EEN GEZICHT OP DE ST. LAURENSKERK TE ROTTERDAM, DOOR DR. E. WIERSUM

Vergelijkbare documenten
Jan van der Heyden te Leiden.

JOHANNES Georgius Pruschenccius kwam i September

IN 1843 werden de Nederlandsche penningliefhebbers verrast

TWEE ROTTERDAMSCHE TEGELTABLEAUX DOOR DR. ELISABETH NEURDENBURG 4ET Victoria and Albertmuseum te Londen bezit twee

ROTTERDAMSCH JAARBOEKJE

DE GRAFKELDER VAN DE NED. HERV. KERK TE KOUDEKERK AAN DEN RIJN

CORNELIS SAFTLEVEN, GEBOREN TE GORCUM IN 1607, OVERLEDEN TE ROTTERDAM IN 1681 DOOR DR. E. WIERSUM

Brittenburg-Lugdunum Batavorum.

Het Leidsche glas in de kerk te Valkenburg

In: Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde 109 (1953), no: 4, Leiden,

1) Ook genoemd bij notaris Adriaen van Aller, deel 7, no. 2, 1 Oct en bij notaris Leonard van Zijl, deel 13, no. 534, 24 Mei 1659.

ROTTERDAMSCH JAARBOEKJE 1929

DE WAPENSTEEN VAN DE GOUDEN LEEUW DOOR J. SPRUIT

Het huizenblok aan de Zuidziide der voormaliqe Haqensteeq, thans Hagenkade. te Kampen.

DE schokkende gebeurtenissen, die in het afgeloopen

n PIETER SAENREDAM ALS TEEKENAAR 379 schema's voor hun grooter op te zetten doeken, waarbij zij herhaaldelijk gebruik maakten van de hier genoemde

De Westpoort of Utrechtse Poort door G.Baars 1833

( * ) ber is, de pogingen welke daartoe aangewend worden, door zijne medewerking te onderdennen.

Vroeger. door Bart Middelburg. Tekening Maarten Oortwijn/Noord-Hollands Archief

Het Paayenborchsteegje in Utrecht

Het drama van twee geliefden, die niet met elkaar mochten trouwen, terwijl zij 7 maanden zwanger was

KEUR EN ORDONNANTIE OP DE DRAAYPLANK IN DE VRIJE EN LAGE BOECKHORST.

Vereeniging,,Oud-Leiden.

Gerechtsbestuur Doorn, (163)

Stedelijk Museum Amsterdam leende vervalste Mondriaan

Werkgroep Bouwhistorie Zutphen. Informatiekaart St. Janskerk. St. Janskerk

Broederenkerk. Ω Bouwjaar: 1772

Drempt. Rapport Ned. 52. Gld. 4.

Rreestraat 56. Naar teekening van H. Jesse.

DE hondenpenningen verheugen 2ich niet al te zeer in

Haarlem na sluitertijd Opening, Noord- Hollands Archief, 14 juni 2014

HET WITTE KERKJE VAN NOORDWIJKERHOUT

Een merkwaardig poortje. Van Pieterskerk naar Hooglandsche kerk.

Archief van de collectie R.E.J. Weber

Goede voorgangers van de Juridische faculteit.

Glaswerk in de Lakenhal.

DE NIEUWE KERK VAN ST. ANTONIUS ABT DOOR A. J. KROPHOLLER

Brief aan Francois Haverschmidt van 28 januari Universiteitsbibliotheek Leiden LTK > Mijn waarde Haverschmidt,

Johan Bernard Scheffer

lets OVER DE NIEUWE KLOK IN DEN BUITENTOREN.

Slachthuisstraat 12 t/m 23, 84 t/m 98 en 130 t/m 144 Hoek Pladellastraat en Merovingenstraat

Werner Mantz s. Licht op Maastricht. verkoopexpositie fotografie / catalogus 5. Antiquariaat & Galerie de Bovenste Plank

BLOKHOOFDEN INSTRUCTIE LUCHTBESGHERMINGSDIENST 'S-GRAVENHAGE VOOR

DE LEIDSCHE MONUMENTEN 1).

Dr. JOH. C. BREEN. talen. Immers hij had, gelijk het in de eerste periode der Vrije. Dr. Breen behoorde tot de menschen, die ik me niet

Wie heeft niet weder Schinkel s kinematograaf bezocht? Neen maar, dringen en nog eens dringen om er in te komen.

EEN ONBEKEND PANORAMA VAN ROTTERDAM DOOR A. VAN STOLK

Huizen der Leidsche VAN MUSSCHENBROEKS

N 54. 'SGRAVENHAGE, den 10 October 1876.

Gevel. Opgeknapt in : 2009 gerestaureerd en gepolychromeerd door Schildersbedrijf Iquality van Daniel van Schaik, uitvoerend schilder Ivo Schouten.

MEER dan het thans tot enkele bladzijden besnoeide

CASCADE bulletin voor tuinhistorie

Bijbelstudie. Jesaja 49:1-7

A-tekst. De aquarel. Mesdag Israëls Mauve Breitner Mondriaan

Bakenessergracht 84. wijk: Burgwal

Raadsels rondom de Wouwse Poort

HET ONTWERP VOOR HET HOFPLEIN DOOR DR. H. P. BERLAGE.

Machinestempels als verzamelgebied (1)

I( A,\\ I I~I~ AIJ,\\AIAI( DRUKKERIJ PH. ZALSMAN " lkampen

navolgers. In 1625 bestelde de stad vijf portretten bij de schilder Michiel Jansz. van Mierevelt, te weten die van Willem van Oranje, Maurits,

Drie schilderijen in de consistorie te Oudelande

4. Als u in toekomstige publicaties van onze hand liever anoniem wil blijven dan kunt u dat hieronder aangeven.

Plaatsingslijst van kaarten behorend tot het archief van het Dépôt-Generaal van Oorlog

JONGENS VERSUS MEISJES

Enkele opmerkingen naar aanleiding van een bijschrift over kasteel Crayenstein.

Eén daarvan is: De laatste stuiver uithangen, of ook De laatste stuiver uitsteken. De betekenis daarvan is: op één stuiver na blut zijn.

Collectie Stadsarchief Amsterdam: Waterstaatskaart van Nederland schaal 1:50.000

Mededeeling van den heer B. H. Danser op de vergadering van 6 April 1915.

Cornelis van Aecken en de Gedenksteenen in de St. Jeroensbrug.

Brief Syt A , Brief no. 82 en 85. Brief 17 oktober 1859

Inventaris van het archief van de Nederlandse Actie voor Kindertehuizen in Hongarije, (1921)

Johann Friederich Meiners ( ) zandgraf 766, vak K; notaris Johann Friedrich Meiners ( ) zandgraf 766, vak K; bankdirecteur

TIJDSCHRIFT. MUNT- en PENNINGKUNDE KONINKLIJKNEDERLANDSCHGENOOTSCHAP. Concordia res parvae crescunt" AMSTERDAM. 21 e Jaargang JOHANNES MÜLLER 1913

De Haltestempels met omranding

Onrust in kunstwereld: Voor 10 miljoen verkochte Frans Hals is 'zeer knappe vervalsing'

DE LEIDSE MONUMENTEN

TIJDSCHRIFT. MUNT- en PENNINGKUNDE KONINKLIJKNEDERLANDSCHGENOOTSCHAP. Concordia res parvae crescunt" AMSTERDAM. 21 e Jaargang JOHANNES MÜLLER 1913

1. Wat is architectuur?

Nummer Toegang: 176 Plaatsingslijst van de collectie van der lely, 18de-19de eeuw

Meer en Stadzigt Ligging van een oude buitenplaats bij Naarden

Den Twaalfden Augustus Achttienhonderd vijftien zijn voor ons President officier van den Burgerlijken Stant der Gemeente van Hendrik Ido Ambacht

Hoofdstuk 23. Stadsbezoek

Slot Valckesteyn. Poortugaal. Stichting Oudheidkamer Rhoon en Poortugaal

Op het werkblad staat de uitslag van een kijkdoos, die omstreeks 1980 als doos gebruikt is om gebak bij een bakker in te pakken.

Kerk St-Mattheüs, Meensel

Inventaris van het archief van de NV Centrale Tramwegmaatschappij te Amsterdam,

Rapport. Datum: 13 april 1999 Rapportnummer: 1999/157

EEN bijzonder vruchtbaar jaar is 1941 voor de archiefverzamelingen

Nummer archiefinventaris:

ROTTERDAMSCH JAARBOEKJE

Bestuurlijk rechtsoordeel

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

St Niklaaskerk en Klein Turkije. Gent 22. Rond 1822

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Afkomstig uit de nalatenschap van

De Bonwall Articulator.

Bijlage HAVO. kunst. tijdvak 2. beeldende vormgeving - dans - drama - muziek - algemeen. Tekstboekje. HA-1029-a-12-2-b

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Inventaris van de verzameling charters, zijnde bijlagen bij de Rekeningen van de Grafelijkheidsrekenkamer

Professor Lorentzstraat 28. te TILBURG

Transcriptie:

EEN GEZICHT OP DE ST. LAURENSKERK TE ROTTERDAM, DOOR DR. E. WIERSUM 26sten Maart 1925 werd in de veiling van prenten en teekeningen door A. J, van Huffels antiquariaat te Utrecht als no» 425 de teekening verkocht, waarvan ik de beschrijving uit den catalogus hier overneem. De Groote of St, Laurenskerk te Rotterdam aan de Noortzijde, Gesign. teekening in O, L inkt gewasschen, door L. Bakhuijsen 1676, h, 34 br, 40 c,m, Belangrijk voor de zeden en gewoonten: kooplieden, waarbij vischvrouwen. Ter linker zijde: Hier bestelt men brieven op Lijden". Zonder dat ik de teekening gezien had, stond het bij mij vast, dat de toeschrijving aan Backhuijsen en de dateering valsch moesten zijn, en dadelijk opperde ik de losse veronderstelling, dat niet de bekende Amsterdamsche schilder Backhuijsen de teekening in 1676, maar de Rotterdamsche teekenaar van stadsgezichten Leendert Brasser haar in 1776 vervaardigd had. Dat mocht echter geen reden zijn, om, indien zij voor een redelijk bedrag was te krijgen, deze aanwinst voor den atlas van het Rotterdamsch Archief, waarvoor toch het topografisch belang overweegt, te laten glippen. Ik deed dus een poging om haar te bemachtigen, die echter niet slaagde; voor een hooger bedrag, dan te mijner beschikking stond, werd zij aan een onbekenden lastgever toegewezen. Het was jammer voor het Archief, maar er viel niet meer aan te veranderen, Eenige dagen later evenwel belde de nieuwe eigenaar der teekening, blijkbaar eveneens twijfelende aan het auteurschap van Backhuijsen en ook overigens niet erg ingenomen met zijn aankoop, mij op, met het verzoek, mijn oordeel over zijn nieuwe aanwinst te willen zeggen, waartoe hij mij voor rustig onderzoek de teekening toezond. Het resultaat van mijn onderzoek laat ik hier volgen. De teekening ziet er tamelijk fatiguée uit, wat op z'n Hollandsch wil zeggen: beduimeld en verfrommeld. Bovendien zit zij vol watervlekken. Zij maakt aanstonds een indruk van onechtheid, daar het middenstuk (de kerk) onmogelijk van 85

dezelfde hand kan zijn als de beide zijden en de onderkant (Leidscheveer en Rotte). De twee hoekhuizen, die de teekening aan weerszijden afsluiten en een tamelijk fantastischen indruk maken, zijn met den voorgrond veel ruwer, onbeholpener geteekend en donkerder getint, dan het toch wel fijne en lichte middenstuk. De handteekening op eender vaten rechts onderaan en het jaartal zijn niet in schrift van de 17e eeuw, doch waarschijnlijk pas in de 19e eeuw ontstaan. Ook de onderschriften: De Groote of St. Laurenskerk te Rotterdam aan de Noortzijde 1676" in het midden en L. Backhuijse pinxit 1676" links, zijn blijkbaar vrij nieuw, terwijl een derde onderschrift uitgeradeerd schijnt te zijn. Dit, wat betreft het uiterlijk der teekening. Nu zullen wij haar op het innerlijk onderzoeken en houden haar daartoe eerst tegen het licht. Het watermerk van het papier, dat dan te voorschijn komt, is: C. & I. Honig. Dit merk nu kan op z'n vroegst voorkomen in 1709, in welk jaar de firma werd opgericht *), Hiermede is dus het auteurschap van Ludolf Backhuijsen, die in 1708 stierf, van de baan ^). Zien we nu, of we de teekening niet nader kunnen dateeren. Aan den noordkant van het transept bevindt zich een monumentale poortachtige deur, die in of kort na 1742 gemaakt is. In dat jaar toch besloten kerkmeesteren, overwogen hebbende, dat de deuren aan de zuid- en noordzijde der kerk niet zijn geproportioneerd na de voortreflikheid van het gebouw, en dat het met de finantien tegenwoordig niet qualik zoude overeenkomen eenige kosten tot verbetering in dien opzigte te spenderen", aan beide kanten van de kerk in plaats van de daar staande lage deuren twee poorten te bouwen conform het ontwerp, dat daarvoor door David van Stolk gemaakt was **). Dat klopt volkomen met de voorstelling op een andere teekening van de St. Laurenskerk, Roterodamum Illustratum 710, die door Scheffer gedateerd is op omstreeks 1760. Ook onze teekening kan dus in elk geval niet veel ouder zijn. 1) Vriendelijke mededeeling van den heer G. J. Honig te Zaandijk. 2) Zijn gelijknamige kleinzoon, de Rotterdamsche tegelbakker, komt als teekenaar van dit stadsgezicht niet in aanmerking. 3) Resolutie van kerkmeesteren 5 Nov. 1742. 86

17. ST. LAURENSKERK. NAAR EEN KOPERGRAVURE DOOR L. BRASSER. R. I. 700.

Doch er is nog een ander criterium en wel de op het Leidscheveer geplaatste brievenbus. Nu daargelaten, of de plaats dezer bus en het opschrift wel juist zijn, blijkt uit een aanteekening van Gerrit van der Pais van 1775 of 1776, dat er zich toen brievenbussen achter de kerk bevonden. In zijn Anecdotes of korte gebeurtenissen" schrijft hij, blijkbaar als een nieuwtje, het volgende: Des avonds ten agt uren, wanneer het Stadhuisklokje begon te luijen, ten teken dat men de binnenlandsche Brieven als op Amsterdam, Dordrecht, Haarlem, Delft, Leijden, Schiedam en 's Hage geadresseerd tot half negen, wanneer dat klokje met luijen ophield, in de Brievenbussen, agter de groote Kerk geplaatst, konde bezorgen." Weer komen we dus tot de conclusie, dat onze teekening van omstreeks denzelfden tijd moet dateeren. En nu weten wij, dat juist in die jaren de toenmalige hoofdman van het Rotterdamsche schildersgilde, Leendert Brasser, van den boekhandelaar G. Manheer opdracht kreeg om een teekening van de Groote kerk te vervaardigen voor een uit te geven kopergravure. De advertentie in de Rotterdamsche Courant van 15 Juni 1776 brengt ons dadelijk in medias res. Ik laat ze hier volgen. G. Manheer, boekverkooper te Rotterdam, zal bij inteekening uitgeven: een fraaije kunst-plaat, zijnde een afbeelding van de Groote Kerk der stad Rotterdam, met den spitsen toren van het Leidsche Veer te zien, nauwkeurig geteekend, rijk gestoffeerd en uitvoerig in 't koper gebragt door den kunstrijken plaatsnijder L. Brasser, in dezelfde manier en grootte als de gezichten van de genoemde kerk door den heer J. Punt. De plaat zal aan de inschrijvers worden afgeleverd voor 2 gulden en na den tijd der intekening, die zijn zal tot den laatsten Juny 1776, niet minder als 3 gulden. De platen zullen naar den rang der inteekening worden afgelevert, zoodat die eerst inteekend, de beste druk zal bekomen. Nader bericht wordt alom gratis uitgegeven 1) Rotterdamsche Courant Saturdag den 15 Juny 1776 no. 72. Zie ook Rott. Courant Saturdag 29 Juny 1776. Deze gravure berust in den prentenatlas van het Archief, R. 1.700. Ook de origineele teekening van Brasser, waarnaar de gravure gemaakt werd, is daar aanwezig, R. 1.699 87

Wat ligt nu meer voor de hand, dan dat Brasser, voordat hij j kerk in den toestand van het tweede kwartaal der 17e eeuw met de daarbij passende archaïseerende omgeving teekende, eerst de kerk in beeld bracht, zooals hij ze in werkelijkheid zag, om daarna op een tweede teekening de noodige veranderingen aan te brengen? Dit moet dus ook in of even vóór 1776 geweest zijn. En nu wil het mij voorkomen, dat deze eerste teekening het hier besproken stadsgezicht is. De stand der kerk verschilt zoo goed als niet van die der latere teekening, terwijl de stijl voor beide teekeningen vrijwel dezelfde is. Een beproefd kenner van oude teekeningen, de heer H, M, Montauban van Swijndregt alhier, is dit volkomen met mij eens. De teekening zal dus waarschijnlijk in 1776 door Brasser geteekend en gedateerd zijn en gesigneerd als L, B, Vermoedelijk heeft hij ze als werkteekening gebruikt, waardoor ze toen reeds minder frisch geworden zal zijn. Een latere eigenaar, die zich hieraan ergerde, heeft, misschien ook om ze beter te kunnen verkoopen, de teekening bijgewerkt, ja, gedeeltelijk zelfs overgeteekend en, eenmaal zoover afgedwaald, er zoowaar geen been ingezien om het jaartal een eeuw te vervroegen, teneinde onder de initialen L, B, den bekenden Ludolf Backhuijsen te kunnen laten doorgaan. En ook de laatste verkooper heeft, ter wille van het belang van zijn lastgever, maar liever niet aan de echtheid getwijfeld Zoo is in den jare 1925 een teekening van Leendert Brasser als een echte Ludolf Backhuijsen openlijk geveild. Het is mij aangenaam hier van beide teekeningen, van de pseudo- Backhuijsen en van de echte Brasser, waarop de toren met de spits voorkomt, zooals die zich vertoonde van 1621-1645, een reproductie te kunnen geven. De door Punt gegraveerde prent is in 1753 uitgegeven. R, I. 709, De teekening, waarnaar zij gemaakt is, is van Cornelis Pronk, Ook deze teekening is voor het Archief verworven, evenals een latere copie door G. van Toorenburgh, R, I. Supplement XII, 41 en 42.

18. PIET HEYN. NAAR HET OLIEVERFSCHILDERIJ DOOR JAN DAMEN COOL IN HET RIJKSMUSEUM TE AMSTERDAM.