Patiënten begeleid door een multidisciplinaire begeleidingsequipe voor palliatieve verzorging 2008-2012 Met uitzondering van 2010 hebben alle vijftien multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging hebben hun gegevens ingediend. In 2010 ontbraken de cijfergegevens van één equipe. De registratie verloopt niet uniform bij alle equipes en vraagt de komende jaren zeker verdere aandacht. Leeftijd van de patiënten 0-9 jaar 9 11 9 8 9 10-19 jaar 7 9 13 6 12 20-29 jaar 27 22 25 24 24 30-39 jaar 105 107 94 80 93 40-49 jaar 306 303 381 313 335 50-59 jaar 934 906 833 811 855 60-69 jaar 1.604 1.512 1.429 1.275 1.251 70-79 jaar 2.154 2.124 1.922 1.824 1.849 80-89 jaar 2.333 2.156 1.751 1.701 1.691 90-99 jaar 679 543 435 404 436 > 100 jaar 17 12 21 21 12 Onbekend 8 43 13 Totaal 8.183 7.748 6.926 6.467 6.567 0-9 jaar 0,11% 0,14% 0,13% 0,12% 0,14% 10-19 jaar 0,09% 0,12% 0,19% 0,09% 0,18% 20-29 jaar 0,33% 0,28% 0,36% 0,37% 0,37% 30-39 jaar 1,28% 1,38% 1,36% 1,24% 1,42% 40-49 jaar 3,74% 3,91% 5,50% 4,84% 5,10% 50-59 jaar 11,41% 11,69% 12,03% 12,54% 13,02% 60-69 jaar 19,60% 19,51% 20,63% 19,72% 19,05% 70-79 jaar 26,32% 27,41% 27,75% 28,20% 28,16% 80-89 jaar 28,51% 27,83% 25,28% 26,30% 25,75% 90-99 jaar 8,30% 7,01% 6,28% 6,25% 6,64% > 100 jaar 0,21% 0,15% 0,30% 0,32% 0,18% Onbekend 0,10% 0,55% 0,19%
3 25,00% 2 15,00% 1 5,00% Lee#ijd van de pa,ënten 2010 Het aantal jongeren jonger dan 21 jaar dat begeleid wordt door een multidisciplinaire begeleidingsequipe voor palliatieve verzorging is beperkt. Vermoedelijk is dit te verklaren enerzijds doordat er weinig jongeren palliatieve zorg nodig hebben en anderzijds door het bestaan van specifieke palliatieve supportteams voor deze jongeren en waarvan er geen cijfergegevens beschikbaar zijn. De meeste palliatieve patiënten in de thuiszorg situeren zich overal in de groep tussen 70 en 89 jaar. Minstens één op de twee begeleidingen situeert zich in deze groep. Zeven op de tien begeleidingen vanuit een MBE vinden plaats bij mensen tussen de 60 en de 90 jaar. Reden van palliatieve zorg Oncologisch 5.926 5.974 5.397 5.120 4.934 Niet-oncologisch 1.894 1.885 1.448 1.390 1.524 Beide 53 Totaal 7.820 7.859 6.898 6.510 6.458 Oncologisch 75,78% 76,01% 78,24% 78,65% 76,40% Niet-oncologisch 24,22% 23,99% 20,99% 21,35% 23,60% Beide 0,77%
Reden opstart pallia,eve zorg 9 8 7 6 5 4 3 2 1 2010 2009 2008 Oncologisch 75,78% 76,01% 78,24% 78,65% 76,40% Niet oncologisch 24,22% 23,99% 20,99% 21,35% 23,60% Beide 0,77% Oncologisch Niet oncologisch Beide Gemiddeld is bij drie op de vier Vlamingen de palliatieve thuiszorg opgestart vanuit een oncologische indicatie. Toch zijn er grote regionale verschillen. Het is zinvol dit verder te onderzoeken. Gaat het om interpretatieverschillen of komen dezelfde verschillen ook terug in andere settings in dezelfde regio s? Immers de problemen en de aangeboden palliatieve zorg waarmee de medewerkers geconfronteerd worden tijdens een begeleiding van patiënt en familie zijn danig verschillend naargelang de indicatie. Men kan als het ware spreken van een palliatieve zorg met andere kenmerken. Verblijfplaats van de patiënt op het moment van aanmelding Thuis 5.052 4.917 4.331 3.753 3.977 Woonzorgcentrum 1.358 1.146 922 823 785 Ziekenhuis 1.623 1.496 1.474 1.721 1.699 Palliatieve eenheid 39 42 35 27 37 Psychiatrisch verzorgingstehuis 37 29 25 26 14 Instellingen voor personen met handicap 46 51 53 46 28 Andere 41 67 58 30 19 Totaal 8.196 7.748 6.898 6.426 6.559 Thuis 61,64% 59,99% 62,79% 58,40% 60,63% Woonzorgcentrum 16,57% 13,98% 13,37% 12,81% 11,97% Ziekenhuis 19,80% 18,25% 21,37% 26,78% 25,90% Palliatieve eenheid 0,48% 0,51% 0,51% 0,42% 0,56% Psychiatrisch verzorgingstehuis 0,45% 0,35% 0,36% 0,40% 0,21% Instellingen voor personen met handicap 0,56% 0,62% 0,77% 0,72% 0,43% Andere 0,50% 0,82% 0,84% 0,47% 0,29%
7 6 5 4 3 2 1 Thuis Verblijfplaats bij aanmelding Woonzorgcentrum Ziekenhuis PalliaFeve eenheid Psychiatrisch verzorgingstehuis Instellingen voor personen met handicap Andere 2010 2009 2008 De meeste patiënten zijn thuis op het moment dat ze worden aangemeld. Toch wordt een belangrijk aantal patiënten al aangemeld tijdens het ziekenhuisverblijf. Dit kan een indicatie zijn dat de multidisciplinaire begeleidingsequipe voor palliatieve verzorging al betrokken wordt vanaf de voorbereidingen van het ontslag van de patiënten. Op de derde plaats volgen de aanmeldingen vanuit een woonzorgcentrum. In de volgende jaren is het belangrijk op te volgen hoe deze aanmeldingen evolueren gezien de maatregelen inzake palliatieve zorg naar de woonzorgcentra toe. Regionaal zijn er grote verschillen. De woonsituatie tijdens de begeleiding Aantal 2.012 2.011 2010 2009 2008 Thuis 6.711 6.394 5.908 5.388 5.384 Woonzorgcentrum 1.310 1.173 949 883 917 Psychiatrisch verzorgingstehuis 39 39 26 32 24 Instelling voor personen met een handicap 53 51 53 46 36 Andere 85 91 73 118 316 Totaal 8.198 7.748 7.009 6.467 6.677 Thuis 81,86% 82,52% 84,29% 83,32% 80,64% Woonzorgcentrum 15,98% 15,14% 13,54% 13,65% 13,73% Psychiatrisch verzorgingstehuis 0,48% 0,50% 0,37% 0,49% 0,36% Instelling voor personen met een handicap 0,65% 0,66% 0,76% 0,71% 0,54% Andere 1,04% 1,17% 1,04% 1,82% 4,73%
9 8 7 6 5 4 3 2 1 Woonsitua,e 2010 2009 2008 Thuis Woonzorgcentrum Psychiatrisch verzorgingstehuis Instelling voor personen met een handicap Andere Reden einde begeleiding Overlijden 4.853 4.727 4.309 4.147 4.292 Opname WZC 38 36 33 37 32 Opname ziekenhuis 1.043 940 768 699 652 Opname palliatieve eenheid 606 547 432 473 471 Andere 457 341 427 429 426 Totaal 6.997 6.591 5.969 5.785 5.873 Overlijden 69,36% 71,72% 72,19% 71,69% 73,08% Opname WZC 0,54% 0,55% 0,55% 0,64% 0,54% Opname ziekenhuis 14,91% 14,26% 12,87% 12,08% 11,10% Opname palliatieve eenheid 8,66% 8,30% 7,24% 8,18% 8,02% Andere 6,53% 5,17% 7,15% 7,42% 7,25% Einde begeleiding 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 2010 2009 2008 Overlijden Opname WZC Opname ziekenhuis Opname palliafeve eenheid Andere
Bij ongeveer twee op drie patiënten is het overlijden van de patiënt de reden voor het beëindigen van de begeleiding, tweede reden is een transfer naar het ziekenhuis en derde een opname op de palliatieve eenheid. Plaats van overlijden tijdens begeleiding Thuis 3.557 3.443 3.284 3.076 3.190 Woonzorgcentrum 1.136 1.000 836 827 851 Psychiatrisch verzorgingstehuis 185 22 7 5 0 Instellingen voor personen met een handicap 100 27 25 27 13 Andere 158 135 155 323 163 Totaal 5.136 4.627 4.307 4.258 4.217 Thuis 69,26% 74,41% 76,25% 72,24% 75,65% Woonzorgcentrum 22,12% 21,61% 19,41% 19,42% 20,18% Psychiatrisch verzorgingstehuis 3,60% 0,48% 0,16% 0,12% 0,00% Instellingen voor personen met een handicap 1,95% 0,58% 0,58% 0,63% 0,31% Andere 3,08% 2,92% 3,60% 7,59% 3,87% Plaats van overlijden,jdens begeleiding 9 8 7 6 5 4 3 2 1 Thuis Woonzorgcentru m Psychiatrisch verzorgingstehuis Instellingen voor personen met een handicap Andere 2010 2009 2008 Haast alle begeleidingen eindigen met een overlijden op de plaats waar de patiënt op dat moment thuis is. De verschillen zijn eerder beperkt, alleen de rubriek andere verdient wellicht enige verfijning. De patiënten die niet thuis sterven en dus elders nog worden opgenomen, komen haast allen in een andere palliatieve setting terecht (palliatieve eenheid, PST ).
Duur begeleiding 0-7 dagen 2.100 2.024 1.774 1.598 1.683 8-14 dagen 926 833 807 796 761 15-30 dagen 1.154 1.074 996 932 936 31-60 dagen 949 988 857 859 841 61-90 dagen 489 494 437 414 432 91-180 dagen 651 589 568 583 633 + 180 dagen 648 662 528 507 424 Totaal 6.917 6.664 5.967 5.689 5.710 0-7 dagen 30,36% 30,37% 29,73% 28,09% 29,47% 8-14 dagen 13,39% 12,50% 13,52% 13,99% 13,33% 15-30 dagen 16,68% 16,12% 16,69% 16,38% 16,39% 31-60 dagen 13,72% 14,83% 14,36% 15,10% 14,73% 61-90 dagen 7,07% 7,41% 7,32% 7,28% 7,57% 91-180 dagen 9,41% 8,84% 9,52% 10,25% 11,09% + 180 dagen 9,37% 9,93% 8,85% 8,91% 7,43% Mediaan 20 20 18 Duur begeleiding 35,00% 3 25,00% 2 15,00% 1 5,00% 0 7 8 14 15 30 31 60 61 90 91 180 + 180 2010 2009 2008 Haast 60 % van de begeleidingen duurt minder dan 1 maand. 80% duurt minder dan de 3 maand: het criterium dat opgenomen werd in het aanvraagformulier voor de financiële tegemoetkoming voor een patiënt die thuis palliatieve verzorging geniet.
Samenwerking met huisartsen Samenwerking huisartsen 8.000 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 2010 2009 2008 Totaal 6.713 5.756 5.800 Samenwerking 4.136 3.938 3.760 3.465 3595 Totaal Samenwerking In absolute cijfers is er de voorbije jaren een stijging van het aantal huisartsen waarmee is samengewerkt. Het percentage huisartsen waarmee samengewerkt wordt, is enkel indicatief weer te geven. Het is immers niet vanzelfsprekend om correcte cijfers over het aantal actieve huisartsen te verzamelen. Sinds 2010 wordt gebruik gemaakt van de cijfergegevens over de actieve huisartsen die jaarlijks bij het RIZIV worden opgevraagd.