Waterglijbanen informatieblad 38 / 4 september 2006 WAS: Warenwetbesluit attractie-en speeltoestellen Iedereen die in Nederland waterglijbanen fabriceert, importeert, verhandelt of beheert heeft te maken met het Warenwetbesluit attrac tie- en speeltoestellen (WAS). Dit informatieblad geeft uitleg over de wettelijke eisen die gesteld worden aan waterglijbanen. Sinds 21 april 2000 worden waterglijbanen beschouwd als speeltoestellen. Daarmee zijn de eisen die beschreven staan in het WAS van toepassing. Dit wettelijk voorschrift heeft betrekking op het ontwerp- en fabricageproces, de keuring, het verrichten van onderhoudswerkzaamheden en het bijhouden van een logboek in de gebruikfase van bedoelde toestellen. Wanneer waterglijbanen niet voldoen aan dit wettelijke voorschrift is er sprake van een overtreding, hetgeen een strafbaar feit is. De Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) is aangewezen als toezichthoudende instantie op de naleving van deze wetgeving. Wat is een waterglijbaan volgens het WAS? Waterglijbanen worden in het kader van het WAS beschouwd als speeltoestellen. De definitie van een speeltoestel luidt: Een inrichting die bestemd is voor vermaak of ontspanning, waarbij uitsluitend van de zwaartekracht of de fysieke kracht van de mens gebruik wordt gemaakt. Hoewel bij waterglijbanen pompen worden gebruikt, die niet door menselijke energie worden aangedreven, worden waterglijbanen toch als speeltoestel gezien omdat de voortbeweging onder invloed van de zwaartekracht gebeurt. Er is dus geen sprake van een externe energiebron om de beweging te bewerkstelligen. De wettelijke bepalingen die in het WAS zijn opgenomen zijn niet van toepassing op voorzieningen in een zweminrichting waarbij het accent ligt op het zich te water begeven of de wijze waarop men dit doet, zoals bijvoorbeeld springplanken, startblokken en zwembadtrapjes. De veiligheidsvoorschriften hiervoor zijn geregeld in de Wet Hygiëne en Veiligheid Badinrichtingen en Zwembaden (WHVBZ). Zie voor meer informatie over speeltoestellen ook naar de informatie over Speeltoestellen. Welke verplichtingen heeft een fabrikant/importeur van een waterglijbaan? Daar waar in de onderstaande tekst over fabrikant wordt gesproken, worden ook importeurs of de in Nederland gevestigde gem achtigde van de fabrikant bedoeld. Het betreft diegene die een waterglijbaan fabriceert of in ons land in omloop brengt. Daaronder vallen dus ook verenigingen of gemeenten die hun eigen waterglijbaan samenstellen en opbouwen. Ontwerpen, fabriceren of importeren van een veilige waterglijbaan
De fabrikant moet een waterglijbaan zodanig ontwerpen en vervaardigen dat het veilig is. Waterglijbanen moeten voldoen aan de in Bijlage I van het WAS genoemde voorschriften met betrekking tot het ontwerp en de vervaardiging van speeltoestellen. In het WAS wordt aangegeven dat normen kunnen worden aangewezen. Het volgen van de normen is niet verplicht. Echter, wanneer een waterglijbaan wèl voldoet aan de aangewezen normen, levert dat het vermoeden op dat de waterglijbaan voldoet aan de algemene veiligheidseisen van het WAS. Laten keuren van een waterglijbaan Een nieuw type waterglijbaan dient gekeurd te worden door een aangewezen keuringsinstantie (AKI). Het WAS laat zich er niet over uit wie de keuring moet laten verrichten. Dit kan zowel de fabrikant als de importeur zijn. Mochten geen van beiden de keuring laten uitvoeren, dan verplaatst deze verplichting zich naar de uiteindelijke beheerder. Men dient één exemplaar van het nieuwe type ter keuring aan te bieden bij een AKI. Deze onderzoekt de waterglijbaan, het technisch constructiedossier en de gebruiksaanwijzing en vergewist zich ervan of de waterglijbaan vervaardigd is overeenkomstig het technisch constructiedossier. Er kan worden volstaan met de keuring van een type-kenmerkend monster. In geval daarvoor een certificaat van goedkeuring is afgegeven door de AKI kunnen alle toestellen die overeenkomstig zijn vervaardigd, zonder nadere keuring worden voorzien van een merk van goedkeuring. Aanpassingen aan waterglijbanen, waardoor deze niet meer identiek zijn aan het oorspronkelijk gekeurde typekenmerkende exemplaar, dienen aan de AKI bekend gemaakt te worden. Deze beslist vervolgens of een tussentijdse keuring noodzakelijk is. Opstellen en bewaren van het technisch constructiedossier. De fabrikant moet een technisch constructiedossier opstellen, bewaren en ter beschikking houden van een AKI tot ten minste 10 jaar na de verkoop van de laatste waterglijbaan van die serie. Waterglijbaan voorzien van een gebruiksvoorschrift De fabrikant of importeur dient elke waterglijbaan vergezeld te laten gaan van een gebruiksvoorschrift met aanwijzingen, veiligheidsinstructies, waarschuwingen en andere relevante informatie. Markeren van een waterglijbaan. Waterglijbanen dienen te zijn voorzien van de volgende onuitwisbaar aangebrachte opschriften: de naam en het adres van de fabrikant of importeur het bouwjaar de serie- of typeaanduiding het serienummer Deze vermeldingen moeten onuitwisbaar zijn en onlosmakelijk op of in de waterglijbaan zijn aangebracht. Welke verplichtingen heeft een beheerder van waterglijbanen? Beheerders zijn diegenen die de waterglijbaan beschikbaar hebben en het feitelijk aan de gebruiker ter beschikking stellen. Let op: onder het begrip beheren valt ingevolge het WAS ook het leasen van een waterglijbaan. Veilig (laten) installeren en (laten) verrichten van onderhoud. De beheerder dient ervoor te zorgen dat de waterglijbaan zodanig is geïnstalleerd en wordt onderhouden dat er bij gebruik geen gevaar voor de gezondheid of veiligheid van personen bestaat. Opstellen, bijhouden en bewaren van een logboek Elke waterglijbaan dient voorzien te zijn van een logboek. In het logboek dienen gegevens te zijn opgenomen omtrent: fabrikant/importeur, de installateur, de eigenaar en de beheerder; de kenmerken van de waterglijbaan, de keuringen of onderzoeken die hebben plaatsgevonden, resultaten van eigen inspecties en onderhoud en ongevallen. Voor waterglijbanen die reeds in gebruik zijn, moet een logboek worden aangemaakt. De beheerder van de waterglijbaan houdt het logboek bij en bewaart dit. 2
Overgangsregime Voor waterglijbanen die reeds in gebruik waren op de datum van in werking treden van het Wijzigingsbesluit (21 april 2000) geldt een overgangsregime. Dergelijke waterglijbanen moeten vanaf 1 april 2001 aan de eisen van het WAS voldoen, met dien verstande dat niet aan alle eisen aan het besluit hoeft te worden voldaan. Zo behoeven waterglijbanen die al vóór 21 april 2000 in gebruik waren, geen typekeuring te ondergaan door een AKI. Ook vervallen de eisen voor wat betreft de hiervoor genoemde markeringen en gebruiksvoorschriften. De beheerder moet zich er wel van vergewissen dat de waterglijbaan veilig is. Het gaat te ver om in dit bestek de precieze details van het overgangsregime te beschrijven. Daarvoor zij verwezen naar de tekst van het wijzigingsbesluit van 27 maart 2000, waarmee de waterglijbanen onder het WAS werden geplaatst. Waar kunt u de waterglijbaan laten keuren? Een aantal keuringsinstanties zijn door de minister van VWS aangewezen als keuringsinstanties ter keuring van waterglijbanen (AKI). Daarnaast zijn voor waterglijbanen de certificaten van een aantal buitenlandse AKI s door het ministerie van VWS op grond van de Wet op gevaarlijke werktuigen gelijk gesteld aan certificaten die zijn afgegeven door binnenlandse AKI s. Zie voor meer informatie hierover ons informatieblad: Aangewezen en Aangemelde (keurings-)instanties. Waar kunt u meer informatie verkrijgen? In dit informatieblad worden aan de hand van veel gestelde vragen alleen de belangrijkste elementen uit de regelgeving beantwoord. Wanneer u meer met deze problematiek te maken heeft raden wij u dringend aan niet te volstaan met deze informatie maar ook de tekst van het WAS nader te bestuderen. Over de wettelijke voorschriften: Besluit veiligheid van attractie-,en speeltoestellen, (Stb 1996, 474) Nadere regels attractie-,en speeltoestellen (Stcrt. 33, 17 februari 1997) Wijziging BVAS (Stcr. 161, 27 maart 2000) Warenwetbesluit attractie-,en speeltoestellen (Stb. 2003, 315) SDU-Servicecentrum Uitgevers B.V. Christoffel Plantijnstraat 2 Postbus 20014 2500 EA 's-gravenhage tel. bestellijn: 070-37 89 880 fax. bestellijn: 070-37 89 783 Over aangewezen (Europese) normen: Onderstaande normen voor waterglijbanen zijn in het kader van het WAS aangewezen: NEN EN 1069-1 Waterglijbanen met een hoogte van meer dan 2 m. Deel 1: Specificaties en beproevingsmethoden NEN EN 1069-2 Waterglijbanen met een hoogte van meer dan 2 m. Deel 2: 2: Instructies 3
Deze normen zijn verkrijgbaar bij het Nederlands Normalisatie-instituut (NEN). Deze organisatie geeft ook informatie over de normen die nog in de ontwerpfase verkeren. Nederlands Normalisatie-instituut Vlinderweg 6 Postbus 5059 2600 GB DELFT tel. 015-26 90 390 Internet: Voedsel en Waren Autoriteit: www.vwa.nl Informatie overheid: www.overheid.nl Wetgeving Europa: www.europa.eu.int Ondanks dat geprobeerd wordt de infobladen zo up-to-date mogelijk te houden, kan het voorkomen dat er inmiddels nieuwe regelgeving is afgekondigd. De tekst van de geldende wetgeving is bepalend. Indien u over de inhoud van dit informatieblad vragen heeft, kunt u zich wenden tot de Warenklachtenlijn van de Voedsel en Waren Autoriteit op 0800-0488. 4
5