Opname en weergaveformaten Opname/weergave Mixage/weergave naam Sporen bij opname mono 1 1 2-track/bi-piste 2 2 4-track 4 4 weergave (kanalen) Multi track 8-16-32-48 8-16-32-48 stereo A/B 2 2 stereo X/Y 2 2 stereo M/S 2 3 Dolby SR 2 4 Dolby SRD 4 6 DTS 4 6 Dolby EX 5 7 Mono De oudste en eenvoudigste vorm van klankopname en weergave, nog steeds zeer veel gebruikt in film en video productie. Met één microfoon wordt één bron opgenomen die later via één kanaal kan weergegeven worden 2-track/bipiste (4-track) Opname gebeurt met 2 microfoons die, in tegenstelling tot stereo-opnames, geen onderling ruimtelijk verband hebben. Elke microfoon kan beschouwd worden als een mono signaal. De twee (eventueel 4) signaal zullen tijdens de montage en mixage als afzonderlijke signalen behandeld worden. (bijvoorbeeld de combinatie van een dasspeldmicrofoon en een perche, of meerdere zendmicroons) Stereo (A/B, X/Y) Stereo opnames worden net zoals 2-track hierboven, op twee sporen opgenomen, maar door de microfoons op een welbepaalde manier t.o.v. mekaar op te stellen, of door gebruik te maken van een stereomicrofoon, zal bij weergave (door twee juist opgestelde luidsprekers), de ruimtelijke weergave van de opname gerespecteerd worden.
Meer info hier Stereo M/S M/S stereo is voornamelijk interessant in combinatie met bv dolby SR(D) of andere formaten die gebruik maken van een LCR (zie later) beluistering. Er wordt gebruik gemaakt van drie microfoons : een XY koppel (zie hierboven) voor het stereobeeld en een (hyper)cardoïde microfoon voor het centrum (. Dit alles meestal verwerkt in een behuizing zodat het er uit ziet als één microfoon voorbeeld). Het signaal, 3 signalen eigenlijk (links, midden, rechts), wordt als volgt samengeteld tot 2 signalen :
Bekijken we eerst het Side signaal. Dit signaal heeft een left en een right component (twee signalen dus), zetten we vervolgens het linkerkanaal in tegenfase, dan beschrijft de som van beide sigalen het verschil tussen links en rechts links = A+B+C rechts= E+F+G links in tegenfase = -(A+B+C) = -A-B-C links+rechts= -A-B-C+E+F+G voegen we daar de derde microfoon aan toe dan krijgen we ongeveer het volgende :
de Mid microfoon registreert B+C+E+F op twee sporen staat nu respectievelijk : M = B+C+E+F S = -A-B-C+E+F+G Hieruit kunnen we terug het volgende reconstrueren : Right = M + S = (B+C+ E+F) + (-A-B-C+E+F+G) = -A+2E+2F+G Mid = M = B+C+E+F Left = M S = (B+C+ E+F) - (-A-B-C+E+F+G) = A+2B+2C-G Uit dit (theoretisch) voorbeeld blijkt dat we de mid-microfoon breder moeten kiezen, ofwel de side-microfoons nauwer (het houdt gemakkelijkheidshalve ook geen rekening met de relatieve geluidssterkte van de signalen en de specifieke karakteristieken van de verschillende microfoons) Het voordel van dit systeem is dubbel : De ruimte (breder of smaller) van het stereobeeld kan in de mixage nog aangepast worden (door de verhoudingen van M en S microfoon t.o.v. mekaar te variëren. Opnames met een M/S microfoon geven een veel duidelijker midden, wat vooral voor LCR (Left, Center, Right) beluistering zoals in de (home)cinema een groot voordeel bied.
Dolby SR Een distributieformaat voor bioscoopfilms in gebruik sinds 1987. Gebruik makend van o.a. het in fase en tegenfase plaatsen van audiosignalen, kan men een optische klanksoor van 2 kanalen (gekend als LtRt, Left track, Right Track), ontdubbelen tot 4 kanalen : Left, Center, Right, Suround bekend als een LCRS signaal). Het signaal dat eventueel naar de subwoofer gaat wordt onttrokken aan het LtRt signaal (enkel de lage tonen uit dit signaal worden hiervoor weerhouden) Een vergelijkbaar systeem heeft ook zijn weg naar de huiskamer gevonden, bekend als Dolby Pro Logic De volgende ontwikkeling is Dolby Digital. De klank wordt niet langer als analoge optische klank op het optischeklankspoor gezet, maar als digitale informatie tussen de perforatie van de pellicule belicht (vanaf 1992).
Ongeveer gelijktijdig is ook DTS (Digital Theatre Systems) op de markt gekomen. Waarbij het eindproduct identiek is aan dat van concurrent Dolby, maar de klank wordt aangeleverd op een CD die synchroon (door tijdcode gestuurd) met de film wordt weergegeven. Dit systeem wordt ook wel een 5.1 beluistering genoemd : 5 volwaardige kanalen + subwoofer (met beperkte bandbreedte) Ook deze twee systemen vinden we tegenwoordig terug in de huiskamer.
In 1999 is de voorlopig laatste evolutie op de markt gekomen : Dolby EX. Een 6.1 beluistering. Left, Centre, Right en Sub blijven onveranderd, maar De LeftSuround, RightSuround krijgt er de BackSuround bij (een apart signaal naar de achterkant van de zaal dus, gescheiden van de twee andere surounds).