Mirjam Oldenhave Mees Kees gaat verhuizen Met illustraties van Rick de Haas Uitgeverij Ploegsma Amsterdam
Voor Marlie Kijk ook op www.ploegsma.nl www.mirjamoldenhave.nl www.meeskees.nl avi 8 isbn 978 90 216 6965 6 Tekst: Mirjam Oldenhave 2011 Illustraties: Rick de Haas 2011 Omslagontwerp: Petra Gerritsen Foto Mirjam Oldenhave: Robert Elsing Foto Rick de Haas: Huub Beckers Deze uitgave: Uitgeverij Ploegsma bv, Amsterdam 2011 Alle rechten voorbehouden. Uitgeverij Ploegsma drukt haar boeken op papier met het fsc-keurmerk. Zo helpen we waardevolle oerbossen te behouden.
Inhoud Lootjes trekken 6 Bestaan 10 Zwarte Piet 15 Schoen 19 Tijd 24 Extra Ondersteuning 29 Vijf december 33 Winstons rap 36 De surprises 40 Boom 45 Speling 49 Weekend 53 Jackie 58 Verhuizen 61 Inpakken 65 De Bolle Buik 71 Gezelschap 75 Kerstdiner 79
Tobias Dit ben ik en hier komen de anderen: Mees Kees Moet het nog leren, maar is nu al uit-stekend! Sep Kun je mee lachen en is mijn beste vriend. Hasna Mooiste meisje van de wereld. Jackie Grootste opschepper (ook van de wereld). Fred De baviaan. Niet aardig, wel sterk. Aukje Wordt minister-president. Winston Rapper. Rashida Hééél verlegen. Sammy Is een boekenwurm, hij kan lezen en husselen tegelijk.
Manon Beetje raar, beetje grappig. Ben Keeper. Karim Lijkt op James Bond (vindt hij zelf). Tom Slimste van de klas, ook slimmer dan mees Kees en onze juf. Lisa Lisa Langkous. Bart Gewoon aardig. Anna Haar naam kun je omdraaien. Wahed De op één na slimste van de klas. Koen Ook gewoon aardig. Dreus Hoofd van de school (met wrat!).
Lootjes trekken 6 Goeiemorgen allemaal. Jullie weten natuurlijk dat Sin ter - klaas binnenkort weer in het land is, zei mees Kees. Sep en ik keken elkaar aan. Zou mees Kees nog geloven? Sinterklaas is gewoon de directeur van de Intertoys in een rode jurk, riep Jackie. We lachten haar natuurlijk uit, maar ze wist het zo zeker, dat ik toch een klein beetje ging twijfelen. Aukje stak haar vinger op. Mees, we moeten lootjes trekken, dat deden we bij de juf ook altijd, zei ze. Goed idee! zei mees Kees. Schrijf je naam maar op een stukje papier. Ik scheurde een blaadje uit mijn schrift en schreef heel netjes: TOBIAS. Waar stoppen we de lootjes nu in? vroeg mees Kees. Omdat hij stagiair is, weet hij dat soort dingen nog niet. Bij de juf gebruikten we de prullenbak, zei Manon. Dat kon nu dus niet, want wij spelen altijd Prullenbak- Jenga. Dat gaat zo: als onze prullenbak vol is, gaan we gewoon verder met dingen weggooien. De bak raakt steeds voller, de berg erbovenop wordt hoger en hoger. Net zolang totdat iemand iets weggooit wat op de grond rolt. Die heeft dan Jenga. Dat betekent dat je hebt verloren en dan moet je de bak leegmaken. Sommige kinderen nemen zelfs hun troep mee naar huis, omdat ze bang zijn dat zij anders Jenga hebben. We kunnen Winstons pet gebruiken om de lootjes in te doen, zei Anna.
Hallo zeg, natuurlijk kon dat niet! Winstons pet is geen kledingstuk maar een lichaamsdeel. Je zegt toch ook niet: Mag ik je tong even lenen, want ik moet iets uitgummen. Winston draaide héél langzaam zijn hoofd naar Anna toe. Grapje, grapje! zei Anna snel. Toen pakte mees Kees de Spidermanmuts die zijn moeder voor hem gebreid heeft en haalde daarin alle lootjes op. Jackie was als laatste klaar met schrijven, zij heeft namelijk een moeilijke naam. Je zegt Djekkie, maar je schrijft heel wat anders. Daarna mocht Sammy de muts husselen. Normaal husselt hij altijd letters, dan zegt hij bijvoorbeeld: de huts musselen. Maar met lootjes kon hij het ook best goed. Hij schudde héél voorzichtig, net alsof er een ziek kuikentje in de muts lag. Toen liep hij langs alle tafeltjes, zodat iedereen een lootje kon trekken. Ik heb Jackie, fluisterde Sep. Ik Hasna. Daar was ik heel blij mee, want ik ben op haar. Ik stopte het lootje snel in mijn zak, heel diep. Toen iedereen een lootje had, zaten er nog tien in de muts. Hè? zeiden mees Kees en wij. Gooi de rest nou maar gewoon weg, dan kunnen we eindelijk lekker gaan rekenen. Ra ra, wie zei dat? Je zou denken: Tom, want die vindt rekenen nog leuker dan Sinterklaas. Maar nee, het was Jackie. Mees Kees moest lachen. Wie van jullie heeft Jackie getrokken? vroeg hij. Je mag niet verklappen wie je hebt! riep Jackie nog. Man, er staken wel zeven kinderen hun vinger op. Weet je hoe dat kon? Jackie had héél veel lootjes met haar eigen naam in de muts gestopt! 7
8 We hadden ongeveer vijfentwintig procent kans om Jackie te trekken, zei Tom. Nou en? Jackie zat kwaad voor zich uit te kijken. Opnieuw! zei mees Kees. Ja, lekker dan! Had ik eindelijk het mooiste meisje van de wereld in mijn zak, moest ik haar weer inleveren! Iedereen lette dit keer goed op Jackie, maar ze schreef nu echt maar één lootje. Sammy ging weer rond met de muts, ik maakte mijn briefje open en Sep!
Je bent echt een geluksvogel als je eerst het meisje van je dromen trekt en daarna je beste vriend. Ik zei natuurlijk niks tegen Sep, maar hij zei óók niks tegen mij, dus toen wist ik genoeg: we hadden elkaar! Opnieuw, Jackie heeft het wéér gedaan! riep Fred toen. Niet waar! schreeuwde Jackie. Rinkeldekinkel, alle ramen sprongen in één klap aan diggelen. Nee hoor, maar wel bijna, want Jackie is een lopende alarminstallatie, zo hard kan zij schreeuwen. Er was niks aan de hand, er zat gewoon één Jackie in de muts en die had Fred getrokken. Ja hoor, moesten we nóg een keer lootjes trekken. Dus daar gingen we weer: briefjes in de muts, husselen en trekken. Langzaam vouwde ik mijn briefje open en Ik verklap niks, maar ik ging wel vast bedenken wat er allemaal op ees rijmde. We doen een surprise, een gedicht en een cadeautje, zei mees Kees. Het cadeautje mag vijf euro kosten. Zo zit het leven dus in elkaar: je trekt een lootje uit de Spidermanmuts van je meester, je bent tien seconden blij en daarna heb je meteen weer een probleem: hoe kom je aan vijf euro? 9
Bestaan 10 En nu gaan we lekker tekenen, zei Lisa. Aukje stak haar vinger op. Maar we moeten eerst rekenen, zei ze. Dat staat op het rooster. Wij zuchtten diep. Wat maakt dat ene lettertje nou uit! zei Sammy, die het nooit zo nauw neemt met lettertjes. Mees Kees dacht even na. Lootjes trekken is ook een soort rekenen, zei hij toen. Optellen, aftrekken, lootjes trekken O ja! zeiden wij. Karim keek op de klok. We hoeven dus nog maar een paar minuten te rekenen. Precies, zei mees Kees. Let op: hoeveel lootjes zijn er in totaal gemaakt? We keken naar Tom. Zevenenzestig, antwoordde hij. Wij en mees Kees knikten. En tijd! riep Karim. Pak je tekenspullen maar en ook je brood, want we doen meteen het voedselproject, zei mees Kees. Mees, Rashida huilt, zei Anna toen. O jee, o jee! En zo te zien was ze al een tijdje bezig, want er lag een heel plasje op haar tafel. Niemand had het in de gaten gehad, want Rashida doet alles zonder geluid, behalve boeren en beatboxen. Wil je snoep? vroeg mees Kees geschrokken. Rashida schudde haar hoofd. Anna sloeg een arm om haar heen en gaf kusjes op haar haar.
Van Aukje zijn we het gewend, die huilt heel vaak. Zij is namelijk overgevoelig. Dat kan, hoor! Zo is Tom bijvoorbeeld overslim, Sep overgrappig en Jackie overdruk en overdreven. En ook over-allergisch, namelijk voor stilzitten. Daarom mag ze van mees Kees op een skippybal zitten in plaats van op een stoel. Toen fluisterde Rashida iets in Anna s oor. Aaah, zielig! zei Anna zacht. Wat zei ze, wat zei ze? riepen wij. Ze is bang voor Sinterklaas, zei Anna. Aaah, zielig, inderdaad. Maar hij bestaat niet! zei Lisa. Je kunt toch niet bang zijn voor iets wat niet bestaat? Dan bestaat hij dus wel, want ze is echt bang. Kijk maar, ze trilt helemaal. Anna wees naar de arm van Rashida. 11
12 We keken allemaal goed, Sep en ik liepen er zelfs even naartoe. Ja man, ze trilde alsof ze onder stroom stond. Rashida, het is gewoon Bart Smit in een rode jurk, zei Jackie. En net zei je begon Koen. Net is net en nu is nu, zei Jackie snel. Anna bleef maar kusjes geven aan Rashida. Je hoeft niet bang te zijn, het is gewoon verzonnen, zei ze. De paashaas bestaat toch ook niet? Nou Tom stak zijn vinger op. Dat valt te betwijfelen. Er zijn bewijzen dat de paashaas werkelijk bestaan heeft in Australië, en dat hij Laat maar even, Tom, zei mees Kees snel. Sinterklaas is niet verzonnen, zei Fred. Hoe kan je nou een hele man verzinnen? Hij is gewoon dood. Ja hoor, kregen we dát! Ik haat dat woord. Maar mees, als je dood bent, besta je toch nog wel? vroeg Lisa. Huh? zei Fred. Dood is dood, hoor! Foetsie, weg. Lisa zuchtte. Als je hond dood is, zeg je toch niet: hij bestaat niet meer? Dát bedoel ik. Ik stopte mijn vingers in mijn oren. Hé Tobias, hoe gaat het eigenlijk met je vader? O, die bestaat al een tijdje niet meer. Sep stootte me aan. Tobias, ik weet een mop. Kijk, daar heb je nou je beste vriend voor. Ik haalde mijn vingers uit mijn oren en keek hem aan. Komt Zwarte Piet bij de dokter, zegt-ie: Dokter, het was vannacht zulk slecht weer. Toen ik op de daken liep, ben ik snipverkouden geworden. Hebt u iets tegen niezen? Zegt de dokter: Nee hoor, Piet, ga gerust je gang. Ik moest lachen.