Aantal Toelichting. 2 Toetsterm verder gedetailleerd; met voorbeelden zodat het duidelijk moet zijn dat het hier ook om de 'bijzondere' gevallen gaat.

Transcriptie

1 Certificaat: Inspecteur speeltoestellen Niveau: ster Toetsvorm: Gesloten vragen Toetsduur: 0 minuten Cesuur: 60% met correctie voor de gokkans Hulpmiddelen: WAS, Normenbundels Onderwerp Code Toetsterm In het rood de wijzigingen, doorgestreept de oorspronkelijke inhoud.. Europese en.4 De kandidaat kan aan de hand van een gegeven situatie bepalen of een landelijke wetgeving object onder het WAS (Warenwetbesluit Attractie- en speeltoestellen) valt (zoals speeltoestellen, toestellen voor natuurlijk spelen versus speelaanleiding, sporttoestel, straatmeubilair etc.). (i.c. toepassen van de reikwijdte-notitie).35 De kandidaat kan het verschil uitleggen tussen een speeltoestel en een attractie..56 De kandidaat kan de relatie uitleggen tussen het WAS, normen en andere richtlijnen (w.o. de AKI-besluitenlijst en bijblad)..67 De kandidaat kan benoemen wanneer een speeltoestel voldoet aan het WAS (zoals aanwezigheid correct certificaat). TOETSMATRIJS SVS ster: Overzicht wijzigingen Aantal Toelichting vragen Toetsterm verder gedetailleerd; met voorbeelden zodat het duidelijk moet zijn dat het hier ook om de 'bijzondere' gevallen gaat. Documentnummer: Versiedatum: januari 06 Status: vastgesteld De toevoeging zoals aanwezigheid certificaat is verwijderd want maakte een te beperkte interpretatie van de toetsterm mogelijk..7 De kandidaat kan het verschil uitleggen tussen inspecteren en certificeren. Toetsterm vervalt; bijbehorende vragen waren te eenvoudig voor ster.89 De kandidaat kan de werkzaamheden/verantwoordelijkheden van de verschillende partijen benoemen die betrokken zijn bij de veiligheid van speeltoestellen (van ministerie tot beheerders)..9 De kandidaat kan de verantwoordelijkheden benoemen van de verschillende partijen die betrokken zijn bij de veiligheid van speeltoestellen..0 De kandidaat kan de bevoegdheden van aangewezen en gelijkgestelde keurende instanties benoemen..0 De kandidaat kan aan de hand van een gegeven situatie de relevante gegevens voor het logboek bepalen.. De kandidaat kan de verschillende verplichte onderdelen van het logboek De twee toetstermen zijn gecombineerd. In de vragen is het onderscheid tussen verantwoordelijkheden en werkzaamheden niet altijd scherp te maken. Nieuwe toetsterm toegevoegd; een relevant onderwerp voor ster. De term logboek komt te vervallen in het WAS. Rapportages blijven wel van belang. Huidige vragen worden daarom aangepast en

2 . Normen en richtlijnen TOETSMATRIJS SVS ster: Overzicht wijzigingen benoemen. ondergebracht bij.. De kandidaat kan aan de hand van een foto, tekening en/of beschrijving van 3 Aantal vragen opgehoogd naar 3. de onderhoudstoestand van een speeltoestel, een (deel van een) rapportage opstellen..3 De kandidaat kan aan de hand van een foto, tekening en/of beschrijving vaststellen of een speeltoestel correct gemonteerd en/of geplaatst is zoals bij Vanwege 'zoals bij certificatie is vastgelegd' is in de vragen (veel) certificatie is vastgelegd. documentatie nodig. Met de nieuwe formulering zijn er meer mogelijkheden voor vragen terwijl de essentie van de toetsterm behouden.54 De kandidaat kan aan de hand van een foto, tekening en/of beschrijving beoordelen of een verandering aan een speeltoestel (w.o. modulaire of geclusterde voorzieningen, luchtkussens, waterglijbanen) en/of de bedoelde fysieke omgeving toegestaan is binnen de geldende certificering. De kandidaat kan aan de hand van een foto, tekening en/of beschrijving van het gecertificeerde speeltoestel de geldigheid van het verleende certificaat beoordelen als het speeltoestel en/of de bedoelde fysieke omgeving is veranderd (w.o. modulaire of geclusterde voorzieningen)..65 De kandidaat kan de maatregelen benoemen die de NVWA kan nemen bij de handhaving van het WAS (i.c. aanpassen, beboeten en buiten gebruik stellen)..76 De kandidaat kan aan de hand van een beschreven situatie de hiërarchie tussen het WAS en overige, mogelijk relevante, lokale en andere wet- en regelgeving bepalen (met name in relatie tot het Bouwbesluit).. De kandidaat kan uitleggen waarom er Europese normen bestaan (vrij verkeer van goederen).. De kandidaat kan uitleggen dat niet voldoen aan de norm niet automatisch leidt tot een onveilig speeltoestel..3 De kandidaat kan de ratio achter de eisen van een gegeven norm uitleggen..4 De kandidaat kan aan de hand van een gegeven speeltoestel dat niet voldoet aan de norm, uitleggen waarom wel wordt voldaan aan het WAS (i.c. een veilig speeltoestel). blijft. Toetsterm scherper geformuleerd en onderscheid met. nu duidelijker. Documentnummer: Versiedatum: januari 06 Status: vastgesteld Aantal vragen verhoogd, want relevant onderwerp voor ster.

3 3. Risicomanagement en risicobenadering.8 De kandidaat kan voor een gegeven speeltoestel bepalen welke normen daar betrekking op hebben (zoals NEN-EN 069- en -:00, NEN-EN 76- t/m :008, NEN-EN 77:008, NEN-EN 4974:006 en A:00, NEN- EN 4960:03, NEN-EN 345-:0)..9 De kandidaat kan bij een gegeven speeltoestel beoordelen welke veiligheidsaspecten aandacht verdienen, in relatie tot plaatsing, onderhoud, gebruik en andere invloeden..0 De kandidaat kan in relatie met omgevingsfactoren de relevante inhoudelijke elementen van een inspectie- en beheerplan opstellen (zoals frequentie van onderhoud en inspectie in relatie tot weersinvloeden, intensiteit van gebruik, gebruikersleeftijd, plaatsing e.d.).0 De kandidaat kan bij een gegeven speeltoestel de relevante normen toepassen die een relatie hebben met veiligheidsaspecten die worden beïnvloed door plaatsing, onderhoud, gebruik en andere invloeden..3 De kandidaat kan bij een gegeven gecertificeerd speeltoestel alle relevante (huidige en eerder gepubliceerde)de normhiërarchie tussen normen en de consequenties daarvan toepassen..46 De kandidaat kan de functie van de verschillende testprobes benoemen..57 De kandidaat kan het gebruik van de verschillende testprobes beschrijven 3 3. De kandidaat kan gevaren signaleren als gevolg van vandalisme, gebruik en/of (weers-)omstandigheden (zoals defecte onderdelen, glas e.d.). 3. De kandidaat kan beoordelen of een speeltoestel op juiste wijze buiten gebruik is gesteld. 3.3 De kandidaat kan beoordelen of een speeltoestel op juiste wijze is verwijderd. TOETSMATRIJS SVS ster: Overzicht wijzigingen 3 Opsomming van normen is verwijderd want deze is snel achterhaald en vaak onvolledig. 3 3 Nieuwe toetsterm. Onderwerp is relevant voor ster i.v.m. opstellen beheer- en inspectieplan. 7 5 Bij oorspronkelijke toetsterm was tijdens het examen beschikbaarheid van oudere normen vaak noodzakelijk. Met nieuwe formulering is beschikbaarheid niet meer nodig, en de kern van de toetsterm (hiërarchie tussen oude/nieuwe normen) blijft behouden. Aantal items was erg hoog, is verlaagd naar. 3 Toetsterm vervalt voor ster; bijbehorende vragen waren veel te gemakkelijk voor ster. Documentnummer: Versiedatum: januari 06 Status: vastgesteld

4 TOETSMATRIJS SVS ster: Overzicht wijzigingen 3.4 De kandidaat kan het verschil uitleggen tussen risico en gevaar. 3.5 De kandidaat kan aan de hand van een gegeven speeltoestel beoordelen welke factoren invloed hebben op het gevaar (zoals omgeving, plaatsing, te Tussen de haakjes zijn de verschillende factoren nader verwachten gedrag van kinderen, weersinvloeden, intensiteit van gebruik aangeduid. Aantal vragen opgehoogd naar 3. e.d.). 3.7 De kandidaat kan aan de hand van een gegeven gevaar de maatregel en de 4 urgentie daarvan bepalen. 3.8 De kandidaat kan door middel van risico-analyse (bijv. de risicograaf van Fine & Kinney) de veiligheid dan wel onveiligheid van een speeltoestel vaststellen. 3.9 De kandidaat kan aan de hand van een foto, tekening en/of beschrijving gevaren signaleren als gevolg van de inrichting van de directe omgeving van een speeltoestel. 3.0 De kandidaat kan bij het wijzigen van het speeltoestel en/of de bedoelde fysieke omgeving de risico's inschatten (w.o. bij modulaire of geclusterde voorzieningen) De kandidaat kan beoordelen of een (visuele of fysieke) scheiding op een speelterrein tussen verschillende activiteiten voldoet om gevaarlijke situaties te vermijden. 4. Technische kennis 4. De kandidaat kan aan de hand van een foto of omschrijving verschillende basismaterialen (zoals hout, beton, metaal en kunststof) herkennen. 4. De kandidaat kan de effecten van weersinvloeden (regen, water, wind, zout, UV en temperatuur) op de verschillende basismaterialen benoemen. 4.3 De kandidaat kan de verschillen tussen de, voor speeltoestellen relevante eigenschappen van verschillende type basismaterialen (hardhout/ verduurzaamd hout, RVS/aluminium, zachte/harde/vezelversterkte kunststof) uitleggen benoemen. 4.4 De kandidaat kan aan de hand van een gegeven situatie bepalen of een reparatie of aanpassing ten minste in overeenstemming is met de oorspronkelijke situatie. welk materiaal in welke afmetingen toegepast kan worden ter vervanging van het oorspronkelijke onderdeel of uitbreiding van het oorspronkelijke speeltoestel. Toetsterm is afkomstig uit het oorspronkelijke hoofdstuk 5. Toetsterm vervalt; te basaal voor ster. Toetsterm vervalt; inhoud wordt gedekt door toetsterm 4.3. Werkwoord is aangepast want het gaat meer om kennis dan kunnen uitleggen. Vanwege verwijdering 4. is aantal vragen verhoogd naar. Toetsterm 4.4 is breder en relevanter geformuleerd zodat 4.5 er ook onder valt. Documentnummer: Versiedatum: januari 06 Status: vastgesteld

5 5. Kinderen en speelgedrag TOETSMATRIJS SVS ster: Overzicht wijzigingen 4.5 De kandidaat kan in een gegeven situatie een verbindingstechniek (type en dimensionering) bepalen. 5. De kandidaat kan de beoogde doelgroep van een speeltoestel inschatten. Dit onderwerp komt te vervallen. 5. De kandidaat kan beoordelen of een (visuele of fysieke) scheiding op een Toetsterm 5. vervalt. De beoogde speelterrein tussen verschillende activiteiten voldoet om gevaarlijke situaties doelgroep is erg moeilijk aan een toestel af te lezen, dus eenduidige te vermijden. vragen zijn moeilijk realiseerbaar 5.3 De kandidaat kan de factoren benoemen die het inspectieregime bepalen. Toetsterm 5. is verplaatst naar 5.4 De kandidaat kan adviseren over het noodzakelijke inspectieregime van een Risicomanagement (toetsterm 3.). speeltoestel aan de hand van een beschrijving van het type gebruik en de Toetsterm 5.3 en 5.4 worden leeftijd van de gebruikers. gedekt door nieuwe toetsterm Ondergrond 65.3 De kandidaat kan aan de hand van een gegeven valhoogte en type en dikte ondergrond bepalen of dit voldoet aan NEN-EN 76-:008, tabel 4 en NEN-EN 76-:bijblad, tabel De kandidaat kan uitleggen dat een ondergrond die niet genoemd wordt in NEN-EN 76-:008, tabel 4 en NEN-EN 76-:bijblad, tabel niet automatisch leidt tot een onveilige ondergrond De kandidaat kan in een gegeven situatie op basis van testresultaten bepalen of een ondergrond toegepast mag worden. 6.6 De kandidaat kan aan de hand van een gegeven situatieschets en leginstructies beoordelen of een ondergrond conform deze instructies is aangebracht. Totaal: vragen 3 Toetsterm 6.6 vervalt voor ster want te simpel voor ster. Aantal 3 vragen bij toetsterm 5.5 daarom verhoogd Aantal vragen verlaagd naar 75 omdat aantal toetstermen vervallen. Stichting Veilig Spelen. Gebruik van deze gegevens en teksten is met bronvermelding vrijelijk toegestaan. Commercieel gebruik van deze gegevens is niet toegestaan. Documentnummer: Versiedatum: januari 06 Status: vastgesteld