Raamovereenkomst Basiseducatie 2011-2014 Samenwerkingsverband Hoogeveen/De Wolden en ROC Drenthe College Ondergetekenden: De gemeente Hoogeveen, gevestigd te Raadhuisplein 1, Postbus 20000, 7900 PA Hoogeveen, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door burgemeester K. Loohuis, hierna te noemen opdrachtgever; en R.O.C. Drenthe College, gevestigd te Veldlaan 2, Postbus 173, 7800 AD Emmen, te dezen vertegenwoordigd door drs. H. Donkervoort, voorzitter College van Bestuur, hierna te noemen opdrachtnemer; overwegende: dat de gemeenten Hoogeveen en De Wolden een samenwerkingsverband zijn aangegaan op het gebied van educatie en dat opdrachtgever gemandateerd is namens dit samenwerkingsverband te handelen; dat artikel 2.3.4 Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) bepaalt dat de financiële middelen die de Minister ten behoeve van de daar bedoelde educatie aan opdrachtgever toekent, door de opdrachtgever vervolgens toegekend moeten worden aan één of meer in de Wet bedoelde instellingen en dat deze toekenning en beschikbaarstelling moeten berusten op een door opdrachtgever met opdrachtnemer gesloten overeenkomst; dat de overeenkomst krachtens artikel 2.3.4 en artikel 7.3.1 WEB ten minste betrekking moet hebben op de in die artikelen genoemde onderwerpen; de WEB per 1 januari 2009 onderdeel is geworden van de Wet Participatiebudget, waarbij de bepalingen van de materiewet WEB van toepassing blijven; dat opdrachtgever en opdrachtnemer het van belang vinden hierbij te werken vanuit een gemeenschappelijke visie op educatie en dat deze raamovereenkomst in het kader van deze visie tot stand is gebracht; dat opdrachtgever en opdrachtnemer het tot hun gezamenlijke verantwoordelijkheid rekenen om tot een professionele opdrachtgever - opdrachtnemer relatie te komen. Komen het volgende overeen: 1
Artikel 1. Begripsbepalingen In deze overeenkomst wordt verstaan onder: o educatie: onderwijs met het doel als omschreven in artikel 1.2.1, eerste lid van de WEB; o educatieve activiteiten: opleidingen educatie als bedoeld in artikel 7.3.1 WEB; o opleiding: opleidingen educatie als bedoeld in artikel 7.3.1. WEB; o traject: o eindtermen: o De Minister: o instelling: o bevoegd gezag: o deelnemer: o overeenkomst: o productovereenkomst: o onderwijsovereenkomst: De doelen van deze raamovereenkomst zijn: een afgesproken geheel van activiteiten, waaronder educatieve activiteiten, gericht op een bepaald resultaat voor een bepaalde cliënt; als zodanig omschreven kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden waarover degene die de opleiding voltooit, met het oog op maatschappelijk functioneren, dient te beschikken en die in voorkomende gevallen betekenis hebben voor de doorstroming naar vervolgonderwijs; de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen; de instelling als bedoeld in artikel 3.1.1 WEB; het bestuur van de rechtspersoon als bedoeld in artikel 1.1.1.w.1 en 1.1.1.w.2 WEB; de deelnemer aan onderwijs als bedoeld in artikel 8.1.1 WEB, die met de instelling een onderwijsovereenkomst heeft gesloten als bedoeld in artikel 8.1.3 WEB ten behoeve van opleidingen educatie bedoeld in artikel 7.3.1., eerste lid, WEB; deze raamovereenkomst en de productovereenkomsten nadere schriftelijke uitwerking als bedoeld in artikel 3 van deze raamovereenkomst; de overeenkomst tussen de deelnemer en het bevoegd gezag, als bedoeld in artikel 8.1.3 WEB. Artikel 2. Doel van de raamovereenkomst a. het vastleggen van 3-jarige afspraken tussen opdrachtgever en opdrachtnemer; gericht op het verzorgen van educatieve activiteiten door opdrachtnemer tegen overeen te komen prijs en kwaliteit; b. een kader te bieden voor de jaarlijks af te sluiten productovereenkomsten; c. het expliciteren van wederzijdse rechten en verplichtingen; d. het reguleren van overleg tussen partijen. Artikel 3. Productovereenkomst 3.1 In een productovereenkomst worden ten minste de volgende onderwerpen geregeld: a. de aard van de educatieve activiteiten; b. de periode waarvoor een productovereenkomst wordt aangegaan; 2
c. de omvang van de middelen aan opdrachtnemer en wel de wijze waarop dit berekend wordt; d. de wijze waarop de middelen, zoals door opdrachtgever vastgesteld op grond van artikel 4, ter beschikking worden gesteld; e. de wijze waarop verantwoording aan opdrachtgever wordt afgelegd; f. afspraken over het afdekken van werkloosheidsuitkeringen. 3.2 In een productovereenkomst wordt voorts bepaald onder welke voorwaarden de middelen, zoals bepaald in artikel 4, al dan niet ter beschikking worden gesteld. 3.3 Een productovereenkomst heeft de looptijd van één kalenderjaar, tenzij daarin anders is bepaald. Artikel 4. Ter beschikking te stellen middelen 4.1 Opdrachtgever en opdrachtnemer komen overeen gedurende de looptijd van deze overeenkomst: - 90% van de rijksbijdrage beschikbaar te stellen, welke aan opdrachtgever door de Minister voor educatie via het Participatiebudget aan de gemeente Hoogeveen ter beschikking wordt gesteld en - 100% van de rijksbijdrage beschikbaar te stellen, welke aan opdrachtgever door de Minister voor educatie via het Participatiebudget aan de gemeente De Wolden ter beschikking wordt gesteld. De gemeente Hoogeveen zet de overige 10% van de rijksbijdrage op projectbasis in. Zij gaat hiervoor jaarlijks in overleg met ROC Alfa College en ROC Drenthe College. De gemeente Hoogeveen legt niet bij voorbaat vast bij welk ROC zij dit deel van het budget besteedt. In gevallen kan het voorkomen dat het budget bij een derde ROC besteed wordt, als de gemeente Hoogeveen dat wenselijk acht. Voor de inzet van deze 10% van de rijksbijdrage wordt door de betrokken partijen een projectplan opgesteld, waarin partijen duidelijk de voorwaarden en verplichtingen rond het project formuleren. 4.2 Indien opdrachtnemer de door opdrachtgever voor dat jaar beschikbaar gestelde middelen niet volledig besteedt, wordt in overleg tussen opdrachtgever en opdrachtnemer besloten hoe deze middelen zo snel mogelijk, en uiterlijk het eerstvolgende jaar alsnog worden ingezet ten behoeve van volwasseneneducatie. 4.3 Opdrachtgever kan onverminderd het hiervoor gemelde naast de in artikel 4.1 genoemde rijksbijdrage ook eigen middelen aan opdrachtnemer ter beschikking stellen, met dien verstande dat deze middelen niet op grond van deze overeenkomst verstrekt worden maar op basis van de Algemene subsidieverordening van opdrachtgever. 4.4 Opdrachtgever zal salarismaatregelen die een verandering in de rijksbijdrage als gevolg hebben, per direct doorberekenen door middel van een wijziging van de middelen die aan opdrachtnemer ter beschikking worden gesteld. 4.5 Opdrachtgever stelt de in artikel 4.1 en artikel 4.2 bedoelde middelen aan opdrachtnemer beschikbaar op basis van de in artikel 3 bedoelde productovereenkomsten. 3
Artikel 5. Duur van de raamovereenkomst 5.1 Deze raamovereenkomst wordt gesloten voor de duur van twee jaar. De ingangsdatum van de raamovereenkomst is 1 januari 2011. De raamovereenkomst eindigt op 31 december 2013. 5.2 Deze overeenkomst wordt na het einde van de looptijd eenmalig verlengd met een periode van zes maanden, tenzij één der partijen deze tenminste zes maanden voor het einde van de raamovereenkomst door opzegging heeft beëindigd. 5.3 Partijen treden binnen een redelijke termijn, voorafgaand aan de in artikel 5.2 bedoelde termijn in overleg over voortzetting dan wel beëindiging van de raamovereenkomst. Artikel 6. Verplichtingen van partijen 6.1 Beide partijen verplichten zich hun informatiestromen zodanig te regelen dat de uit deze overeenkomst voortkomende verplichtingen geverifieerd kunnen worden. 6.2 Beide partijen dragen er zorg voor dat zij beschikken over geordende gegevens, voor zover artikel 2.3.6 WEB daartoe verplicht. 6.3 Opdrachtgever verplicht zich: a. het bepaalde in de artikelen 2.3.3 en 2.3.4 WEB in acht te nemen; b. zijn afdelingen zo veel mogelijk te doen samenwerken ten behoeve van het bepalen van de educatieve activiteiten; c. opdrachtnemer heldere informatie te verschaffen over zijn educatiebeleid (doelgroepen, eventuele prioritering, educatieve programma s); 6.4 Opdrachtnemer verplicht zich: a. zorg te dragen voor inrichting en beschrijving van de educatieve activiteiten volgens artikelen 7.3.1, 7.3.2, 7.3.3 en 7.3.4 WEB; b. door de Minister bepaalde eindtermen te gebruiken, voor zover partijen dit overeenkomen in een productovereenkomst; c. eindtermen die niet de Minister bepaald zijn te ontwikkelen en te gebruiken voor door opdrachtgever gevraagde educatieve activiteiten, voor zover partijen dit overeenkomen in een productovereenkomst; d. gedurende de looptijd van deze overeenkomst een flexibel educatieaanbod te hebben op basis waarvan voor cursisten individueel maatwerk geleverd kan worden; e. onderwijsovereenkomsten af te sluiten met de deelnemers volgens het bedoelde in artikel 8.1.3 WEB; f. de geldende voorschriften van de Wet bescherming persoonsgegevens toe te passen. Artikel 7. Overleg 7.1 Partijen verplichten zich een regulier overleg tot stand te brengen over zaken die deze overeenkomst betreffen. 7.2 Het overleg komt tenminste twee keer per jaar bijeen. 4
7.3 Het overleg komt voorts bijeen indien de opdrachtnemer voorziet dat de, op grond van een productovereenkomst of anderszins ondernomen activiteiten, overeengekomen volumes aanmerkelijk over- of onderschreden worden. Artikel 8. Tussentijdse wijzigingen 8.1 Wanneer hiertoe aanleiding bestaat (anders dan genoemd in lid 1) kan deze overeenkomst tussentijds worden aangepast, mits hiervoor toestemming is gegeven door beide partijen. Deze schriftelijke wijzigingen of aanvullingen worden aan deze overeenkomst gehecht en worden geacht daarvan deel uit te maken. 8.2 Indien overleg over tussentijdse wijzigingen niet binnen zes weken tot overeenstemming leidt, is er sprake van een geschil. Artikel 9. Geschillenregeling Geschillen over de uitvoering van de raamovereenkomst worden onderworpen aan arbitrage door een door opdrachtgever en opdrachtnemer aan te wijzen onafhankelijke derde. Indien over de aan te wijzen onafhankelijke derde geen overeenstemming wordt bereikt, wordt het geschil voorgelegd aan een daartoe bevoegde rechter. Artikel 10. Ontbinding Opdrachtgever kan, zonder enige aanmaning of ingebrekestelling, met onmiddellijke ingang buiten rechte de overeenkomst door middel van een aangetekend schrijven ontbinden, indien opdrachtnemer (voorlopige) surseance van betaling aanvraagt of hem (voorlopige) surséance van betaling wordt verleend, opdrachtnemer zijn faillissement aanvraagt of in staat van faillissement wordt verklaard, op een aanmerkelijk deel van het vermogen van opdrachtnemer beslag wordt gelegd, opdrachtnemer een fusie of splitsing aangaat of wordt ontbonden, dan wel opdrachtnemer anderszins niet langer in staat moet worden geacht de verplichtingen uit de overeenkomst na te kunnen komen. Artikel 11. Aansprakelijkheid 11.1 Indien één der partijen tekortschiet in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst, kan de andere partij haar in gebreke stellen. De nalatige partij is echter onmiddellijk in verzuim als nakoming van de desbetreffende verplichtingen anders dan door overmacht binnen de overeengekomen termijn reeds blijvend onmogelijk is. De ingebrekestelling geschiedt schriftelijk, waarbij aan de nalatige partij een redelijke termijn wordt gegund om alsnog haar verplichtingen na te komen. Deze termijn is een fatale termijn. Indien nakoming binnen deze termijn uitblijft, is de nalatige partij in verzuim. 11.2 De partij die toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van haar verplichtingen, is tegenover de andere partij aansprakelijk voor de door de andere partij geleden dan wel te lijden schade. 11.3 Opdrachtnemer vrijwaart opdrachtgever tegen eventuele aanspraken van derden op vergoeding van schade als gevolg van het tekortschieten als bedoeld in het tweede lid. Artikel 12. Overmacht 5
Onder overmacht wordt in ieder geval niet verstaan: gebrek aan personeel, stakingen, ziekte van personeel, verlate aanlevering of ongeschiktheid van voor de uitvoering van de werkzaamheden benodigde goederen, liquiditeits- of solvabiliteitsproblemen aan de zijde van opdrachtnemer of tekortschieten van door hem ingeschakelde derden. Artikel 13. Overige bepalingen 13.1 Op deze overeenkomst is uitsluitend Nederlands recht van toepassing. 13.2 Indien een bepaling van deze overeenkomst nietig is of door rechtelijke uitspraak wordt vernietigd, zullen de overige bepalingen van deze overeenkomst van kracht blijven. Partijen zullen over de bepalingen van deze overeenkomst, welke nietig zijn of vernietigd worden, overleg plegen teneinde een vervangende regeling te treffen. 13.3 De in deze overeenkomst genoemde kantooradressen van partijen gelden als de adressen aan welke partijen rechtsgeldig jegens elkaar kennisgevingen richten. 13.4 Aan de opschriften boven de artikelen komt geen zelfstandige betekenis toe. Aldus in tweevoud opgemaakt te Hoogeveen de dato. april 2011 opdrachtgever, opdrachtnemer,...... gemeente Hoogeveen Drenthe College K. Loohuis H. Donkervoort burgemeester) (voorzitter College van Bestuur)