Werkvorm 2: voor de opleider (1) Het persoonlijke verhaal en de historische context Anne Frank is het bekendste slachtoffer van de Holocaust. Haar levensverhaal biedt een venster op de geschiedenis van de Jodenvervolging en de Tweede Wereldoorlog. De persoonlijke invalshoek maakt de complexe oorlogsgeschiedenis voor leerlingen van groep 7 en 8 beter te begrijpen. Juist in deze levensfase gaat de interesse van leerlingen zich verbreden van het persoonlijke naar het algemene. Door te werken met de tijdlijn van Anne Frank komen beide aan bod: de kleine en de grote geschiedenis. De werkvorm In deze werkvorm leren studenten te werken met een tijdlijn. Het is een veelgebruikte en effectieve werkvorm in het geschiedenisonderwijs. De tijdlijn geeft een overzicht van 1929 tot en met 1945 en bevat foto s die het leven van Anne Frank weergeven en foto s van de historische context. Studenten leren de belangrijkste historische gebeurtenissen kennen en aan de hand van foto s begrippen uitleggen. Een (kleine) groep studenten kan zelfstandig de opdrachten bij de in ongeveer 30 minuten uitvoeren. Er zijn verschillende manieren om met de tijdlijn te werken. Op het werkblad voor studenten is onder stappenplan een werkwijze uitgeschreven. Enkele alternatieve manieren staan in het kader. Doelen: De studenten > zijn in staat om vijf gebeurtenissen uit het leven van Anne Frank te benoemen; > kunnen vijf belangrijke historische gebeurtenissen in de juiste volgorde zetten; > zijn in staat om twee historische vaardigheden met behulp van de tijdlijn uit te leggen en te koppelen aan het leven van Anne Frank; > kunnen aan de hand van de tijdlijnfoto s vijf begrippen uitleggen, waaronder antisemitisme, vervolging en propaganda; > kunnen een werkvorm met de tijdlijn bedenken voor leerlingen van groep 7 en 8. Varianten werkvormen met tijdlijn Voor de paboopleider (1) Begrippen uitleggen: maak post-its met begrippen, bijvoorbeeld discriminatie, verzet, dictatuur, propaganda, deportatie. Plak ze op de foto s waarmee je het begrip kunt uitleggen. (2) Chronologie en feitenkennis: de docent of een student legt van tevoren de foto s in de verkeerde volgorde langs de tijdlijn. Het is aan de groep studenten om alle foto s op de goede plek te leggen.
Werkvorm 2: voor de opleider (2) Inhoud De zit in het zijvak van de map en bevat: > een lint (in 3 delen) met jaartallen van 1929-1945; > boven 10 foto s over Anne Frank; > onder 10 foto s van gebeurtenissen uit de grote geschiedenis ; > op de achterzijde van iedere foto staat een bijschrift. Boven het lint met de jaartallen kunnen de studenten de 10 foto s van Anne Frank leggen, onder het lint de 10 foto s van de grote geschiedenis. Met een markering is aangegeven bij welk jaartal een foto hoort. In het schema op het volgende blad staan de foto s in het klein met een korte toelichting. Pabo-studenten tijdens een bezoek aan het Anne Frank Huis.
Werkvorm 2: voor de opleider (3) Voor d-e pabo r opleide Samenvatting Kleine geschiedenis Annelies Marie Frank wordt op 12 juni geboren in Frankfurt am Main (Duitsland). Anne Frank is joods. Grote geschiedenis = Text/Druck 1929 De beurscrash op Wall Street (New York) is het begin van een wereldwijde economische crisis. = Stanze 1930 De joodse familie Frank Otto, Edith Margot en Anne bereidt zich voor op vertrek naar Nederland. 1931 1932 Anne op de kleuterschool in Amsterdam. 1933 1934 Hoge werkloosheid en politieke crisis in Duitsland. Radicale partijen, waaronder de NSDAP van Adolf Hitler, winnen veel zetels. In januari wordt Adolf Hitler benoemd tot rijkskanselier. Duitsland verandert snel in een dictatuur. 1935 Anne met vriendinnen in de zandbak. 1936 1937 Margot, Anne en oma Höllander aan het strand in Zandvoort. 1938 1939 Het antisemitisme (jodenhaat) neemt steeds meer toe in nazi-duitsland. De Neurenberger Rassenwetten ontnemen de joden hun rechten. Tijdens de Kristallnacht van 9 op 10 november vermoorden nazi s meer dan 100 joden en verwoesten vele joodse eigendommen en synagogen.
Werkvorm 2: voor de opleider (4) Samenvatting Kleine geschiedenis Grote geschiedenis De familie Frank op het Merwedeplein. kcurd/txet = Meidagen: Het Duitse leger bezet Nederland. 1940 eznats = Nadat Margot een oproep krijgt voor een werkkamp duikt de familie Frank onder aan de Prinsengracht 263. In het Achterhuis houdt Anne een dagboek bij en krijgt plezier in het schrijven. 1941 1942 De nazi s voeren anti-joodse maatregelen in. Steeds meer is Voor Joden verboden. Na registratie en isolatie volgt voor veel joden deportatie, via kamp Westerbork naar de concentratie- en vernietigingskampen. 1943 De onderduikers van het Achterhuis zijn verraden. Ze worden gearresteerd en gedeporteerd. Annes dagboekpapieren blijven achter in de schuilplaats. Otto Frank overleeft als enige van de acht onderduikers de kampen. Van Miep Gies krijgt hij Annes dagboekpapieren. 6 juni: D-day; geallieerden troepen landen op de kust van Normandië (Frankrijk). Eind 1944 is ZuidNederland bevrijd. 1944 1945 Bevrijding van de overige delen van Nederland. Slechts 5000 van 107.000 gedeporteerde Nederlandse joden keren terug.
Werkvorm 2: voor de studenten (1) Het persoonlijke verhaal en de historische context Het levensverhaal van Anne Frank (1929-1945) biedt een persoonlijke invalshoek bij de geschiedenis van de Jodenvervolging. Om ervoor te zorgen dat leerlingen een overzicht hebben van deze periode kun je gebruikmaken van een tijdlijn. Het werken met een tijdlijn is een veelgebruikte en effectieve werkvorm in het geschiedenisonderwijs. Ook is het handig om veel over Anne te weten omdat zij een van de vensters is in de Canon van Nederland. Jullie gaan zelf de tijdlijn van Anne Frank compleet maken en ontdekken op welke manieren je een tijdlijn tijdens de les kunt inzetten. Voor de pabostudenten Met deze werkvorm is het mogelijk om: > te oefenen met het werken met een tijdlijn in de geschiedenisles; > het verhaal van Anne Frank te vertellen aan de hand van enkele foto s en dit persoonlijke verhaal te verbinden met belangrijke gebeurtenissen uit de tijd waarin Anne leefde; > begrippen uit te leggen en/of historische vaardigheden te oefenen met de tijdlijnfoto s; > te ontdekken op welke manieren je een tijdlijn zou willen gebruiken tijdens de lessen die je geeft. Tijdlijn De bevat: > een lint (in 3 delen) met jaartallen van 1929-1945; > boven 10 foto s over Anne Frank; > onder 10 foto s van gebeurtenissen uit de grote geschiedenis ; > op de achterzijde van iedere foto staat een bijschrift.
Werkvorm 2: voor de studenten (2) Stappenplan 1. Leg het lint met jaartallen op een (grote) tafel en pak de foto s van de tijdlijn erbij. Let op: nog niet op de achterkant kijken! 2. In overleg met elkaar leg je de foto s van Anne Frank boven de jaartallen en de foto s van de grote geschiedenis onder. De jaartallen waar een foto hoort, zijn gemarkeerd. 3. Selecteer een of meerdere foto s uit de tijdlijn waarmee je aan leerlingen een begrip en/of een historische vaardigheid wilt uitleggen. Leg uit waarom je die specifieke foto(s) hebt gekozen. Historische vaardigheden zijn bijvoorbeeld: oorzaken & gevolgen en interpretatie van bronnen. Voorbeelden van begrippen: discriminatie, dictatuur, vervolging, propaganda, verzet en onderduiken. Je mag ook zelf een onderwerp bedenken. 4. Ontwikkel samen een werkvorm voor leerlingen van groep 7 en 8. Benoem de leerdoel(en), welke middelen je wilt gebruiken, hoe lang het duurt, wat van leerlingen verwacht wordt en wat jouw rol is als docent. 5. Presenteer de en de werkvorm aan je medestudenten. Geef elkaar tips en achtergrondinformatie over het gebruik van de tijdlijn. Meer doen? (1) Niet alleen van Anne Frank zijn veel foto s beschikbaar. Je zou zelf op zoek kunnen gaan naar beeldmateriaal van andere personen om thema s en begrippen uit te leggen, bijvoorbeeld Otto Frank, Hannie Schaft, Zoni Weisz of Anton Mussert. (2) Doe onderzoek naar welk (historisch) beeldmateriaal van de Jodenvervolging en de Tweede Wereldoorlog in de klas het meest gebruikt wordt. Tip: gebruik onder andere de tijdlijn in de digitale les Introductie Anne Frank www.annefrank.org/docenten (3) Relatie verleden heden; maak een tijdlijn van je eigen leven en de (recente) geschiedenis, met vijf belangrijke jaartallen.