Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief

Vergelijkbare documenten
De Skiere Hoanskrobber in Friese akkers

Jaarverslag Grauwe Kiekendief. Broedseizoen en bescherming in 2010 en 2011

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven

akkerbouw. Meest verbouwde gewassen zijn granen (vooral wintertarwe), aardappels, suikerbieten en uien. Bij het selecteren van de bedrijven voor deze

Grauwe kiekendieven houden stand in het intensieve Oost Groningse akkerland

Resultaten van het kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen Frank Majoor & Berend Voslamber

Foeragerende kiekendieven nabij de Lage Knarsluis in 2015 A&W-rapport 2156

Verleden en het heden

Kort verslag kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen

Meerjarige braaklegging:

Hoe Nederlands zijn de Nederlandse Grauwe Kiekendieven? Ben J. Koks & Erik G. Visser

2013 wordt het jaar van de Patrijs.

Nieuwsbrief Zomer 2010

BEHEERPAKKETTEN OPEN AKKER Onderdeel akker COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL 2019

BEHEERPAKKETTEN OPEN AKKER Onderdeel akker COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL

Foeragerende kiekendieven nabij de Lage Knarsluis in 2016 A&W-rapport 2243

Vogelwerkgroep De Kempen. Nieuwsbrief. Wespendievenonderzoek in de Kempen 2012.

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen

Nieuwsbrief Jaar van de Patrijs in Zeeland

STICHTING WERKGROEP GRAUWE KIEKENDIEF jaargang 6, nummer 5. Resultaten MAS 2012 Aankomst van Edwin

Het Meetnet Agrarisch Soorten van start in de Provincies Drenthe, Flevoland en Groningen.

Een nieuwe kijk op de trek van de Grauwe kiekendieven

2.2 Beheermonitoring akkervogels: van idee naar uitvoer Workshopspreker: Marjon Schultinga

Travels to feed and food to breed Trierweiler, Christiane

Project Grauwe Kiekendief Hightech zenders om beschermingsknelpunten te ontrafelen

AGRARISCH NATUUR- EN LANDSCHAPSCOLLECTIEF MIDDEN-GRONINGEN BEHEERPAKKETTEN AKKERVOGELBEHEER. Versie 24 maart 2015

Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland. Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013

Maaien, maaien en nog eens maaien

Broedvogels in het agrarisch gebied van provincie Flevoland in Agrarische Soorten (MAS)

BROEDGEVALLEN VAN DE RAAF IN DE PROVINCIE UTRECHT IN 2009 EN 2010

Aantal gevonden legsels in 2008

Cursus Roofvogelnestkartering. Werkgroep Roofvogels Zeeland

Scholeksterweekend Ameland 2013

Onderzoek Vleermuizen en jaarrond beschermde nesten. Bos en voormalige tennisbaan. Mahlerlaan Amsterdam

Welke uilen en roofvogels zijn dat?

Veldwerkplaats Kwartelkoning 20 juni 2017, Zwolle Ecologie van - en maatregelen voor- de Kwartelkoning

Hierna volgend artikel is afkomstig uit:

Monitoringsnieuwsbrief 1 mei 2016

Neonicotinoïden: opnieuw een dode lente op het boerenland? Frank Berendse Wageningen University

Dode vogeltjes Door Ben Koks

Het broedsucces van de Huismus in Leek en Lettelbert

Broedgeval Grauwe kiekendief in Belgisch Limburg Zomer 2012 Werkgroep Grauwe Gors - Rémar ERENS

KERKUILEN WERKGROEP TWENTE

Onderzoek Wespendief Kempenbroek Volg de Wespendief, Weerterbos 2013

Ransuilen zijn ook vogelliefhebbers

Vogels van soortbeschermingsplannen

Nieuwsbrief Roofvogelwerkgroep Fruitstreek. Februari 2014

Slapende Blauwe Kiekendieven tijdens de winter 2003/2004

Woord vooraf. Hoe hun seizoen verliep, kunt u lezen in dit jaarverslag.

Vogel het uit met vrijwilligers

Hoeveel prooi eten roofvogels

Op Europees niveau is de soort in de periode met 52% afgenomen, en ten opzichte van 1990 met 6%.

Vogelwerkgroep De Kempen. Nieuwsbrief wespendievenonderzoek in de Kempen 2013.

Dierenland. Nesteldrang in Oost-Groningen

Grauwe Kiekendieven Circus pygargus in Nederland in 2005

Landelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten

Mahlerlaan Amsterdam. Roofvogelonderzoek. Opdrachtgever: O.G.A. Tussentijdsverslag : 2 september 2015

Inhoud. Voedsel. Leefgebieden Visarend. Ruud Kampf. Bijna alleen vis: Broedpaar: 175 kg per gezin /seizoen

Reproductie en broedbiologie

Beheerpakketten akkerfaunabeheer Collectief Midden Groningen 2017

De Boomvalk (Baumfalke) in Midden-Limburg

KAVEL 2 EN 3 FLORA- EN FAUNADOSSIER. Opdrachtgever: O.G.A. periode : versie: : 16 mei Auteur : M. Kuiper

WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD

Broedvogelinventarisatie Ecodorp Bergen Voorjaar 2014

Geslaagd broedgeval Grauwe Kiekendief in Overijssel in 2011

Meer dan 400 paar Zwarte sterns in Zuid- Holland Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2014

Overzicht en eerste resultaten van de vangsten van Smienten in de Westwouderpolder, De Woude in 2015/2016

Grauwe Kiekendieven Circus pygargus in Nederland in 2003

Bruine kiekendieven in 2005

De jaarcyclus van de Grauwe Kiekendief: een leven gedreven door woelmuizen en sprinkhanen

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Open akkerland

Terug een topjaar voor de bruine kiekendieven in de Westkustpolders

Foerageergedrag van overwinterende Blauwe Kiekendieven in Oost-Groningen

HET VOGELTREKSTATION INFORMATIE VOOR EEN SPREEKBEURT OF WERKSTUK

De Warande als foerageergebied voor in de Oostvaardersplassen broedende kiekendieven in 2009

Vogelwerkgroep De Kempen. Slechtvalken geringd in Veldhoven en Eindhoven.

Effecten op de boomvalk van het Bp Lelylaan te Amsterdam

Buijtenland van Rhoon

HET ZENDEREN VAN VOGELS

Foerageergedrag van overwinterende Blauwe Kiekendieven Circus cyaneus in Oost-Groningen. Maarten P.J. Vervoort

13.3 Meerkoet (Fulica atra)

Blauwe Kiekendieven Circus cyaneus in De Onlanden in de winter van 2014/15

Hoeveel roofvogels zijn er? Waar ze voorkomen

Kansen voor de kievit?

Notitie. 1 Inleiding. Referentienummer Datum Kenmerk PN mei Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode)

Biotoopverbetering voor Patrijs en andere akkervogels. Olivier Dochy Provincie West-Vlaanderen

Rotsvaste overtuiging

Vestiging en recente toename van Raven als broedvogel in Noord Brabant

DE OVERLEVING VAN VISDIEFJES STERNA HIRUNDO: TUSSENTIJDSE RESULTATEN VAN EEN GRONINGS KLEURRINGPROGRAMMA

Bever, Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Eindrapport HUISMUSSEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND JACOBA VAN BEIERENWEG TE VOORHOUT

12.1 Ekster (Pica pica)

Algemeen. Wat zijn we dit jaar van de Grutto. stijgen de aantallen in de Zuid-Spaanse enzuid-portugese rijstvelden.

Jaarverslag Bijeneters 2017

2018 is door Sovon Vogelonderzoek en Vogelbescherming Nederland uitgeroepen tot het Jaar van de Huiszwaluw!

Saleghemse krekengebied Overview langs kreek met zijn prachtige rietkragen, weilanden en graanakkers langsheen oude dijken.

WELKOM! Eerste studieavond kennisverbreding Akkernatuur 30 januari 2017 Obdam

Herintroductie bever,

Wat bepaalt de groei van ganzenpopulaties?

Transcriptie:

Jaarverslag Grauwe Kiekendief Broedseizoen en bescherming 2012 Een paartje blauwe kiekendieven voorzien van een GPS-logger bij hun beschermde nest. Harold van der Meer, juli 2012 Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief

Auteurs: Madeleine Postma Ben Koks Oike Vlaanderen Almut Schlaich Decemer 2012 Werkgroep Grauwe Kiekendief Postadres: Postbus 46, 9679 ZG Scheemda Bezoekadres: Nassaustraat 14, 9671 BW Winschoten www.werkgroepgrauwekiekendief.nl www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 2

Inhoud Inleiding... 5 Resultaten... 7 Broedbiologie van de grauwe kiekendieven in 2012... 7 Wat eraan voorafging... 7 Broedseizoen 2012... 8 Groningen...10 Flevoland...11 Drenthe...12 Fryslân...13 Broedsucces 2012...14 Ringen en vleugelmerken...15 Terugmeldingen...16 Vleugelmerken...16 Kleurringen...17 Habitatkeuze...18 Nestlocaties...18 Zomergerst...19 Dieetkeuze in 2012...20 Vervolging...22 De blauwe kiekendief in Oost-Groningen...23 Broedseizoen 2012...23 Onderzoek...25 Satellietzenders...25 GPS-loggers...27 Experiment vogelakkers...29 Slaapplaatstellingen...32 Veldleeuwerikenonderzoek...33 Studenten...34 Dankwoord...35 Literatuurlijst...36 Bijlage 1: reproductiecijfers 2012...37 Bijlage 2: overzicht vleugelmerk (wingtag) kleuren en symbolen...38 Bijlage 3: terugmelding vogels met vleugelmerken 2012...39 www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 3

Bijlage 4: terugmeldingen kleurringen grauwe kiekendieven...43 Bijlage 5: prooilijst 2012...44 Bijlage 6: overzicht activiteiten, werkzaamheden, media...45 www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 4

Inleiding De Werkgroep Grauwe Kiekendief (WGK) zet zich in voor nationale en internationale bescherming van akkervogels, grauwe kiekendieven in het bijzonder. Naast het structureel beschermen van grauwe kiekendieven in Nederland en in het Duitse Rheiderland, worden sinds de terugkeer van de blauwe kiekendief (2010) in Oost-Groningen waar mogelijk ook de nesten van deze soort beschermd. Het aantal blauwe kiekendieven neemt Nederland zorgwekkend af. Over de velduil, een andere op de grond broedende zeldzame akkervogel, is in 2012 in Groningen goed nieuws te melden. Deze vogels profiteren in toenemende mate van een vogelvriendelijker akkerbeheer. Een schatting van het aantal broedparen in 2012 komt op minimaal zes paar in Oost-Groningen en twee à drie paar in Noord-Groningen. Velduil in akkerrand nabij Noordbroek. Ben Koks, april 2012 Natuurbescherming kan niet zonder monitoring en toegepast wetenschappelijk onderzoek. Hierdoor verkrijgen we meer inzicht in effectievere vormen van natuurbeheer en zijn we beter in staat de knelpunten aan te wijzen. In samenwerking met verschillende instituten wordt al een aantal jaren toegepast wetenschappelijk onderzoek verricht naar het gedrag van grauwe kiekendieven en andere akkervogels als patrijzen en veldleeuweriken. In 2011 is de WGK samen met de Agrarische Natuurvereniging Oost Groningen (ANOG) een pilot in relatie tot het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) gestart. In deze pilot komen alle aspecten van ons werk aanbod, van onderzoek tot lobby. In 2009 is de WGK gestart met onderzoek naar grauwe kiekendieven middels GPS-loggers. Dit onderzoek heeft zich afgelopen jaar met succes uitgebreid naar blauwe en bruine kiekendieven. www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 5

Samen hebben de loggervogels in totaal al meer dan 1,1 miljoen GPS-punten opgeleverd. Data die belangrijk zijn voor het vergroten van onze kennis over de trek van en het gebiedsgebruik door de drie in Nederland broedende kiekendieven. De onderzoeken die door de WGK worden uitgevoerd zijn onder meer gericht op de effecten van verschillende agrarische natuurbeheersmaatregelen en op het ontwikkelen van nieuwe maatregelen ten behoeve van de verschillende akkervogels. Daaruit voortvloeiend geeft de WGK advies op het gebied van agrarisch natuurbeheer met als doel het verbeteren van het landbouwgebied als leefomgeving voor akkervogels. Met het verbeteren van de leefomgeving van akkervogels in landbouwgebieden wordt er een belangrijke bijdrage geleverd aan het vergroten en behouden van de biodiversiteit in Nederland. In het ontwikkelen van projecten op het gebied van agrarisch natuurbeheer wordt er samengewerkt met agrarische natuurverenigingen, de waterschappen en landschapsbeheerorganisaties. In 2011 en 2012 is er onderzoek gedaan naar het broed- en foerageergedrag van veldleeuweriken in Oost-Groningen In 2012 is een begin gemaakt met een onderzoek naar het gebiedsgebruik door patrijzen in Oost-Groningen. Het jaar 2013 is in Nederland door Vogelbescherming Nederland uitgeroepen tot Jaar van de Patrijs. Het beschermingswerk en onderzoek is zonder hulp, inzet van en samenwerking met enthousiaste vrijwilligers, studenten, agrariërs en de Drogerij BV Oldambt niet mogelijk. Zij vervullen al jaren een onmisbare rol in de jaarlijks terugkerende werkzaamheden en activiteiten zoals het beschermingswerk, het inventariseren van broedvogels en wintervoedselveldjes en het muizen- en voedselonderzoek. De Drogerij BV Oldambt spaart tijdens het maaien van luzerne een nest van een grauwe kiekendief. Oike Vlaanderen, juni 2012 Zoals genoemd is de WGK actief en werkzaam op veel terreinen. Dit jaarverslag is vooral gericht op het beschermingswerk en het onderzoek rond de grauwe kiekendieven in het broedseizoen 2012. www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 6

Resultaten Broedbiologie van de grauwe kiekendieven in 2012 Wat eraan voorafging Het seizoen van 2012 werd vooraf gegaan door een moeizame voorjaarsmigratie vanuit de Sahel naar de broedgebieden. Bij de start van de migratie naar de wintergebieden in het najaar van 2011 vertrokken er negen grauwe kiekendieven met een satellietzender. Daarvan arriveerden er zes in de Sahel. Alle zes komen ze het verblijf in het overwinteringsgebied door. Tijdens de eerste fase van de voorjaarsmigratie naar de broedgebieden in 2012 zijn er bijzondere omtrekkende bewegingen gezien, die erop duiden dat er in de Sahel en de Sahara iets aan de hand was. Er gaan vervolgens drie mannetjes dood aan de zuidkant van de Sahara. De overgebleven drie vrouwtjes gaan wel op pad, maar bij hen zijn ook opvallende gedragingen te zien die duiden op problemen onderweg. Wat daaraan ten grondslag ligt is niet met zekerheid te zeggen. Mogelijke oorzaken kunnen het weer zijn of het voedselaanbod. Uiteindelijk arriveren alle drie de vrouwtjes in West-Europa. Eén van hen arriveert twee weken later dan in andere jaren. Geen van de drie de vrouwtjes komt uiteindelijk tot broeden. Grauwe kiekendieven bij een waterhole in West-Afrika. Ben Koks, januari 2009 Mortaliteit tijdens de voorjaarsmigratie kan broedpopulaties doen krimpen (Klaassen et al. in prep). Via ons onderzoek in de Sahel proberen we te doorgronden hoe landgebruik, weersomstandigheden en voedselaanbod de wintersterfte beïnvloeden (Trierweiler et al. 2012 Animal Ecology). Sheenan & Sanderson (2012) beschrijven namens de Britse Vogelbescherming RSPB de noodzaak van het organiseren van bescherming tijdens alle stadia van de levenscyclus van tal van soorten. De grauwe kiekendief behoort in Nederland tot een van de weinige soorten waar we van beginnen te begrijpen waar de knelpunten in de levenscyclus liggen. www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 7

Broedseizoen 2012 Het aantal meldingen van grauwe kiekendieven in de maand april lagen in vergelijking met de voorgaande jaren een stuk lager (bron: www.waarneming.nl). Ook werden in het veld minder muizensporen waargenomen. Allemaal signalen dat het een broedseizoen met minder paren zou gaan worden. De voorspelling was: een derde minder. En dat kwam uit. In het broedseizoen 2012 hebben in vier provincies grauwe kiekendieven gebroed. Er waren minder broedparen, en de reproductie lag lager dan in 2011. Niet een onbekend fenomeen gezien de ontwikkelingen door de jaren heen: na een piekjaar volgt in de regel een daljaar (Koks et al. 2007 in Ibis). Dit is deels te verklaren aan de hand van een lager prooiaanbod door de cyclus in de (veld)muizenstand, mede bepaald door de invloed van een droge en koude winter. Daarmee wordt het belang van biodiversiteit in agrarisch gebied nog eens benadrukt. Naast bescherming van kiekendieven zijn er in slechte muizenjaren alternatieven in voedsel nodig. Figuur 1 Verspreiding van het aantal broedparen van grauwe kiekendieven in 2012. De verspreiding wordt weergegeven in blokken van 5x5 kilometer. Bron: Werkgroep Grauwe Kiekendief www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 8

Op provinciaal niveau waren grote verschillen in reproductie te zien. Zo lag de reproductie in Flevoland dit jaar hoger dan in Oost-Groningen, terwijl in de voorgaande jaren Flevoland juist de laagste reproductiecijfers liet zien. Ondanks de terugval in 2012 is er nog steeds een opgaande lijn te zien in het aantal broedparen van de grauwe kiekendieven. Belangrijke onderdelen van dit succes zijn actieve nestbescherming en een doordacht akkerrandenbeheer dat het voedselaanbod op peil houdt (SOVON, Vogelbalans 2012; thema boerenland). 70 65 60 55 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 2010 Flevoland Groningen Rest NL Totaal Figuur 2 De ontwikkeling van het aantal broedparen van de grauwe kiekendief vanaf 1975, met nog steeds een opgaande lijn. Bron: Werkgroep Grauwe Kiekendief www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 9

Groningen In de provincie Groningen hebben in 2012 35 paren gebroed of een poging tot broeden gedaan. Daarvan broedden 29 paar in Oost- Groningen en zes paar Noord-Groningen. In Oost-Groningen heeft er een verschuiving in broedgebieden plaatsgevonden. Daar waar in de voorgaande jaren meerdere broedparen bij elkaar zaten (semi-koloniebroeders) zoals Korengarst, Venneweg (Blijham) en Roode Til (Noordbroek) is het aantal broedparen van grauwe kiekendieven teruggelopen of zelfs verdwenen. Wij vermoeden dat er een relatie is tussen de toename van het aantal broedparen van slechtvalken in Oost-Groningen die in hoogspanningsmasten broeden in de hierboven genoemde gebieden. Twee paartjes hadden voor Nederlandse begrippen gezamenlijk een bijzonder nestplek uitgekozen, te weten een extensief beheerd grasland (hooiland), ingeklemd tussen een groot pluimveebedrijf, een melkveehouderij en een weg met hoge bomen. Ernstig was en is het verdwijnen van oudervogels in de jongenfase. Dit jaar betrof het vier vogels, twee mannetjes en een paartje. Van het een paartje in de omgeving van Borgsweer verdwenen de beide oudervogels binnen 24 uur. Er zijn serieuze vermoedens dat hier sprake is van roofvogelvervolging. Twee van de drie jongen waren net uitgevlogen en het derde jong zat nog op het nest. De twee uitgevlogen jongen hebben gelukkig gered omdat ze ruim zijn bijgevoerd. Het oudste jong werd op 15 augustus in de omgeving van Harlingen waargenomen, herkenbaar dankzij de aangebrachte vleugelmerken. Vrouwtje in wintergerst bij Midwolda. Harold van der Meer, juli 2012 www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 10

Flevoland Het aantal broedparen in Flevoland kwam op vijf, een gangbaar aantal voor deze provincie. Drie paartjes broedde op nagenoeg dezelfde locaties als vorig jaar. Het bijzondere was dat twee van de drie betrokken boeren enthousiast zelf contact met ons opnamen om dit verheugende nieuws met ons te delen. Jonge grauwe kiekendieven worden samen met agrariër dhr. Haanstra uit het nest gehaald om ze te gaan ringen. Oike Vlaanderen, juli 2012 De reproductie in de voorgaande jaren was erg pover, respectievelijk 0,25 en 0,8 jong/paar in 2010-2011. Dit jaar was er sprake van een reproductie van 2,0 jong/paar. Een verklaring voor deze uitschieter hebben we niet. In Flevoland nestelde dit jaar het enige paar dat vier jongen groot wist te brengen. In de voorgaande jaren waren regelmatig jagende grauwe kiekendieven te zien in de Kievitslanden. Dit jaar werd daar door Natuurmonumenten in het broedseizoen gewerkt aan herinrichting van het gebied. Opvallend waren de grauwe kiekendieven die geregeld in de Burchtkamp werden waargenomen. Ook valt niet uit te sluiten dat het vliegveld Lelystad dit jaar door jagende mannetjes is bezocht. www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 11

Drenthe In Drenthe werd er net als in de twee voorgaande jaren een broedpoging gedaan. Het waargenomen paar is net als in 2011 voortijdig verdwenen. Predatie door kraaien of subadulte bruine kiekendieven ligt in dit gebied voor de hand. Gebieden als het Lofar, maar bijvoorbeeld ook het Fochteloërveen lijken de functie te hebben van een wachtkamer voor subadulte kiekendieven die een jaar later de broedpopulatie zullen gaan versterken. Het aantal waarnemingen in 2012 in deze gebieden laat ook zien dat er dit jaar beduidend minder grauwe kiekendieven in Nederland verbleven dan in 2011. Bijzonder om te vermelden is dat er gedurende het gehele voorjaar en zomerseizoen (mei t/m september) in het Lofar-gebied een steppekiekendief verbleef. Deze kiekendiefsoort broedt in zuidoost Europa en Centraal Azië. Het is voor het eerst dat er in Nederland een steppekiekendief zo lang aanwezig was. Het betrof een tweede kalenderjaar mannetje die mooi te volgen was gedurende zijn doorrui naar een 3 e jaarskleed. Het Lofar-gebied herbergt voor Noord-Nederlandse begrippen hoge dichtheden aan leeuweriken, een belangrijke prooi voor kiekendieven en dan met name voor de mannetjes. Een bijzonder geval: het tweede kalenderjaar mannetje steppekiekendief die tijdens de rui in het Lofargebied verbleef. Gerard Sterk, mei 2012 www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 12

Fryslân In Fryslân is in 2012 maar één broedpaar vastgesteld, en wel in het bekende gebied van de Kollumerwaard nabij het Lauwersmeer. Zoals wij al eerder schreven is 2012 een slecht muizenjaar te noemen. Het Lauwersmeer biedt naast muizen goede alternatieve prooien voor grauwe kiekendieven, zoals zangvogels en insecten. Het paar op het land van de Proefboerderij in de Kollumerwaard bracht mede dankzij de positieve samenwerking met de bedrijfsleider P. Kramer met succes drie jongen groot. Bedrijfsleider P. Kramer van de Proefboerderij Kollumerwaard helpt mee met het plaatsen van nestbescherming. Alex Bakker, juni 2012 In de Kollumerwaard hebben veel vogelliefhebbers die het Lauwersmeer bezoeken kunnen genieten van dit broedpaar en hun uitgevlogen jongen. Het vrouwtje is de meest gefotografeerde grauwe kiekendief in 2012. We zijn blij dat ondanks de grote toeloop van belangstellenden alles daar goed is verlopen en er geen nestverstoring heeft plaatsgevonden. Het vrouwtje in de Kollumerwaard, de meest gefotografeerde grauwe kiekendief van 2012. Gerhard Kornelis; Lauwersland Magazine, juli 2012 www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 13

Broedsucces 2012 In 2012 waren er in totaal 42 broedpogingen in Nederland. Wij hebben daarvan zijn 26 nesten (62%) kunnen beschermen. Van de overige zestien nesten is er één niet gevonden maar was wel succesvol met in ieder geval een uitgevlogen jong. De andere vijftien nesten zijn in een vroeg stadium voor dat er nestbescherming geplaatst kon worden mislukt, drie tijdens de nestbouw, acht in de eifase en vier in de fase met jongen. Van de beschermde nesten zijn er drie mislukt, één werd er gepredeerd en de andere twee mislukten door voedseltekort na het verdwijnen van de oudervogels. In totaal zijn er van de 42 broedpogingen 24 nesten (57%) succesvol geweest, dat wil zeggen dat je jongen met succes zijn uitgevlogen. Er vlogen 49 jongen uit, wat een reproductiecijfer geeft van gemiddeld 1,2 jongen per paar. Zie voor een overzicht bijlage 1: reproductieschema 2012. Voor het op de lange termijn succesvol voortbestaan van de broedpopulatie grauwe kiekendieven in Nederland is berekend dat het reproductiecijfer jaarlijks minimaal 1,7 moet bedragen (Koks et al 2001). 45 40 35 30 25 20 15 10 1 17 24 onbekend mislukt succesvol 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 2.4 40.5 57.1 onbekend mislukt succesvol 5 10% 0 2012 0% 2012 Figuur 3 Het broedsucces 2012 in aantallen en percentages. Bron: Werkgroep Grauwe Kiekendief www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 14

Ringen en vleugelmerken In het voorbije broedseizoen zijn voor het laatst in kader van een Frans dispersieonderzoek vleugelmerken (wingtags) met een unieke combinatie van kleur en symbolen (zie bijlage 2) aangebracht. Dat waren dit jaar 53 jongen, zij kregen eveneens een metalen pootring die uitgegeven worden door het Vogeltrekstation Arnhem. Van deze 53 jongen hebben uiteindelijk 48 jongen het nest verlaten, en zijn er vijf voortijdig doodgegaan door predatie en voedseltekort. Dit jaar vloog er voor zover wij hebben kunnen nagaan één jong uit zonder te zijn geringd. In 2012 vlogen er 25 mannetjes (51 %) en 20 vrouwtjes (40,8 %) uit. Van 4 jongen (8,2 %) kon de sekse niet vastgesteld worden. Eén jong was al uitgevlogen en van de overige drie kon niet aan de hand van oogkleur, lichaamsgewicht, vleugellengte of klauwgrootte bepaald worden of het om mannetjes of vrouwtjes ging. Net als in de voorgaande twee jaren zijn er ook 2012 meer mannetjes dan vrouwtjes uitgevlogen. Uit onderzoek is gebleken dat in jaren met een slecht voedselaanbod er relatief meer mannetjes dan vrouwtjes uitvliegen. Het buurmeisje van een betrokken boer in Flevoland helpt mee bij het meten van een klauw. Oike Vlaanderen, juli 2012 www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 15

Terugmeldingen Met teugmeldingen bedoelen we waarnemingen van grauwe kiekendieven met kleurringen of met vleugelmerken. De terugmeldingen betreffen alle door de Werkgroep gemerkte vogels inclusief uit enkele gebieden in Duitsland. Het gaat om grauwe kiekendieven die in Nederland zijn waargenomen, en grauwe kiekendieven die in Nederland gemerkt zijn en zijn waargenomen in het buitenland. Vleugelmerken Vorig jaar spraken we de verwachting uit dat er in 2012 meer waarnemingen van grauwe kiekendieven met vleugelmerken zouden binnenkomen dan in 2011. Hadden we in 2011 al 51 meldingen, in 2012 waren dat er 134. De 51 waarnemingen in 2011 betroffen 35 verschillende grauwe kiekendieven. In 2012 gaat het om 40 individuele vogels, waarvan er zesendertig van oorsprong uit Nederland afkomstig waren (zie bijlage 3). Van de overige vier waren er twee uit Duitsland afkomstig; van twee waarnemingen gaat het ook om buitenlandse vogels daar zijn de gegevens van doorgegeven maar daar hebben wij nog geen informatie over gekregen. De waarnemingen kwamen uit zeven verschillende landen (inclusief Nederland). Alle informatie die hiermee verkregen wordt helpt mee in het genereren van een beeld over de uitwisseling tussen de deelpopulaties en over de bewegingen van niet geslachtsrijpe, ongepaarde en/of in het broeden mislukte vogels. Dit vrouwtje is in 2012 teruggemeld als broedvogel in Sleeswijk-Holstein. In 2010 kroop ze uit het ei in de omgeving van Ulrum (N-Gr). Madeleine Postma, juli 2010 www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 16

Kleurringen Net als in de voorgaande jaren lag het aantal waarnemingen van grauwe kiekendieven met kleurringen veel lager in vergelijking met het aantal waarnemingen van grauwe kiekendieven met vleugelmerken. Er zijn twaalf waarnemingen van grauwe kiekendieven met kleurringen binnengekomen. Het ging hier om elf verschillende vogels (zie bijlage 4). Van deze elf grauwe kiekendieven werden er vijf afgelezen doordat ze werden gevangen in het kader van het GPS-logger onderzoek. Dit vrouwtje met groene kleurring 2P broedde in de Westpolder (N-Gr). Ze is afkomstig uit Landkreiz Diepenholz waar ze in 2010 als nestjong is geringd. Gerhard Kornelis, Lauwersland Magazine, juni 2012 www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 17

Habitatkeuze Nestlocaties Nestlocaties worden onder meer bepaald door gewassen die in de maand mei op het moment van nestbouw de juiste hoogte hebben. In 2012 viel op dat er maar een nest in luzerne was te vinden en juist een hoger aantal nesten in koolzaad. 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 1990-1999 2000-2009 2010 2011 2012 overig landbouwgewassen onbekend (semi) natuur koolzaad wintergerst luzerne wintertarwe Figuur 4 Het aantal nesten in de verschillende gewassen vergeleken met de twee voorgaande jaren en de gemiddelden van de periodes 1990-1999 en 2000-2009. Bron: Werkgroep Grauwe Kiekendief www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 18

Zomergerst Dankzij onze GPS-loggervogels vonden we in de Veenkoloniën en op een paar locaties in het Hebrecht verschillende percelen zomergerst waar grauwe kiekendieven frequent naar toe vlogen. Ook twee percelen zomergerst tussen Muntendam en Tripscompagnie werden door minimaal zes mannetjes en één wijfje bezocht. Uit ons werk met radiozenders (2003-2007) weten we dat vanaf begin juli grote groene sabelsprinkhanen door grauwe kiekendieven worden gevangen (proefschrift Trierweiler C., 2010). Doorgaans worden deze relatief kleine prooien gebruikt voor het onderhoud van de betreffende vogel zelf. Na het vangen van een sprinkhaan vliegt de kiekendief naar de rand van het perceel om daar de poten en vleugels van de sabelsprinkhanen te halen om deze vervolgens zelf op te eten. Op nesten van Nederlandse grauwe kiekendieven worden zelden resten van deze carnivore sprinkhanen gevonden. Een vrouwtje heeft zojuist een grote groene sabelsprinkhaan gevangen en plukt deze op het naastgelegen aardappelperceel. Theo van Kooten, augustus 2012 Een vraag die wij onszelf stellen is waarom het ene zomergerst wordt geprefereerd, terwijl een veelvoud aan ogenschijnlijk identieke percelen worden genegeerd. Na het bezoeken van verschillende zomergerstpercelen en het voeren van gesprekken met een aantal akkerbouwers komt het volgende beeld naar voren: a) Alle door ons bekeken percelen waar grote groene sabelsprinkhanen werden gevangen werden (deels) door een akkerrand omzoomd; b) In alle gevallen gebruikte de betreffende akkerbouwer helemaal geen insecticiden of werd er een pesticide gebruikt met een specifieke werking voor alleen bladluizen. c) Er was in twee gevallen sprake van een landbouwer die vertrouwde op de invloed van zijn akkerrand op het bestrijden van plaaginsecten in zijn gewas. Vanuit dit principe worden de zogenaamde FAB-randen (Functionele Agro Biodiversiteit) door tal van boeren aangelegd. De combinatie van akkerranden en minder gebruik van pesticiden zou wel eens gunstig kunnen uitpakken voor grote groene sabelsprinkhanen en daarmee indirect voor jagende grauwe kiekendieven. www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 19

Dieetkeuze in 2012 Om een indicatie te krijgen van het prooiaanbod in 2012 zijn er net als in de voorgaande jaren braakballen en plukresten verzameld rond de nestpercelen en bij de nesten van grauwe en blauwe kiekendieven. Samen met een grote groep vrijwilligers zijn deze prooiresten onderzocht. In 732 Nederlandse prooiresten werden 1258 prooien gevonden van 53 verschillende soorten (zie bijlage 5). Samen met vrijwilligers een dag braakballen pluizen. Door Ben Koks, oktober 2012 In 2012 vonden we een groter aandeel vogels in de prooiresten dan in het voorgaande jaar. Dit duidt er op dat de grauwe kiekendieven minder muizen (voorkeurs-/basisvoedsel) tot hun beschikking hadden. 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 2011 2012 overig insecten zoogdieren haas/konijn vogel muis Figuur 5 Percentages van verschillende prooi-categorieën in braakballen en plukresten verzameld in 2012. Bron: Werkgroep Grauwe Kiekendief www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 20

In figuur 7 is te zien dat het muizenaandeel in de prooiresten van 2012 nog wel boven de 50% ligt maar dat dit aanzienlijk lager is dan het aandeel muizen in 2011. Het aandeel van vogels als prooi ligt in 2012 10% hoger dan in 2011. Voor grauwe kiekendieven blijft het (veld)muizenaanbod van groot belang, maar in slechtere muizenjaren zijn ze aangewezen op een alternatief. 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% O-Gr N-Gr Fl overig insecten zoogdieren haas/konijn vogel muis Figuur 6 Percentages van de verschillende prooicategorieën opgesplitst naar drie broedgebieden in Nederland. Bron: Werkgroep Grauwe Kiekendief Het aandeel muizen in de gevonden prooiresten in drie Nederlandse broedgebieden laat grote verschillen zien. In Flevoland komt dit zelfs onder de 50% uit. De relatie tussen het muizenaanbod en het aantal gevonden vogelresten komt in beide figuren duidelijk naar voren. Uit het onderzoek van Vincent Bretagnolle (CNRS, Frankrijk) blijkt dat er de laatste jaren een verschuiving plaatsvindt van voornamelijk veldmuis naar een gemengd dieet met relatief veel akkervogels en in het bijzonder de talrijke gele kwikstaart. Ondanks het geringe aantal veldmuizen hebben grauwe kiekendieven dus alternatieven voorhanden en vliegen er toch substantiële aantallen jongen uit. Hiermee wordt nog eens bevestigd dat voor het behoud van onder meer de broedpopulatie grauwe kiekendieven een gevarieerd prooiaanbod van groot belang is. Dat vraagt om maatregelen die de biodiversiteit in landbouwgebieden vergroten en in stand houden. www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 21

Vervolging In alle jaren verdwijnen er gedurende het broedseizoen plotseling oudervogels en mislukken nesten in de fase met jongen. Er zijn verschillende oorzaken aan te wijzen maar het probleem is dat meestal niet te achterhalen is wat er daadwerkelijk is gebeurd. In toenemende mate maken wij ons zorgen over vervolging van grauwe kiekendieven in Nederland. Doordat we steeds beter in staat zijn de vogels gedurende het broedseizoen te volgen door GPS-loggers, satellietzenders en meer ogen in het veld, ontdekken we dat enkele verdwijningen en de dood van jongen onder verdachte omstandigheden plaatsvinden. Het verkrijgen van bewijs voor die vermoedens blijkt niet tot nauwelijks mogelijk. Alleen uitspraken van betrokkenen in de buurt van het nest en de te grote toevalligheid van bijvoorbeeld het verdwijnen van een compleet paartje zijn de aanwijzingen die we hebben. Doordat de handhaving in het veld deels is weggesaneerd neemt de vervolging op roofvogels toe. Vaak wordt de bescherming van weide- en akkervogels als legitimatie voor roofvogelvervolging aangewend om tot afschot, legselvernietiging en vergiftiging over te gaan. Zelf merken we dat de gesprekken met de mensen die wij tijdens ons veldwerk tegenkomen steeds grimmiger worden. Op vergaderingen van sommige agrarische natuurverenigingen wordt openlijk over een teveel aan kiekendieven gerept. Na 23 seizoenen intensieve bescherming van deze beschermde soort is dat een kille kentering. www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 22

De blauwe kiekendief in Oost-Groningen Broedseizoen 2012 Het aantal broedende blauwe kiekendieven in Nederland is de laatste jaren sterk afgenomen. In 1994 bereikte de soort in Nederland zijn maximale omvang van ongeveer 125 broedpaar. De afgelopen twee jaren schommelt de broedpopulatie rond de twintig paren. Momenteel broedt het grootste deel nog op de Waddeneilanden. De blauwe kiekendief lijkt eenzelfde habitatwissel door te maken als de grauwe kiekendief. In Frankrijk en Spanje broeden inmiddels de meeste blauwe kiekendieven in grootschalig akkerland. In 2010 keerden de eerste blauwe kiekendieven terug in Oost-Groningen met drie broedparen in akkerland. Voor 2012 was net als bij de grauwe kiekendieven de verwachting dat er minder broedparen zouden zijn dan in 2011. Konden we in 2011 vijf broedpogingen noteren waarvan er uiteindelijk twee succesvol waren. Dit jaar komt het aantal paren op drie waarvan twee succesvol, met in totaal vijf uitgevlogen jongen. Van het derde paartje weten we dat hun broedpoging al in een vroeg stadium (eifase) is mislukt. In de voorgaande twee jaren hebben we nesten van blauwe kiekendieven beschermd door middel van een stroomhek van 10 bij 10 meter. Dit jaar is het gelukt om een nest van blauwe kiekendieven te beschermen met een kleinere beschermingskooi (Ø 1,5m) die ook bij grauwe kiekendieven gebruikt wordt. Begin juli werden beide oudervogels van dit nest gevangen en kregen een GPS-logger, een primeur voor Nederland. Het vrouwtje van dit paartje bleek een oranje kleurring te dragen. Ze is in 2010 in de omgeving van Emden als nestjong geringd. Op 9 juli zijn de drie jongen geringd. De twee oudsten werden als eerste blauwe kiekendieven in Nederland van gekleurde vleugelmerken voorzien. De vleugelmerken voor blauwe kiekendieven zijn net als bij grauwe kiekendieven aangebracht in het kader van een Frans dispersie onderzoek. Alleen bestaan deze uit kleurencombinaties zonder symbolen. De twee oudste jongen zitten op de kooirand te wachten op prooi. Theo van Kooten, juli 2012 www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 23

Alleen de twee jongen met gekleurde vleugelmerken zijn uitgevlogen. Op 11 september worden de resten van een van de jongen door een boer gevonden, op een akker in de buurt van het nestperceel. Het tweede succesvolle paartje hebben we in het broedseizoen niet kunnen lokaliseren. Dat ze succesvol waren bleek uit een slaapplaatsobservatie op 20 september waar een vrouwtje arriveerde met drie jongen. Gedurende het broedseizoen waarin onderzoek is gedaan naar grauwe kiekendieven doken ook steeds de blauwe kiekendieven op. Tijdens slaapplaatstellingen en tijdens het observeren van grauwe kiekendieven rond de pas gemaaide vogelakkers in de Vriescheloërvennen. Waar grauwe kiekendieven in de zomer profiteren van de aangelegde akkerranden en vogelakkers doen blauwe kiekendieven dit ook. Het blauwekiekendiefvrouwtje krijgt een GPS-logger omgebonden. Ben Koks, juli 2012 De gegevens die de twee loggervogels hebben verzameld en naar wij hopen nu nog verzamelen zijn van groot belang om het gedrag van deze bijzondere en voor Nederland inmiddels zeldzame broedvogel beter in kaart te brengen. Om zo ook voor deze soort te kunnen komen tot passende en effectieve beschermingsmaatregelen. www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 24

Onderzoek Satellietzenders De Werkgroep Grauwe Kiekendief was in 2005 de eerste organisatie die in Nederland satellietzenders voor onderzoek wist te organiseren. Het volgen van in Europa broedende grauwe kiekendieven middels satellietzenders is zijn zevende jaar ingegaan. De continuïteit in het jaarlijks de beschikking hebben over grauwe kiekendieven met een satellietzender levert ons waardevolle gegevens op. (Trierweiler et al. 2012 Animal Ecology) Begin 2012 waren in het overwinteringsgebied in de Sahel nog vijf grauwe kiekendieven met een satellietzender te volgen. Op het moment van de voorjaarsmigratie vonden twee mannetjes de dood. De drie overgebleven vogels, allen vrouwtjes, die wel op weg naar Europa gingen, lieten een afwijkend beeld zien ten opzichte van de voorgaande jaren. Ze weken sterk uit naar het westen en leken een tocht recht over de Sahara te willen mijden. Twee van de drie vrouwtjes arriveerden op tijd voor het broedseizoen. Het derde vrouwtje arriveerde in vergelijking met 2010 en 2011 respectievelijk negen en vijftien dagen later in haar broedgebied in Denemarken. Uiteindelijk bleek dit te laat om nog gepaard te raken en tot broeden te komen. Afbeelding 1 Migratieroutes van 2010,2011 en 2012 van het Deense satellietzendervrouwtje Mathilde. De gele pictogrammen markeren waar Mathilde was op 26 april tijdens de voorjaarsmigratie. Bron: Werkgroep Grauwe Kiekendief www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 25

In het afgelopen broedseizoen zijn in Denemarken en Duitsland door medewerkers van de WGK nog eens een viertal grauwe kiekendieven met satellietzenders uitgerust. Daarmee komt het totaal op zeven grauwe kiekendieven met een satellietzender. De drie nog levende vrouwtjes en deze vier nieuwe vogels kunnen ook dit jaar weer tijdens de migratie en overwintering via onze website door iedereen gevolgd worden. Het mannetje Pierre krijgt in Denemarken een satellietzender omgebonden. Henning Heldbjerg, juni 2012 Afbeelding 2 Mannetje Pierre bezoekt tijdens zijn najaarsmigratie onder andere gebieden in Nederland waar paartjes hebben gebroed. De nesten zijn gemarkeerd met een witte cirkel. Bron: Werkgroep Grauwe Kiekendief www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 26

GPS-loggers Om het gedrag van grauwe kiekendieven beter te begrijpen in relatie tot de gebieden waar ze verblijven is het van belang meer gedetailleerde informatie over het jaarrond te krijgen. Om die reden is de WGK in 2009 in Nederland een onderzoek gestart met behulp van GPS-loggers. In samenwerking met de Universiteit van Amsterdam zijn ook dit jaar weer grauwe kiekendieven van GPS-loggers voorzien. De WGK is zeer blij met het feit dat het onderzoek met GPS-loggers zich dit jaar in Oost-Groningen zeer succesvol verder heeft uitgebreid met de bruine kiekendief en de blauwe kiekendief. Van 2009 tot en met 2011 zijn er twintig grauwe kiekendieven van een GPS-logger voorzien. Van de negen vogels die in 2011 met een logger op trek naar de Sahel zijn gegaan, zijn er in 2012 vier teruggekeerd in Oost-Groningen. In 2012 heeft een record aantal nieuwe grauwe kiekendieven een logger gekregen, te weten dertien. De elf mannetjes en zes vrouwtjes hebben inmiddels een schat aan informatie opgeleverd. Afbeelding 3 Alle verzamelde GPS-punten in het broedseizoen van de blauwe, de bruine en de grauwe kiekendieven in Oost-Groningen. Bron: Werkgroep Grauwe Kiekendief Om tot nieuwe inzichten te kunnen komen met de verzamelde GPS-loggergegevens is er net als in de voorgaande jaren op grote schaal veldwerk verricht, zoals het inventariseren van akkervogels volgens het Meetnet Agrarische Soorten, muizeninventarisaties en prooionderzoek. Alles samen moet leiden tot een vollediger beeld over welke factoren bepalen dat grauwe kiekendieven wel of niet succesvol zijn in hun leefgebieden, zowel in Nederland als in Europa en Afrika. Daaruit voortvloeiend worden maatregelen gesuggereerd ter verbetering van het akkervogelbeheer en voor een betere bescherming van grauwe en blauwe kiekendieven. www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 27

Niet alleen op het gebied van agrarisch natuurbeheer leveren de GPS-loggervogels veel informatie op. Ze hebben ons ook geleid naar andere veranderingen in het landschap zoals windturbineparken, naar het fenomeen van gezamenlijke slaapplaatsen in het broedseizoen en naar de bijzondere ontdekking dat grauwe kiekendieven tijdens de trek ook in bomen slapen.in 2012 bracht loggervogel Edwin nadat hij in Oost-Groningen was gearriveerd mooie gegevens mee over een bezoek aan Flevoland in het voorjaar. Na het uitwerken van al zijn data bleek hij vijf dagen in Flevoland te hebben doorgebracht. De gebieden waar hij verbleef waren exact de plaatsen waar in 2011 andere grauwe kiekendieven hadden gebroed en waar ze in 2012 ook weer hun nestlocaties hadden. Afbeelding 4 Onderweg tijdens de voorjaarsmigratie maakt loggervogel Edwin rechtsomkeert bij Zwolle. Hij verblijft vervolgens vijf dagen in Flevoland, op plaatsen waar in 2011 en 2012 broedpaartjes hebben gezeten. Bron: Werkgroep Grauwe Kiekendief We verwachten ook met de bruine kiekendief en de blauwe kiekendief veel nieuwe informatie te verkrijgen, informatie die ons in staat zal stellen deze vogels beter te begrijpen en daarmee beter te beschermen. Met behulp van deze moderne loggers is in 2011 en 2012 onder meer specifiek onderzoek gedaan naar de effectiviteit van agrarisch natuurbeheer in samenwerking met de Agrarische Natuurvereniging Oost Groningen (ANOG). Het gaat om een vogelakker-experiment in de Vriescheloërvennen. www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 28

Experiment vogelakkers In het voorjaar van 2011 zijn in de Vriescheloervennen twee akkers specifiek voor vogels ingericht, vogelakkers geheten. De percelen zijn voor de helft ingezaaid met het SNLbraakmengsel, de andere helft met luzerne waarin weer twee stroken braakmengsel liggen. Het luzernegedeelte en delen van het braakmengsel worden twee tot drie keer geoogst door de Grasdrogerij B.V. Oldambt. Figuur 7 Vogelakkers in de Vriescheloërvennen aan de Bisschopsweg (boven) en aan de Polderweg (onder) na de eerste maaibeurt in juni 2012. Bron: Werkgroep Grauwe Kiekendief www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 29

Tijdens het broedseizoen 2012 zijn er twee keer strokenpatronen gemaaid (figuur 8). Dit resulteert in een variatie van gewashoogtes die akkervogels voedsel zullen bieden. Na het maaien zijn op 2338 punten binnen een vierkante meter alle muizenholletjes en sporen van muizen genoteerd, om het prooiaanbod voor jagende grauwe kiekendieven in kaart te brengen. In figuur 9 is duidelijk te zien dat er in het luzernegedeelte minder actieve muizenholletjes te vinden zijn dan in braakstroken. Figuur 8 Actieve muizenholletjes per m2 op de vogelakkers aan de Bisschopsweg en aan de Polderweg per gewas. De boxplots geven de median (zwarte punt) en laten zien hoe waardes verdeeld zijn. 50% van de observaties ligt binnen de blauwe box, 95% ligt binnen de "whiskers, en de punten daarboven zijn outliers. Bron: Werkgroep Grauwe Kiekendief In de data van onze loggervogels kunnen we zien dat zij gebruikmaken van het muizenaanbod dat door het maaien beschikbaar komt. Direct na het maaien komen ze vaker naar het gebied en foerageren op de net gemaaide stroken (afbeelding 5). Het percentage van jaagpunten is hoger op gemaaide braak en luzerne dan op het ongemaaide braak (figuur 11). De vogels kiezen weer vaker voor gemaaide braak dan voor gemaaide luzerne, omdat er meer muizen in de braak zitten (vgl. figuur 9). Deze eerste resultaten laten duidelijk zien dat het experiment vogelakkers als voedselbron voor grauwe kiekendieven en daarmee ook voor andere roofvogels geslaagd is. www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 30

Afbeelding 5 Loggervogel "Marc" jagend op de vogelakker aan de Bisschopsweg na de eerste maaibeurt op 12 juni 2012. Bron: Werkgroep Grauwe Kiekendief Figuur 9 Percentage van jaagpunten per habitattype van loggervogel "Pieter" in de 72 uur na het maaien op de vogelakkers aan de Bisschopsweg (links) en aan de Polderweg (rechts). Bron: Werkgroep Grauwe Kiekendief www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 31

Slaapplaatstellingen In 2011 werd dankzij het onderzoek met GPS-loggers ontdekt dat grauwekiekendiefmannetjes gedurende het broedseizoen niet in de directe omgeving van hun nest overnachten, maar met andere mannetjes soms op enkele kilometers van het nest slapen. Gezamenlijke slaapplaatsen gedurende het winterseizoen waren bekend, maar in het broedseizoen nog niet. Afbeelding 6 Slaapplaatsmarkeringen van drie loggermannetjes in de maanden mei tot en met augustus 2012. De nesten van deze mannetjes lagen in de geel omlijnde percelen. Bron: Werkgroep Grauwe Kiekendief Om dit fenomeen beter te begrijpen en in kaart te brengen is van begin juni tot en met begin september 2012 door de WGK vrijwillig en in samenwerking met vrijwilligers en studenten een tweewekelijkse slaapplaatstelling georganiseerd. In groepen werd er op verschillende plaatsen vanaf een uur voor zonsondergang tot aan het donker slaapplaatsen geobserveerd. Daarbij werd genoteerd hoe laat de kiekendieven arriveerden, van welke sekse en van welke leeftijd. Na de eerste telling bleek dat naast grauwe kiekendieven ook blauwe en bruine kiekendieven in hetzelfde gebied en op dezelfde percelen sliepen. De verzamelde gegevens worden in 2013 nader geanalyseerd en uitgewerkt. Eén van de vele slaapplaatstellingen met vrijwilligers. Oike Vlaanderen, juli 2012 www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 32

Veldleeuwerikenonderzoek Vanaf 2007 is het landbouwgebied in de omgeving van Ganzedijk in Oost-Groningen intensief gemonitord op broedvogels. De uitkomsten laten een afname van de veldleeuwerikenbroedpopulatie zien van gemiddeld 6% per jaar. Dit ondanks de aanwezigheid van een dichtheid van 8% aan akkerranden. In 2011 is er een tweejarig veldleeuwerikonderzoek gestart, gericht op het broed- en foerageergedrag van veldleeuweriken, op de ontwikkeling van de voorkomende gewassen en op de aanwezigheid van insecten gedurende het broedseizoen. Het onderzoek had als doel inzicht te krijgen of veldleeuweriken in landbouwgebieden in staat zijn om voldoende jongen groot te brengen voor een duurzame en groeiende populatie. Het onderzoek is uitgevoerd door een medewerker van de WGK, deskundig op het gebied van veldleeuweriken, samen met een promovenda die in 2010 onder begeleiding van de WGK is gestart met een insectenonderzoek in relatie tot akkerranden. Promovenda Marije Kuiper werkt met een stofzuiger om insecten te bemonsteren. Henk Jan Ottens, 2011 In dit onderzoek zijn de volgende methodes gebruikt: 1. BMP, broedvogelmonitoring 2. Inventariseren van broedparen en nesten 3. Radiotelemetrie, vogels met zender volgen middels een antenne 4. Observeren van voedselvluchten 5. Biometrie; meten, wegen en ringen van de jonge en adulte vogels 6. Gewasmetingen 7. Insectenbemonstering in verschillende habbitattypen, 8. Analyse van uitwerpselen In het onderzoeksgebied is het niet de beschikbaarheid van voedsel die de broedpopulatie van veldleeuweriken doet krimpen. De oorzaak van de voortschrijdende achteruitgang is gelegen in het feit dat de broedgeschikte gewassen met de daarbij behorende bewerkingen onvoldoende goede nestgelegenheid en tijd bieden aan veldleeuweriken om jongen met succes groot te brengen. Vanuit dit onderzoek worden aanbevelingen opgesteld om de kansen van veldleeuweriken in het Nederlands agrarische landschap te vergroten. www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 33

Studenten Ieder jaar krijgt de Werkgroep veel verzoeken van studenten voor een stage- en of afstudeerplaats. De WGK vindt het belangrijk om studenten met opleidingsniveaus van mbo tot en met universitair niveau de mogelijkheid te bieden om onderzoek uit te voeren, of te ondersteunen bij en mee te draaien in alle voorkomende werkzaamheden. Zij maken daardoor kennis met toegepaste wetenschap in agrarisch gebied. In 2012 zijn er zes studenten actief geweest die een waardevolle bijdrage hebben geleverd aan de onderzoeken. Promovenda Wageningen University & Research centre Master Biologie, gedragsecologie 2011-2012 Universiteit Utrecht 4 e jaars hbo Bos- en natuurbeheer InHolland, Delft 4 e jaars mbo Bos- en natuurbeheer Helicon, Velp 3 e jaars mbo Wildlife management AOC Terra, Zwolle 3 e jaars Groenmanagement PHL Limburg, België Bachelor dierecologie Rijksuniversiteit Groningen Bachelor dierecologie Rijksuniversiteit Groningen Master Milieuwetenschappen Open Universiteit Promotieonderzoek: Effectiviteit akkerandenbeheer Vole abundance in the Montagu s harrier breeding area in Eastern-Groningen and how this affects male hunting habitat selection Scriptie: Wintervoedselvelden Artikel: Ruigpootbuizerds Opstellen van een inrichtingsplan Grauwe gors Onderzoek met enquête en advies over betrokkenheid vrijwilligers Akkervogelmonitoring, broedbiologie veldleeuwerik en grauwe kiekendief Ontwikkelen meetinstrument muizenonderzoek Ontwikkelen meetinstrument muizenonderzoek Afstudeeropdracht: slaapplaatsen grauwe kiekendief www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 34

Dankwoord Alle hiervoor beschreven werkzaamheden, onderzoeken en activiteiten kunnen wij als werkgroep alleen maar realiseren met de hulp van vrijwilligers, met de medewerking van agrariërs en door de goede samenwerking met de Groenvoederdrogerij BV Oldambt, Rijksuniversiteit Groningen en de Universiteit van Amsterdam. Dan zijn er nog onze donateurs, die met hun jaarlijkse bijdrage vertrouwen in ons werk blijven tonen. Vanaf begin 2011 werken we samen met de grootste waarnemingssite van Nederland, www.waarneming.nl. Zij bieden ons de mogelijkheid om alle informatie over het voorkomen/aanwezig zijn van grauwe kiekendieven te verzamelen en waar nodig voor specifieke gebieden deze informatie onder een automatische embargo te plaatsen. De verborgen waarnemingen zijn alleen voor direct betrokken vrijwilligers en medewerkers zichtbaar. Met het embargo is er een eerste bescherming voor grauwe kiekendieven ingebouwd; een noodzaak na vele negatieve ervaringen met fotografen en andere nieuwsgierige bezoekers die te ver zijn gegaan in het benaderen van nestlocaties. De provincie Groningen bedanken wij voor de financiële ondersteuning op het gebied van het beschermingswerk en agrarisch natuurbeheer. Daarnaast ook voor het meedenken en adviseren bij het ontwikkelen van nieuwe plannen voor de toekomst. Dat de positieve ontwikkelingen in de provincie Groningen, zoals de groei van de populatie grauwe kiekendieven en de blijvende terugkeer van blauwe kiekendieven, velduilen en van andere soorten een voorbeeld mogen zijn. Een voorbeeld dat gedegen beschermingswerk en goed doordachte maatregelen op het gebied van akkervogelbeheer er toe doen. www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 35

Literatuurlijst Arroyo B., García J.T. & Bretagnolle V. (2002). Conservation of Montagu's Harrier Circus pygargus in agricultural areas. Ornithol. Anzeiger. 41: 119-134. Bijlsma R.G. (1997). Handleiding veldonderzoek Roofvogels. KNNV Uitgeverij, Utrecht. Bijlsma R.G. (1993) Ecologische Atlas van de Nederlandse Roofvogels. Butet A. & Leroux A.B.A. (1993). Effect of prey on a predator's breeding succes. A 7-year study on common vole Microtis arvalis and Montagu's Harrier Circus pygargus in a West France marsh. Acta Ecologica 14: 857-865 Franken, M. (2011) Vole abundance in the Montagu s harrier breeding area in Eastern-Groningen and how this affects male hunting habitat selection. Master s thesis Universiteit Utrecht Klaassen O., Dijksen L. & de Boer P. (2010) Blauwe Kiekendieven op de Waddeneilanden in 2010. Koks B.J., Jonker M. & Visser E. (1994) Prooikeuze van Grauwe Kiekendieven Oost-Groningen in 1994. De Grauwe Gors 22 (4); 96-102. Koks B.J.& van Scharenburg K.(1997). Meerjarige braaklegging een kans voor vogels, in het bijzonder de Grauwe Kiekendief! De Levende Natuur 98: 218-222. Koks B., van Scharenburg K. (C.W.M.) & Visser E. (2001) Grauwe Kiekendieven Circus pygargus in Nederland: balanceren tussen hoop en vrees. Limosa 74: 121-136 Koks B.J., Trierweiler C., Visser E.G., Dijkstra C. & Komdeur J. (2007) Do voles make agricultural habitat attractive to Montagu s Harrier Circus pygargus? Ibis 2007 doi: 10.1111/j.1474 919x.2007.00683.x Koks B. J.& Visser E.(2002): Montagu's Harriers Circus pygargus in the Netherlands: Does nest protection prevent extinction? Ornithologischer Anzeiger. 41: 159-166. Koks B.J., Visser E., Draaijer L. & Kleefstra R. (2002) Grauwe Kiekendieven Circus pygargus in Nederland in 2001. Takkeling 10: 56-73 Schlaich A.E. (2011) Stopover site ecology of Montagu s Harrier (Circus pygargus) in East-Morocco. Master s Thesis; Carl von Ossietzky Universität Oldenburg Master of Science in Biology Sheenan & Sanderson (2012) Seeing the bigger picture:how anthropogenic landscape modification in Africa affects declining migratory birds and the need for trans-continental research and conservation. Ibis (2012), 154, 659 662 Sovon (2012) Boerenlandvogels, Vogelbalans. Thiollay J.M. & Bretagnolle V. (2004): Rapaces nicheurs de France. Distribution, effectifs et conservation. Trierweiler C., Drent R.H. ( ), Komdeur J., Exo K.M., Bairlein F. & Koks B.J. (2008) De jaarcyclus van de Grauwe Kiekendief: een leven gedreven door woelmuizen en sprinkhanen. Limosa 81: 107-115 Trierweiler C. & Koks B. (2009) Montagu s Harrier Circus pygargus. Living on the edge - Wetlands and birds in a changing Sahel door Zwarts L., Bijlsma R.G., Van der Kamp J. & Wymenga E.: 312-327 Uitgeverij KNNV, Zeist. Trierweiler C. (2010) Travels to feed and food to breed The annual cycle of a migratory raptor, Montagu s harrier, in a modern world. PhD Thesis: Animal Ecology Group, Centre for Ecological and Evolutionary Studies (CEES). Trierweiler C., Mullié W.C., Drent R. ( ), Exo K..M., Komdeur J., Bairlein F., Harouna A., de Bakker M. & Koks B.J. (2012) A Palaearctic migratory raptor species tracks shifting prey availability within its wintering range in the Sahel. Journal of Animal Ecology 2012 doi: 10.1111/j.1365-2656.2012.02036.x www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 36

Bijlage 1: reproductiecijfers 2012 reproductiecijfers 2012 Oost-Groningen Noord-Groningen Flevoland Friesland Drenthe Totaal aantal broedparen 29 6 5 1 1 42 aantal paren met nestbouw gestart 29 6 5 1 1 42 aantal paren met onbekend resultaat - - - - - 0 aantal beschermde nesten 19 3 3 1-26 succesvolle nesten 17 2 4 1-24 uitgevlogen jongen totaal 33 3 10 3-49 gemiddeld per paar 1,1 0,5 2,0 3,0-1,2 gemiddeld per succesvol nest 1,9 1,5 2,5 3,0-2,0 Bron: Werkgroep Grauwe Kiekendief www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 37

Bijlage 2: overzicht vleugelmerk (wingtag) kleuren en symbolen Bron: www.busards.com www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 38

Bijlage 3: terugmelding vogels met vleugelmerken 2012 Terugmeldingen uit 2012 van vogels met vleugelmerken. De terugmeldingen betreffen alle door de Werkgroep gemerkte vogels inclusief uit enkele gebieden in Duitsland. Het gaat om grauwe kiekendieven die in Nederland zijn waargenomen, en grauwe kiekendieven die in Nederland gemerkt zijn en zijn waargenomen in het buitenland. De met lichtgrijs gearceerde rijen verwijzen naar waarnemingen van vogels uit hetzelfde nest. Leeftijd is genoteerd in kalenderjaren. Bron: Busards.com en Werkgroep Grauwe Kiekendief Code KJ Ringlocatie Locatie waarneming Afstand Status 8nW HnB v 1 Winschoten O-GR Winschoten O-GR NL aug 0,5 km predatie PwB HnB v 1 Bellingwolde, O-GR Weddemarke, O-GR NL aug 4 km afgelezen PwB HnB v 1 Bellingwolde, O-GR Bawdsey Manor, Suffolk GB aug 411 km afgelezen VnB AnF? 1 Finsterwolde, O-GR Finsterwolde, O-GR NL aug 0,3 km afgelezen VnB AnF? 1,, Finsterwolde, O-GR NL aug 0,2 km afgelezen VnB 8nF v 1,, Finsterwolde, O-GR NL aug 0,3 km afgelezen VnB VnJ v 1,, Finsterwolde, O-GR NL aug 0,3 km afgelezen PwB XnB v 1 Kollumerwaard, FRL Lauwersmeer N-GR NL aug 3 km afgelezen PnJ XnB m 1 Noordbroek, O-GR Veelerveen, ZO-GR NL aug 24 km afgelezen PnJ XnB m 1 Noordbroek, O-GR Quinto, Zaragoza ES sept 1425 km afgelezen /nb TwO m 1 Borgsweer, O-GR Harlingen, FRL NL aug 107 km afgelezen /nb TwO m 1 Borgsweer, O-GR Onlanden, N-DR NL sept 37 km afgelezen /nb TwO m 1 Borgsweer, O-GR Onlanden, N-DR NL sept 37 km afgelezen /nb TwO m 1 Borgsweer, O-GR Leekstermeer, N-DR NL sept 39 km afgelezen /nb 8wO v 1 Nieuw Scheemda, O-GR Onlanden, N-DR NL sept 31 km afgelezen /nb 8wO v 1 Nieuw Scheemda, O-GR Bellingwolde, O-GR NL sept 15 km afgelezen /nb 8wO v 1 Nieuw Scheemda, O-GR Bellingwolde, O-GR NL sept 15 km afgelezen VnB TnF m 1 Drieborg, O-GR Luxemburg, Bastogne BE sept 370 km afgelezen /nb HnB v 2 Meedhuizen O-GR Ochtersum, Niedersachsen DE mei 54 km afgelezen /nb HnB v 2 Meedhuizen O-GR Krummhörn, Niedersachsen DE mei 23 km afgelezen HnB XnO m 2 Blijham, O-GR telpost Breskens, ZL NL mei 308 km afgelezen HnB XnO m 2 Blijham, O-GR Bellingwolde,O-GR NL mei 4 km afgelezen HnB XnO m 2 Blijham, O-GR Bellingwolde,O-GR NL juni 5 km afgelezen HnB XnO m 2 Blijham, O-GR Bellingwolde,O-GR NL juni 4 km afgelezen HnB XnO m 2 Blijham, O-GR Vriescheloervennen, O-GR NL juni 5 km afgelezen HnB XnO m 2 Blijham, O-GR Oostwold, O-GR NL juli 12 km afgelezen HnB XnO m 2 Blijham, O-GR Meerland, Blauwe Stad O-GR NL juli 6 km afgelezen HnB XnO m 2 Blijham, O-GR Beerta, O-GR NL aug 8 km afgelezen HnB XnO m 2 Blijham, O-GR Beerta, O-GR NL aug 6 km afgelezen /nb VnJ m 2 Noordbroek, O-GR Bargerveen, DR NL juni 56 km afgelezen /nb 0nJ v 2,, Bargerveen, DR NL juni 55 km afgelezen /nb PnP m 2 Wehe den Hoorn, N-GR Industrieterrein Delfzijl, O-GR NL juni 40 km afgelezen /nb PnP m 2 Wehe den Hoorn, N-GR Industrieterrein Delfzijl, O-GR NL juni 40 km afgelezen /nb PnP m 2 Wehe den Hoorn, N-GR Marnewaard, N-GR NL juli 11 km afgelezen 8nB VwB m 3 Reiderwolderpolder Nijkerk GE NL mei 154 km afgelezen www.werkgroepgrauwekiekendief.nl 39