RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Z a l t b o m m e l ; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 december 2010; gelet op de artikelen 6 en 140 van de Wet op het primair onderwijs; gelet op de verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Zaltbommel; b e s l u i t : aan de verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Zaltbommel de bijlage subsidiering voorscholen incl. de toelichting toe te voegen: I. Aanduiding van de voorziening 1) Het schoolbestuur kan een aanvraag indienen voor een subsidie ten behoeve van de exploitatie van een voorschool; 2) Onder een voorschool wordt verstaan: een voorschoolse voorziening voor peuters van 2-4 jaar waar het schoolbestuur overwegend deel uitmaakt van het bestuur van de voorschool en/of waarbij de schooldirecteur de verantwoordelijkheid heeft over de dagelijkse gang van zaken in de voorschool en/of leiding geeft aan de beroepskrachten in de peutergroep. II. Indieningdatum 1) Een aanvraag, zoals bedoeld in artikel I onder 1, dient ingediend te worden vóór 1 april van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar; 2) In afwijking van lid 1 kan de aanvraag voor het subsidiejaar 2011 ingediend worden vóór 1 april 2011. III. Aanvraag 1) Voor een aanvraag dient een door het college vastgesteld aanvraagformulier te worden ingevuld en ingediend te worden; 2) Behalve de eisen van artikel 6 van de verordening worden ook de volgende gegevens in de aanvraag opgenomen: - Het aantal peuters dat op 1 oktober van het jaar, voorafgaand aan het jaar van de aanvraag, de voorschool bezocht; - Het aantal dagdelen dat de peuterspeelzaal open was in het jaar, voorafgaand aan het jaar van de aanvraag. IV. Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend 1) De voorziening wordt steeds toegekend voor 1 kalenderjaar dat loopt van 1 januari tot en met 31 december; 2) In afwijking van lid 1 loopt het tijdvlak waarvoor de voorziening wordt toegekend in het subsidiejaar 2011 van 1 september tot en met 31 december; 3) Tot 2014 kan aanspraak gemaakt worden op deze voorziening.
V. Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening 1) Voor alle voorzieningen gelden de volgende algemene toekenningcriteria: a. De voorschool is gehuisvest in één van de kernen in de gemeente Zaltbommel, te weten: Zaltbommel, Aalst, Brakel, Zuilichem, Nieuwaal, Gameren, Bruchem, Kerkwijk, Poederoijen, of Nederhemert; b. Er is geen peuterspeelzaal gehuisvest in de kern waar de voorschool, waarvoor de voorziening wordt aangevraagd, is gevestigd; c. Er is geen andere basisschool gehuisvest in de kern waar de voorschool, waarvoor de voorziening wordt aangevraagd, is gevestigd; d. De voorschool is toegankelijk voor ieder kind in de leeftijd van 2½ tot 4 jaar; e. De kinderen op de voorschool gaan minimaal 2 dagdelen per week naar de voorschool; f. Een dagdeel op een voorschool duurt minstens 2½ en maximaal 3½ uur; g. Een groep op een voorschool bestaat minimaal uit 8 kinderen en maximaal uit 16; h. Een groep op een voorschool wordt begeleid door minimaal één beroepskracht met minimaal het opleidingsniveau SPW3 (of een, conform CAO Welzijn en maatschappelijke dienstverlening, gelijk gestelde opleiding). i. De verhouding aantal kinderen en begeleiding is 8:1. Per 8 kinderen is dus sprake van minimaal 1 begeleider; j. Het personeel van de voorschool is in het bezit van een verklaring omtrent goed gedrag; k. Op de voorschool is een schriftelijke risico-inventarisatie van de opvang van kinderen aanwezig; l. De voorschool is verplicht de ouders over het beleid te informeren en heeft dit ook vastgelegd; m. Er is op de voorschool sprake van een oudervertegenwoordiging en een klachtenregeling; n. De voorschool voldoet aan veiligheids-, gezondheids- en brandvoorschriften en hygiëne; o. De voertaal op de voorschool is Nederlands; p. De voorschool hanteert regels over administratie, om zo nodig, monitoren mogelijk te maken; q. De voorschool biedt erkende VVE programma s aan conform de wettelijke kwaliteitseisen, aan VVE geïndiceerde kinderen. 2) Het schoolbestuur heeft een inspanningsverplichting om de peuters in de betreffende kern aan zich te binden. Hiervoor gelden de volgende prestatieafspraken in de kern: - In 2012 gaat minstens 60% van de peuters van 2-4 jaar in de betreffende kern ten minste 2 dagdelen naar de voorschool; - In 2013 gaat minstens 70% van de peuters van 2-4 jaar in de betreffende kern ten minste 2 dagdelen naar de voorschool - In 2014 e.v. gaat minstens 80% van de peuters van 2-4 jaar in de betreffende kern ten minste 2 dagdelen naar de voorschool. 3) Het schoolbestuur zal aan moeten tonen welke activiteiten het onderneemt om aan de percentages van lid 2 te komen. 4) Wanneer blijkt dat niet voldaan wordt aan de toekenningscriteria van lid 1 zal de aanvraag afgewezen worden. 5) Wanneer blijkt dat niet voldaan wordt aan de toekenningscriteria van lid 2 kan de aanvraag afgewezen worden. VI. Wijze van toekennen en/of vaststellen Wanneer de aanvraag gehonoreerd wordt, ontvangt het schoolbestuur direct een vaststellingsbeschikking; 2
VII. Subsidieplafond Het subsidieplafond wordt jaarlijks door het college vastgesteld en bedraagt voor het eerste subsidiejaar, te weten 2011: 10.000,- 1. VIII. Verdelingsregels 1) De middelen worden toegekend op grond van: a. Het aantal kinderen dat op 1 oktober van het jaar, voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag wordt ingediend, deelneemt aan de voorschool. Per ingeschreven kind wordt een bedrag van 54,- gesubsidieerd; b. Het aantal dagdelen dat de voorschool open was in het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag wordt ingediend. Per dagdeel wordt een bedrag van maximaal 2.600,- gesubsidieerd; c. Wanneer blijkt dat het subsidieplafond wordt overschreden, zal het bedrag per kind onveranderd blijven. Het bedrag per dagdeel zal naar rato van het aantal dagdelen over alle voorscholen verdeeld worden; d. Wanneer er na verdeling nog budget resteert, bepaalt het college wat hiermee gebeurt. 2) In het subsidiejaar 2011 wordt afgeweken van de datum van lid 1 onder a. De aanvraag voor 2011 is gebaseerd op het aantal deelnemende kinderen aan de voorschool per 1 oktober 2010. 1 In de LEA is 30.000,- gereserveerd voor heel 2011. Dit bedrag wordt echter voor 4/12 uitgekeerd. 3
Toelichting (per artikel) Ad I De aanvraag dient te worden gedaan door het bevoegd gezag van de school waaraan de voorschool verbonden is. Dit is van belang in verband met de aansturing van de voorschool. De invloed van de school moet nadrukkelijk aanwezig zijn. De gemeente subsidieert vooral om een kwalitatief sterke voorschool te krijgen waarbij de expertise van de school, de doorgaande leerlijn en het pedagogisch klimaat dominant zijn. De subsidie wordt daarom uitgekeerd aan het bevoegd gezag van de school. Ad II De datum 1 april is conform de aanvraagdatum in de algemene subsidieverordening van de gemeente Zaltbommel. In het jaar 2011 zal gestart worden met de aanvraag. Voor dat jaar wordt een uitzondering gemaakt. Ad III In de aanvraag dient een opgave van het aantal peuters en dagdelen te staan. Hiervoor wordt gekeken naar het jaar vóór de aanvraag. Als teldatum wordt aangesloten bij de teldatum in het onderwijs: 1 oktober. Wanneer het bevoegd gezag een subsidie aanvraagt voor 2012, geldt dus de teldatum 1 oktober 2010. Het aantal dagdelen en peuters staat al vast, waardoor er geen controle hoeft plaats te vinden achteraf. De subsidie kan dus direct vastgesteld worden. Ad IV Deze aanvullende voorziening is geldig tot en met 31 december 2013. In 2012 zal duidelijk moeten worden of de subsidiering van voorscholen via het LEA budget loopt, of dat dit opgenomen wordt in de algemene subsidieverordening. De aanspraak op de voorziening kan tevens eindigen als gevolg van een besluit van de gemeenteraad de voorziening tussentijds te eindigen. Ad V Het geheel van criteria zoals geformuleerd onder V, geeft de omstandigheden weer waarin de school moet verkeren om in aanmerking te komen voor de voorziening. Zo wordt in lid 1, sub b en c gesteld dat er geen sprake mag zijn van een andere basisschool en/of een peuterspeelzaal in dezelfde kern. De reden van de voorwaarde in sub b is het voorkomen van concurrentie van een peuterspeelzaal die eveneens door de gemeente gesubsidieerd wordt. Voor sub c geldt dat voorkomen wordt dat de leerlingen verdeeld worden over de scholen binnen één kern, waardoor er slechts kleine voorschooltjes ontstaan. Daarnaast heeft de gemeente de wettelijke taak openbare scholen in stand te houden. Door bijzondere scholen in dezelfde kern te subsidiëren kan deze subsidie mede de oorzaak zijn dat er op termijn geen openbaar onderwijs aangeboden kan worden vanwege de terugloop van het aantal leerlingen. In sub i wordt aangegeven dat de verhouding kind: leidster, 8:1 is. Dit houdt in dat er per 8 kinderen één leidster aanwezig is. Wanneer er dus 9-16 kinderen in de groep zitten, dienen er 2 begeleiders te zijn. De begeleiding bestaat dan uit één beroepskracht en een extra begeleider. In lid 1 sub q worden voorscholen verplicht gesteld een VVE programma aan te bieden. De gemeente heeft de taak voldoende VVE plaatsen te creëren en wil dit o.a. middels aanbod in de voorscholen voor elkaar krijgen. De overige onderdelen zijn de wettelijke eisen die aan peuterspeelzalen gesteld worden. 4
Ad VI De verordening biedt in artikel 12 de mogelijkheid de subsidie direct vast te stellen. Omdat de hoogte van de subsidie gebaseerd is op het aantal dagdelen en peuters van het jaar vóór de aanvraag, is dus bekend wat de definitieve hoogte van de subsidie wordt en kan direct vastgesteld worden. Ad VII De subsidie wordt gefinancierd vanuit het LEA budget. Jaarlijks wordt vanuit de stuurgroep LEA een voorstel gedaan richting OLO inzake de hoogte van het budget. Het college stelt vervolgens, op grond van artikel 2 lid 2 van de verordening, jaarlijks het subsidieplafond vast. Het plafond wordt tenminste 6 weken vóór 1 april van het jaar van de aanvraag vastgesteld. Ad VIII De verdelingsregels zijn gebaseerd op de subsidie aan peuterspeelzalen in de algemene subsidieverordening. Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Zaltbommel in zijn vergadering van dinsdag 3 februari 2011. De raad voornoemd, de raadsgriffier, de voorzitter, drs. M.S.P. Muurling A. van den Bosch 5