Geachte mevrouw Gerritsen,

Vergelijkbare documenten
Bijlage 9: Externe veiligheid

Geachte heer De Weijer,

VEILIGHEIDSANALYSE DE HOUTAKKER II BEMMEL

Geacht college, Gemeente Tilburg t.a.v. College van Burgemeester en Wethouders Postbus AS TILBURG

College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Echt-Susteren Postbus AL Echt. Geacht College,

Gemeente Nijmegen College van burgemeester en wethouders D.t.v. de heer Groeneweg Omgevingsdienst Regio Nijmegen Postbus BP NIJMEGEN

Brandweer Amsterdam-Amstelland

4 februari 2011 Uw kenmerk Gemeente Lingewaard T.a.v. mevrouw P. Pauli Postbus AA Bemmel. mil 2011B00820

Rapportage advies externe veiligheid

Bijlage Verantwoording externe veiligheid behorende bij het bestemmingsplan Oude Baan 6-8 te Swalmen

Advies Regionale Brandweer

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Midden- en West-Bra. ingekomen

Advies Regionale Brandweer

RUD Utrecht. Toetsing plaatsgebonden risico (PR) en verantwoording groepsrisico (GR) Bestemmingsplan Paardenveld de Kade

Inleiding. Situering. De situering van het geplande asielzoekerscentrum is in onderstaande figuur weergegeven.

Verantwoording groepsrisico Hogedruk aardgastransportleidingen. Bestemmingsplan 'Bedrijventerrein 2013' d.d. 14 november 2012

Het plangebied ligt ten zuiden van de Akersteenweg, nabij de kruising Burg. Cortenstraat.

Hierbij ontvangt u de verantwoording groepsrisico met daarin verwerkt het advies van de Veiligheids en Gezondheidsregio Gelderland Midden'.

Verantwoording groepsrisico

14011 lil FEB. 20U SÏ3 OiH. loi'i. Omgevingsadvisering. m M mm» m «a^ Brabant > Zuidoost veiligheidsregio

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Rapportage advies externe veiligheid. Ontwerp-projectbesluit Mobility Park Roermond. Adviesaanvrager: Gemeente Roermond Datum: 27 april 2010

Verantwoording groepsrisico

Semi Standaard Verantwoording Groepsrisico Gemeente Waalwijk

Toelichting advies. Bestemmingsplan. Veersedijk. Hendrik-Ido-Ambacht

BEOORDELING Exter n e v e i l i g h e i d B e s t e m m i n g s p l a n Z u i d - W e s t, L e i d e r d o r p 2 1 d e c e m b e r

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Geachte heer Heijnen,

Brandweer Amsterdam-Amstelland

/04/2016

Datum : 24 januari : Frederik Stouten. : Marcel Scherrenburg. Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid.

Gemeente Nijmegen College van burgemeester en wethouders D.t.v. de heer J. Groeneweg Afdeling Bedrijven G660 Postbus HG NIJMEGEN

Standaard Verantwoording Groepsrisico Gemeente Werkendam

Verantwoording groepsrisico plan Businesspark Midden-Limburg te Echt-Susteren

Verantwoording groepsrisico gemeente Roosendaal Bestemmingsplan Landgoed Ottermeer

Bijlage Verantwoording externe veiligheid behorende bij het projectbesluit Koningin Regentesselaan te Roermond. Externe veiligheid

Bijlage 1 Advies brandweer Veiligheidsregio Haaglanden

Sector Brandweer Groenewoudseweg TV Nijmegen Postbus BC Nijmegen

Het advies van Hulpverlening Gelderland Midden is verwerkt in deze notitie.

Datum : 16 april 2015 : Externe veiligheid aanzet verantwoording groepsrisico

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Brandweer Amsterdam-Amstelland

BIJLAGE 2. Advies brandweer in het kader van de nieuwe vergunning voor LPG tankstation Bitswijk 4, 21 februari 2011

Datum : 25 november 2014 : Externe veiligheid aanzet verantwoording groepsrisico

RUD Utrecht. Toetsing plaatsgebonden risico (PR) en verantwoording groepsrisico (GR) Bestemmingsplan Oog in Al

B R A N D W E E R. Brabant-NoeFd

Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond

B R A N D W E E R ïèlè1)))), èl/7

Externe veiligheid Binnenstad Hilversum Elementen ter verantwoording van het groepsrisico

Toelichting advies. Bestemmingsplan. Dordtse kil. Dordrecht

Gemeente Horst aan de Maas College van Burgemeester en wethouders Postbus AA HORST. Geacht college

Memo. Datum : 18 januari Van : Dhr. C.J.M. Machielsen Paraaf : CM. Projectnummer : : Memo externe veiligheid Orthen te Den Bosch

2. Situering. Notitie : Beperkte verantwoording Leidsedreef 4-6 Leiderdorp. Berg en Terblijt, 14 november

BRANDWEER. Telefoon (050) Fax (050) Telefoon (050) Bijlage(n) Ons kenmerk HV Uw kenmerk n.

Onderzoek externe veiligheid deel B: Verantwoordingsplicht groepsrisico

Verantwoording groepsrisico. Hogedruk aardgastransportleidingen Overwhere-Zuid

Verantwoording groepsrisico bestemmingswijziging Rembrandtlaan 25

Verantwoording groepsrisico. Van station tot hefbrug gemeente Waddinxveen

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Verantwoording groepsrisico. Esse-Kleinpolder gemeente Zuidplas

Inventarisatie van risicobronnen en verantwoording Molenhoefstraat 2

Midden- en West-Brabant

Verantwoording van het groepsrisico

Datum Documentnummer Project Auteur 25 mei L.C. Luijendijk

Externe Veiligheid. Bestemmingsplan Aldi Zwaanplein

MILIEUADVIES. Gemeente Woerden College van burgemeester en wethouders B. Wouda en C. Roodhart WOE1513.T001

Brandweeradvies externe veiligheid inzakebestemmingsplan Emmendennen, Emmen Gemeente Emmen

Verantwoording groepsrisico bestemmingsplan: Burgemeester Manderslaan 8 in Zundert

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Proactie. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond SB/MI, de heer H. Mennen Postbus AZ HELMOND

GEMEENTE PURMEREND. Verantwoording groepsrisico. Hogedruk aardgastransportleidingen Wheermolen

Hulpverleningsdienst Drenthe

IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIII

*Z003B738382* Gemeente Beesel het college van Burgemeester en Wethouders Postbus ZK BEESEL. Geachte college,

Externe veiligheid en 20 woningen Noordwolderweg te Bedum

Sector Risicobeheersing

Midden en West Brabant GEMEENTE OOSTERHOUT 1 6 SEP class nr. zaak nr.

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald

Planlocatie Nuland Oost te Nuland

GEMEENTE BEEMSTER. Verantwoording groepsrisico. Vervoer van gevaarlijke stoffen Zuidoostbeemster 19 januari 2015

Intern memo. Projectgroep bestemmingsplan Youri Egorovweg. Archief afdeling Ruimte en Wonen. Gert-Jan van de Bovenkamp

Gevaren De kans op een ongeval met gevaarlijke stoffen is klein, maar de gevolgen kunnen groot zijn.

Collegiaal getoetst door M. Weelen

GEMEENTE PURMEREND. Verantwoording groepsrisico. Hogedruk aardgastransportleidingen Bestemmingsplan Brantjesoever 2018

Brandweer Amsterdam-Amstelland

EV rapportage N983 - Rondweg Aduard

Verantwoording groepsrisico. Hogedruk aardgastransportleidingen

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Standaard Verantwoording Groepsrisico Gemeente Bergen op Zoom

Inventarisatie van risicobronnen en verantwoording groepsrisico Zandleij 6 e herziening, Kuil 40.

datum 12 september 2016 project IBDH Deelplan 20 vestiging Arnhem uw kenmerk -

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor. DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Buitenpost-Centrum te Buitenpost

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Memo. Inleiding. Beleidskader

Gemeente Winterswijk t.a.v. mevr. Beekhuizen Omgevingsdienst Achterhoek t.a.v. dhr. Geurts Brandweer Achterhoek Oost t.a.v. dhr. Frericks.

Transcriptie:

Gemeente Arnhem Dienst Stadsbeheer Mevrouw Y.H.J.M. Gerritsen Postbus 9200 6800 HA Arnhem Datum : 8 juni 2009 Uw kenmerk : - Ons kenmerk : Contactpersoon : Mark Bruijnooge Doorkiesnummer : 026-3556157 E-mail adres : mark.bruijnooge@hvdgm.nl Onderwerp: Bestemmingsplan Schuytgraaf te Arnhem Geachte mevrouw Gerritsen, Op 7 mei ontving ik per email het verzoek om voor het plangebied Schuytgraaf in het kader van de verantwoording groepsrisico te adviseren over de mogelijkheden voor de rampenbestrijding en de zelfredzaamheid in het plangebied. Het bestemmingsplan Schuytgraaf betreft de actualisatie van een (globaal) bestemmingsplan uit 2000. Een deel van het plangebied (oost en zuidoostelijk deel) is reeds (deels) gerealiseerd cq bebouwd. De huidige voorgenomen realisatie betreft het centrumgebied in het oosten van het plangebied langs de spoorlijn Arnhem-Nijmegen. In de bijlage treft u mijn uitgebreide veiligheidsanalyse aan. Kortheidshalve geef ik onderstaand de belangrijkste conclusies. Veiligheidsanalyse De risicobronnen met een mogelijk effect op het plangebied zijn de spoorlijn Arnhem Nijmegen en een 12 aardgastransportleiding. Daarnaast is er nog een ontheffing van de route gevaarlijke stoffen verleend aan Primagaz Nederland BV voor het vervoer van propaan naar de Minervasingel in de Schuytgraaf. Het plangebied ligt geheel binnen de effectafstand voor de lekkage van een toxisch gas op het spoor. Het westelijk deel van het plangebied ligt binnen de 1%-letaalafstand van een BLEVE op het spoor. De reeds gerealiseerde bebouwing in het zuidoosten van het plangebied ligt binnen de effectafstanden van een incident met de aardgastransportleiding. Het centrumgebied wordt van diverse maatschappelijke functies voorzien, zoals een buitenschoolse opvang, kinderdagverblijf, consultatiebureau, wijk- en jongerencentrum, basisschool en peuterspeelzalen. Deze functies liggen binnen de effectafstanden van het maatgevende scenario (BLEVE op het spoor). Het overgrote deel van de aanwezige personen zal minder zelfredzaam zijn. Gelet hierop en de gehanteerde bevolkingsdichtheden in het conceptrapport Externe Veiligheid spoortraject van DHV wordt geconcludeerd dat de mogelijkheden van de rampenbestrijding in het plangebied zeker worden overschreden bij het zich voordoen van het maatgevend scenario. Het plangebied is vanuit de brandweerpost Vredenburg binnen 8 minuten bereikbaar. Aandachtpunt voor zowel de bereikbaarheid als ontvluchtingsmogelijkheden is dat de enige hoofdtoegangsweg tot het plangebied de Metamorfosenallee is. Andere wegen die uit het plangebied leiden zijn secundaire wegen, ingeval van ontvluchting is de capaciteit van deze wegen beperkt. In het zuidoosten van het plangebied is voldoende primaire bluswatercapaciteit aanwezig (brandkranen op een 110 mm leiding). Vanuit het zuiden tot ongeveer de Metamorfosenallee ligt langs het spoor een 500 mm bluswaterleiding. Hiermee is voor een deel van het spoor voldoende bluswatercapaciteit beschikbaar. Het is Beekstraat 39 Tel. 026-3556111 Fax 026-3556490

Datum : 2 juni 2009 Kenmerk : Pagina : 2 wenselijk dat de bluswaterleiding vanaf de Metamorfosenallee parallel aan de spoorlijn wordt doorgetrokken richting het noorden om daar ook over voldoende bluswatercapaciteit te kunnen beschikken. Advies Ik adviseer u om geen objecten met kwetsbare (minder zelfredzame) personen toe te staan binnen de 1% letaalafstand (300 meter) van een BLEVE op het spoor. In het (nog te realiseren) centrumgebied adviseer ik u om ruim aandacht te besteden aan het voorschrijven van bouwkundige en/of installatietechnische voorzieningen (zie tabel 6 van de bijlage) om de effecten van een incident op het spoor te verkleinen en de zelfredzaamheid van met name de kwetsbare groepen te verhogen. Ten aanzien van de ontwikkelingen direct langs de spoorzone adviseer ik om nu reeds rekening te houden met het in het Besluit transportroutes externe veiligheid vastgelegde plasbrandaandachtgebied van 30 meter. Om langs de spoorlijn, ter hoogte van het gehele plangebied, over voldoende bluswatercapaciteit te kunnen beschikken adviseer ik om de langs de spoorlijn aanwezige bluswaterleiding verder door te trekken naar het noorden. Voor de optimalisatie van de ontvluchtingmogelijkheden en bereikbaarheid van het plangebied adviseer ik om de ontsluiting van het plangebied te verbeteren middels een tweede ontsluitingsweg. Ik adviseer u verder om een zogenaamde WAS-paal (sirene) in het noorden van het plangebied te plaatsen zodat ook daar voldoende dekking van het waarschuwings- en alarmeringssysteem (sirenes) wordt gerealiseerd. Mocht u nog vragen of opmerkingen hebben, kunt u contact opnemen met genoemde contactpersoon. Desgewenst kan het advies mondeling toegelicht worden. Met vriendelijke groet, Paul Joosten Directeur Brandweer Bijlage(n): 1. Veiligheidsanalyse bestemmingsplan Schuytgraaf

BIJLAGE 1 VEILIGHEIDSANALYSE BESTEMMINGSPLAN SCHUYTGRAAF In deze veiligheidsanalyse wordt ingegaan op de risico s en de effecten op het bestemmingsplan Schuytgraaf. Het betreft de actualisatie van een (globaal) bestemmingsplan uit 2000. Een deel van het plangebied (oost en zuidoostelijk deel) is reeds (deels) gerealiseerd cq bebouwd. De voorgenomen realisatie betreft het centrumgebied in het oosten van het plangebied langs de spoorlijn Arnhem-Nijmegen. Deze veiligheidsanalyse kan als input worden gebruikt in de afwegingen en de verantwoording door het bestuur. 1. Verantwoording Groepsrisico Het externe veiligheidsbeleid voor inrichtingen is wettelijk verankerd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, afgekort als Bevi. In de artikelen 12 en 13 van het Bevi en artikel 4.3 van de circulaire Rvgs is de verantwoordingsplicht voor het bevoegd gezag ten aanzien van de acceptatie van het groepsrisico wettelijk geregeld. Als regionale brandweer hebben wij hierbij een adviestaak ten aanzien van de mogelijkheden van rampbestrijding en zelfredzaamheid. 2. Besluit transportroutes externe veiligheid In het (aanstaande) Besluit transportroutes externe veiligheid (BTEV) worden milieukwaliteitseisen en andere regels op het gebied van externe veiligheid gesteld die van belang zijn voor de ruimtelijke ontwikkeling in de omgeving van transportassen. In het BTEV worden een viertal zones langs transportassen aangewezen met bijbehorende beperkingen en eisen. Het betreft het PR-max gebied, een plasbrandaandachtsgebied, het GR-aandachtsgebied en het invloedsgebied. Figuur 1: schematisch overzicht verschillende zones in het BTEV PR-max gebied Het zogenaamde PR-max gebied is het gebied tussen 0 meter en de PR 10-6 contour die volgt uit de volledige benutting van de gebruiksruimte voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Binnen dit gebied zijn géén nieuwe kwetsbare objecten toegestaan. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt dat er eveneens geen nieuw beperkt kwetsbare objecten toegestaan mogen worden, tenzij er sprake is van gewichtige redenen. Plasbrandaandachtgebied Het plasbrandaandachtgebied is voor het spoor het gebied tussen 0 en 30 meter. Voor dit gebied geldt dat alternatieve locaties buiten het plasbrandaandachtsgebied moeten worden afgewogen. De afweging van een alternatieve locatie is in samenhang met de bestrijdbaarheid van een plasbrand, eventueel in combinatie met maatregelen aan het gebouw. Pagina 1 van 9

GR-aandachtgebied Het GR-aandachtgebied is het gebied tussen 0 en 200 meter. Hiervoor dient het groepsrisico te worden berekend en moeten de mogelijkheden worden onderzocht om het groepsrisico te verlagen of te beperken. Invloedsgebied Het invloedsgebied is het gebied tussen 0 meter en 1% letaliteit. Alle personen in dit gebied moeten worden meegenomen in de groepsrisicoberekening. Over dit gebied adviseert de regionale brandweer met betrekking tot de rampenbestrijdingsmogelijkheden en de zelfredzaamheid. 3. Risicobronnen, maatgevend scenario en effectafstanden In de omgeving van het plangebied Schuytgraaf zijn de volgende risicobronnen met een mogelijk effect op het plangebied aanwezig: - De spoorlijn Arnhem - Nijmegen - Een 12 aardgastransportleiding (N-568-34) Daarnaast is er nog een ontheffing van de route gevaarlijke stoffen verleend aan Primagaz Nederland BV voor het vervoer van propaan naar de Minervasingel in de Schuytgraaf. Per risicobron worden maatgevende scenario s gebruikt om een indicatie te krijgen van de grootte van de effecten die verwacht kunnen worden. Deze scenario s komen vaak overeen met het ongevalscenario dat ook het meest bepalend is voor de grootte van het groepsrisico. Uit de realisatiecijfers 2007 van ProRail blijkt dat over de spoorlijn Arnhem Nijmegen gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Het gaat om brandbaar gas, toxisch gas, zeer brandbare vloeistof, toxische vloeistof en zeer toxische vloeistof. Tabel 1: Aantal transporten Arnhem Nijmegen (ProRail 2007) Aantal spoorketelwagons Brandbaar gas (A) 2300 Toxisch gas (B2) 34 Zeer toxisch gas (B3) 0 Zeer brandbare vloeistof (C3) 950 Toxische vloeistof (D3) 24 Zeer toxische vloeistof (D4) 150 Vanwege het aantal spoorketelwagens met LPG wordt een BLEVE als maatgevend scenario beschouwd. Als gevolg van het door verhitting oplopen van de druk of mechanische beschadiging kan een tank bezwijken. Indien het vrijkomende gas direct ontstoken wordt vindt een zogeheten BLEVE plaats. Ook bestaat de mogelijkheid dat bij het bezwijken van de tank delen daarvan op afstand schade veroorzaken. Indien de inzet van koelstralen onmogelijk is, zal afhankelijk van de hittestraling en vullingsgraad, een BLEVE optreden tussen circa 10 en 30 minuten na het ontstaan van de brand. Voor de effectafstanden voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor wordt aangesloten bij de afstanden zoals genoemd in het Rekenprotocol Vervoer Gevaarlijke Stoffen per Spoor. Tabel 2: effectafstanden vervoer gevaarlijke stoffen over het spoor 1 Stofcategorie Omschrijving Modelstof Scenario Invloedsgebied 1% letaliteit * A Brandbaar gas Propaan BLEVE 300 meter C3 Zeer brandbare vloeistof Hexaan Plasbrand 30 meter B2 Toxisch gas Ammoniak Toxische wolk 1500 meter B3 Zeer toxisch gas Chloor Toxische wolk 5 kilometer D3 Toxische vloeistof Acrylonitril Toxische wolk 250 meter 1 Rekenprotocol Vervoer Gevaarlijke Stoffen per Spoor, Oranjewoud/SAVE, april 2006 Pagina 2 van 9

D4 Zeer toxische vloeistof Acroleïne Toxische wolk 3 kilometer * De waarden in de tabel zijn indicatief voor grote calamiteiten waarbij sprake is van het vrijkomen van de gehele inhoud. In onderstaande figuur 2 zijn de effectafstanden voor een BLEVE en een lekkage van een toxisch gas ingetekend. Figuur 2: effectafstanden spoorlijn Arnhem - Nijmegen Legenda: Rood omlijnde gebied: Oranje gearceerd gebied: Blauw gearceerd gebied: Oranje gebied: Blauw gebied: plangebied Schuytgraaf reeds bebouwd (indicatief) te ontwikkelen gebied (indicatief) 1% letaliteitsgebied BLEVE spoorlijn (300 meter) 1% letaliteitsgebied lekkage toxisch gas spoorlijn (1500 meter) Het plangebied ligt geheel binnen de effectafstand voor de lekkage van een toxisch gas. Ik merk hierbij op dat afhankelijk van de windrichting de toxische wolk zich min of meer sigaarvormig zal verspreiden en dus bij een daadwerkelijk incident slechts een beperkt deel van het plangebied worden getroffen. Het westelijk deel van het plangebied ligt binnen de 1%-letaalafstand van een BLEVE op het spoor. Het maatgevend scenario voor aardgastransportleidingen is een gasbrand en/of explosie als gevolg van breuk van de leiding (door een externe oorzaak, bijvoorbeeld graafwerkzaamheden). Door de enorme druk die er op de leiding staat, ontstaat een verticale fakkel van honderden meters hoog. Voor de effectafstanden ingeval van breuk gevolgd door een fakkelbrand van een aardgastransportleiding sluiten wij aan bij de veiligheidsafstanden van de Gasunie. Pagina 3 van 9

Tabel 3: Veiligheidsafstanden bij gasleidingbreuk 2 Diameter [inch] Druk Afstand 10 KW/m 2 contour (1%-letaal) Afstand 3 kw/m 2 contour (1%-gewond) Afstand 1 kw/m 2 contour (veilig gebied) 4 midden 50 50 100 8 midden 50 100 200 12 midden 100 150 250 16 midden 100 200 350 24 hoog 200 400 650 36 hoog 300 550 950 48 hoog 400 800 1300 In onderstaande figuur 3 zijn de effectafstanden voor de 12 gastransportleiding ingetekend. Figuur 3: effectafstanden gasleiding Legenda: Rood omlijnde gebied: Oranje gearceerd gebied: Blauw gearceerd gebied: Rode gebied: Groene gebied: Blauwe gebied: plangebied Schuytgraaf reeds bebouwd (indicatief) te ontwikkelen gebied (indicatief) 10 kw/m 2 contour 3 kw/m 2 contour 1 kw/m 2 contour De reeds gerealiseerde bebouwing in het zuidoosten van het plangebied ligt binnen de effectafstanden van een incident met de aardgastransportleiding. Aan Primagaz Nederland B.V. is een ontheffing van de route gevaarlijke stoffen verleend voor transport van propaan voor de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 januari 2010 naar de Minervasingel te 2 Nederlandse Gasunie, 2008 Pagina 4 van 9

Schuytgraaf. Door HGM is hierop geadviseerd op 31 januari 2008 (HGM/PPP/2009/25). De route loopt vanaf de A325 Burgemeester Matsersingel Batavierenweg Metamorfosenallee Minervasingel en v.v. De route loopt dwars door het plangebied en deels door de reeds gerealiseerde bebouwing. 4. Mogelijkheden rampenbestrijding Binnen de regio Gelderland Midden is onderzocht welke hulpverleningscapaciteit maximaal geleverd kan worden. Met behulp van de Leidraad Operationele Prestaties zijn de maatscenario s voor de 18 ramptypes vertaald naar de inzetbehoefte van de verschillende hulpdiensten. Per discipline is per ramptype aangegeven of de noodzakelijke respons haalbaar is, of er sprake is van schaarste of dat de noodzakelijke capaciteit niet beschikbaar is. Dit is vastgelegd in de rapportage Samen Sterk, Uitwerking Leidraad Operationele Prestaties Gelderland Midden van april 2004. Uit de rapportage is gebleken dat de hoeveelheid materieel en mensen voor de geneeskundige hulpverlening vaak het knelpunt binnen de hulpverleningsketen. Beheersbaarheid scenario In het centrumgebied worden diverse maatschappelijke functies voorzien, zoals een buitenschoolse opvang, kinderdagverblijf, consultatiebureau, wijk- en jongerencentrum, basisschool en peuterspeelzalen. Deze functies liggen binnen de effectafstanden van het maatgevende scenario (BLEVE op het spoor). Het overgrote deel van de aanwezige personen zal minder zelfredzaam zijn. Gelet hierop en de gehanteerde bevolkingsdichtheden in het conceptrapport Externe Veiligheid spoortraject van DHV wordt geconcludeerd dat de mogelijkheden van de rampenbestrijding in het plangebied zeker worden overschreden bij het zich voordoen van het maatgevend scenario. Bestrijdbaarheid scenario Wanneer er een dreiging bestaat voor het zich voordoen van het scenario BLEVE zal de bronbestrijding in de regel bestaan uit het blussen van de brandhaard die de tankwagen of spoorketelwagen aanstraalt. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan is koeling van de aangestraalde tank een optie. Dit is enkel mogelijk bij een snelle inzet van de brandweer, want tussen ontstaan van een brand en een BLEVE blijkt 10 tot 30 minuten te liggen. Ingeval van lekkage van een toxische stof zal de bronbestrijding bestaan uit het met schuim afdekken van de ontstane vloeistofplas en voor zover mogelijk het stoppen van de lekkage. De effectbestrijding zal bestaan uit het inzetten van sproeistralen om de toxische wolk te verdunnen en/of neer te slaan. Belangrijk aandachtspunt is dat ingeval van een lekkage van de aardgastransportleiding, met of zonder fakkel, de lekkage niet door de brandweer te verhelpen is. Dit kan alleen door de Gasunie zelf worden uitgevoerd. De inzet zal zich dan ook richten op effectbestrijding. Door de hittestraling ontstaan in de omgeving secundaire branden en op grotere afstand de dreiging hiervan. De aangestraalde objecten zullen gekoeld moeten worden. Preparatieve maatregelen Om voldoende effectief te kunnen optreden ten tijde van (de dreiging van) een ramp of zwaar ongeval is een aantal preparatieve maatregelen noodzakelijk. In onderstaande tabel worden de belangrijkste maatregelen opgesomd en beoordeeld. Tabel 4: Beoordeling preparatieve maatregelen ten behoeve van het optreden van hulpverleningsdiensten Preparatieve voorzieningen 3 Score Opmerkingen Opkomsttijd brandweer +/- Het plangebied is vanaf post Zuid binnen 8 minuten bereikbaar. Vanuit post Noord is de aanrijtijd circa 14 minuten. Bereikbaarheid +/- De enige hoofdtoegangsweg tot het plangebied is de Metamorfosenallee. Bluswater(voorzieningen) +/- De gewenste minimale hoeveelheid bluswater in het plangebied is 90 m 3 /uur. Voor transportroutes geldt een optimale hoeveelheid van 180 m 3 /uur, voor een spoorlijn (waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd) is zelfs 360 m 3 /uur 3 In bijlage 2 zijn de algemene richtlijnen bluswatervoorzieningen en bereikbaarheid opgenomen Pagina 5 van 9

gewenst. Deze hoeveelheden bluswater zijn nodig voor een offensieve tactiek, namelijk het inzetten van waterkanonnen. In het zuid-oosten van het plangebied zijn brandkranen op een 110 mm leiding aanwezig. Dit levert voldoende capaciteit voor het plangebied. Vanuit het zuiden tot aan de Metamorfosenallee ligt langs het spoor een 500 mm leiding. Een dergelijke leiding levert zeker 360 m 3 /uur. Hiermee is voor een deel van het spoor voldoende bluswatercapaciteit beschikbaar. Het is in het kader van het plangebied wel wenselijk dat de bluswaterleiding vanaf de Metamorfosenallee langs de spoorlijn wordt doorgetrokken naar het noorden. Rampenbestrijdingsplan - Voor de spoorlijn en de aardgastransportleiding is geen rampenbestrijdingsplan opgesteld. 5. Mogelijkheden zelfredzaamheid De mogelijkheden voor personen die zich bevinden in het invloedsgebied om zich in veiligheid te brengen indien zich een ramp of zwaar ongeval voordoet, wordt zowel in het Bevi als in de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (Rvgs) genoemd als één van de afwegingskaders van het groepsrisico. Voor het vermogen om jezelf en/of anderen in veiligheid te brengen bij de dreiging van, of het bestaan van, een gevaarlijke situatie wordt de term zelfredzaamheid gebruikt. Meest effectieve zelfredzame strategie Om de factoren die van invloed zijn op de zelfredzaamheid te beoordelen is het allereerst van belang om de meest effectieve zelfredzame strategie bij de verschillende scenario s te bepalen 4. Gedurende een BLEVE worden personen die aanwezig zijn in de omgeving van de LPG-tankwagen blootgesteld aan warmtestraling ten gevolge van de vuurbal. Tevens worden zij blootgesteld aan overdrukeffecten. De schadeafstanden bij het BLEVE scenario worden veroorzaakt door de optredende hitte-effecten. Deze zijn wat betreft letaliteit dominant over de drukeffecten. Afhankelijk van de hoogte van de warmtestraling en de blootstellingtijd zullen mensen brandwonden krijgen en in het ergste geval komen te overlijden. Voor zowel de drukbelasting als de hittebelasting geldt dat deze afneemt met een toenemende afstand van de risicobron. Hittebelasting kan daarnaast worden verminderd door gebruik te maken van de afschermende werking van gebouwen of brandwerende muren. Voor drukbelasting geldt, dat de hoogte van de overdruk in theorie eveneens gereduceerd kan worden door plaats te nemen in of achter afschermende gebouwen. De meest geschikte zelfredzame strategie bij een BLEVE is om te voet te vluchten binnen de 100%-letaliteitscontour en in het gebied van de 1%-letaliteitscontour afhankelijk van de beschikbare tijd schuilen of te voet vluchten. Gedurende een brand worden personen die aanwezig zijn in de omgeving blootgesteld aan warmtestraling. Afhankelijk van de hoogte van de warmtestraling en de blootstellingstijd zullen mensen brandwonden krijgen en in het ergste geval komen te overlijden. Sterk afhankelijk van de afstand cq. de hittebelasting zijn binnen blijven, schuilplaats binnen gaan en dekking zoeken de meest geschikte zelfredzame strategieën. De strategie vluchten is alleen mogelijk als de vluchtende persoon daarbij niet te lang wordt blootgesteld aan de optredende hittestraling. In het gebied met een warmtebelasting van minder dan 1 kw/m 2 kan men ook onbeschermd voor langere tijd verblijven. In het gebied tussen de 1 en 3 kw/m 2 kan men onbeschermd alleen voor kortere tijd verblijven en is zowel schuilen als vluchten een geschikte zelfredzame strategie. In het gebied tussen de 3 en 10 kw/m 2 -contour is vluchten af te raden als strategie Voor een toxisch scenario geldt dat de schade die door toxische stoffen veroorzaakt wordt afhankelijk is van de concentratie waaraan en de tijdsduur waarin iemand wordt blootgesteld. De zelfredzame strategie is dan ook gericht op reductie van de totale blootstelling. Binnen het plangebied is dat binnen blijven en schuilen, op grotere afstanden kan een evacuatie worden overwogen. 4 Maatregelen zelfredzaamheid, een onderzoek naar de bevordering van zelfredzaamheid bij ongevallen met gevaarlijke stoffen, Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding, 12 juli 2005. Pagina 6 van 9

Afwegingscriteria zelfredzaamheid Bij het thema zelfredzaamheid is het van belang onderscheid te maken tussen verschillende gebouwtypen. Niet alleen de vluchtmogelijkheden kunnen verschillen per gebouw maar ook de bewoners kunnen in meer of mindere mate (verminderd) zelfredzaam zijn. Bij het bepalen van de mate van zelfredzaamheid per gebouwtype spelen de volgende afwegingscriteria een rol: Fysieke gesteldheid aanwezigen - Kunnen de bewoners zich tijdig voortbewegen en zelfstandig in veiligheid brengen? Minder valide personen zijn verminderd zelfredzaam. Zelfstandigheid aanwezigen - Kunnen de bewoners zelfstandig een gevaarinschatting maken en zich zelfstandig in veiligheid brengen? Personen met een minder ontwikkeld denkvermogen (bijvoorbeeld kinderen) dienen begeleid te worden en zijn daarom verminderd zelfredzaam. Mogelijkheden tot gevaarinschatting van scenario - Laat het ongeval zich tijdig aankondigen? - Is de dreiging duidelijk herkenbaar? Alarmeringsmogelijkheden bewoners en aanwezigen - Kunnen de bewoners en/of aanwezigen tijdig worden gealarmeerd? Vluchtmogelijkheden gebouw en omgeving - Heeft het gebouw voldoende vluchtmogelijkheden? - Zijn er voldoende mogelijkheden om het gebied te ontvluchten? In onderstaande tabel worden bovenstaande afwegingscriteria beoordeeld. Tabel 5: Beoordeling factoren die de zelfredzaamheid van aanwezigen en inwoners bepalen Factoren Score Opmerkingen Fysieke gesteldheid aanwezigen Zelfstandigheid aanwezigen Mogelijkheden tot gevaarinschatting van scenario 5 Alarmeringsmogelijkheden bewoners en aanwezigen Vluchtmogelijkheden gebouw en omgeving - Aangezien naast wonen diverse maatschappelijke voorzieningen worden voorzien in het centrumgebied zullen er minder mobiele mensen, zoals bejaarden aanwezig zijn binnen de effectafstanden. - Aangezien naast wonen diverse maatschappelijke voorzieningen worden voorzien in het centrumgebied zullen er minder zelfstandige mensen, zoals kinderen aanwezig zijn binnen de effectafstanden. - De gemeente Arnhem voert (vooralsnog) geen actieve campagne om burgers te informeren over de risico s en over hoe te handelen bij een incident. Door burgers voor te lichten over de risico s en hen te instrueren over hoe men moet handelen, zal de zelfredzaamheid toenemen. +/- Alleen het zuidelijke deel van het plangebied ligt binnen de hoorbaarheidscirkels van het waarschuwings- en alarmeringssysteem. Ik merk hierbij op dat in geval van een (dreigende) BLEVE het sirenenetwerk de aanwezigen (binnen de 150 meter) aanzet tot een onjuiste zelfredzame strategie (binnen schuilen i.p.v. vluchten). Voor een toxisch scenario is het sirenenetwerk wel bruikbaar. +/- Infrastructurele mogelijkheden liggen voornamelijk in het faciliteren van vluchtwegen die direct uit het bedreigde gebied leiden. De enige hoofdontsluitingsweg uit het plangebied is de Metamorfosenallee. Andere wegen die uit het plangebied leiden zijn secundaire wegen. Ingeval van ontvluchting is de capaciteit van deze wegen beperkt. 5 Het is belangrijk dat mensen weten wat zij moeten doen. Slechts dan kunnen zij een juiste gevaarsinschatting maken en hiernaar handelen. Pagina 7 van 9

6. Mogelijkheden optimalisatie rampenbestrijding en zelfredzaamheid De meeste optimale maatregel voor het verbeteren van de risicosituatie, de mogelijkheden voor rampenbestrijding en zelfredzaamheid is het creëren van meer afstand tussen risicobron en risicoontvanger. In het op 21 november 2005 door de gemeente Arnhem vastgestelde Beleidsplan externe veiligheid is aangegeven dat bij de invulling van de ruimte (stedelijke zone) bij de bestemming van gebouwen rekening gehouden moet worden met de risico s. Dit kan door bijvoorbeeld geen bejaardentehuizen, scholen, ziekenhuizen of woningen dicht bij de transportroute met gevaarlijke stoffen te situeren. Vanuit de gedachte dat een risico bestaat uit de kans maal het effect wordt het risico gereduceerd door de kans te verkleinen en/of de effecten te verkleinen. In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de mogelijkheden voor het verkleinen van de kans en aan de mogelijkheden voor het verkleinen van de effecten. Kansreducerende maatregelen Kansreducerende maatregelen omvatten maatregelen aan de transportroute en/of de inrichting. Effectreducerende maatregelen Er zijn een aantal bouwkundige, planologische en organisatorische maatregelen mogelijk die de effecten van een ramp of zwaar ongeval kunnen verkleinen. In onderstaande tabel wordt een aantal maatregelen genoemd waar het bevoegd gezag invloed op kan uitoefenen om het resteffect te verkleinen. De maatregelen richten zich niet slechts tot het bestemmingsplan maar tot de gehele gemeentelijke organisatie. Per maatregel wordt aangegeven op elke wijze deze maatregel geborgd kan worden. Tabel 6: Maatregelen voor het verkleinen van het (rest)effect 6 Bouwkundige maatregelen (Nood)uitgang(en) van de risicobron afgericht Zo min mogelijk glas, geen grote glasoppervlakten of openslaande ramen aan de risicozijde. Het noodzakelijke glasoppervlak aan de risicobronzijde voorzien van een splinterwerende film of gelamineerd glas toepassen. Gevels, beglazing en dragende constructie verhoogd brandwerend uitvoeren Verhogen van de bestendigheid van gevels tegen drukbelasting door het toevoegen van massa. Geen uitbouwen, terugliggende gevelgedeelten of overkappingen toepassen in de gevels aan de risicozijde. Hierdoor geeft het gebouw zelf afscherming van de druk en/of hitte-effecten aan de vluchtenden, waardoor deze veiliger kunnen vluchten. Bij een explosie of BLEVE komt er een drukgolf vrij die ervoor zorgt dat de ramen in het gebouw zullen springen. Tevens zullen brokstukken door de explosie tot wel 200 meter weggeslingerd worden. Gevolg is dat mensen gewond raken door rondvliegende stukken, glas en/of de hittestraling die door de openingen het gebouw binnen komt. Vanwege de hittestraling op de gevel zal snel branduitbreiding plaatsvinden binnen in het gebouw. Het verhoogd brandwerend uitvoeren van de gevel geeft de aanwezigen aan de risicozijde meer kans om veilig te vluchten De gevel zal hierdoor minder snel instorten als gevolg van de drukbelasting door de bij een explosie of BLEVE vrijkomende drukgolf. Minimaliseren van gevelornamenten voorkomt scherfwerking en rondvliegende projectielen. Organisatorische maatregelen Risicocommunicatie, eventueel samen met de afdeling communicatie of de brandweer, actief naar Mensen moeten op de hoogte zijn van wat men moet doen in geval van een ongeval. Communicatieplan 6 Maatregelen zelfredzaamheid, Nibra, 12 juli 2005 Pagina 8 van 9

bewoners en bedrijven communiceren over de risico s en de te nemen maatregelen. Bij de indeling van een gebouw rekening houden met het verkorten van de ontvluchtingstijd. Kwetsbare groepen zo ver mogelijk van de risicobronzijde plaatsen en ruimten waar mensen langere tijd verblijven op de begane grond en zo dicht mogelijk bij de nooduitgangen situeren. Het is van groot belang dat men zo snel mogelijk handelt, er moet worden gecommuniceerd dat medewerkers, afhankelijk van het scenario: (naar binnen) vluchten, ramen en deuren sluiten, mechanische ventilatie uitzetten, zich niet voor ramen en deuren en het liefst aan de achterzijde van het kantoorpand bevinden. Korte vluchtroutes geeft aanwezigen meer tijd om het gebouw veiig te kunnen verlaten. Planologische maatregelen Het plangebied uitbreiden met een tweede ontsluitingsweg. Bluswatervoorzieningen aanpassen op de uitbreiding van het plangebied. Optimaliseren opkomsttijden van de hulpverleningdiensten door het vergroten van de wegcapaciteit (bijvoorbeeld wegverbreding en/of wijziging wegindeling) en het opheffen en/of aanpassen van verkeershindernissen (bijvoorbeeld verkeersdrempels, verkeerslichtbeïnvloeding) Het plangebied is slechts via één ontsluitingsweg te ontvluchten. Het is wenselijk dat er een tweede ontsluitingsweg komt waardoor mensen het plangebied makkelijk kunnen ontvluchten. De bluswatervoorzieningen langs het spoor dekken nog niet de gehele route langs het plangebied. Het is wenselijk om de bluswaterleiding langs het spoor vanaf de Metamorfosenallee richting het noorden te verlengen. Door bij het plaatsen van verkeersbelemmerende maatregelen in het plangebied rekening te houden met de bereikbaarheid voor de hulpverleningsdiensten en te voorzien in bijvoorbeeld verkeerslichtbeïnvloeding kan de opkomsttijd geoptimaliseerd worden. Bestemmingsplan Bestemmingsplan Bestemmingsplan Verkeersplan Installatietechnische voorzieningen Centrale afsluitbaarheid (woning)ventilatie bij appartementencomplexen Brand- / toxiciteitsdetectie bij gebouw, gekoppeld aan automatisch alarm en ontruimingssignaal Ontruimingsinstallatie binnen gebouw en/of appartementencomplex Naast het sluiten van ramen en deuren is het ingeval van een toxische wolk ook noodzakelijk dat de (centrale) ventilatie wordt uitgeschakeld. Automatische detectie geeft mensen meer tijd om te vluchten. Hierdoor is het makkelijker om de aanwezigen in één keer te waarschuwen ingeval van een incident. Gebruiksvergunning Gebruiksvergunning Pagina 9 van 9