M i!j2' i M Ministerie van Economische Zaken > Reuradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Begeleidingscommissie Afvalwaterinjecties T.a.v. de heer E. Lievers Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB ZWOLLE Datum 12 september 2016 Betreft Beantwoording van de vragen van de Stuurgroep Afvalwaterinjecties Twente Geachte heer Lievers, Op 11 mei 2015 heb ik van de Stuurgroep Afvalwaterinjecties Twente een groot aantal vragen gekregen. De vragen zijn door de Stuurgroep verzameld tijdens informatieavonden in Twente. Een deel van de vragen was gericht aan NAM en deze vragen heb ik dan ook aan NAM doorgegeven. Op 28 juni 2016 heeft NAM deze vragen beantwoord in het rapport 'Zorgpuntennotitie' als zijnde een onderdeel van de conform de lopende vergunning verplichte zesjaarlijkse evaluatie 'Herafweging verwerking productiewater Schoonebeek'. Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Factuuradres Postbus 16180 2500 BD Den Haag Overheidsidentificatienr 00000001003214369000 T 070 379 8911 (algemeen) www.rijksoverheid.nl/ez Behandeld door ir. F.J.R. Denys T 070 379 7137 f.j.r.denys@minez.nl O" O* OJ n mijn brief van 29 januari 2016 heb ik de vragen die gaan over het proces van het zesjaarlijkse evaluatieonderzoek van NAM beantwoord. n de bijlage van deze brief vindt u de antwoorden op het resterende deel van de door u gestelde vragen. k heb ten aanzien van de vragen over de CE-Delft afwegingsmethodiek voor verwerking van productiewater en de vragen over het Landelijk AfvalsffenPlan advies ingewonnen bij het onafhankelijke adviesbureau Deltares. Het advies van Deltares heb ik op 29 maart 2016 ontvangen en is als bijlage aan deze brief egevoegd. Üh (O- <n; Het proces van de evaluatie, zoals ik dat in mijn brief van 29 januari 2016 geschetst heb, is op een aantal punten veranderd. Op 7 maart 2016 heeft de Commissie voor de m.e.r. haar advies uitgebracht over de onderzoeksopzet van NAM. k heb het advies van de Commissie voor de m.e.r. overgenomen en daardoor is het proces en de looptijd van de zesjaarlijkse evaluatie gewijzigd. De Commissie voor de m.e.r. heeft mij namelijk geadviseerd om een tussenstap in het proces op te nemen. Tijdens deze tussenstap zal in overleg met de regio een nadere selectie van alternatieven worden gemaakt. NAM zal vervolgens de geselecteerde alternatieven in detail doorrekenen. De tussenstap zorgt ervoor dat het definitieve evaluatierapport van NAM en het advies van de Commissie voor de m.e.r. waarschijnlijk in december 2016 gereed zullen zijn. k heb op 21 maart 2016 en op 17 augustus 2016 gesproken met de Stichting Sp Afvalwater Twente. De Stichting Sp Afvalwater Twente heeft een eigen alternatief opgesteld. k heb aan NAM gevraagd om dit alternatief op te nemen in de alternatievenafweging zodat het meegenomen kan worden in de nadere Pagina 1 van 7
t-i U) CD >-* selectie en eventueel in de verdere gedetailleerde berekeningen. NAM was hiere bereid. Op 28 juni 2016 heeft NAM het rapport "Herafweging verwerking productiewater Schoonebeek - Tussenrapport alternatievenafweging" (hierna: tussenrapport) gepubliceerd. n dit rapport worden de vier alternatieven zoals opgeteld door NAM, het alternatief van de Stichting Sp Afvalwater Twente en de huidige referentie verwerkingsmethode op hoofdlijnen beschreven. k heb aan de Commissie voor de m.e.r. gevraagd om een advies op te stellen over het tussenrapport. De Commissie voor de m.e.r. heeft in haar advies ook de door mij aan Deltares gevraagde second opinion meegenomen. k heb beide adviezen ontvangen. Zowel Deltares als de Commissie concluderen dat het tussenrapport van NAM gebruikt kan worden om een keuze uit de verschillende alternatieven te maken. Beide adviseurs hebben aangegeven dat het tussenrapport op een aantal onderdelen nog verduidelijkt kan worden. k heb aan NAM gevraagd om deze punten op de korte termijn te verduidelijken. Conform het advies van de Commissie voor de m.e.r. van 7 maart 2016 zal ik eind september 2016 overleggen met de regio om te komen t een nadere selectie van de alternatieven. k zal hiere op de korte termijn de betrokken bestuurders en partijen uitnodigen om hun voorkeur voor een bepaald alternatief aan mij kenbaar te maken. Mede uitgaande daarvan zal ik besluiten welke alternatieven nader uitgewerkt kunnen worden. Deze alternatieven zullen vervolgens in de maanden okber en november 2016 door NAM in detail worden doorgerekend. Aan de hand van de resultaten van deze berekeningen zal NAM een eindrapport van de evaluatie opstellen. Vervolgens kan ik mede uitgaande van dit eindrapport een afweging maken over de ekomstige verwerking van het productiewater van Schoonebeek. k wil u en de Begeleidingscommissie Afvalwaterinjecties bedanken voor het werk dat u heeff'verricht. U heeft eraan bijgedragen dat de rapporten van NAM op een transparante wijze zijn opgesteld en dat de zorgpunten van de regio daarbij expliciet zijn meegenomen. Hoogachtend.J. Kamp Minister van Economische Zakeih Pagina 2 van 7
M- KJ X) M O BJLAGE - BEANTWOORDNG VRAGEN NWONERS TWENTE 1. Nut en noodzaak 1.1. s de oliewinning in Schoonebeek [nog steeds] van belang voorde energievoorziening, bij afweging van de maatschappelijke kosten en baten? Kunt u daar een actuele MKBA bij overleggen? n het Energierapport 2015 heeft het kabinet een integrale visie op de ekomstige energievoorziening in Nederland gegeven. We bewegen ons van een fossiel gedreven economie naar een duurzame, C02-arme economie. Deze transitie is gaande en zal in de komende decennia aan intensiteit enemen. De doelstelling van het kabinet is 14% duurzame energie in 2020 en 16% in 2023. Het energiebeleid heeft een breder doel dan alleen de bijdrage aan de klimaatverandering te beperken. Het energiebeleid moet ervoor zorgen dat we voor burgers en bedrijven een schone, veilige, betrouwbare en betaalbare energievoorziening realiseren. Het Nederlandse energiesysteem is sterk internationaal geïntegreerd in de Europese en wereldwijde energiemarkten. Onze economie profiteert van de geïntegreerde positie en Nederland is een voorname energiespeler geworden in Noordwest-Europa. Ons land heeft een belangrijke opslag- en overslagfunctie via de Nederlandse havens (voor olie, kolen en in enemende mate LNG en biomassa), een omvangrijk en innovatief petrochemisch complex in de Rijnmond en een nog steeds aanzienlijke gasproductie. De huidige geopolitieke spanningen zijn breder dan het energiedomein, maar hebben er wel een grote invloed op. De vele conflicten in het Midden-Oosten en Noord-Afrika leiden t instabiliteit in dit voor de olie- en gasmarkt belangrijke gebied. n Europa speelt het conflict tussen Rusland en Oekraïne. Dergelijke conflicten dragen bij aan zorgen over de energievoorzieningszekerheid en leiden als antwoord daarop t versterkte inzet op Europese integratie onder de paraplu van de Europese Energie-unie. n een dergelijke situatie draagt mijnbouw in de zin van de olie- en gaswinning in Nederland en het beschikken over de noodzakelijk kennis, technologie en bedrijvigheid om te kunnen produceren, bij aan de energievoorzieningszekerheid. Op dit moment zijn de fossiele energiedragers aardolie, aardgas en kolen in de huidige energievoorziening van groot beiang. Nederland is voor 95% afhankelijk van fossiele brandsffen. Zolang er een behoefte naar aardolie bestaat, is de binnenlandse productie, zoals onder andere in Schoonebeek, relevant. Deze productie draagt bij aan de Nederlandse en Europese onafhankelijkheid op het gebied van energie. Mijnbouw blijft in de ekomst van belang voor de economie en de productie van fossiele brandsffen en aardwarmte. k zie dan ook geen aanleiding voor een specifieke MKBA voor de oliewinning in Schoonebeek. Pagina 3 van 7
KJ (JJ 1 K.5 O * (T> 1.2. ndien het antwoord op de voorgaande vraag bevestigend is, gedurende welke periode is voortzetting van de oliewinning naar verwachting nog van belang? Zoals aangegeven in het antwoord op de vorige vraag zal aardolie naar verwachting nog langere tijd noodzakelijk zijn. Tot 2030 zal de mondiale vraag naar olie uitgaande van bestaande beleid van de verschillende landen volgens het nternational Energy Agency (lea) nauwelijks wijzigen. Een groot deel van de aardolie wordt gebruikt door het verkeer en vervoer. n Nederland gebruiken de scheepvaart, luchtvaart en het vrachtvervoer ruim 65% van alle transportbrandsffen. Op dit moment zijn er voor de transportbrandsffen die door de scheepvaart, luchtvaart en vrachtwagens worden gebruikt nog geen reële en duurzame alternatieven in beeld. Kijkend naar de langere termijn dan zie ik ook nog geen duidelijk alternatief. De vraag naar aardolie zal daarom in de komende twee decennia naar verwachting niet significant wijzigen. De overheid staat een mijnbouwactiviteit alleen e als deze ook veilig en verantwoord kan. NAM heeft een vergunning gekregen na het doorlopen van een zorgvuldig en openbaar proces. Hiere heeft NAM ook milieueffectrapportage gemaakt en ook diverse rapporten overlegd aan de onafhankelijke ezichthouder Staatsezicht op de Mijnen (SodM). De oliewinning in Schoonebeek staat onder ezicht van SodM. Conform het winningsplan Schoonebeek Olieveld is NAM van plan om t 2040 in Schoonebeek olie te produceren. 1.3. fn hoeverre is het rijk bereid om de kosten voor een andere verwerking van het afvalwater te betalen, en wat zijn dan de kosten per inwoner? NAM is als mijnbouwbedrijf verantwoordelijk voor de exploitatie van het olieveld. Het bedrijf is ook verantwoordelijk voor het verwerken van de reststromen die bij de oliewinning van Schoonebeek ontstaan. De wijze waarop een afvalstroom wordt verwerkt is een onderdeel van de huidige vergunning. De rijksoverheid draagt niet bij aan de kosten van het verwerken van reststromen. ndien in een herziening van de huidige vergunning wordt uitgegaan van een andere verwerkingsmethode dan zal NAM de kosten daarvan moeten dragen. 1.4. Welke andere ekomstige epassingsmogelijkheden ziet de minister voorde lege gasvelden, met inachtneming van het beginsel van terugneembaarheid van in de bodem gebrachte sffen? Betekent het gebruik van lege gasvelden voor de injectie van afvalwater dat andere ekomstige epassingsmogelijkheden beperkt worden? Welke afwegingen maakt de minister op dit punt, in het licht van de weging van maatschappelijke belangen? Lege gasvelden kunnen gebruikt worden voor de opslag van aardgas, biogas, watersfgas, C02 of de herinjectie van injectiewater. Niet ieder gasveld is geschikt voor elke functie. Dit zal voor ieder gasveld specifiek onderzocht moeten Pagina 4 van 7
t-j. jd o cn worden. Op dit moment wordt er gewerkt aan een Structuurvisie voor de Ondergrond (STRONG). Aan de hand van deze visie kan een afweging worden gemaakt om een prioritering aan een bepaalde functie te geven. DGETM-EO/ 1606S174 n het Landelijk AfvalsffenPlan 2 (LAP2) wordt voor het opbergen van afval in de diepe ondergrond onder andere uitgegaan dat de berging van de afvalsf alleen aanvaardbaar is als de te bergen afvalsffen terugneembaar zijn (LAP2 21.16.2). Ten aanzien van het injecteren van afvalsffen richt de terugneembaarheidseis zich op aanwezige (samengestelde) afvalsffen in het compartiment en is niet gericht op het terugnemen van de oorspronkelijke geïnjecteerde afvalsffen in onveranderde vorm. Dit omdat in de praktijk de geïnjecteerde sffen in de ondergrond worden gemengd met de al aanwezige vloeisffen en ook reacties aangaan met componenten uit de ondergrond (LAP2 21.16.6). De terugneembaarheidseis is niet beperkend voor een andere ekomstige epassingsmogelijkheid van het gasveld zolang het geïnjecteerde water in een gemengde vorm kan worden opgepompt. 1.5. Breng op zo kort mogelijke termijn in beeld wat de voor- en nadelen zijn van het opschorten van transport en injectie van afvalwater in de periode tdat op de evaluatie beslissingen over de ekomstige praktijk zullen zijn genomen. De olieproductie in Schoonebeek is alleen mogelijk als ook het geproduceerde productiewater kan worden verwerkt. Op dit moment is de oliewinning in Schoonebeek door NAM gestaakt omdat de transportleiding van het injectiewater uit bedrijf is genomen. De transportleiding was op een aantal plaatsen aangetast door corrosie. Conform de vergunning mag NAM de transportieiding repareren en het bedrijf heeft dit inmiddels ook gedaan. Na de reparatie en de controle van SodM kan NAM de transportleiding weer in gebruik nemen. NAM heeft aangegeven dat de gerepareerde transportleiding een kleinere capaciteit heeft en dat gezocht moet worden naar een definitieve oplossing. NAM ziet de gerepareerde leiding als een tijdelijke oplossing waarmee de oliewinning in Schoonebeek een aantal jaren in bedrijf kan worden gehouden. De zesjaarlijkse evaluatie over de verwerking van het injectiewater van olieveld Schoonebeek is op mijn verzoek anderhalf jaar vervroegd. Conform de vergunning mag NAM gedurende de zesjaarlijkse evaluatie de olie produceren en injectiewater injecteren. Het uitvoeren van deze evaluatie is geen aanleiding om de activiteiten tijdelijk te staken. Uit de evaluatie zou kunnen blijken dat een alternatieve verwerkingsmethode voor het injectiewater de voorkeur heeft boven de huidige verwerkingsmethode (herinjectie van het injectiewater in de lege gasvelden in de diepe ondergrond). Als dit aan de orde is dan zal het enige tijd kosten om een dergelijke alternatieve verwerkingsmethode te realiseren. Tot die tijd kan NAM conform de vergunning doorgaan met de huidige oliewinning in Schoonebeek en herinjectie van het injectiewater in Twente. Pagina 5 van 7
)-k KJ ud KJ Q 2. Afwegingsmethodiek DGETM-EO/ 16065174 2.1. 7s de CE-methodiek als uitwerking van het desbetreffende hoofdstuk van het Landelijk AfvalsffenPlan (LAP) nog goed epasbaar, in het licht van mogelijk nieuwe inzichten? Hoe beoordeeit de minister of aanpassing of aanvuliing in het LAP nodig is? Wat is de rol van de transport(leidingen) van afvalwater c.q. andere afvalsffen in de afwegingen in dit verband? k heb aan Deltares gevraagd om mij te adviseren over deze vraag. Het advies van Deltares heb ik overgenomen en als bijlage egevoegd aan deze brief. Uit dit advies blijkt dat de CE-methodiek nog goed epasbaar is. Het vernieuwde LAP is hierop afgestemd: de aanbevelingen van CE Delft (opname van CE-methodiek in het LAP, betere definiëring van terugneembaarheid) zijn expliciet meegenomen in de nieuwe versie van het LAP. Deltares is gevraagd om een second opinion op te stellen over de opzet van de zesjaarlijkse evaluatie van NAM. Deltares heeft geadviseerd om een grondig overzicht te maken van de relevante nieuwe inzichten en ontwikkelingen. Een aspect dat in de zesjaarlijkse evaluatie meer nadruk zou moeten krijgen is de rol van de transportleidingen. NAM is hier ook door de Commissie voor de mer op gewezen in haar advies van 7 maart 2016. Dit is dan ook een aanvullend aspect dat volwaardig en kwantitatief zal moeten worden meegenomen in de beoordeling binnen de CE-methodiek. 2.2. s bij de afvaiwaterinjectie in de Twentse bodem sprake van eenzelfde formatie ais bij de winning in Schoonebeek, in hoeverre is hier sprake van strijdigheid met het uitgangspunt in het LAP? k heb aan Deltares gevraagd om mij te adviseren over deze vraag. Het advies van Deltares heb ik overgenomen en als bijlage egevoegd aan deze brief. De formaties waaruit de aardolie wordt gewonnen en waarin het injectiewater wordt geïnjecteerd zijn vergelijkbaar in de zin dat het beide poreuze formaties zijn die zijn afgesloten van omringende poreuze formaties door afsluitende lagen. Hierdoor hebben beide formaties van nature het vermogen om gassen en vloeisffen vast te houden. Gesteentetype, ouderdom en diepteligging van de formaties zijn echter verschillend. Deltares concludeert dat de injectie niet strijdig is met de voorschriften in het LAP, mits een afweging van de alternatieven wordt geetst middels de CE-methodiek. Hierbij dienen de mogelijke effecten van chemische samenstelling en temperatuur van het injectiewater op de gesteenten in de Twente gasvelden door experts worden onderzocht. NAM heeft destijds in de milieueffectrapportage Herontwikkeling Olieveld Schoonebeek (2006) en in de vergunningsaanvraag van de waterinjectielocaties de mogelijke effecten van chemische samenstelling en temperatuur onderzocht. Deze effecten bleken beperkt te zijn. Pagina 6 van 7
-i i L D K-Î O DGETM-EO/ 16065174 3. Proces van onderzoek en evaluatie De vragen met betrekking t het proces van het onderzoek en de evaluatie zijn beantwoord in de op 29 januari 2016 verzonden brief (kenmerk DGETM- EO/15170671) aan Commissaris van de Koning mw Bijleveld-Schouten. Pagina 7 van 7