Intern transport Antwoorden Procedure in de veiling Alex de Bok Gerard van Vliet Aad van den Boogaard eerste druk, 2002
Artikelcode: 27093.2 & 27093.1 2002 Ontwikkelcentrum, Ede, Nederland Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Ontwikkelcentrum. 2 PROCEDURE IN DE VEILING
1 De aanvoer van het product Vragen 1.1 a Door samenwerking bij de afzet kun je de hoogst mogelijke prijs behalen, omdat alle handelaren zijn verzameld voor de klok. b VBN en VTN. c Belang bloemisterij bij nationale en internationale organisaties, internationale samenwerking producenten, afspraken over aanvoervoorschriften. Vragen 1.2 a De voorgeschreven manier van beladen door bijvoorbeeld de veilingorganisatie. b Het water is nodig voor de houdbaarheid, maar in verband met de Arbo-wet mag het gewicht niet te hoog zijn. Elke liter weegt immers 1 kg. c Altijd onderaan beginnen en de nieuwe partij naast de vorige partij plaatsen en niet erachter. d Deze zijde is zichtbaar voor de koper en een mooie presentatie levert meestal een betere prijs op. e Doorrijhoogte in het gebouw en laadhoogte in een vrachtauto. Vragen 1.3 a Bij elke partij afgeleverd product behorend document. b De éénpartij-brief, de meerpartijen-brief, de BB-brief en het GP-document. c De elektronische aanvoerbrief maakt het mogelijk de gegevens zo vroeg mogelijk beschikbaar te hebben voor de kopers. d Voor afzet via de veilingklok. e Zelf doen of groepsvervoer. f Inpandig in het gebouw, uitpandig aan buitenzijde van het gebouw. g Via bemiddeling kun je vaste hoeveelheden tegen een afgesproken prijs, in een gewenst fust en een bepaalde tijd bestellen. h Via de veilingklok en bemiddeling. Vragen 1.4 Eerst wordt het product gesorteerd naar productgroep. Klokhandel wordt tijdelijk opgeslagen in bewaarruimten bij de juiste temperatuur tot het voor de klok verkocht wordt. BB-handel wordt naar de afnemer gebracht. DE AANVOER VAN HET PRODUCT 3
2 Transport en distributie van het product Vragen 2.1 a Doordat de kweker de veilingkarren op de kwekerij alvast kan laden volgens voorschriften en op de veiling heel snel kan lossen. Ruimte in de veiling wordt daardoor niet onnodig lang gebruikt. De koper kan bij grote partijenlevering snel de gehele kar doorsturen naar zijn klanten of snel naar een verwerkingsruimte elders brengen. b Kromme trekpennen, kapotte triangel, defecte schapbladen, defecte wielen, kromme of verdwenen rondstaafjes. c Kapotte schapbladen, wielen vastgelopen met touw of sealfolie (ook wel krimpfolie genoemd), kromme hoeksteunen, valse karren (zonder slothanger). d Soms doordat hun klanten speciale wensen hebben voor het aanleveren op speciale karren. Je hoeft dan geen statiegeld te betalen. Karren kunnen zo gemaakt zijn dat de eigen vrachtauto s optimaal te beladen zijn. e De Deense Containercentrale krijgt statiegeld voor de eigen karren die bij kwekers en kopers in roulatie zijn, ook heeft men het onderhoud daaraan te verrichten. Als er valse karren doorheen gaan, dan moet men wel het onderhoud daaraan verrichten zonder dat men daar statiegeld van krijgt. f De poolpallet, de cheppallet, de seppallet, de blokpallet, de vliegtuig skidboogpallet, de vliegtuigblokpallet. Vragen 2.2 a Een blik fresia s is vakjargon (vaktaal), waarmee een veilingcontainer met fresia s wordt bedoeld. b Veel kopers willen hun producten vroeg in de box hebben zodat het verdelen snel kan beginnen. Bovendien heb je te maken met deadlines voor het vervoer, bijvoorbeeld bij vertrektijden van vliegtuigen en boten. c Dan is er een tekort aan producten. Dit is vaak het geval rond speciale feestdagen. Om toch het gewenste product in te kunnen kopen moet men een hogere prijs betalen. d Rechtstreeks bij de kweker via BB of MVA, via contracten zoals termijnhandel, sommige handelaren zijn bijvoorbeeld gespecialiseerd in exotische producten. Deze producten worden dan doorverkocht aan andere handelaren. e Een zelfkeurder is een kweker die zelf zijn oordeel geeft over de kwaliteit van eigen producten. De veiling gaat ervan uit dat de kweker zijn eigen product het beste kent. Een kweker die een goede naam heeft wil die houden en zal ook zorgvuldig keuren. Het zelfkeuren heeft een extra kwaliteitsimago. Het zelfkeuren is aan duidelijk omschreven regels gebonden. Kwekers die het niet goed doen mogen een tijd lang niet meer zelfkeuren. f Sommige kwekers blinken uit wat kwaliteit betreft en zijn zeer betrouwbaar. Er worden geen dunne steeltjes of een enkele kromme tak tussen de andere bloemen gebost. 4 PROCEDURE IN DE VEILING
Vragen 2.3 a Leliebollen worden bewaard in vochtig turfmolm en ingevroren bij 0,5 tot 2 C. Om het uitdrogen te voorkomen wordt het geheel omgeven met plastic folie en in een plastic bak bewaard. De lelie is door zijn bolschubben een open bol die snel uitdroogt. b Botrytis noem je bij rozen, fresia s en gerbera s pokken, bij chrysanten peper en bij anjers smet of smeul. c Doordat warme vochtige lucht tegen koude bloemen aankomt zakt ook de temperatuur van die lucht. Koude lucht kan veel minder vocht bevatten. De verzadigingsvochtigheid van warme lucht is veel hoger dan van koude lucht. Door dit natuurkundige verschijnsel krijg je condensatie. d Door wat ruimte open te houden net onder de legborden en door geperforeerd folie te gebruiken. e Coversheets worden soms wel meer dan 300 keer hergebruikt. Dat betekent een grote besparing van sealfolie (ook rekwikkelfolie of krimpfolie genoemd) en is gunstig voor het milieu. TRANSPORT EN DISTRIBUTIE VAN HET PRODUCT 5
3 Verwerken van de gegevens Vragen 3.1 a Logistiek: Geen retourvracht, geen verwerkingskosten bij registratie. Reclameen promotiekansen. b Het blauwe meermalig te gebruiken krat voor binnenlands gebruik. c De steel krijgt een buisje met water. De stelen worden om beschadiging te voorkomen vastgeplakt. d Een veelvoud van dit fust past op de legbladen van de stapelwagens. e Het omwikkelen van de producten met fust aan de buitenzijde, onder andere tegen beschadiging en weersinvloeden bij het transport. f Deze worden direct in de verpakking gedaan, afhankelijk van de wensen van de klant. Vragen 3.2 a Door nieuw aangevoerde karren en gebruikte karren af te leveren. b Telfouten, invoerfouten, niet geregistreerde karren. Vragen 3.3 a Europese artikelnummering. b De eerste twee cijfers geven dit aan. c De consument, omdat de gegevens standaard zijn en er zo minder kans is dat er bij de kassa fouten worden gemaakt. d Op de veilingbrief, gedurende het logistieke proces, bij het verdelen bij de koper en bij de producent, zoals op de bloempot. 6 PROCEDURE IN DE VEILING
4 Tracties (trekker etc.) voor intern transport Vragen 4.1 a Distributietrekkers en grote trekkers. b Omdat deze elektrovoertuigen geen uitstoot van schadelijke stoffen voor het product en de mens geven. Minder geluidshinder. Vragen 4.2 a Van de capaciteit van de batterij en het aantal cellen per batterij. b Plastic bak met loodplaten en verdund zwavelzuur. c Start-accu en tractie-accu. d Het in de accu aanwezige zwavelzuur veroorzaakt zware brandwonden als het in contact komt met het lichaam. e Bij het laden ontstaat een ontplofbaar gas, dat door een vonk van een bewerking ontploft. f Schoon en droog houden, geen metalen op een accu leggen, draag geen sieraden bij werkzaamheden aan de accu. g Kijken op de accu-conditiemeter, minimaal drie bolletjes of met de zuurweger. h 1,26/1,28 1,13/1,15 = 0,13 kg is 130 gram per liter. i Vijf tot acht jaar. j De oplader pas inschakelen na aansluiting van de stroomkabels, alleen bijvullen met gedestilleerd water of gedemineraliseerd water, voorkomen van te hoge temperatuur (de temperatuur moet lagen zijn dan 43 C), laadruimte moet aan voorwaarden voldoen. k Notities over soortelijk gewicht, elektrolyt voor het laden, stroomsterkte, bijvullen water en massa elektrolyt na lading. l Gelaatscherm of zuurbril, rubberen handschoenen en rubberen schort. m In de ogen: spoelen met veel water en arts raadplegen. Op de huid: afspoelen met veel water. Op de kleding: trek ze uit en spoel ze uit met water, ook de huid moet je afspoelen. Vragen 4.3 a Veiligheid van personen en beschermen tegen beschadiging van het product. b Nee, minimaal 18 jaar en een opleiding. c Dan kun je altijd zien wat je met deze trekker mag doen. d In het veilingreglement. e Als er een zitplaats voor is. f Aandacht, letten op andere personen en voertuigen, om ongelukken te voorkomen. g Niet te snel rijden, rustig en gelijkmatig remmen, in bochten voorzichtig sturen. Vragen 4.4 a Nee, als er sprake is van grove nalatigheid van de werknemer, kan de werknemer hiervoor aansprakelijk worden gesteld. b Nee, werkgever en werknemers moeten samen binnen kaders de Arbo-wet uitvoeren. TRACTIES (TREKKER ETC.) VOOR INTERN TRANSPORT 7
c d Nee, eigen maatregelen moeten tenminste het beschermingsniveau opleveren zoals de wet die aangeeft. In de Arbo-informatiebladen, deze zijn informatief en niet bindend. Vragen 4.5 a De trekker moet jaarlijks gekeurd worden. b Aan de goedkeuringssticker. c De tien punten zijn: de snelheid; de remwerking; de stuurinrichting; de afmetingen; de banden; de bestuurdersplaats; de accu s; de trekhaak voor veilingkarren; de scherpe delen; de technische staat; de verzekering; de herkenbaarheid; de claxon (indien aanwezig); de verlichting (indien aanwezig). Vragen 4.6 a De maximumsnelheid is 10 km per uur. b De minimum leeftijd is 18 jaar. c Deze trekker moet opnieuw gekeurd worden. Iedere elektrotrekker moet een goedkeuringsticker bevatten. d Er mag alleen een passagier mee als de trekker daarvoor een speciale zitplaats heeft. e De trekker moet geschikt zijn, een goede handrem moet aanwezig zijn, gelijkwaardige goede banden aan beide zijden van de trekker. Vragen 4.7 a Aan de ontladingsmeter en door middel van een zuurweger. b Als er kortsluiting is springt de zekering en kan brand worden voorkomen. c Lucht is samenpersbaar en daardoor functioneert het remsysteem niet of onvoldoende. Remolie en andere vloeistoffen zijn niet samenpersbaar. d Versleten banden, foute remafstelling, remvoeringen versleten, olie op de remvoeringen. Vragen 4.8 a Urenteller en een accu-conditiemeter. b Zie de eerder vermelde berekening. c Door de grote verschillen in arbeid die de motoren moeten leveren. d Zie de informatie op het identificatieplaatje. e Trekkrachtmeter plaatsen tussen een vast object en koppelingspunt van de trekker. f Slecht wegdek, het nemen van hellingen, slecht onderhoud van de trekker. g Een super elastische band. h Wieldoorsnede banddikte. i Wanneer er kans bestaat op veel lekke banden. j Veel hogere spanning bij banden die zwaar belast worden. 8 PROCEDURE IN DE VEILING
k l m n o p q r s Door de druk van de luchtbanden kan bij het demonteren van de wielhelften deze uit elkaar klappen op een ongecontroleerde wijze. Dat wordt gedaan met een momentsleutel. Om de wielen goed vlak tegen de assen gemonteerd te krijgen. Tijdens het gebruik gaat het wiel zich enigszins zetten tegen de as. Hierdoor kunnen sommige bouten wat los gaan zitten. Onderhoud om grotere problemen te voorkomen. Bijvoorbeeld de keuring op de conditie van het vervoersmiddel. Daardoor worden bepaalde controles niet zo snel vergeten. Er is duidelijk een systeem van belangrijke punten die gecontroleerd moeten worden. In het stuurhuis zitten de wormwielen. Dit is het verbindingstuk tussen wielen en stuurwiel. In de smeernippel wordt vet ingespoten op bepaalde draaipunten en glijpunten. Hierin draaien de kogellagers. Het punt waar de cardanas de wielen aandrijven. Sommige smeer- en olieproducten kunnen chemisch met elkaar reageren. TRACTIES (TREKKER ETC.) VOOR INTERN TRANSPORT 9
10 PROCEDURE IN DE VEILING