KENNISGEVING MIJNBOUWWET ingevolge artikel 3: 12 van de Algemene wet bestuursrecht. Winningsplan Hardenberg-Oost

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "KENNISGEVING MIJNBOUWWET ingevolge artikel 3: 12 van de Algemene wet bestuursrecht. Winningsplan Hardenberg-Oost"

Elke ten Wolde
6 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 KENNISGEVING MIJNBOUWWET ingevolge artikel 3: 12 van de Algemene wet bestuursrecht Winningsplan Hardenberg-Oost De Minister van Economische Zaken maakt bekend: Op 19 december 2007 heeft de Minister van Economische Zaken een aanvraag van Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. te Assen, ontvangen om in overeenstemming met artikel 34, derde lid, van de Mijnbouwwet in te stemmen met het plan voor de winning van het voorkomen Hardenberg-Oost gelegen in de gemeente Hardenberg. Het winningsplan gaat in op het planmatig beheer van het voorkomen en het risico van schade ten gevolge van bodembeweging (die mogelijk door winning van het voorkomen zou kunnen worden veroorzaakt). De Minister van Economische Zaken heeft met het winningsplan ingestemd. Het besluit en de daarop betrekking hebbende stukken (met uitzondering van de bedrijfsvertrouwelijke gegevens) Jiggen met ingang van 4 december 2008 gedurende 6 weken ter inzage bij de gemeente Hardenberg, Stephanusplein 1, te Hardenberg en het Informatiecentrum van het Ministerie van Economische Zaken, Bezuidenhoutseweg 30 te Den Haag. Tot en met 15 januari 2009 kan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag, tegen het besluit beroep worden ingesteld door: a. degenen die zienswijzen hebben ingebracht tegen het ontwerp van het besluit; b. de adviseurs die gebruik hebben gemaakt van de gelegenheid advies uit te brengen over het ontwerp van het besluit; c. degenen die zienswijzen hebben tegen wijzigingen die bij het nemen van het besluit ten opzichte van het ontwerp daarvan zijn aangebracht; d. belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten geen zienswijzen te hebben ingebracht tegen het ontwerp van het besluit. Het besluit treedt op 16 januari 2009 in werking, behalve indien gedurende de beroepstermijn bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan. Pas nadat op dat verzoek is beslist, treedt het besluit in werking. Voor inlichtingen kunt u zich wenden tot de heer mr E.J. Hoppel, tel:

2 qtfministerie van Economische Zaken Datum 2 7 0\1 Z008 Kenmerk ET/EM / Onderwerp Instemming winningsplan Hardenberg-Oost (artikel 34, derde lid, van de Mijnbouwwet) Besluit van de Minister van Economische Zaken 1. Onderwerp aanvraag Op 19 december 2007 is een verzoek ontvangen van de Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. (hierna genoemd NAM), te Assen, tot instemming met het winningsplan Hardenberg-Oost, ingevolge artikel 34, derde lid, van de Mijnbouwwet. Het winningsplan betreft het voorkomen Hardenberg-Oost, gelegen in de gemeente Hardenberg. De Minister van Economische Zaken is, ingevolge artikel 34, derde lid, van de Mijnbouwwet, bevoegd te beslissen op deze aanvraag. 2. Samenhang met andere procedures Op grond van artikel34, vierde lid, van de Mijnbouwwet is afde1ing 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing op de totstandkoming van het besluit omtrent de instemming met het winningsplan ingevolge artikel 34 van de Mijnbouwwet. 3. Adviezen naar aanleiding van de aanvraag Staatstoezicht op de mijnen (hierna genoemd Sodm) en TNO Bouw en Ondergrond (hierna genoemd TNO) hebben op 25 maart 2008 gezamenlijk advies uitgebracht ten aanzien van de aan de besehikking te verbinden voorsehriften. Sodm en TNO concluderen dat het winningsplan voldoet aan de vereiste volledigheid en in lijn is met de prineipes van planmatig beheer van delfstoffen. Daarnaast stemmen TNO en Sodm in met het door NAM gerapporteerde dat de kans op een gei'ndueeerde beving naar schatting 52% bedraagt. In het winningsplan heeft NAM aangegeven dat de te verwachten bodemdaling minder dan 2 em bedraagt. Sodm en TNO stemmen met deze verwachting in, waarbij zij de kanttekening plaatsen dat deze dalingsverwachting uitsluitend betrekking heeft op het gasveld Hardenberg-Oost in isolatie. Sodm en TNO wijzen in dat kader op het feit dat het

3 qtfministerie van Economische Zaken voorkomen Hardenberg-Oost ingesloten ligt tussen de NAM gasvelden Hardenberg, Collendoom, Collerdoomerveen, Den Velde en Coevorden, welke gasvelden ook bodemdaling veroorzaken. Sodm en TNO rapporteren dat de meest recente bodemdalingsmeting in dit gebied plaats yond in 2005 en dat de maximum daling toen minder dan 4 em bedroeg. Gelet op de vergevorderde staat van depletie van deze omringende gasvelden -de gemiddelde uitputtingsgraad daarvan bedraagt 96% concluderen Sodm en TNO dat de toekomstige bodemdaling als gevolg van gaswinning in de omgeving gering zal zijn en nauwelijks zal bijdragen aan de bodemdaling binnen het voorkomen Hardenberg-Oost. Ten slotte adviseren Sodm en TNO in te stemmen met het winningsplan Hardenberg-Oost onder de voorwaarde dat NAM de aangegeven reserves van 0.08 miljard Nm 3 uit het voorkomen realiseert. De Technische commissie bodembeweging (hierna genoemd Tebb), heeft overeenkomstig artikel35, tweede lid, van de Mijnbouwwet, op 15 juli 2008 (ontvangen op 22 juli 2008) advies uitgebraeht. De Tebb onderscheidt in haar advies twee componenten die zieh bij bodembeweging voordoen: bodemdaling en bodemtrilling. De Tcbb geeft aan dat in het winningsplan staat beschreven dat de te verwaehten bodemdaling minder dan 2 em zal zijn. Tevens rapporteert de Tcbb dat in het winningsplan staat weergegeven dat de cumulatieve bodemdaling in het gebied minder dan 4 em bedraagt. De Tcbb stelt vast dat Sodm en TNO voomoemde bodemdalingscijfers juist hebben bevonden. Met betrekking tot de bodemtrilling gaat de Tebb -evenals TNO en Sodm- ervan uit dat de door NAM berekende kans op een gemdueeerde aardbeving van 52%, juist is. Ten slotte ziet de Tcbb op grond van het winningsplan en het ingewonnen advies van Sodm en TNO geen bezwaar om in te stemmen met het winningsplan Hardenberg-Oost. 4. Publicatie kennisgeving De kennisgeving betreffende dit besluit wordt op 3 december 2008 gepublieeerd in de Staatscourant en in "De Toren". 5. Ter inzage legging van het besluit Het besluit en de bijbehorende stukken worden m.i.v. 4 december 2008 ter inzage gelegd op het gemeentehuis van de gemeente Hardenberg en bij het Informatiecentrum van het Ministerie van Economische Zaken. Er zijn geen zienswijzen tegen het ontwerpbesluit ingediend. 6. Beoordeling van de aanvraag Ret ingediende winningsplan Hardenberg-Oost voor het gelijknamige voorkomen bevat de in artikel35, eerste lid van de Mijnbouwwet en artikel24, eerste lid, van het Mijnbouwbesluit voorgesehreven informatie.... l o ~ «2 ci o,.; o

4 ifministerie van Economische Zaken NAM verwacht dat de uiteindelijke bodemdaling veroorzaakt door dit voorkomen minder dan 2 cm bedraagt. Sodm en TNO hebben deze opgave reee1 bevonden, onder verwijzing naar het feit -zoals voomoemd beschreven- dat dit cijfer uitsluitend betrekking heeft op het gasveld Hardenberg-Oost in isolatie. De Tcbb heeft in haar advies gerefereerd aan het feit dat de bodemdalingscijfers, zoals door NAM gerapporteerd, door Sodm en rno juist zijn bevonden. Ten slotte hebben Sodm en TNO de opgave van NAM dat de kans op een gemduceerde beving 520/0 bedraagt, reeel bevonden. Ook de Tcbb gaat ervan uit dat dit percentage juist is. NAM heeft in onderdeel C4 tim 6 van het ingediende winningsplan uiteengezet dat geen schade valt te verwachten voortvloeiend uit bodembeweging (bodemdaling en bodemtrilling), ten gevolge van gaswinning uit het beschreven voorkomen. 7. Conclusie Gelet op de inhoud van het door NAM ingediende winningsplan en de hierover ingewonnen adviezen, bestaat er geen.aanleiding de gevraagde instemming te weigeren. 8. Besluit De Minister van Economiscbe Zaken gelet op de artikelen 34 en 35 van de Mijnbouwwet en artikel 24 van bet Mijnbouwbesluit, besluit: Artikell Het ingediende winningsplan Hardenberg-Oost voor het gelijknamige voorkomen verkrijgt de instemming als bedoeld in artikel34, derde lid, van de Mijnbouwwet. Artikel2 Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. realiseert volgens het winningsplan de aangegeven reserves van 0,08 miljard Nm 3 uit het Hardenberg-Oost voorkomen. Artikel3 Indien zich omstandigheden voordoen, waardoor de economische winbaarheid van de bovengenoemde hoeveelheid aardgas met mogelijk is, zal Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. deze omstandigheden tijdig ten genoegen van de Minister van Economische Zaken moeten aantonen. 3

5 qt(ministerie van Economische Zaken Artike14 1. Ret besluit treedt op 16 januari 2009 in werking, tenzij gedurende de beroepstennijn bij de voorzitter van de Raad van State een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan. In dat laatste geval treedt het besluit met eerder in werking dan nadat op dat verzoek is beslist. 2. Van het besluit wordt mededeling gedaan door toezending van een afschrift aan degenen die over het ontwerp van het ~esluit hun zienswijze naar voren hebben gebracht. Tevens wordt van het besluit mededeling gedaan door kennisgeving van de zakelijke inhoud in de Staatscourant en in "De Toren". 3. Ret besluit wordt ter inzage gelegd bij de gemeente Rardenberg alsmede bij het Informatiecentrum van het Ministerie van Economische Zaken. 's-gravenhage, De Minister van Economische Zaken, namens de : 4

Vergelijkbare documenten

De Minister van Economische Zaken is, ingevolge de artikelen 39 en 34, derde lid, Mbw bevoegd te beslissen op deze aanvraag.

De Minister van Economische Zaken is, ingevolge de artikelen 39 en 34, derde lid, Mbw bevoegd te beslissen op deze aanvraag. Ministerie van Economische Zaken > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Datum Betreft 0 4 DEC 2012 Instemming gewijzigd opslagplan Zuidwending Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres