 2006, 129). In verband met de samenhang heeft de invoering van nieuwe artikelen en de wijziging van bestaande artikelen, met betrekking tot integriteit, geleid tot herschikking van het Barp en Brvp. Aan het Barp is een nieuw Hoofdstuk VII.A. Integriteit (artikelen 55a tot en met 55h) toegevoegd. In het Brvp zijn de paragrafen 3a. Regels over goed ambtelijk handelen (artikelen 14a en 14b) en 3b. Melden van een misstand (artikelen 14c tot en met 14g) opgenomen. Als gevolg van de herschikking zijn de artikelen 66 en 19 Brvp (nevenwerkzaamheden) en artikelen 66a en 19a Brvp (het verbod op aannemen van giften, etc.) komen te vervallen. De bepalingen over nevenwerkzaamheden zijn opgenomen in de nieuwe artikelen 55a Barp en 14a Brvp en het verbod op het aannemen van giften, etc. staat in de artikelen 55c Barp en 14b Brvp. Voor de leiding van een korps, College van Bestuur van de Politieacademie of de directie ITO geldt aanvullend dat eventuele nevenwerkzaamheden openbaar worden gemaakt. In het overgangsrecht van het besluit staat dat de grondslag voor de door het bevoegd gezag gestelde nadere regels over nevenwerkzaamheden is gewijzigd in de nieuwe artikelen 55a Barp en 14a Brvp zijn. 3

Werktijdenmodaliteiten In artikel 55b Barp zijn regels over mogelijke financiële belangverstrengeling opgenomen. Bovendien is er een verplichting voor de ambtenaar gekomen, die daartoe door het bevoegd gezag is aangewezen, melding te doen van bezit en transacties met effecten. Nieuw in het Barp en Brvp is een procedure voor het melden van een misstand, een zogenaamde klokkenluidersregeling. Hierbij is bepaald dat een ambtenaar een vermoeden van een misstand eerst intern aan de orde stelt. In beginsel bij de leidinggevende of als dat niet wenselijk wordt geacht bij de naast hogere leidinggevende of een bij een daartoe aangewezen vertrouwenspersoon. Dit betekent dat de korpsen een vertrouwenspersoon voor het melden van miststanden moeten aanwijzen. Deze vertrouwenspersoon is niet een executief politieambtenaar en kan eventueel buiten het korps worden aangezocht. Naast de interne procedure bestaat er de mogelijkheid van een externe procedure. Indien zwaarwegende redenen in de weg staan aan de interne procedure, meldt de politieambtenaar het vermoeden van een misstand schriftelijk aan de Commissie integriteit overheid. De instelling van deze commissie en haar werkwijze zijn opgenomen staan in het Besluit van 3 februari 2006 tot instelling van de Commissie integriteit overheid (Stb. 2006, 130). Dit besluit is ook in werking getreden op 10 maart 2006 De wijzigingen in het Barp en Brvp zijn niet alleen beperkt gebleven tot het nieuwe hoofdstuk respectievelijk de nieuwe paragrafen. De formulering van de ambtseed en -belofte is zodanig veranderd dat het belang van integer handelen wordt geaccentueerd. Sinds 10 maart 2006 dient bij het afleggen van de ambtseed of -belofte de nieuwe tekst van de artikelen 9 Barp en 5 Brvp te worden gebruikt. Tot slot dient in het jaarlijkse functioneringsgesprek (artikel 71 Barp) het onderwerp integriteit aan de orde te komen. Een circulaire met aandacht voor dit onderwerp volgt op korte termijn Vanuit de korpsen komt de vraag, hoe op dit moment moet worden omgegaan met verzoeken van medewerkers om een werktijdenmodaliteit als bedoeld in (nieuw) artikel 12a van het Barp. Nieuw is dat in het Akkoord Arbeidsvoorwaarden sector Politie 2005 2007 is afgesproken dat het bevoegd gezag de aanvraag van de ambtenaar moet toetsen aan het criterium zwaarwegend dienstbelang en advies moet vragen aan de paritaire commissie werktijdenmodaliteiten wanneer hij voornemens is de aanvraag niet of niet volledig in te willigen. Beide stappen staan in het nieuwe artikel 12a van het Barp. Deze regelgeving is nog niet geformaliseerd. De verwachting is dat dit in de loop van juni 2006 het geval zal zijn. Een en ander betekent dat op dit moment de ambtenaar nog geen aanspraak heeft op een werktijdenmodaliteit in de nieuwe vorm. Ofschoon formeel het verzoek op traditionele wijze (de periode van voor het Arbeidsvoorwaardenakkoord 2005 2007) dient te worden beoordeeld en afgedaan, is dit niet meer reëel. Het advies is daarom de betrokken medewerker schriftelijk te laten weten dat zijn aanvraag wordt aangehouden totdat de nieuwe regelgeving is gepubliceerd en in werking getreden. In de tussen tijd kan het bevoegd gezag uiteraard wel het voorgenomen besluit intern voorbereiden. Vooruitlopend op de formalisering van de regelgeving is met de politievakorganisaties afgesproken dat korpsen, met instemming van de ambtenaar, desgewenst een aanvraag en een voorgenomen afwijzing van de aanvraag voor advies kunnen voorleggen aan de Commissie werktijdenmodaliteiten sector Politie i.o. Vervolgens zal deze Commissie het korps adviseren over de voorgelegde casus in lijn met de afspraken uit het Arbeidsvoorwaardenakkoord 2005-2007. Op deze wijze komt op Informatie bij: Annet Schukken 070-4267485 4

voorhand en op korte termijn meer duidelijkheid over de inhoudelijke advisering van de Commissie. Een dergelijke adviesaanvraag kan het korps indienen bij het Ministerie van BZK, directie Politie, t.a.v. mw. Kruikemeijer, Postbus 20011, 2500 EA Den Haag. Een adviesaanvraag bevat tenminste het oorspronkelijke verzoek van de ambtenaar en de motivatie van afwijzing door het bevoegd gezag. Voor ieder der partijen dient wel voldoende duidelijk te zijn dat bovenstaande procedure bij de Commissie werktijdenmodaliteiten sector Politie i.o., door het ontbreken van formele regelgeving, geen juridische basis heeft. In een eventuele bezwaar- en beroepsprocedure zal niet kunnen worden getoetst aan het nieuwe artikel 12a Barp, omdat er formeel nog geen besluit kan worden genomen op grond van dit artikel. Met de politievakorganisaties is afgesproken dat een uitvoeringscirculaire wordt opgesteld nadat een aantal zaken door de Commissie is afgedaan. Antwoord op CAO-vragen Onderstaand wordt ingegaan op drie vragen die met enige regelmaat worden gesteld: Langer doorwerken en TOR: indien een ambtenaar met uitzicht op polisvoorwaarden FLO langer wil doorwerken om zodoende een hogere uitkering te realiseren tijdens de polisvoorwaarden FLO dan moet hij afzien van deelname aan de TOR. Reden hiervoor is dat het nonactiviteitsinkomen tijdens de TOR stopt op het moment dat de leeftijd van zestig jaar wordt bereikt. Aspiranten en de DTZ: voor aspiranten geldt een specifieke afspraak over de hoogte van de distorsietoeslag ziektekosten (DTZ), deze is anders dan de DTZ voor het overige personeel. Aspiranten ontvangen een DTZ ongeacht hun persoonlijke omstandigheden. Deze bedraagt in alle gevallen (10 * 24 =) 240. Er wordt dus geen onderscheid gemaakt tussen aspiranten met of zonder een meeverzekerde partner en/of kinderen. DTZ voor alleenverdieners: alleenverdieners komen in aanmerking voor de DTZ. Om vast te stellen of een ambtenaar alleenverdiener is dient met behulp van het bestand dat de korpsen hebben ontvangen van de DGVP te worden vastgesteld of deze ultimo 2005 een bij de DGVP meeverzekerde partner had. Indien daarvan sprake is bestaat recht op de DTZ. Korpsen hebben niet de mogelijkheid om zelf te beoordelen of de partner al dan niet terecht medeverzekerde was bij de DGVP en op grond daarvan eventueel de DTZ te onthouden. Het gegeven dat de partner ultimo 2005 daadwerkelijk medeverzekerde was geeft aanspraak op de DTZ. Hiermee wordt voorkomen dat korpsen met een aanzienlijke administratieve last en onderzoeksplicht worden opgezadeld. Informatiebulletin A4 Toezending A4 De informatie in het informatiebulletin A4 is primair bedoeld voor P&O- en FEBfunctionarissen. Dit betekent dat de informatie is geschreven met als uitgangspunt dat enige achtergrondkennis over de ontwikkelingen wordt verondersteld. Dit neemt niet weg dat alle politiemedewerkers zich aan kunnen melden voor digitale toezending van dit informatiebulletin. Mocht de informatie uit dit bulletin echter tot vragen leiden dat kunt u zich altijd wenden tot de personeelsafdeling van het korps waar u werkzaam bent. De informatietelefoonnummers die soms bij de onderwerpen staan vermeld zijn bedoeld voor P&O- en FEB-functionarissen. Indien u interesse heeft voor toezending van A4 per e-mail, dan kunt u dit kenbaar maken door een e-mail toe te zenden aan: pauline.jager@minbzk.nl 5