Statenfractie. Hierna volgen vragen conform Art. 44 van het Reglement van Orde inzake project Waterdunen.

Vergelijkbare documenten
College van Gedeputeerde Staten Provinciehuis Abdij BK MIDDELBURG Oostburg, 27 februari 2017,

(+ 2 bijlagen) Toelichting. N.B. (zie bijlage 1; de uitnodiging) Vragen. anoniem persoonlijke unieke code naam van de gemeente

Schriftelijke vragen van de Statenfracties PvdA, D66 & GroenLinks Noord-Brabant

Aanvraagformulier Tegemoetkoming in planschade De Centrale As

Vragen van de statenleden Lia Lievaart-Kist en Loes Passieux-Echtermeijer van de SP-fractie Zeeland ingevolge artikel 44 reglement van orde

Aanvraagformulier Tegemoetkoming in planschade N381 Drachten Drentse grens

Reglement Klachtencommissie Woonruimteverdeling Noord-Veluwe 2015

Vragen van de heer J.H. Leever (Ouderenpartij NH) over het project HOV t Gooi in het bijzonder tussen Huizen en Blaricum / Eemnes

Verordening ambtelijke bijstand provinciale staten van Drenthe

Commissiegriffier Annemieke Lobik Inhoudelijk ambtenaar Johan Francke

Grondverwerving; een introductie

Verordening op het recht van enquête van Provinciale Staten van Limburg 2018

HOOFDSTUK 1: BEGRIPSBEPALINGEN Artikel HOOFDSTUK 2: BEHANDELING VAN DE KLACHTEN... 2

ECLI:NL:RVS:2007:BB9957

statenstukken Provinciale Staten Vragen van het statenlid Johan Robesin (Partij voor Zeeland) ingevolge artikel 44 reglement van orde AANHANGSEL

HOOFDSTUK 1: BEGRIPSBEPALINGEN. Artikel 1 HOOFDSTUK 2: BEHANDELING VAN DE KLACHTEN. Paragraaf 1: De contactpersoon

Besluitenlijst Provinciale Staten

Reglement Commissie Bezwaarschriften Woonruimteverdeling Noord-Veluwe 2015

statenstukken Provinciale Staten Vragen van het statenlid Peter van Dijk (PVV) ingevolge artikel 44 reglement van orde AANHANGSEL

S T A T E N V O O R S T E L

Aan de Voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland De heer J. Remkes Postbus MD Haarlem. Haarlem, 13 juli 2015

UITVOERINGSREGLEMENT, Tuchtrechtspraak NVKF. In relatie tot Reglement Structuur Tuchtrechtspraak NVKF Geaccordeerd bestuur: 17 maart 2009

Klachtenregeling Slim! Educatief

Cools, Luuk

Provinciale Staten van Noord-Holland

provinciale staten van Noord-Brabant. ECLI:NL:RVS:2018:2216

NEDERLANDSE IJSHOCKEY BOND KLACHTENREGELING

Klachtenregeling Slim! Educatief

PROVINCSALESTATEN VAM OVERIJSSEL. Regnr FS»bfc\ftl i* U 1. 0 D nt : 2 T OKT Routing

IJSHOCKEY NEDERLAND KLACHTENREGELING

BESLISSING OP BEZWAAR

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Provincie Limburg 2017

: beslissing op bezwaarschrift afwijzing verzoek inpassingsplan Lage Weide, gemeente Utrecht. Besluit pag. 4. Toelichting pag. 5

Verordening op de bezwaarschriften SNN

ECLI:NL:RVS:2015:1768

TOELICHTING op de Verordening op de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest.

Protocol geheimhouding ex artikel 25 van de Provinciewet 1

L.J.M. Engelbert Verzoek Zeeland-Seaports wijziging procedure WCT

De Ervaring Leert! Programma voor Provinciale Statenleden 2015

De Stichting Red onze Polders stelt hierbij beroep in tegen bovenvermeld inpassings en exploitatie plan.

Klachtenregeling/vertrouwenspersoon Stichting TOPKI

Vraag. aan Gedeputeerde Staten. Nummer Onderwerp Geluid- en zichtwerende voorzieningen Vlietland

Gewijzigde Agenda Provinciale Staten met sprekers

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

Aanvraagformulier tegemoetkoming in de schade op grond van de Wet ruimtelijke ordening, art. 6.1

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning provincie Overijssel 2009

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Provincie Limburg 2016

Klachtenregeling Staring College

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

CR 12/2424 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Beslisdocument college van Peel en Maas

September 2010 (DBS 008, CvB/ ) Reglement Klachtencommissie ROC Tilburg

Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Gewijzigde agenda Provinciale Staten Met sprekers

Er zijn berichten van verhindering ontvangen van de heer Struijlaard (50Plus) en de heer Scheurwater (SGPenCU).

DE RAAD VAN TOEZICHT ZUID VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. f $(^Ölé> (z'b^ Dat.ontv, U APR 2016

Intrekken zienswijze door provincie van bouwplan rundveehouderij Oploo Schipperspeel 1

Rapport. Datum: 29 september 1998 Rapportnummer: 1998/406

Voorstel van de Commissie voor bezwaarschriften 148/2003. Registratienummer Opgesteld door, telefoonnummer Henk Meijer, 2455

Klachtenregeling Datum: 1 november 2014

Besluitenlijst 1 november 2013

Aanzienlijke waardeverschillen in taxaties. Moeilijke vergelijkbaarheid taxaties. Late indiening klacht niet onverklaarbaar.

Agenda Commissie Economie

Gewijzigde Agenda Provinciale Staten Met sprekers

Reglement voorfase klachtbehandeling H 3 O ten behoeve van het primair en voortgezet onderwijs

Protocol verbonden partijen

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder.

De heer F.A. van der Lee. Beste meneer van der Lee,

OORDEEL OMBUDSCOMMISSIE. Het schriftelijke verzoek van 24 juni 2008 is op 30 juni 2008 ontvangen op het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten,

Echtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden.

c. Wanneer is de westvariant voor het eerst ter tafel gebracht en door wie?

Formdesk Response Verzonden: donderdag 22juni :06 Aan: Post Onderwerp:

De Raad van Toezicht Utrecht van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in Onroerende Goederen NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Reglement van Orde voor de Statencommissies provincie Limburg 2018

KLACHTENREGELING CEDERGROEP

Model klachtenregeling primair en voortgezet onderwijs

TE KOOP. Circa 9,7 hectare cultuurgrond Walingsdijk te Ursem

Protocol huisbezoek

NOTITIE. Griffie PS Besproken in Procedurecommissie d.d. 25 april 2012.

Betreft: Situatie LOG Overloon, Crooijmansweg/Oploseweg

Klachtenregeling CVO t Gooi

Nota van Beantwoording en Wijziging

Besluitenlijst 13 februari 2015

KLACHTENREGELING STOVOG

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Besluitenlijst 14 maart 2014

Het bevoegd gezag van de Stichting Openbaar Onderwijs PRESENT

tegen de afwijzing van het verzoek om vergoeding planschade.

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel

Datum : 24 oktober 2005 Nummer PS : PS2005BEM39 Dienst/sector : SGU Commissie : BEM Registratienummer : - Portefeuillehouder : Staal

Provinciale Statenfractie Noord-Brabant

Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland

Rapport. Datum: 1 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/298

Artikel 2. Behandeling van de klachten. Aanstelling en taken vertrouwenspersoon

In het antwoord op vraag 3 stelt de provincie Noord-Holland "Het blad is overigens toen naast en niet op de weg gevallen."

WEB-261 behandeling: Roy, M. le Agenda nr: Vergadering GS: Nr: Verhuizing Centrale Post Ambulancevervoer VOORSTEL

VRAGEN NR Haarlem, 29 november Onderwerp: Vragen van H. Putters (SP) Bijlage(n): 1

Woningbouw Het plan maakt de ontwikkeling van twee woningen aan het Landaspad mogelijk. Tegen deze ontwikkeling hebben wij geen bezwaar.

Transcriptie:

Statenfractie Aan : het College van Gedeputeerde Staten. Onderwerp: schriftelijke vragen conform Art. 44 van het Reglement van Orde van het Statenlid François Babijn, Partij voor Zeeland (PvZ), m.b.t. het project Waterdunen. Oostburg, d.d. 31-08-2011, Geacht College, Bij de beantwoording van de vragen ingevolge art. 44 van het Reglement van Orde inzake Waterdunen (ingekomen 13-07-2011) stelt uw College bij de beantwoording van vraag vier o.a. het volgende: Dit betekent niet, dat geen plaats meer zou mogen zijn voor kritische vragen of kanttekeningen en Op vragen van Statenleden en burgers (zoals de Vrienden van WaterdunenNee) is en wordt steeds zorgvuldig gereageerd. Mogen wij er dan ook nu op rekenen dat uw College de onderstaande vragen zorgvuldig zal beantwoorden? Hierna volgen vragen conform Art. 44 van het Reglement van Orde inzake project Waterdunen. Vragen. 1 (a). Uw College verwijst ter onderbouwing van het collegestandpunt bij vraag twee uit de hier voor bedoelde artikel 44 vragen (aanhangsel nummer 053) naar paragraaf drie van de zakelijke beschrijving, behorende bij het onteigeningsvoorstel Waterdunen. Deelt uw College onze mening dat informatie die een provinciaal projectleider per e-mail aan Statenleden verstrekt of via interviews met de pers naar buiten brengt mede bijdraagt aan de beeldvorming en dus ook aan de besluitvorming rondom een Statenvoorstel? 1 (b). Deelt u onze mening niet, kunt u dan motiveren waarom u onze mening 2 (a). Deelt uw College onze mening dat een projectleider alleen correcte informatie naar buiten mag brengen die gebaseerd is op de aantoonbare vastliggende feiten van dat moment?

2 (b). Deelt u onze mening niet, kunt u dan motiveren waarom u onze mening 3 (a). Deelt uw College onze mening dat het een aantoonbaar feit is (e-mails en t.v. opnames) dat de projectleider Waterdunen medio december per e-mail kenbaar heeft gemaakt dat er voor 40 hectare principeovereenkomsten bestonden en dat zij in een t.v. interview op Omroep Zeeland destijds heeft gezegd dat er met de helft van de grondeigenaren (dit zouden er dus 6 moeten zijn) constructief overleg plaatsvond wat zou leiden tot principe overeenkomsten, waarvoor nog een paar zaken moesten worden afgesproken, maar waar wel vooruitgang in zat? 3 (b). Omdat het hier verifieerbare uitlatingen betreft kunt u de vraag enkel met ja beantwoorden; mocht u echter deze vraag toch met nee beantwoorden, kunt u dan motiveren waarom u onze mening 4 (a). De juiste en aantoonbare feiten op dat moment (de persoonlijke onderhandelingsdossiers) hebben ter inzage gelegen ten tijde van het ontwerp onteigeningsbesluit in mei 2011. Deelt uw College onze mening dat de inhoud van hetgeen de projectleider in december 2010 naar buiten heeft gebracht via e- mail en Omroep Zeeland, niet strookt met de stand van zaken zoals die medio december 2010 is weergegeven in de persoonlijke onderhandelingsdossiers? 4 (b). Deelt u onze mening niet, kunt u dan aantonen aan de hand van de onderhandelingsdossiers waarom u onze mening 5 (a). Deelt uw College onze mening, dat de antwoorden die een Gedeputeerde geeft op vragen van Statenleden tijdens een Statenvergadering, betrokken moeten kunnen worden bij de besluitvorming van Provinciale Staten? 5 (b). Deelt u onze mening niet, kunt u dan motiveren waarom u onze mening 6 (a). Deelt uw College onze mening dat een Gedeputeerde alleen die informatie naar buiten mag brengen die correct is en die gebaseerd is op de aantoonbare vastliggende feiten van dat moment? 6 (b). Deelt u onze mening niet, kunt u dan motiveren waarom u onze mening 7 (a). Deelt uw College onze mening dat het via de opname van de Statenvergadering een aantoonbaar feit is dat de Gedeputeerde tijdens de Statenvergadering van 17 december 2010 vragen aangaande Waterdunen heeft beantwoord en daarbij heeft gezegd dat er principeovereenkomsten voor 40 hectare bestaan waarvan er al een akte bij de notaris ligt, dat er met 7, binnenkort 8 eigenaren onderhandeld wordt waarbij maatwerk wordt gezocht en gevonden en dat slechts 30 tot 40 hectare niet onderhandelbaar is?

7 (b). Omdat het hier verifieerbare uitlatingen betreft kunt u deze vraag enkel met ja beantwoorden, mocht u echter deze vraag toch met nee beantwoorden, kunt u dan motiveren waarom u onze mening 8 (a). De juiste en aantoonbare feiten op dat moment (de persoonlijke onderhandelingsdossiers) hebben ter inzage gelegen ten tijde van het ontwerponteigeningsbesluit in mei 2011. Deelt uw College onze mening dat de inhoud van hetgeen de Gedeputeerde in de Statenvergadering van 17 december 2010 heeft gesteld, niet kan worden afgeleid uit de stand van zaken zoals die half december 2010 is weergegeven in de persoonlijke onderhandelingsdossiers? 8 (b). Deelt u onze mening niet, kunt u dan aantonen aan de hand van de onderhandelingsdossiers waarom u onze mening 9. Is uw College, na beantwoording van de hiervoor gestelde vragen, nog steeds van mening dat er met betrekking tot de stand van zaken rondom de grondverwerving voor Waterdunen alleen maar correcte en feitelijk juiste informatie is verstrekt, gebaseerd op de vastliggende aantoonbare feiten op dat moment? 10. Kan uw College aangeven waarom er uit de ter inzage gelegde onderhandelingsdossiers niet blijkt dat er half december met 7, binnenkort 8 grondeigenaren constructief werd onderhandeld waarbij maatwerk werd gezocht en gevonden en waaruit ook niet blijkt dat er toen voor 40 hectare principeovereenkomsten zouden bestaan danwel dat er toen met 6 eigenaren principeovereenkomsten bestonden waarvoor nog een paar zaken moesten worden afgesproken, maar waar wel vooruitgang in zat? 11 (a). Op 1 februari 2011 informeert uw College PS opnieuw over de stand van zaken met betrekking tot de grondverwerving waarbij er sprake is van overeenstemming met één grondeigenaar en principeovereenkomsten met twee grondeigenaren, totaal betrokken oppervlakte ongeveer 40 hectare. In de PZC van 15 april 2011 brengt de projectleider naar buiten dat er met vier grondeigenaren een principeovereenkomst is gesloten waarbij ruim 63 hectare is betrokken. In de commissievergadering REW van 10 juni 2011 wordt er door de portefeuillehouder verklaard dat er voor 64 hectare principeovereenkomsten gereed liggen ter ondertekening. Op 8 juli 2011 geeft de gedeputeerde in de Statenvergadering de actuele stand van zaken met betrekking tot de grondverwerving en benoemt dan: ruim 1 hectare en spreekt dus niet meer over de voor 64 hectare, voor ondertekening gereedliggende, principeovereenkomsten.

Mogen wij er van uitgaan dat deze ruim 1 hectare de enige correcte en op vastliggende aantoonbare feiten gebaseerde informatie is? 11 (b). Zo nee, kunt u dan aangeven waarom wij hier niet van mogen uitgaan? 12 (a). Deelt u onze mening dat alle eerder verstrekte informatie over de stand van zaken met betrekking tot de grondverwerving niet volledig voldeed aan het criterium correct en op vastliggende aantoonbare feiten gebaseerd? 12 (b). Deelt u onze mening niet, kunt u dan motiveren waarom u onze mening 13 (a). Welke conclusies verbindt uw College aan de beantwoording van de vragen 1 tot en met 12? 13 (b). Mocht u hieraan geen conclusies verbinden, kunt u dan aangegeven waarom u hieraan geen conclusies verbindt? 14. Is uw College op de hoogte van het feit dat er op 4 oktober 2011 een zitting van de Raad van State wordt gehouden over Waterdunen, waarbij de bezwaren tegen het inpassingsplan en het grondexploitatieplan worden behandeld? 15. Is uw College op de hoogte van het feit dat het vervolgens dan nog slechts enige weken zal duren voordat de Raad van State in deze zaak uitspraak zal doen? 16 (a). Kan uw College aangeven welke dringende redenen er aanwezig zijn om eind september, dus slechts een paar weken voor de uitspraak van de Raad van State, al een informatiecentrum over Waterdunen in de kerk van Groede te openen? 16 (b). Indien u dit niet kunt aangeven, kunt u dan motiveren waarom u dit niet 17 (a). Kan uw College aangeven waarom niet is overwogen om, getuigende van enig respect voor direct betrokkenen en de Raad van State, met de inrichting en opening van dit informatiecentrum te wachten tot na de uitspraak van de Raad van State? 17 (b). Indien uw College dit niet kan aangeven, kunt u dan motiveren waarom u dit niet 18 (a). Kunt u aangeven hoeveel gemeenschapsgeld is gemoeid met de inrichting van het informatiecentrum Waterdunen in de kerk in Groede? 18 (b). Indien u dit niet kunt aangeven, kunt u dan motiveren waarom u dit niet

19 (a). Kunt u aangegeven hoeveel gemeenschapsgeld er gemoeid is met de huur van de ruimte in de kerk van Groede? 19 (b). Indien u dit niet kunt aangeven, kunt u dan motiveren waarom u dit niet 20 (a). Kan uw College met reden omkleed verklaren waarom ondergetekende (namens de Statenfractie van de Partij voor Zeeland) tijdens de Statenvergadering van 8 juli jl., tegen alle democratische regels in, niet in de gelegenheid werd gesteld om een motie van treurnis aangaande de informatievoorziening m.b.t. het project Waterdunen voor te lezen laat staan nader toe te lichten? 20 (b). Kan uw College, nadat u deze nieuwe vragen tot u genomen heeft, inmiddels enig begrip opbrengen voor het feit dat onze Statenfractie op 8 juli jl. een gele kaart aan uw College heeft uitgedeeld in de vorm van een motie van treurnis aangaande de informatievoorziening m.b.t. het project Waterdunen? In afwachting van uw beantwoording, verblijven wij, Hoogachtend, Statenfractie Partij voor Zeeland (PvZ), François Babijn, Statenlid.