Financiële regelingen Leren en Werken in de Zorg Nummer 8 19-7 - 2012 1
Inhoud Inleiding A Belasting voordelen 1. WVA BBL 4 2. WVA EVC 4 3. WVA Startkwalificatie 5 4. Premiekorting ouderen 5 B UWV regelingen 1. Vergoeding opleidingskosten 7 2. Proefplaatsing 7 3. Sectorarrangement UWV en Regioplus 7 C Gemeentelijke regelingen 1. Vergoeding opleidingskosten 9 2. Loonkostensubsidie gemeenten 9 3. Proefplaatsing 9 D Regionale regelingen 1. Jongerenvoucher 10 E VWS regelingen 1. VWS Stagefonds 11 2. Zorgconvenant 11 Wat doet het Leerwerkloket voor u? 12 Digitaal advies 12 2
Financiële regelingen Leren en Werken in de Zorg Inleiding Nummer 8, 19-7 - 2012 De overheid, het UWV, de gemeenten en de Zorgsector willen werkend leren in de Zorg bevorderen door werkgevers te stimuleren medewerkers in een leerwerkbaan aan te nemen. Daarom zijn er verschillende regelingen waarvan een werkgever gebruik kan maken. Deze leveren vaak aanzienlijke voordelen op. Wij hebben de belangrijkste regelingen op het gebied van leren en werken in de Zorg voor u op een rijtje gezet. We onderscheiden de volgende categorieën: A. Belasting voordelen. B. UWV regelingen. C. Gemeentelijke regelingen. D. Regionale regelingen. E. VWS regelingen. 3
A. Belasting voordelen De belangrijkste fiscale regelingen zijn: Voor nieuwe werknemers met of zonder een uitkering: 1. WVA BBL. 2. WVA EVC. Voor nieuwe werknemers met een uitkering: 3. WVA Startkwalificatie. 4. Premiekorting ouderen. 1. WVA BBL. Een werkgever die iemand op een leerbaan (BBL niveau 1, 2, 3, 4) plaatst, maakt aanspraak op een WVA-korting van maximaal 2.753,- per kalenderjaar (bij een aanstelling van minder dan 36 uur inclusief de onderwijsuren is dit bedrag evenredig lager). De korting vindt plaats door een vermindering op de totale loonheffing. De werkgever doet de aanvraag van deze korting bij de loonbelastingaangifte. Voorwaarde is dat er sprake is van een CREBO-geregistreerde opleiding. Dit staat vermeld in de Praktijkovereenkomst (POK). Tevens sluit de werkgever een leerwerkovereenkomst of met de leerling, de onderwijsinstelling en het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven. Voor werknemers jonger dan 25 jaar dient de werkgever, om in aanmerking te komen voor deze faciliteit, niet meer te betalen dan het wettelijk toets loon. Dit is 130% van het fiscaal equivalent van het wettelijk minimumloon. 2. WVA EVC Met een procedure Erkenning Verworven Competenties (EVC-procedure) kan uw werknemer laten vaststellen welke competenties hij door werkervaring al heeft en welke aanvullende opleidingen hij eventueel nodig heeft. Na het succesvol volgen van een EVC-procedure krijgt de werknemer een ervaringscertificaat. Als de werkgever de kosten van deze procedure vergoedt mag de afdrachtvermindering toegepast worden. Let op! Vergoedt u deze kosten niet, dan mag uw werknemer voor deze scholingskosten zijn spaarloon deblokkeren. De EVC-aanbieder moet een erkende aanbieder zijn. U moet de verklaring van deze erkenning bij uw loonadministratie bewaren. De afdrachtvermindering bedraagt 334,- per procedure. U hoeft het loon niet te toetsen aan het toets loon en u hoeft geen rekening te houden met de deeltijdfactor. 4
3. WVA Startkwalificatie Een werkgever die een bij het UWV WERKbedrijf ingeschreven werkloze werkzoekende zonderstartkwalificatie (diploma op tenminste MBO-2 niveau, havo of vwo) op een leerbaan plaatst en deze richting startkwalificatie leidt maakt aanspraak op een WVA-korting van maximaal 3.337,- per kalenderjaar (bij een aanstelling van minder dan 36 uur -inclusief de onderwijsuren- is dit bedrag evenredig lager). De korting is stapelbaar met de WVA BBL, waardoor een maximale korting van 6.090,- ontstaat. De voorwaarde is dat de werkgever, ongeacht de leeftijd van de werknemer, niet meer betaalt dan het wettelijk toets loon. De werkgever mag met ingang van 1 januari 2010 de afdrachtvermindering toepassen als de werknemer aan 1 van de volgende voorwaarden voldoet: De werkgever dient te beschikken over een verklaring van het UWV WERKbedrijf; Verklaring Werkloze. Deze verklaring wordt afgegeven als de werknemer vóór indiensttreding stond ingeschreven bij het UWV WERKbedrijf als werkloze werkzoekende. De verklaring kan binnen vier maanden na indiensttreding worden aangevraagd met een formulier dat bij het UWV WERKbedrijf beschikbaar is. Hij heeft bij een vorig leerbedrijf ook een opleiding tot startkwalificatie gehad. Aanvraag van deze korting doet de werkgever vervolgens bij de loonaangifte. 4. Premiekorting ouderen Neemt u een werknemer in dienst die 50 jaar of ouder is en die direct voor indiensttreding een uitkering kreeg? Dan hebt u bij een dienstverband van ten minste 36 uur per week recht op een premiekorting van 6.500,- per jaar. Bij een dienstverband van minder dan 36 uur per week wordt de korting evenredig minder. U kunt deze korting toepassen zolang de dienstbetrekking bestaat, maar maximaal 3 jaar. Voor deze premiekorting in dienst nemen oudere werknemers maakt het niet uit of er een tijdelijk of een vast contract is. En ook de omvang van de uitkering die de werknemer had voordat hij bij u in dienst kwam, is niet van belang: het mag ook een gedeeltelijke uitkering zijn. Wilt u de premiekorting in dienst nemen oudere werknemers toepassen, dan moet u wel kunnen bewijzen dat de werknemer voor indiensttreding een werkloosheidsuitkering, arbeidsongeschiktheidsuitkering, nabestaandenuitkering, inkomensondersteuning of bijstandsuitkering kreeg. Uw werknemer, of u wanneer u gemachtigd bent door uw werknemer, kan een zogenaamde doelgroepenverklaring bij zijn uitkerende instantie aanvragen waarin staat dat hij recht had op een uitkering voor hij bij u in dienst trad. Bewaar deze verklaring bij uw loonadministratie. De doelgroepenverklaring is aan te vragen via de onderstaande link: Downloaden doelgroepenverklaring klik hier De premiekorting mag op het totaal aan af te dragen werknemerspremies in mindering worden gebracht. 5
Overigens is er voor medewerkers van 62 jaar en ouder die al bij u in dienst zijn ook een variant op deze regeling. De premiekorting bedraagt 2.750,- per jaar bij een fulltime dienstverband en mag worden toegepast tot het 65 e levensjaar. Meer informatie Meer informatie over deze regelingen vindt u bij de Belastingdienst. Tel. 0800 0443 of via de website www.belastingdienst.nl 6
B. UWV regelingen De belangrijkste regelingen van het UWV zijn: 1. Vergoeding opleidingskosten. 2. Loonkostensubsidie UWV. 3. Proefplaatsing. 4. Sectorarrangement UWV en Regioplus. 1. Vergoeding opleidingskosten Voor werkzoekenden met een WAO-, WIA- of Wajong-uitkering bestaat de mogelijkheid voor de vergoeding van opleidingskosten voor een leerwerkbaan door het UWV. Bij de beoordeling van de aanvraag tot vergoeding van opleidingskosten speelt de baangarantie en de duur van de arbeidsovereenkomst een belangrijk rol. Voor werkzoekenden met een WW-uitkering is deze mogelijkheid met ingang van 1 oktober 2011 komen te vervallen. 2. Proefplaatsing Werkzoekenden krijgen de kans met behoud van hun uitkering, gedurende maximaal drie maanden, in een bedrijf proef te draaien. Zo hebben werkgever en werknemer de tijd om elkaar te leren kennen, zonder dat daarbij een financiële druk ligt. In de praktijk wordt een proefplaatsing ook gebruikt om de opleidingskosten te financieren. Wanneer de opleidingskosten door de werkgever betaald wordt, kan de proefplaatsing benut worden. Immers de werknemer werkt zonder loon te ontvangen. N.B. De proefplaatsing van het UWV kan niet gecombineerd worden met de loonkostensubsidie van het UWV 3. Sectorarrangement UWV en Regioplus De regionale samenwerkingsverbanden van werkgevers in Zorg en Welzijn en UWV hebben een sectorarrangement gesloten. Het gaat hierbij om een initiatief van de regionale samenwerkingsverbanden van werkgevers in zorg en welzijn (waaronder UtrechtZorg), die hiermee willen inspelen op de behoefte aan goed geschoold personeel bij hun instelling. De looptijd van het sectorarrangement is van 1 juni 2011 tot 1 juni 2012. Het is de bedoeling om dit jaarlijks te herhalen, waarbij de behaalde resultaten bepalend zullen zijn voor het mogelijke vervolg. Het akkoord heeft alleen betrekking op cliënten met een WIA-, WAO-, WAZ- of Wajong uitkering. Inhoud van het traject De werkzoekenden mogen een jaar lang gaan werken met behoud van uitkering bij een zorgwerkgever en tegelijk een opleiding volgen. Als dit eerste jaar goed wordt doorlopen, is de werkgever verplicht de werkzoekende in dienst te nemen. Financiële bijdrage UWV Het UWV WERKbedrijf betaalt aan de werkgever een vergoeding van 3.000,- voor de begeleiding van een deelnemer bij de beroepspraktijkvorming. De betaling van dit bedrag geschiedt in 3 termijnen; 20% bij de start van de opleiding in november, 50% na 6 maanden en de laatste 30% wanneer de werkgever een (leer)arbeidsovereenkomst heeft afgesloten met de kandidaat. Bij tussentijdse uitval van een deelnemer vervalt het recht op deze UWV-vergoeding aan de werkgever. 7
Een uitzondering hierop vormt de situatie dat de kandidaat direct doorstroomt in een andere kwalificerende opleiding en de werkgever in dat geval eveneens een baangarantie afgeeft. Naast deze werkgeversvergoeding gelden ook de andere maatregelen die voor arbeidsgehandicapten kunnen worden ingezet. Meer informatie Meer informatie over deze regelingen vindt u via de website www.uwv.nl/werkgevers/ik_neem_een_werknemer_met_uitkering_in_dienst 8
C. Gemeentelijke regelingen De gemeentelijke regelingen verschillen per gemeente. De regelingen van de gemeente waar de kandidaat is ingeschreven zijn van toepassing. De regelingen van de verschillende gemeenten kunnen betrekking hebben op: Utrecht zijn: 1. Vergoeding opleidingskosten. 2. Loonkostensubsidie. 3. Proefplaatsing. 4. Banenplan. 1. Vergoeding opleidingskosten Voor WWB gerechtigde kandidaten bestaat vaak de mogelijkheid van vergoeding van opleidingskosten voor een leerwerkbaan door de betreffende gemeente. Bij de beoordeling van de aanvraag tot vergoeding van opleidingskosten speelt de baangarantie en de duur van de arbeidsovereenkomst een belangrijk rol. 2. Loonkostensubsidie gemeenten De loonkostensubsidie van de gemeenten worden in het algemeen alleen toegepast voor een bepaalde groep werkzoekenden. De loonkostensubsidie heeft als doel de werkgever te stimuleren om de werkzoekende een dienstverband aan te bieden. De loonkostensubsidie duurt in het algemeen maximaal 12 maanden. De werkgever kan loonkostensubsidie krijgen wanneer de werknemer: - Een bijstandsuitkering ontvangt van de gemeente. - Naar het oordeel van de klantmanager een afstand tot de arbeidsmarkt heeft. De werkgever moet aan de volgende voorwaarden voldoen: - Een arbeidscontract aanbieden voor een minimaal vastgestelde periode. - De intentie hebben het arbeidscontract na afloop van de loonkostensubsidie te verlengen. Per kalenderjaar moet u verantwoorden dat de werknemer waarvoor u loonkostensubsidie heeft ontvangen, daadwerkelijk bij u heeft gewerkt. Dit dient te gebeuren door middel van een accountantsverklaring. 3. Proefplaatsing Werkzoekenden krijgen bij een proefplaatsing de kans met behoud van hun uitkering, gedurende maximaal drie maanden, in een bedrijf proef te draaien. Zo hebben werkgever en werknemer de tijd om elkaar te leren kennen, zonder dat daarbij een financiële druk ligt. In de praktijk wordt een proefplaatsing ook gebruikt om de opleidingskosten te financieren. Wanneer de opleidingskosten door de werkgever betaald wordt, kan de proefplaatsing benut worden. Immers de werknemer werkt zonder loon te ontvangen. Veel gemeenten hanteren het uitgangspunt dat deze regelingen niet gestapeld mogen worden. 9
D. Regionale regelingen De belangrijkste regionale regeling is het Jongerenvoucher. 1. Jongerenvoucher Het Leerwerkloket Utrecht, de gemeente Utrecht, het UWV WERKbedrijf en de ROC s, willen jongeren weer op weg helpen. Daarom is er in de regio Utrecht een speciaal actieplan jeugdwerkloosheid ontwikkeld. Eén van de elementen van dit actieplan is het jongerenvoucher. Een werkgever krijgt een jongerenvoucher toegekend wanneer die een jongere die minimaal 3 maanden werkloos is en op een andere manier geen baan kan krijgen voor tenminste 6 maanden in dienst neemt. Zeventien gemeenten in de regio Utrecht-Midden ontwikkelden de jongerenvoucher. De voucher staat voor een eenmalig bedrag dat de werkgever ontvangt als hij een jongere in dienst neemt voor ten minste zes maanden. De voucher bedraagt 2.848,08 voor een jongere van 18 tot en met 21 jaar en 5.348,16 voor een jongere van 22 tot en met 26 jaar. Deze bedragen gelden alleen voor een voltijd dienstverband (vanaf 32 uur). Voor deeltijd geldt een andere regeling en vergoeding. 1 0
E. VWS regelingen De belangrijkste VWS regelingen voor de Zorg sector zijn: 1. VWS Stagefonds. 2. Zorgconvenant. 1. VWS Stagefonds In 2008 is het ministerie van VWS begonnen met het Stagefonds voor de Zorg. Dit Stagefonds maakt het mogelijk dat zorginstellingen die stageplaatsen realiseren voor studenten aan onder meer roc s, een bijdrage krijgen voor de kosten van de stagebegeleiding. Voor relevante opleidingen via de BBL op niveau 3 is het normbedrag voor studiejaar 2010/2011 2.858,- en voor de overige BBL- en duale opleidingen 1.056,- per voltijds bpv-plaats. De normbedragen voor 2011 zijn nog niet vastgesteld. Omdat het Stagefonds structureel wordt voortgezet met een landelijk iets hoger budget dan in 2010/2011, is de verwachting dat de normbedragen voor studiejaar 2011/2012 vergelijkbaar zullen zijn. Meer informatie Meer informatie over het Stagefonds Zorg vindt u op www.stagefondszorg.nl 2. Zorgconvenant Op 1 juni heeft de staatssecretaris van VWS bekendgemaakt dat er landelijk vanaf 2012 jaarlijks gedurende 3 jaar 636 miljoen extra beschikbaar is gesteld voor investeringen in de langdurige zorg ter verbetering van de kwaliteit van de zorg. Hierover is een convenant gesloten. Het convenant is alleen beschikbaar voor intramurale zorg. De beschikbare middelen komen ter beschikking van zorginstellingen door het ophogen van de ZZPtarieven. Er zijn door VWS verschillende doelstellingen verbonden aan de besteding van deze middelen, namelijk: het verhogen van de kwaliteit van de zorg door: - Zittende medewerkers in het primaire zorgproces te scholen. Het is van belang dat zorginstellingen aantoonbaar zorgdragen dat de medewerkers hun deskundigheid onderhouden en borgen. - Extra medewerkers op te leiden en/of aan te nemen. Met het extra opleidingen van medewerkers kan er een bijdrage worden geleverd aan een cultuuromslag voor de sector, waarbij de nadruk meer komt te liggen op het bevorderen van zelfredzaamheid van cliënten. 1 1
Wat doet het Leerwerkloket Utrecht voor u? Het Leerwerkloket Utrecht heeft op verzoek van de projectgroep zij-instoom Zorg de verschillende financiële regelingen op het gebied van leren en werken in de Zorg in kaart gebracht. Het Leerwerkloket Utrecht is goed op de hoogte van de verschillende financiële regelingen en subsidies op het gebied van leren en werken. Wanneer u kandidaten in een leerbaan wilt plaatsen, geven wij voorafgaand aan de mogelijke plaatsing voor elke afzonderlijke kandidaat advies over de aanvraag van financiële regelingen en subsidies. Wij adviseren hierbij ook over de mogelijke stapelbaarheid van de verschillende regelingen. Bovendien vertellen wij u hoe u de aanvraag kunt indienen. Wij adviseren niet over kandidaten die reeds in een leerbaan zijn geplaatst. Digitaal advies De verschillende financiële regelingen subsidies op het gebied van leren en werken kunt u ook terugvinden via de website www.subsidiecalculator.nl Op deze website krijgt u snel inzicht in de omvang van de financiële regelingen van elke afzonderlijke kandidaat door het invullen van enkele gegevens van de (potentiele) werknemer. Bovendien krijgt u een digitale handreiking bij de aanvraagprocedure. De specifieke regelingen voor de regio Utrecht en de VWS regelingen zijn nog niet in deze subsidiecalculator opgenomen. Voor aanvullend advies kunt u contact opnemen het Leerwerkloket Utrecht. Leerwerkloket Utrecht, t Goylaan 127, 3525 AG Utrecht, Postbus 2014, 3500 GA Utrecht, T 030-8504818, E info@leerwerkloketutrecht.nl W www.leerwerkloketutrecht.nl Deze publicatie is mede tot stand gekomen door een bijdrage van de Provincie Utrecht. N.B. Aan deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend. 1 2