REGELS EN RICHTLIJNEN EXAMENCOMMISSIE (EX ARTIKEL 7.12 LID 4 WHW) BACHELOROPLEIDING CIVIELE TECHNIEK TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

Vergelijkbare documenten
REGELS EN RICHTLIJNEN VOOR DE TENTAMENS EN EXAMENS IN DE MASTEROPLEIDING NANOSCIENCE

REGELS EN RICHTLIJNEN EXAMENCOMMISSIE (EX ARTIKEL 7.12 LID 4 WHW) BACHELOROPLEIDINGEN CIVIELE TECHNIEK EN TECHNISCHE AARDWETENSCHAPPEN

Regels en richtlijnen van de examencommissie Bacheloropleiding Werktuigbouwkunde

Regels en richtlijnen van de examencommissie

REGELS EN RICHTLIJNEN VAN DE EXAMENCOMMISSIE VAN DE BACHELOROPLEIDING MOLECULAR SCIENCE & TECHNOLOGY

REGELS EN RICHTLIJNEN BACHELOROPLEIDING

REGELS EN RICHTLIJNEN VOOR DE TENTAMENS EN EXAMENS IN DE OPLEIDING LIFE SCIENCE & TECHNOLOGY

BESLUIT: de volgende regels en richtlijnen voor de bacheloropleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen:

REGELS EN RICHTLIJNEN EXAMENCOMMISSIE (EX ARTIKEL 7.12 LID 4 WHW) BACHELOROPLEIDINGEN CIVIELE TECHNIEK TECHNISCHE AARDWETENSCHAPPEN

Life science & Technology

Regels en richtlijnen van de examencommissie voor de bacheloropleidingen Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek

Artikel 2.4 Vergaderfrequentie examencommissie De examencommissie vergadert <tenminste twee keer per jaar>

FACULTEIT DER MEDISCHE WETENSCHAPPEN. REGELS EN RICHTLIJNEN van de EXAMENCOMMISSIE BEWEGINGSWETENSCHAPPEN. Rijksuniversiteit Groningen

FACULTEIT DER MEDISCHE WETENSCHAPPEN. REGELS EN RICHTLIJNEN van de EXAMENCOMMISSIE BEWEGINGSWETENSCHAPPEN. Rijksuniversiteit Groningen

Regels en Richtlijnen van de examencommissie (art W.H.W.)

Regels en richtlijnen van de examencommissie voor de opleidingen Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Algemeen

REGELS EN RICHTLIJNEN VAN DE EXAMENCOMMISSIE BACHELOR TECHNISCHE NATUURKUNDE

REGELS EN RICHTLIJNEN EXAMENCOMMISSIE (EX ARTIKEL 7.12 LID 4 WHW) BACHELOROPLEIDINGEN CIVIELE TECHNIEK TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

REGELS EN RICHTLIJNEN EXAMENCOMMISSIE (EX ARTIKEL 7.12 LID 4 WHW) BACHELOROPLEIDINGEN CIVIELE TECHNIEK TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

Inhoudsopgave Regels en Richtlijnen van de Examencommissie voor de opleiding BSc TB

REGELS EN RICHTLIJNEN VAN DE EXAMENCOMMISSIES VAN DE BACHELOR- EN MASTEROPLEIDINGEN

MODEL REGELS EN RICHTLIJNEN EXAMENCOMMISSIE

Reglement Examencommissie Bachelor Opleiding Biomedische Wetenschappen (Artikel 7.12b lid 3 WHW)

3. In geval in hetzelfde examenonderdeel al dan niet te zelfder tijd door meer dan één examinator het onderzoek wordt verricht en het resultaat daarva

Regels en richtlijnen van de examencommissie

Deze regeling is van toepassing op een ieder die de opleiding in dit studiejaar volgt, ongeacht het moment, waarop hij de opleiding is begonnen.

REGELS EN RICHTLIJNEN VAN DE EXAMENCOMMISSIE VAN DE BACHELOROPLEIDING

Regels en Richtlijnen van de Examencommissie. BSc-TB

Regels en richtlijnen van de Examencommissie Klinische Technologie (Bacheloropleiding) Regels en richtlijnen van de Examencommissie (RRvE)

TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT FACULTEIT TECHNISCHE NATUURWETENSCHAPPEN REGELS EN RICHTLIJNEN VAN DE EXAMENCOMMISSIE

Rijksuniversiteit Groningen. Faculteit Medische Wetenschappen

Regels en Richtlijnen van de Examencommissie. BSc-TB

Regels en richtlijnen, als bedoeld in artikel 7.12, lid 4 van de WHW.

REGELS EN RICHTLIJNEN VOOR TENTAMENS EN EXAMENS

Dit reglement is een extract uit de Onderwijs- en Examenregeling van NOVI Hogeschool.

Het afnemen van het examen of examenonderdeel

Regels en Richtlijnen van de Examencommissie. BSc-TB

Reglement examencommissie (regels ex art. 7.12b, 3 e lid WHW)

Regels en richtlijnen van de examencommissie Artificial Intelligence

REGELS EN RICHTLIJNEN EXAMENCOMMISSIE BACHELOROPLEIDING CIVIELE TECHNIEK

Regels en Richtlijnen van de examencommissie (art Whw)

Regels en richtlijnen van de examencommissie Pedagogische Wetenschappen en Onderwijskunde

REGELS EN RICHTLIJNEN VAN DE EXAMENCOMMISSIE BACHELOR TECHNISCHE NATUURKUNDE

2. Samenstelling en dagelijkse gang van zaken van de examencommissie

REGELS EN RICHTLIJNEN VOOR TENTAMENS EN EXAMENS

ONDERWIJS- EN TENTAMENREGELING (OET) (ex artikel 7.13 WHW) Interfacultair Onderwijs TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

Regels en Richtlijnen examencommissie Sociologie

MODEL REGELS & RICHTLIJNEN EXAMENCOMMISSIES

Regels en Richtlijnen van de examencommissie Sociologie

SECTIE 1. REGELS MET BETREKKING TOT TENTAMEN PROCEDURE DE AANMELDING VOOR EEN SCHRIFTELIJK TENTAMEN OF TENTAMENONDERDEEL

EXAMENREGLEMENT GRADUATE SCHOOL OF HUMANITIES UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

Examenreglement Quasir Opleiding klachtenfunctionaris zorgsector

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA

Reglement Examencommissie Bacheloropleiding Biomedische Wetenschappen (Artikel 7.12b lid 3 WHW)

2. Begripsbepalingen. 3. Samenstelling en dagelijkse gang van zaken van de examencommissie

Hoofdstuk 2 Samenstelling en werkwijze van de commissie

EXAMENREGLEMENT FACULTEIT DER RECHTSGELEERDHEID (Regels en Richtlijnen Examencommissie FdR)

Regels en Richtlijnen van de examencommissie (art Whw)

Reglement Examencommissie Premasterprogramma Klinische Gezondheidswetenschappen studiejaar (regels ex art. 7.

REGELS EN RICHTLIJNEN

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

BESLUIT: de volgende onderwijs- en examenregeling voor de opleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen:

REGLEMENT EXAMENCOMMISSIE MASTER per 1 september 2014

Regels van de examencommissie van de bacheloropleiding Technische Geneeskunde

UITVOERINGSREGELING BACHELOROPLEIDING TECHNISCHE AARDWETENSCHAPPEN TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

REGELS EN RICHTLIJNEN BIJ DE EXAMENREGELINGEN WISKUNDE

Examenreglement Premaster Accounting & Control

Vastgesteld door de decaan van de faculteit Wiskunde&Informatica op 28 augustus 2003

Examenreglement opleiding AA/RA-Belastingaccountant Inleidende bepalingen

5 Examens. 6 Vrijstellingen

UITVOERINGSREGELING BACHELOROPLEIDING CIVIELE TECHNIEK TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

b. De examencommissie bestaat uit een voorzitter, een secretaris en een aantal leden.

Regels van de examencommissie van de bacheloropleiding Technische Geneeskunde

Regels en Richtlijnen voor de bacheloropleiding Sociale Geografie en Planologie, College Sociale Wetenschappen

Regels en Richtlijnen examencommissie Culturele antropologie en ontwikkelingssociologie

EXAMENREGLEMENT CURSUSSEN NATIONAAL DUIKCENTRUM

Regels en Richtlijnen examencommissie BTO Vastgesteld door de examencommissie van de Joint Degree BSc Tourism (NHTV/WU)

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Examen Reglement Postbus AS Groningen groepgroningen.nl K.v.K Datum

7.3 Regels en Richtlijnen van de Examencommissie Lerarenopleiding voor:

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

REGELS EN RICHTLIJNEN

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Arabische, Nieuwperzische en Turkse Talen en Culturen

Examenreglement

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

ONDERWIJS- EN TENTAMENREGELING (OTR) (ex artikel 7.13 Whw) Interfacultair Onderwijs TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

Regels en richtlijnen van de examencommissie Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie

Regels van de examencommissie van de bacheloropleiding Gezondheidswetenschappen (GZW) en de masteropleiding Health Sciences (HS)

Regels en Richtlijnen van de examencommissie Communicatiewetenschap

Interfacultair Onderwijs TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) (ex artikel 7.13 WHW) BACHELOROPLEIDING INDUSTRIEEL ONTWERPEN TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

Interfacultair Onderwijs TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

Faculteit der Archeologie Regels en Richtlijnen van de examencommissie van de opleiding Archeologie Zoals bedoeld in 7.12b lid 3 van de WHW

Reglement examencommissie. bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid. Universiteit Utrecht

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Arabische Taal en Cultuur

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Reglement examencommissies

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN UNIVERSITEIT LEIDEN

Examenreglement. Stichting Vakopleidingen Sloopbedrijf

Transcriptie:

REGELS EN RICHTLIJNEN EXAMENCOMMISSIE (EX ARTIKEL 7.12 LID 4 WHW) BACHELOROPLEIDING CIVIELE TECHNIEK TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Regels en richtlijnen examencommissie BSc CT, 12 juni 2007 1

INHOUDSOPGAVE Artikel 1 - Toepassingsgebied en begripsbepalingen... 3 Artikel 2 - Dagelijkse gang van zaken examencommissie... 3 Artikel 3 - Instellen subcommissies, samenstelling en bevoegdheden; aandachtsgebied propedeuse... 3 Artikel 4 - Aanmelden tentamens... 3 Artikel 5 - Aanmelden examens... 3 Artikel 6 - Terugtrekking/onterechte deelname... 4 Artikel 7 - Taal... 4 Artikel 8 - Afnemen van een schriftelijk/mondeling tentamen... 4 Artikel 9 - Orde tijdens een tentamen... 4 Artikel 10 - Ontwerpprojecten... 5 Artikel 11 - Bacheloreindwerk... 5 Artikel 12 - Fraude... 6 Artikel 13A - Vragen en opgaven... 6 Artikel 13B - Beoordeling... 7 Artikel 13C - Studiepunten in toelatingseis... 7 Artikel 14 - Bewaren schriftelijk tentamenwerk en tentamenresultaten... 7 Artikel 15 - Doorgeven en bekend maken resultaten van tentamens, practica en oefeningen... 7 Artikel 16 - Procedure vrijstellingsverzoek... 8 Artikel 17 - Dateren vrijstellingen... 8 Artikel 18 - Aanwijzen externe deskundigen als examinatoren... 8 Artikel 19 - Elders afgelegde onderdelen, extra onderdelen... 8 Artikel 20 - Propedeuse-advies... 8 Artikel 21 - Zak-slaagregeling propedeutisch examen... 9 Artikel 22 - Zak-slaagregeling bachelorexamen... 9 Artikel 23 - Toekennen van het predikaat met lof... 9 Artikel 24 - Diploma, cijferlijst en diplomasupplement... 9 Artikel 25 - Verklaringen behaalde studieresultaten... 10 Artikel 26 - Wijziging Regels en richtlijnen... 10 Artikel 27 - Niet voorziene situaties... 10 Artikel 28 - Inwerkingtreding... 10 Regels en richtlijnen examencommissie BSc CT, 12 juni 2007 2

Artikel 1 - Toepassingsgebied en begripsbepalingen Deze Regels en richtlijnen zijn van toepassing op de bacheloropleiding civiele techniek van de Technische Universiteit Delft, hierna te noemen de opleiding. De begripsbepalingen, zoals neergelegd in artikel 1.1 WHW en artikel 2 Onderwijs- en examenregeling bacheloropleiding civiele techniek, hierna te noemen OER BSc, zijn van toepassing. Artikel 2 - Dagelijkse gang van zaken examencommissie 1. De examencommissie vergadert in beginsel eenmaal per maand met uitzondering van de maanden juli en augustus. 2. De ambtelijk secretaris van de examencommissie is belast met de behartiging van de dagelijkse gang van zaken van de examencommissie. 3. De vergaderingen zijn niet openbaar. 4. Van het besprokene ter vergadering wordt een verslag gemaakt. Artikel 3 - Instellen subcommissies, samenstelling en bevoegdheden; aandachtsgebied propedeuse 1. De examencommissie kan vaste subcommissies en subcommissies ad hoc instellen. 2. Als vaste subcommissie is door de examencommissie de bachelorcommissie ingesteld, die tot taak heeft de uitslag van het bachelorexamen vast te stellen. 3. Een vaste subcommissie bestaat uit drie examinatoren. Het voorzitterschap wordt bekleed door een lid van de examencommissie. De twee overige leden worden voor twee jaar benoemd door de examencommissie uit de examinatoren die bij het onderwijs voor het desbetreffende examen zijn betrokken. 4. De bachelorcommissie stelt de uitslag van het examen vast bij gewone meerderheid van stemmen. 5. De ambtelijk secretaris van de examencommissie zorgt voor ondersteuning van de vaste subcommissie. 6. Artikel 2 leden 2, 3 en 4 is op de vaste subcommissie van overeenkomstige toepassing. 7. De examencommissie wijst uit zijn midden één lid aan dat als bijzonder aandachtsgebied heeft de propedeuse. Dit lid is door de examencommissie gemachtigd de propedeusediploma s te ondertekenen. Artikel 4 - Aanmelden tentamens 1. De aanmelding voor deelname aan een schriftelijk tentamen geschiedt door invoering van data in het tentamenaanmeldsysteem, TAS, uiterlijk 14 dagen voor het tijdstip waarop het tentamen wordt afgenomen. 2. In bijzondere gevallen kan de examencommissie afwijken van de in lid 1 genoemde aanmeldingstermijn, echter alleen ten gunste van de student. 3. Studenten die zich niet tijdig voor een tentamen hebben aangemeld, kunnen aan dat tentamen niet deelnemen. Alleen wanneer sprake is van bijzondere omstandigheden kan de ambtelijk secretaris van de examencommissie de student alsnog toestaan aan het tentamen deel te nemen. 4. Onterechte deelname aan een tentamen leidt tot het cijfer nul voor dat tentamen. Artikel 5 - Aanmelden examens 1. De aanmelding voor een examen dient uiterlijk 20 werkdagen voor het tijdstip waarop de vergadering voor het desbetreffende examen wordt gehouden, te geschieden bij de onderwijsadministratie van de opleiding. 2. De student moet zijn definitieve examenprogramma uiterlijk op de dag waarop de in lid 1 genoemde termijn aanvangt, bij de onderwijsadministratie indienen. 3. Uiterlijk 5 werkdagen voor het tijdstip waarop de vergadering voor het desbetreffende examen wordt gehouden, moet aan alle verplichtingen zijn voldaan. Regels en richtlijnen examencommissie BSc CT, 12 juni 2007 3

Artikel 6 - Terugtrekking/onterechte deelname 1. Uiterlijk tot 5 werkdagen voordat een tentamen plaats vindt, kan men zich daarvan via het TASsysteem terugtrekken. Wanneer sprake is van bijzondere omstandigheden kan de ambtelijk secretaris van de examencommissie toestemming geven zich in een later stadium terug te trekken. 2. Terugtrekken van een examen dient uiterlijk vijf werkdagen voordat de vergadering voor dat examen plaats vindt, te geschieden door een schriftelijke mededeling aan de onderwijsadministratie. 3. Niet tijdig terugtrekken en niet verontschuldigbare afwezigheid bij een tentamen leidt tot het cijfer nul voor dat tentamen. 4. Wanneer een student zich van een tentamen of examen heeft teruggetrokken, dient deze zich voor een volgende gelegenheid opnieuw aan te melden overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 respectievelijk artikel 5. Artikel 7 - Taal 1. Het verzoek aan de examencommissie van een student, genoemd in artikel 9 lid 3 OER BSc, om een of meer onderdelen van een examen in een andere taal te mogen afleggen, dient gemotiveerd te zijn. 2. Alvorens een besluit te nemen wint de examencommissie het advies van de desbetreffende examinator(en) met betrekking tot het verzoek in. Artikel 8 - Afnemen van een schriftelijk/mondeling tentamen 1. Elk tentamen omvat het door of namens de examencommissie te verrichten onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student, alsmede de beoordeling van de resultaten van dat onderzoek. 2. Wanneer hetzelfde tentamen, al dan niet tegelijkertijd, door meer dan een examinator wordt afgenomen en de resultaten daarvan eveneens door meer dan een examinator worden beoordeeld, vindt deze beoordeling plaats aan de hand van daartoe tevoren vastgestelde (gelijkluidende) normen. Zo nodig wijst de examencommissie een voor het examineren eerst verantwoordelijke examinator aan. 3. De ambtelijk secretaris van de examencommissie kan in bijzondere gevallen toestaan dat een student een mondeling in plaats van een schriftelijk tentamen doet. Het verzoek daartoe dient met redenen omkleed te zijn. 4. Het afnemen van een mondeling tentamen geschiedt bij voorkeur door twee examinatoren. 5. De vaststelling of is voldaan aan de voorwaarden voor toelating tot deelnemen aan een tentamen of examen geschiedt door of namens de examencommissie. Artikel 9 - Orde tijdens een tentamen 1. De aangewezen examinator draagt er zorg voor dat ten behoeve van een schriftelijk tentamen surveillanten worden aangewezen die namens en onder verantwoordelijkheid van de examencommissie erop toezien dat de tentaminering in goede orde verloopt. 2. De student is verplicht zich op verzoek te legitimeren en een bewijs van inschrijving te tonen. 3. Aanwijzingen van de examencommissie, de examinator of de surveillant die voor de aanvang van het tentamen zijn gepubliceerd, alsmede aanwijzingen die tijdens het tentamen en onmiddellijk na afloop daarvan worden gegeven, dienen door de student te worden opgevolgd. 4. Documentenkoffers, tassen, mobiele telefoons en dergelijke mogen niet in de tentamenruimte worden meegenomen. 5. Een student die niet voldoet aan het in of krachtens de leden 2, 3 of 4 bepaalde kan door de examencommissie of de examinator worden uitgesloten van verdere deelname aan het tentamen. De uitsluiting leidt tot het cijfer nul. 6. De vragen en opgaven van een schriftelijk tentamen mogen na afloop van het tentamen niet door de student worden meegenomen, tenzij de examinator anders beslist. 7. Studenten dienen zelf voor schrijf-, reken- en tekenmateriaal te zorgen. Uitwerk- en kladpapier is evenwel aanwezig. Regels en richtlijnen examencommissie BSc CT, 12 juni 2007 4

8. Indien bij een tentamen het gebruik van een rekenmachine is toegestaan, mag de student een rekenmachine zoals deze in het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs gebruikelijk is, meenemen, tenzij in de papieren patroon anders is vermeld. 9. De tentamenuitwerkingen mogen niet met potlood worden geschreven, tenzij daartoe tevoren door de examinator toestemming is gegeven. 10. Tijdens de tentamenzitting mogen geen boeken, dictaten, uittreksels en dergelijke worden geraadpleegd, tenzij daartoe tevoren door de examinator toestemming is gegeven. 11. Binnen een half uur na de officiële aanvang van het tentamen is het een student niet toegestaan de ruimte te verlaten. In dringende gevallen kan na dit half uur toestemming worden gegeven de tentamenruimte onder begeleiding van een surveillant tijdelijk te verlaten. Niet meer dan één student tegelijk mag afwezig zijn. 12. Alvorens de tentamenruimte definitief te verlaten (niet eerder dan een half uur na aanvang van de tentamenzitting) dient de student het tentamenwerk, voorzien van naam en studienummer, aan de examinator of surveillant te overhandigen. 13. Studenten die na een half uur na aanvang van de zitting nog aan het tentamen wensen deel te nemen, worden niet meer toegelaten. Artikel 10 - Ontwerpprojecten 1. Deelname aan de excursies en instructiebijeenkomsten van een ontwerpproject is verplicht. Bij de instructiebijeenkomsten mag de student ten hoogste één keer afwezig zijn. De student dient zijn afwezigheid vooraf bij de docent te melden. 2. Het eindresultaat voor het ontwerpproject wordt op de wijze zoals in de handleiding voor het desbetreffende ontwerpproject is aangegeven, samengesteld uit de gewogen gemiddelden van de drie deelcijfers voor de theorietoetsen, het ontwerpproces en de visualiserende tekeningen. 3. Een deelcijfer mag niet lager zijn dan 5,0. 4. Elke theorietoets mag eenmaal worden herkanst. De student moet zich voor de theorietoetsen alsmede voor de herkansingen daarvan aanmelden bij het secretariaat van de ontwerpprojecten. 5. Het eindresultaat wordt afgerond op een heel cijfer. Wanneer de student als eindresultaat 5 heeft behaald, of wanneer hij een of meer deelcijfers anders dan voor de theorietoets lager dan 5,0 heeft behaald, wordt hij eenmaal in de gelegenheid gesteld een aanvulling op het werk te maken. Deze aanvulling moet in overleg met de docent zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk voor het einde van de eerstvolgende onderwijsperiode ingeleverd zijn. Wanneer het ontwerpproject in semester 2.2 plaats vindt, geldt in plaats van het einde van de eerstvolgende onderwijsperiode 1 september van het lopende kalenderjaar. Het eindresultaat nadat een aanvulling is gemaakt, kan niet hoger zijn dan 6. 6. Met een eindresultaat, eventueel nadat een aanvulling is gemaakt, van 5 of lager is de student niet geslaagd. 7. Indien een student onvoldoende inzet toont of onvoldoende inbreng heeft, kan hij door de hoogleraar onder wiens verantwoordelijkheid het ontwerpproject valt, worden uitgesloten van verdere deelname aan het ontwerpproject in dat cursusjaar. De hoogleraar neemt deze beslissing niet dan nadat hij daarover het schriftelijk advies van de docent heeft ingewonnen en een studieadviseur heeft geraadpleegd. Artikel 11 - Bacheloreindwerk 1. Het bacheloreindwerk moet binnen de onderwijsperiode van tien weken waarin de student ermee begint, afgerond worden. 2. In de handleiding voor het bacheloreindwerk is opgenomen in hoeveel fasen het bacheloreindwerk wordt onderverdeeld. 3. De beginfase wordt afgerond met een startnotitie die door twee examinatoren wordt beoordeeld. Bij onvoldoende resultaat mag de student het eindwerk in die onderwijsperiode niet verder voortzetten. 4. Gedurende de werkzaamheden voor het eindwerk vindt tenminste één tussenpeiling plaats, waarbij de voortgang van het werk door twee examinatoren wordt beoordeeld. Bij onvoldoende resultaat kunnen de examinatoren besluiten dat de student het eindwerk in die onderwijsperiode niet verder mag voortzetten. Regels en richtlijnen examencommissie BSc CT, 12 juni 2007 5

5. Aan het slot van de laatste fase dient de student het eindverslag van zijn werk in en houdt hij daarover een mondelinge presentatie. Zowel het verslag als de mondelinge presentatie worden door twee examinatoren beoordeeld. Het eindverslag dient op een zodanig tijdstip te worden ingeleverd dat binnen de onderwijsperiode voldoende tijd beschikbaar is voor de eindbeoordeling, voor een mondelinge presentatie en voor het maken van een eventuele aanvulling zoals bedoeld in lid 7. 6. Bij de eindbeoordeling, door twee examinatoren, wordt in ieder geval rekening gehouden met de volgende aspecten van het werk: a. werkhouding, eigen initiatief en zelfstandigheid b. behaalde technische (inhoudelijke) diepgang c. het bereikte resultaat (het product) en/of de beantwoording van de vraagstelling d. eindverslag e. mondelinge presentatie en zelfevaluatie 7. Het eindresultaat wordt afgerond op een heel of een half cijfer. Wanneer de student als eindresultaat 5 of 5,5 heeft behaald, wordt hij eenmaal in de gelegenheid gesteld een aanvulling op het werk te maken die voor het einde van de onderwijsperiode ingeleverd dient te worden. Het eindresultaat nadat een aanvulling is gemaakt, kan niet hoger zijn dan 6. 8. Met een eindresultaat, eventueel nadat een aanvulling is gemaakt, van 5,5 of lager is de student niet geslaagd. 9. De student draagt er zorg voor dat van de besprekingen en peilingen die met begeleiders respectievelijk examinatoren plaats vinden een zakelijk verslag wordt gemaakt. 10. Een student mag binnen hetzelfde studiejaar niet meer dan twee keer aan (een deel van) het bacheloreindwerk deelnemen. Artikel 12 - Fraude 1. Fraude is een opzettelijk handelen of nalaten door een student dat ertoe leidt dat het vormen van een juist oordeel omtrent de kennis, het inzicht en de vaardigheden van die student of van een andere student geheel of gedeeltelijk onmogelijk wordt gemaakt. 2. Wanneer tijdens of na het afleggen van een tentamen fraude wordt geconstateerd of vermoed, wordt dit door de surveillant of examinator zo spoedig mogelijk schriftelijk vastgelegd. De surveillant kan de student verzoeken eventuele bewijsstukken beschikbaar te stellen. Een weigering hiertoe van de student wordt in het verslag vermeld. Het verslag en eventuele bewijsstukken worden zo spoedig mogelijk ingediend bij de examencommissie. 3. De examencommissie stelt de student in de gelegenheid een schriftelijk commentaar bij het verslag van de surveillant of examinator te voegen. 4. In geval van fraude tijdens het afleggen van een tentamen kan de examinator namens de examencommissie besluiten de student van verdere deelname aan het tentamen uit te sluiten. De uitsluiting heeft tot gevolg dat het tentamenwerk niet wordt beoordeeld. 5. De examencommissie kan in geval van fraude besluiten de student voorwaardelijk of onvoorwaardelijk voor een periode van ten hoogste één jaar het recht te ontnemen een of meer nader aan te wijzen tentamens en/of examens af te leggen. 6. De examencommissie neemt het in lid 5 genoemde besluit niet dan nadat zij de student in de gelegenheid heeft gesteld te worden gehoord. Artikel 13A - Vragen en opgaven 1. De vragen en opgaven van een tentamen gaan de tevoren bekend gemaakte bronnen waaraan de stof is ontleend, niet te buiten. Deze bronnen worden voor de aanvang van het onderwijs dat op het tentamen voorbereidt, in hoofdzaak bekend gemaakt. Uiterlijk een maand voor het afnemen van het tentamen wordt de precieze omvang van de stof definitief bekend gemaakt. 2. De vragen en opgaven van het tentamen zijn zo evenwichtig mogelijk gespreid over de te bestuderen stof. 3. Het tentamen representeert de onderwijsdoelen naar inhoud en vorm. 4. De vragen en opgaven zijn duidelijk en ondubbelzinnig. Ook de aanwijzingen met betrekking tot de waardering van de vragen en opgaven zijn duidelijk en ondubbelzinnig en zij zijn zodanig gesteld dat de student kan weten hoe uitvoerig en gedetailleerd de antwoorden moeten zijn. Regels en richtlijnen examencommissie BSc CT, 12 juni 2007 6

5. Geruime tijd voor het afnemen van een schriftelijk tentamen stelt de examinator de studenten zo mogelijk in de gelegenheid kennis te nemen van een schriftelijke proeve van een dergelijk tentamen alsmede van de modelbeantwoording en de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. 6. De duur van het tentamen is zodanig dat de student, naar redelijke maatstaven gemeten, voldoende tijd heeft om de vragen te beantwoorden. Artikel 13B - Beoordeling 1. De beoordeling van schriftelijke tentamens geschiedt, met inachtneming van artikel 8 lid 2, aan de hand van tevoren schriftelijk vastgestelde en eventueel naar aanleiding van de correctie van het tentamen bijgestelde modelantwoorden en normen. 2. De wijze van beoordelen is zo doorzichtig dat de student kan nagaan hoe de uitslag van het tentamen tot stand is gekomen. 3. Een resultaat wordt aangegeven met een cijfer, een v (voldoende) of een vr (vrijstelling). 4. a. De eindcijfers van schriftelijke en mondelinge tentamens worden uitgedrukt in hele cijfers van 1 tot en met 10, waarvan 1 de betekenis heeft zeer slecht, 5 onvoldoende, 6 voldoende en 10 uitmuntend. Vijf tienden en hoger worden naar boven afgerond, lager dan vijf tienden naar beneden. b. Het resultaat van een deeltentamen mag worden uitgedrukt tot één decimaal achter de komma. Vijftig honderdsten en hoger worden naar boven afgerond, lager dan vijftig honderdsten naar beneden. 5. Indien een onderdeel uit meer delen bestaat, is bij het vakoverzicht in de papieren patroon aangegeven hoe het eindcijfer tot stand komt. 6. Wanneer voor een onderdeel meer resultaten zijn behaald, wordt het hoogst behaalde resultaat in de beoordeling van het examen betrokken. Artikel 13C - Studiepunten in toelatingseis Voor de beoordeling of een student het aantal studiepunten heeft behaald dat voor een onderdeel als toelatingseis is gesteld, worden alleen de studiepunten geteld van onderdelen die met een eindcijfer zijn afgerond. Artikel 14 - Bewaren schriftelijk tentamenwerk en tentamenresultaten 1. In verband met mogelijke beroepsprocedures moet het schriftelijk werk tenminste één jaar na bekendmaking van het resultaat bewaard worden. 2. In het geval geen resultaat bekend is gemaakt of mocht worden gemaakt, gaat de in lid 1 genoemde termijn in op de datum waarop het tentamen is gehouden. 3. De resultaten van tentamens worden door de examinator tenminste tien jaar bewaard. Artikel 15 - Doorgeven en bekend maken resultaten van tentamens, practica en oefeningen 1. In artikel 17 OER BSc is geregeld op welke wijze de resultaten van een tentamen bekend worden gemaakt. 2. De examinatoren geven de resultaten van tentamens aan de onderwijsadministratie door onder vermelding van de datum waarop het schriftelijk tentamen is gehouden of het mondeling tentamen is afgelegd. 3. Indien geregeld is dat practica of oefeningen afzonderlijke onderdelen zijn, geven de examinatoren de resultaten daarvan aan de onderwijsadministratie door onder vermelding van de datum waarop het practicum of de oefening is ingeleverd. 4. De examinator kan nadere regelingen vaststellen met betrekking tot de uiterste datum waarop een verslag moet zijn ingeleverd, dan wel het practicum of de oefening moet zijn afgerond. Deze regeling dient bij het vakoverzicht in de papieren patroon te worden vermeld. Regels en richtlijnen examencommissie BSc CT, 12 juni 2007 7

5. De examinator controleert of de student boven het verslag de juiste inleverdatum heeft vermeld. Als datum waarop het werk is beoordeeld, geldt de datum waarop het verslag is ingeleverd. Artikel 16 - Procedure vrijstellingsverzoek Een verzoek om vrijstelling voor een onderdeel wordt schriftelijk en met redenen omkleed ingediend bij de examencommissie. De student voegt het advies van de betrokken examinator bij het verzoek. Artikel 17 - Dateren vrijstellingen Voor de datering van een vrijstelling geldt de datum waarop door de examencommissie de vrijstelling is verleend. Artikel 18 - Aanwijzen externe deskundigen als examinatoren 1. Overeenkomstig artikel 7.12 lid 3 WHW kan de examencommissie deskundigen van buiten de instelling als examinatoren aanwijzen. 2. Namens de examencommissie benoemt de (inhoudelijk) coördinator van het bacheloreindwerk de externe deskundige als examinator. 3. Een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid geldt voor een periode van twee jaar. Artikel 19 - Elders afgelegde onderdelen, extra onderdelen 1. In het geval dat een student onderdelen buiten de opleiding heeft afgelegd dient de student zelf te zorgen voor een door de bevoegde instantie afgegeven verklaring waarop het betreffende onderdeel staat vermeld met naam en voor zover van toepassing vakcode, de elders daaraan toegekende normuren studielast (studiepunten), het resultaat, de datum waarop het resultaat werd behaald en de datum waarop de verklaring werd opgesteld. 2. Voor onderdelen die de student in het buitenland heeft afgelegd, verzoekt hij de examencommissie de omvang in studiepunten vast te stellen alsmede het resultaat. Artikel 20 - Propedeuse-advies 1. Na het bekend worden van de uitslag van de tentamens na semester 2.1 brengt de examencommissie het propedeuse-advies, bedoeld in artikel 7.8b WHW, uit. 2. Het propedeuse-advies wordt gebaseerd op de resultaten die zijn behaald voor alle vakken die na semester 2.1 afgerond kunnen zijn. 3. Het propedeuse-advies kan zijn: - een positief advies: de examencommissie adviseert de student de studie voort te zetten, - een negatief advies: de studieresultaten zijn dermate onbevredigend dat de examencommissie de student adviseert de studie te staken. 4. De examencommissie kan besluiten in een later stadium van de studie een propedeuse-advies uit te brengen in het geval dat zij meent dat de resultaten die de student heeft behaald, zodanig door bijzondere omstandigheden zijn beïnvloed dat deze geen juist beeld geven van de mogelijkheden van de student. 5. De examencommissie stelt jaarlijks de richtlijnen vast voor het vaststellen van het propedeuse-advies. Van deze richtlijnen kan worden afgeweken op grond van het studie- en cijferbeeld en/of bijzondere omstandigheden van de student. 6. Namens de examencommissie brengen het lid van de examencommissie met als bijzonder aandachtsgebied de propedeuse en de ambtelijk secretaris van de examencommissie het propedeuseadvies uit. Zij worden daarbij geadviseerd door een of meer studieadviseurs. Regels en richtlijnen examencommissie BSc CT, 12 juni 2007 8

Artikel 21 - Zak-slaagregeling propedeutisch examen 1. De student is voor het propedeutisch examen geslaagd wanneer is voldaan aan de volgende eisen: - de student was gerechtigd de onderdelen af te leggen, - de cijferlijst is compleet, hetgeen wil zeggen dat voor ieder onderdeel een cijfer, een v (voldoende) of een vr (vrijstelling) is vastgesteld, - voor onderdelen met een totale omvang van ten hoogste 7 studiepunten, het ontwerpproject 1 (CT1061) uitgezonderd, mag het cijfer 5 voorkomen, - het onderdeel ontwerpproject 1 (CT1061) moet met een voldoende ( 6) zijn afgerond, - er mogen geen cijfers lager dan 5 voorkomen. 2. Voor de student moet duidelijk zijn hoe de uitslag van het examen tot stand is gekomen. 3. In bijzondere gevallen kan de examencommissie afwijken van het bepaalde in lid 1. Zonodig stelt zij daartoe aanvullende eisen vast. Artikel 22 - Zak-slaagregeling bachelorexamen 1. De student is voor het bachelorexamen geslaagd wanneer is voldaan aan de volgende eisen: - de student heeft het propedeutisch examen behaald of daarvoor vrijstelling gekregen, - de student was gerechtigd de onderdelen af te leggen, - de cijferlijst is compleet, hetgeen wil zeggen dat voor ieder onderdeel een cijfer, een v (voldoende) of een vr (vrijstelling) is vastgesteld, - voor onderdelen die niet tot de propedeutische fase van het bachelorexamen behoren, met een totale omvang van ten hoogste 11 studiepunten, ontwerpproject 2 (CT2061), ontwerpproject 3 (CT3061) en het eindwerk (CT3000) uitgezonderd, mag het cijfer 5 voorkomen, - de onderdelen ontwerpproject 2 (CT2061), ontwerpproject 3 (CT3061) en eindwerk (CT3000) moeten met een voldoende ( 6) zijn afgerond, - er mogen geen cijfers lager dan 5 voorkomen. 2. Voor de student moet duidelijk zijn hoe de uitslag van het examen tot stand is gekomen. 3. In bijzondere gevallen kan de examencommissie toestaan dat wordt afgeweken van het bepaalde in lid 1. Zonodig stelt zij daartoe aanvullende eisen vast. Artikel 23 - Toekennen van het predikaat met lof 1. Indien sprake is van uitzonderlijke bekwaamheid van de student kan de examencommissie besluiten aan de uitslag van het propedeutisch examen het predikaat 'met lof' te verbinden indien tenminste voldaan is aan de volgende voorwaarden: - het gewogen gemiddelde van de cijfers bedraagt tenminste 8,0, waarbij voldoendes (v) en vrijstellingen (vr) buiten beschouwing worden gelaten, - het aantal onderdelen waarvoor het resultaat voldoende is behaald of waarvoor een vrijstelling is verleend, mag tezamen niet meer dan een derde van het totale aantal onderdelen bedragen, - er mag geen cijfer 5 voorkomen. 2. Indien sprake is van uitzonderlijke bekwaamheid van de student kan de bachelorcommissie besluiten aan de uitslag van het bachelorexamen het predikaat 'met lof' te verbinden indien tenminste voldaan is aan de volgende voorwaarden: - het gewogen gemiddelde van de cijfers bedraagt tenminste 8,0, waarbij voldoendes (v) en vrijstellingen (vr) buiten beschouwing worden gelaten, - het aantal onderdelen waarvoor het resultaat voldoende is behaald of waarvoor een vrijstelling is verleend, mag tezamen niet meer dan een derde van het totale aantal onderdelen bedragen, - er mag geen cijfer 5 voorkomen, - voor het bacheloreindwerk moet tenminste het cijfer 8,0 zijn behaald. Artikel 24 - Diploma, cijferlijst en diplomasupplement Regels en richtlijnen examencommissie BSc CT, 12 juni 2007 9

1. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de examencommissie voor het propedeuse-examen en de bachelorcommissie voor het bachelorexamen een diploma uitgereikt. 2. Het propedeusediploma wordt namens de examencommissie ondertekend door het lid van de examencommissie met als bijzonder aandachtsgebied de propedeuse. Het bachelordiploma wordt ondertekend door de voorzitter van de bachelorcommissie. 3. Bij de uitreiking van het propedeusediploma wordt een cijferlijst met de behaalde resultaten verstrekt. 4. Bij de uitreiking van het bachelordiploma wordt een diplomasupplement verstrekt waarin in ieder geval de behaalde resultaten inclusief de resultaten voor het propedeutisch examen worden vermeld. Artikel 25 - Verklaringen behaalde studieresultaten 1. De student die een of meer tentamens met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie, bij het verlaten van de universiteit, geen diploma als bedoeld in artikel 24 kan worden uitgereikt, ontvangt op zijn verzoek een door de examencommissie afgegeven verklaring. Op deze verklaring worden vermeld persoonsgegevens, vakcode, vaknaam, aantal studiepunten, resultaat en datum waarop het resultaat werd behaald. 2. Een verzoek tot de in lid 1 genoemde verklaring dient te worden gericht aan de onderwijsadministratie van de opleiding. Artikel 26 - Wijziging Regels en richtlijnen Wijzigingen van deze Regels en richtlijnen van de examencommissie die van toepassing zijn op het lopende studiejaar, kunnen alleen plaatsvinden indien de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. Artikel 27 - Niet voorziene situaties Indien deze Regels en richtlijnen niet in een situatie voorzien, neemt de examencommissie een besluit zoveel mogelijk in overeenstemming met het in deze Regels en richtlijnen bepaalde. Artikel 28 - Inwerkingtreding Deze Regels en richtlijnen treden in werking op 1 september 2007. Vastgesteld door de examencommissie op 12 juni 2007 Regels en richtlijnen examencommissie BSc CT, 12 juni 2007 10