Intakes voor (deeltijd) klinische psychotherapie



Vergelijkbare documenten
Je bent alleen maar verslaafd! Wim van Loon, Psychiater. 10 februari 2014

TRANSMURAAL PROTOCOL PSYCHIATRIE Herziene versie mei/juni 2009.

Verschillen in Persoonlijkheidstrekken en Persoonlijkheidsorganisatie tussen Groepen Eetstoornispatiënten.

Rapportage Landelijk Informatie Netwerk Eerstelijnspsychologen (LINEP) Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg

Generalistische Basis GGZ

6 Forensische aspecten Aandachtspunten 134 Noten 134

Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media

Aanmelding, intake en diagnostiek. Kinderen en Jeugdigen. Informatie voor ouders/verzorgers

DECISION TOOLS De juiste zorg op de juiste plaats

Spiegelrapportage 2010

INTER-PSY Vechtdal Kliniek

Vergoeding bij niet gecontracteerde zorgverleners GGZ 2013

Tarieflijst Jeugd GGZ Academisch. Voorziening omschrijving Tarief G&V 2016 SGGZ

persoonlijkheidsstoornissen

Wilt u graag meer gedetailleerde informatie met betrekking tot uw situatie? Dan kunt u contact opnemen met ons secretariaat,

Productstructuur ggz. Versie januari 2015

Deelprestaties Behandeling

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Middel 756,87 Intensief 1.186,82 Chronisch 1.095,35 Onvolledige behandeltraject 184,55

Code DBC prestatiecode Declaratiecode Omschrijving Maximale vergoeding TOTAAL

Productstructuur ggz. RG14a. Versie

Diagnostiek van Persoonlijkheidsstoornissen. De Relatie tussen. Persoonlijkheidskenmerken en de. Kernfactoren van (Mal)Adaptief Functioneren

In- en uitstroom van patiënten op een gesloten acute opnameafdeling: Overzicht van een jaar

Ambulante behandeling

Achtergrondinformatie werkprocesonderzoek capaciteitsorgaan beroepen GG

INTER-PSY Vechtdal Kliniek

Behandelgroepen. Tarief behandelgroep. Geen behandeling bij 24 - uurs verblijf. 001 Geen behandeling bij 24-uurs verblijf 0 Indirecte tijd

Code Prestatiecode Omschrijving behandelgroep 100% NZa tarief 2016 Maximale vergoeding TOTAAL

Tarieven GGZ naturapolis 2017

DBC tarieven Universitair Centrum Psychiatrie (UCP)

Persoonlijkheidsstoornis Cluster C

Angst en depressie in de huisartspraktijk: signaleren van risicogroepen. Peter F M Verhaak NIVEL

Ambulante behandeling

Generalistische Basis GGZ en Specialistische GGZ

BIJLAGE 1: Diagnose behandeling combinaties (dbc s) in euro s

De psycholoog in Zuyderland Medisch Centrum. Medische Psychologie

Behandeling van verslaving en comorbiditeit. de Noord Nederlandse ervaring

Tarieven niet-gecontracteerde zorg gespecialiseerde GGZ 2015

GGZ in de Zorgverzekeringswet. tabellen over de jaren

Passantenprijslijst DBC GGZ per

Tarieven niet-gecontracteerde zorg specialistische GGZ (restitutiepolis)

Wij zijn er voor ú. Tarieven niet-gecontracteerde zorg gespecialiseerde GGZ 2015

volwassenen en ouderen

De Polikliniek Ziekenhuispsychiatrie

Met elkaar in gesprek over kwaliteitsverbetering en hoogspecialistische ggz. Door Ralph Kupka en Sebastiaan Baan

Poliklinische behandeling

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Welke allochtonen komen er in de Jeugd-GGZ: toegankelijkheid en diagnostiek. Albert Boon & Anna de Haan

Yulius Academie T Rapportage Toekomstverkenning 2014 Acute zorg/crisiszorg

Psychiatrie voor juristen

Samenvatting. Samenvatting

859,05 minuten 10B Aandachtstekort - en gedrag - vanaf 800 tot en met 1.799

specialistische hulp kleinschalig dichtbij

BELEIDSREGEL CV

Zorgprogramma Angststoornissen

Diagnose en classificatie in de psychiatrie

Deelprestaties behandeling Bijzondere productgroepen Diagnostiek

Specialistische GGZ. Totaalprijs ( ) (DBC) Zorgproduct code + Zorgproduct consumentenomschrijving

ONDERSTAANDE VELDEN VERPLICHT INVULLEN

1 5 JAN Zorginstituut Nederland. > Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen

Cognitieve gedragstherapie

Poliklinische behandeling

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Deelprestaties behandeling Bijzondere productgroepen Diagnostiek

Kiezen voor Pillen of Praten?: Voorkeuren en Besluitvorming omtrent de Behandeling van Stemmings- en Angststoornissen

DBC tarieven 2016 Universitair Centrum Psychiatrie (UCP)

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen

Psychosomatiek Eikenboom

Centrum Lichaam, Geest en Gezondheid

Codelijst Regio Gooi & Vechtstreek. Herzien d.d Compensatie huishoudelijke taken

Toelichting productstructuur DBC GGZ RG12

De intramurale behandeling van forensische patienten met een persoonlijkheidsstoornis

Stadiëring en interepisodisch functioneren bij Bipolaire Stoornissen

Inhoud. 1 Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen Schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen...25

heeft krachtens de paragrafen 2 en 4 van hoofdstuk 4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg)

Generalistische basis ggz

Jaarrapport Het Voorbeeld BV 2007

UMCG Passantentarieven 2014 GGZ-zorgproducten verzekerde zorg

CIJFERS PSYCHISCHE GEZONDHEID NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER

Zwakbegaafdheid in de GGZ. Een explorerend onderzoek 1. Jannelien Wieland a,b & Frans Zitman c

Een hoogwaardige GGz in de vaart der volkeren

recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst

Aanleiding. Werkgroep ZVZ. Zorgvraagzwaarte. 29 november Congres Implementatie DBC-pakket Bestuurlijk akkoord toekomst ggz

20 man 15 vrouw. depressie paranoia psychose

Samenvatting. Herdiagnostiek bevindingen 2017

Psychologische expertise Maarsingh & van Steijn

Grensoverschrijdend gedrag. Les 2: inleiding in de psychopathologie

Angststoornissen. Verzekeringsgeneeskundig protocol

PersonaCura. Uw specialist in persoonlijkheid & gedrag bij senioren

Waarom onderzoek naar zorggebruik? Over- of onderbehandeling van jongeren in de GGZ? Inhoud. dr. F. Jörg

Zorgpad Intake. Aanmelding. Eerste gesprek door behandelaar. Bespreking in team. Psychodiagnostische screening (tweede intake)

Vragenlijst contract niet-klinische GGZ 2013

Toelichting zorgprofielen ggz. Versie 1.0

SAMENVATTING. Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift

CIJFERS LICHAMELIJKE GEZONDHEID NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER

Onderscheid door Kwaliteit

Centrum Lichaam, Geest en Gezondheid

Generalistische basis ggz

Transcriptie:

k o r t e b i j d r a g e Intakes voor (deeltijd) klinische psychotherapie Een cohortonderzoek h. m. v i s s e r, j. d e k k e r, l. h a r t e v e l t - b o s m a, p. r i j n i e r s e, f. d e j o n g h e samenvatting Er is weinig bekend over het type patiënt dat wordt verwezen voor (deeltijd) klinische psychotherapie. Een beschrijvend, retrospectief cohortonderzoek is uitgevoerd met 100 patiënten die zich hebben aangemeld voor een intake bij een (deeltijd)kliniek voor persoonlijkheids-, angst- en eetstoornissen. Van hen zijn sociodemografische en klinische kenmerken verzameld. De meesten lijken meerdere en ernstige stoornissen te hebben. Ze vertonen een forse mate van disfunctioneren en relatieve therapieresistentie. Van de 70% die een positieve indicatie krijgt, accepteert 79% de geboden behandeling uiteindelijk ook. [tijdschrift voor psychiatrie 48(2006)2, 141-145] trefwoorden cohortonderzoek, intake, psychotherapie Het Centrum voor Psychotherapie (CvP) is een instelling voor (deeltijd) klinische psychotherapie en maakt deel uit van Mentrum Geestelijke Gezondheidszorg in Amsterdam. Het biedt drie psychodynamische deeltijdprogramma s voor persoonlijkheidsstoornissen: een vijf- en een driedaags programma (het fulltime en parttime programma) en een avond/nachtprogramma doordeweeks (avondprogramma). Daarnaast zijn er twee klinische cognitief-gedragstherapeutische programma s voor angststoornissen en eetstoornissen (anorexia en bulimia nervosa). Er is een uitgebreide intakeprocedure die veel energie en tijd vraagt van patiënten, intakers, verwijzers en ondersteunend personeel. Ook zijn er de nodige kosten. Vanwege de capaciteitsplanning, maar ook ter bewaking van kwaliteit en efficiëntie van patiëntenzorg ontstond enkele jaren geleden de wens om te objectiveren of de intakepatiënten daadwerkelijk tot de doelgroep behoren. In de literatuur van de afgelopen tien jaar zijn geen publicaties gevonden over doelgroeponderzoek, alleen over effectonderzoek. Bij het zoeken is gebruikgemaakt van PubMed, Embase en Psycinfo. Er is gezocht in de periode 1993 tot en met maart 2004. De volgende zoektermen zijn gebruikt: partial hospitalisation, partial hospitalization, day treatment, therapeutic community, clinical psychotherapy, personality disorder, eating disorder en anxiety disorder. Ook in de jaargangen 1993 tot en met 2004 van het Tijdschrift voor Psychiatrie en van het Tijdschrift voor Psychotherapie ontbreken relevante publicaties. In dit beschrijvende, retrospectieve cohortonderzoek wordt ingegaan op de volgende vragen: wat zijn de kenmerken van de intakepatiënten; hoe doorlopen ze de intakefase; hoeveel patiënten krijgen een positieve indicatie; en hoeveel patiënten worden daadwerkelijk behandeld? methode Het cohort bestond uit 100 patiënten die van- 141

h.m. v i s s e r /j. d e k k e r /l. h a r t e v e l t -bosma e.a. af juli 2001 tot in januari 2002 met een intake startten. Uit intakeverslagen en via Psygis, het geautomatiseerde registratiesysteem van Mentrum, werden diverse sociodemografische en klinische patiëntkenmerken verzameld. De volgende klinische kenmerken werden uit intakeverslagen verzameld: duur van de huidige klachten (op as-i-niveau); aantal behandelingen in de voorgaande tien jaar (farmacotherapeutisch, psychiatrisch, psychotherapeutisch of gecombineerd) en farmacotherapie in de huidige episode. Daarnaast zijn uit de dsm-iv-classificatie (American Psychiatric Association 1994) overgenomen: de as-i-categorieën, de as-ii-stoornissen, de as-iii-aandoeningen en de gaf-score (Global Assessment of Functioning). Als er bij een patiënt meerdere as-i-stoornissen in één categorie voorkwamen, werd deze maar één keer gescoord. In geval van discrepantie tussen de diagnose van de intaker en die van de psychiater, werd de laatste in de score opgenomen. Bij een persoonlijkheidsstoornis niet anderszins omschreven (nao) werd het meest uitgesproken cluster van de persoonlijkheidstrekken geregistreerd, gebaseerd op het oordeel van de psychiater. Als dit niet eenduidig was, of als er geen gesprek met een psychiater was geweest, maakte de onderzoeker op basis van de anamnese(n) en haar psychiatrische deskundigheid een keuze. Het secretariaat, de notulen van de intakevergaderingen en de dossiers leverden informatie over het verloop van het intakeproces (van het al dan niet verschijnen voor de eerste afspraak tot en met de daadwerkelijke behandeling die van start zou gaan). resultaten Patiëntkenmerken In tabel 1 zijn de sociodemografische kenmerken weergegeven. De verhouding tussen vrouwen en mannen is 1,8:1. De gemiddelde leeftijd is 33,0 jaar (standaarddeviatie 8,9). De patiënten zijn meestal in Nederland geboren, vaak ongehuwd niet-samenlevend en hebben over het algemeen geen kinderen. Veel patiënten hebben op redelijk hoog niveau een opleiding afgerond, maar er zijn zeker ook patabel 1 Sociodemografische kenmerken van de patiënten die zich meldden voor een intake bij een (deeltijd)kliniek voor persoonlijkheids-, angst- en eetstoornissen (n=100)* Gemiddelde leeftijd (n = 100) 33,0 (sd 8,9; spreiding 19-55) n (%) Sekse (n = 100) Vrouw 64 Man 36 Geboorteland (n = 93) Nederland 85 (91) Anders** 8 (9) Burgerlijke staat (n = 81) Ongehuwd niet-samenlevend 64 (79) Gehuwd 4 (5) Ongehuwd samenlevend 5 (6) Gescheiden 7 (9) Weduwstaat 1 (1) Leefsituatie tijdens intake (n=64) Alleenstaand 42 (66) Met partner 11 (17) Bij ouder(s) 7 (11) ggz-instelling 1 (2) Overige 3 (4) Opleiding (n=95)*** geen/lo/lvo/lbo 9 (10) mvo/hvo 37 (39) hbo/vwo 26 (27) wo 23 (24) sd = standaarddeviatie * Er zijn wisselende aantallen patiënten met onbekende gegevens in het registratiesysteem ** Noord-West-Europa, voormalig Oostblok, Marokko, Suriname, VS/ Canada, Indonesië *** lo = lager onderwijs; lvo = lager voortgezet onderwijs; lbo = lager beroepsonderwijs; mvo = middelbaar voortgezet onderwijs; hvo = hoger voortgezet onderwijs; hbo = hoger beroepsonderwijs; vwo = voorbereidend wetenschappelijk onderwijs; wo = wetenschappelijk onderwijs (termen uit Psygis) tiënten met een laag opleidingsniveau. De klinische kenmerken zijn weergegeven in tabel 2. De patiënten hebben meestal langdurige klachten. Vrijwel iedereen heeft een psychiatrische en/of psychotherapeutische behandeling gehad in de voorgaande tien jaar; vaak meer dan twee be- 142

i n t a k e s v o o r (deeltijd) k l i n i s c h e p s y c h o t h e r a p i e tabel 2 Klinische kenmerken van de patiënten die zich meldden voor een intake bij een (deeltijd)kliniek voor persoonlijkheids-, angst- en eetstoornissen (n=100) Kenmerk n (%) Duur as-i-klachten (n = 96) <2 jaar 14 (15) >2 jaar 82 (85) Aantal voorgaande behandelingen (n=99*) 0 3 (3,0) 1 of 2 45 (45,5) >2 51 (51,5) Farmacotherapie (nu of eerder) (n=99*) Wel 67 (68) Geen 32 (32) Aantal as-i-categorieën per patiënt (n=100) 0 4 1 39 2 41 >2 16 Aantal as-ii-stoornissen (n=100) Uitgestelde diagnose 15 Geen diagnose 0 Cluster-A-persoonlijkheidsstoornis 2 Cluster-B-persoonlijkheidsstoornis 52 Cluster-C-persoonlijkheidsstoornis 31 Aantal as-iii-aandoeningen (n=100) Uitgestelde diagnose 1 0 81 1 of meer 18 Gemiddelde gaf-score huidig functioneren (n=99*) 49,8 (sd 4,6; spreiding 40-68) sd = standaarddeviatie * Bij 1 patiënt onbekend gaf = Global Assessment of Functioning handelingen. Bijna alle patiënten hebben één of meer as-i-stoornissen in één of meer categorieën. Aan een middel gebonden stoornissen, depressieve stoornissen, eet- en angststoornissen komen het meest voor (zie tabel 3). Op as ii komt de vermelding geen diagnose niet voor. Onder de persoonlijkheidsstoornissen komt cluster A zelden voor en cluster B duidelijk vaker dan C. Relatief weinigen hebben een aandoening op as iii (zie tabel 2). Alle tabel 3 Prevalentie van alle categorieën as-i-stoornissen die voorkomen bij de patiënten die zich meldden voor een intake bij een (deeltijd)kliniek voor persoonlijkheids-, angst- en eetstoornissen (n=100) Categorie as-i-stoornissen Prevalentie (%) Depressieve stoornissen 61 Aan middel gebonden stoornissen 29 Angststoornissen 32 Eetstoornissen 23 Psychotische stoornissen 1 Bipolaire stoornissen 1 Aanpassingsstoornissen 2 Somatoforme stoornissen 5 Dissociatieve stoornissen 2 Seksuele stoornissen 5 Stoornissen zuigelingentijd tot 1* adolescentie *Ticstoornis 24 gescoorde aandoeningen waren al vóór de intake bekend. De gemiddelde gaf-score is 49,8 (standaarddeviatie 4,6). Verloop intakeproces Er zijn 104 patiënten uitgenodigd voor een intake, 4 verschijnen niet. Van de 100 patiënten die de intake beginnen, het onderzoekscohort, maken er 96 deze af. Van hen krijgen 70 patiënten (73%) een advies voor behandeling in het CvP en 26 (27%) voor behandeling elders. De 70 behandelingen in het CvP betreffen 50 adviezen voor een persoonlijkheidsprogramma (72%) en 20 voor een gedragsprogramma(28%). Van de 70 patiënten die een behandeling in het CvP aangeboden krijgen, accepteren 55 die (79%). De meesten volgen het parttime of avondprogramma (beide 27%), een kleiner deel gaat naar elk van de gedragsprogramma s (20% voor een angststoornis, 17% voor een eetstoornis), en een gering percentage naar het fulltime programma (9%). Er waren diverse redenen om patiënten niet te indiceren. Bij 3 van deze 26 patiënten (11,5%) was nadere psychiatrische of somatische diagnostiek nodig. Bij 6 patiënten (23%) overheerste de stem- 143

h.m. v i s s e r /j. d e k k e r /l. h a r t e v e l t -bosma e.a. mingsstoornis, het misbruik van middelen of de systeemproblematiek nog te veel. Bij 9 (34,5%) leek de draagkracht voor intensieve psychotherapie te zwak. Drie patiënten (11,5%) waren onvoldoende gemotiveerd. Twee (8%) werden doorverwezen naar een geschiktere instelling voor klinische psychotherapie. Bij 3 patiënten (11,5%) was de problematiek niet ernstig genoeg. Ook waren er diverse redenen om 15 patiënten die wél een indicatie kregen, toch niet op te nemen. Bij één van hen (7%) verergerden de klachten zodanig dat de behandeling alsnog te zwaar leek. Eén (7%) verkoos intensieve therapie elders. Negen (60%) vonden de behandeling te intensief. Vier (26%) lieten niets meer van zich horen. discussie Dit intakecohort toont opvallende karakteristieken. De relatief lage gemiddelde leeftijd kan verklaard worden door het vroege ontstaan van de stoornissen, voornamelijk persoonlijkheids- en eetstoornissen. Bovendien zijn oudere volwassenen geen speciale doelgroep van het CvP. Dat vrij veel intakepatiënten ongehuwd zijn, kan verklaard worden door het feit dat ze relatief jong zijn, maar mogelijk ook door het aantal en de ernst van de stoornissen. Het onvermogen tot het aangaan van relaties is ten slotte een centraal onderdeel van de problematiek van de doelgroep. Voor het verklaren van het gemiddeld vrij hoge opleidingsniveau spelen mogelijk motivatie en mogelijkheden voor (intensieve) psychotherapie een rol. De meeste patiënten hebben langdurige klachten en meerdere psychiatrische en/of psychotherapeutische behandelingen gehad in de voorgaande tien jaar. Bovendien hebben veel patiënten meervoudige as-i-problemen. De hoge prevalentie van angst-, eet- en persoonlijkheidsstoornissen komt overeen met de doelgroepen van het CvP. Enkel persoonlijkheidsstoornissen in cluster A komen nauwelijks voor. Deze vormen er dan ook géén speciale doelgroep. Bovendien zoeken dergelijke patiënten vaak geen (intensieve) behandeling. De problematiek lijkt ernstig, gezien de relatief lage gaf-scores. Gezien de lage uitval tijdens het intakeproces lijken de meeste patiënten er voldoende gemotiveerd aan te beginnen. Bij een ruime meerderheid (70%) wordt behandeling in het CvP geïndiceerd en de meesten daarvan (79%) accepteren deze ook. Een krappe meerderheid (55%) wordt uiteindelijk opgenomen. Bij de helft van de patiënten die geen indicatie kregen, was een te zwakke draagkracht of as-i-comorbiditeit de reden. Van de geïndiceerde patiënten die zich terugtrokken, vonden de meeste de behandeling te intensief. Gezien de kleine aantallen kunnen hier geen conclusies aan verbonden worden. Verder zijn geen publicaties van andere onderzoeken gevonden om de intakeresultaten te kunnen vergelijken. Dat in de meeste gevallen een persoonlijkheidsprogramma wordt geïndiceerd, is een logisch gevolg van het feit dat het aanbod hiervoor groter is dan voor de gedragsprogramma s. Waarschijnlijk is ook de behoefte aan persoonlijkheidsprogramma s bij patiënten en verwijzers groter. Dit onderzoek heeft vanzelfsprekend methodologische beperkingen. De onderzoekspopulatie is met 100 patiënten relatief klein en bovendien heterogeen, aangezien patiënten werden verwezen in verband met persoonlijkheids-, angst- en/of eetstoornissen. Door het retrospectieve karakter kan de informatie onvolledig zijn geweest, in het bijzonder die over voorgaande behandelingen en het gebruik van psychofarmaca. De respons van de vragenlijsten voor sociodemografische gegevens die voor Psygis werden gebruikt, was matig, wat de resultaten kan hebben vertekend. In enkele gevallen werd door de onderzoeker aan de juistheid van de dsm-iv-diagnose getwijfeld en ook leken sommige gaf-scores wat te hoog. Om een bias te voorkomen zijn geen wijzigingen aangebracht. conclusie Rekening houdend met alle beperkingen, lijken op basis van dit onderzoek de meeste intakepatiënten van het CvP tot de doelgroep van (deel- 144

i n t a k e s v o o r (deeltijd) k l i n i s c h e p s y c h o t h e r a p i e tijd) klinische psychotherapie te behoren. De resultaten wijzen immers in de richting van ernstige en complexe psychiatrische en persoonlijkheidsproblemen, en doorgaans lijkt er ook sprake van (relatieve) therapieresistentie. Hieruit volgt vaak een positieve indicatie, maar een krappe meerderheid van de intakepatiënten wordt uiteindelijk opgenomen. Het lijkt van belang zowel verwijzers als patiënten uitgebreid te informeren over de intake en behandeling. In het CvP gebeurt dit via folders, internet en informatiebijeenkomsten voor verwijzers. Bovendien is er een telefonische screening met de verwijzer vóór het afspreken van een intake. literatuur American Psychiatric Association. (1994). Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (4de versie). Washington, DC: American Psychiatric Press. auteurs h.m. visser is psychiater bij De Geestgronden, Spaarnepoort Ambulant te Hoofddorp. j. dekker is hoofd onderzoek van Mentrum ggz te Amsterdam en buitengewoon hoogleraar Klinische Psychologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. l. hartevelt-bosma is psychiater bij De Geestgronden, Spaarnepoort Ambulant te Hoofddorp. p. rijnierse is psychiater en opleider psychotherapie bij Mentrum ggz, Centrum voor Psychotherapie te Amsterdam. f. de jonghe is emeritus hoogleraar psychiatrie aan de Universiteit van Amsterdam, thans nog verbonden aan Mentrum ggz en het Academisch Medisch Centrum, Amsterdam. Correspondentieadres: H.M. Visser, De Geestgronden, Spaarnepoort 1, 2134 TM, Hoofddorp. Tel.: (023) 8903100. Fax: (023) 8903270. E-mail: hetty.visser@geestgronden.nl. Geen strijdige belangen medegedeeld. Het artikel werd voor publicatie geaccepteerd op 6-6-2005. summary Intakes for (day) clinical psychotherapy. A cohort study - H.M. Visser, J.Dekker, L. Hartevelt-Bosma, P. Rijnierse, F. de Jonghe Little is known about the type of patient who is referred for clinical psychotherapy. A descriptive, retrospective cohort study was performed involving 100 patients who attended a (day) clinic for personality, anxiety and eating disorders. Sociodemographic and clinical characteristics of these patients are described. Most of the patients had multiple disorders of a serious nature, displayed a high degree of functional impairment and were relatively treatment-resistant. Of the 70% who were diagnosed as requiring treatment, 79% agreed to have the treatment that was offered. [tijdschrift voor psychiatrie 48(2006)2, 141-145] key words cohort studies, intake, psychotherapy 145