Bijsluiter: informatie voor de patiënt. STAMICIS 1 mg, kit voor radiofarmaceutisch preparaat

Vergelijkbare documenten
Technescan Sestamibi 1 mg kit voor radiofarmaceutisch preparaat. [Tetrakis(2-methoxy-2-methylpropyl-1-isocyanide)koper(I)]-tetrafluorboraat

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. OSTEOCIS 3 mg kit voor radiofarmaceutisch preparaat natriumoxidronaat

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Edicis 2 mg kit voor radiofarmaceutisch preparaat Ethyleendicysteïne

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel krijgt toegediend want er staat belangrijke informatie in voor u.

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel krijgt toegediend want er staat belangrijke informatie in voor u.

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. TECEOS 13 mg kit for radiofarmaceutisch preparaat butedronaat tetranatrium

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel krijgt toegediend want er staat belangrijke informatie in voor u.

BIJSLUITER. Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. GLUCOTRACE 185 MBq/ml, oplossing voor injectie Fludeoxyglucose ( 18 F)

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel krijgt toegediend want er staat belangrijke informatie in voor u.

BIJSLUITER : PATIËNTENINFORMATIE

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel krijgt toegediend want er staat belangrijke informatie in voor u.

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Yttrium ( 90 Y)-citraat

Bijsluiter: informatie voor de patiënt

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. DRAXMIBI 1 mg kit voor radiofarmaceutisch preparaat

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Octreoscan, kit voor radiofarmaceutisch preparaat 111 MBq/ml

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. ELUMATIC III 2 20 GBq radionuclidegenerator. Natriumpertechnetaat ( 99m Tc)-oplossing

Bijsluiter: informatie voor de patiënt

METASTRON 37 MBq/ml oplossing voor injectie Strontium [ 89 Sr] chloride

BIJSLUITER. 07 con 4908 netherlands pil clean Pagina 1 van 5

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Steripet 250 MBq/ml oplossing voor injectie Fludeoxyglucose ( 18 F)

2. Wanneer mag u dit middel niet toegediend krijgen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel krijgt toegediend want er staat belangrijke informatie in voor u..

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Dopaview 222 MBq/ml oplossing voor injectie. Fluorodopa ( 18 F)

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIENT. Thallium( 201 Tl)-chloride

METASTRON 37 MBq/ml oplossing voor injectie Strontium [ 89 Sr] chloride

Medronaat DRAXIMAGE 10 mg, kit voor radiofarmaceutisch preparaat Medroninezuur

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u.

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Octreoscan 111 MBq/ ml kit voor radiofarmaceutisch preparaat

NanoScan 500 microgram, kit voor radiofarmaceutisch preparaat Nanocolloïddeeltjes van menselijk serumalbumine

Bijsluiter: informatie voor de patiënt

Technescan LyoMAA kan ook worden gebruikt om te laten zien hoe het bloed door de aderen stroomt.

Bijsluiter: Informatie voor de patiënt. jolopride ( 123 I)

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. ANGIOCIS 20 mg kit voor radiofarmaceutisch preparaat. Natriumpyrofosfaat decahydraat

Notice BIJSLUITER 1/

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Fludeoxyglucose ( 18 F)

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Yttrium ( 90 Y)-citraat

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Fluorocholine ( 18 F) chloride

BIJSLUITER VOOR RADIOACTIEVE GENEESMIDDELEN. Bijsluiter: informatie voor de patiënt

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel krijgt toegediend want er staat belangrijke informatie in voor u.

PULMOCIS PATIËNTENINFORMATIE

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. EFDEGE 1,0 GBq/ml, oplossing voor injectie Fludeoxyglucose ( 18 F)

[ 131 I]Meta lodobenzylguanidine for Therapeutic Use

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Calcitonine-Sandoz 100 IE/ml, oplossing voor injectie en infusie Calcitonine (zalm, synthetisch)

BIJSLUITER Atosiban Devrimed 6,75 mg/0,9 ml

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Sodium Iodide [ 131 I] Diagnostic Capsules, capsules 0,333-3,7 MBq/st Natriumjodide ( 131 I)

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Bleu Patente V, oplossing voor injectie 25 mg/ml

Package Leaflet

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Cholscan 222 MBq/ml oplossing voor injectie. Fluorocholine ( 18 F)-chloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. loratadine

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. fexofenadinehydrochloride

LORATADINE HOOIKOORTSTABLETTEN APOTEX 10 mg Module RVG Version 2017_12 Page 1 of 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

LORATADINE HOOIKOORTSTABLETTEN APOTEX 10 mg Module RVG Version Page 1 of 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

Cernevit Bijsluiter 1/5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKER

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel krijgt toegediend want er staat belangrijke informatie in voor u.

BIJSLUITER. PIL Isordil

Loratadine 10 PCH, tabletten Loratadine

Patiënten Informatiegids

[ 131 I]Meta-lodobenzylguanidine for Therapeutic Use

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS

BIJSLUITER (CCDS ) (Ref )

Noscapine HCl Teva 1 mg/ml, stroop noscapine

Thiamini hydrochloridum 100 mg/ml, oplossing voor injectie thiaminehydrochloride

LORATADINE HOOIKOORTSTABLETTEN APOTEX 10 mg Module RVG Version 2014_04 Page 1 of 5. Bijsluiter: informatie voor de gebruiker

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. FLUORESCEINE 10% Faure oplossing voor injectie natriumfluoresceïne

Fexofenadine HCl 120 PCH, filmomhulde tabletten 120 mg Fexofenadine HCl 180 PCH, filmomhulde tabletten 180 mg Fexofenadine hydrochloride

Noscapine HCl Teva 1 mg/ml, drank noscapinehydrochloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Loratadine Sanias 10 mg, tabletten. loratadine

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Betaserc, tabletten 8 of 16 mg. Betahistine dihydrochloride

Toularynx bromhexine, 5mg/5ml, siroop Broomhexine Hydrochloride

1. Wat is Urfadyn PL en waarvoor wordt dit middel gebruikt?

BIJSLUITER (CCDS ) (Ref MAT) Goedgekeurde variatie (ID )

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER

1. WAT IS SURBRONC 60 MG FILMOMHULDE TABLETTEN EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL INGENOMEN?

ANTITROMBINE III CONCENTRAAT BAXALTA 500 IE en 1000 IE Bijsluiter 1/4

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKERS. Natriumchloride CF 9 mg/ml, injectievloeistof (natriumchloride)

Kolject, 2 miljoen Internationale Eenheden (IE) poeder voor oplossing voor infusie Colistimethaatnatrium

Broomhexine HCl Teva 8 mg, tabletten broomhexine

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Glypressin 0,1 mg/ml, oplossing voor injectie. Terlipressine

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS GLUSCAN 600 MBq/ml oplossing voor injectie Fludeoxyglucose-( 18 F)

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER

[ 131 I]Meta-lodobenzylguanidine for Diagnostic Use

Bactroban huidzalf GDS 15 v1.1 BIJSLUITER

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Loratadine Mylan 10 mg filmomhulde tabletten Loratadine

dagziekenhuis inwendige geneeskunde Zoledroninezuur

Package Leaflet / 1 van 5

Betahistine dihcl 8 mg Teva, tabletten Betahistine dihcl 16 mg Teva, tabletten betahistinedihydrochloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT

RVG 23266/ Version 2014_01 Page 1 of 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS

Macrogol en electrolyten 13,7 g Teva, poeder voor drank

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Donnafyta Premens, filmomhulde tabletten. Agni casti extractum siccum

BIJSLUITER. Pagina 1 van 5

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS

BIJSLUITER (Ref ) (CCDS PRAC + MAT)

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS

Macrogol en electrolyten 13,7 g Teva, poeder voor drank

Transcriptie:

Bijsluiter: informatie voor de patiënt STAMICIS 1 mg, kit voor radiofarmaceutisch preparaat [Tetrakis(2-methoxyisobutylisonitril)koper(I)] tetrafluoroboraat Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. - Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw nucleair geneeskundige die toezicht houdt op de procedure. - Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw nucleair geneeskundige. Zie rubriek 4. Inhoud van deze bijsluiter 1. Wat is STAMICIS en waarvoor wordt dit middel gebruikt? 2. Wanneer mag dit middel niet bij u worden gebruikt of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe wordt dit middel gebruikt? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe wordt dit middel bewaard? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie 1. Wat is STAMICIS en waarvoor wordt dit middel gebruikt? Dit geneesmiddel is een radiofarmaceutisch product uitsluitend voor diagnostisch gebruik. STAMICIS bevat een stof genaamd [Tetrakis(2-methoxyisobutylisonitril)koper(I)] tetrafluoroboraat die gebruikt wordt om de hartfunctie en bloedstroom te onderzoeken (myocardperfusie) door een afbeelding van het hart te maken (scintigrafie), bijvoorbeeld voor opsporing van hartinfarcten (myocardinfarct) of wanneer door een ziekte sprake is van een verminderde bloedvoorziening van (een deel van) de hartspier (ischemie). STAMICIS wordt ook gebruikt bij de diagnose van afwijkingen in de borst in aanvulling op andere diagnostische methoden, wanneer de uitkomsten daarvan onduidelijk zijn. STAMICIS kan ook gebruikt worden om de plaats van overactieve bijschildklieren (klieren die het hormoon produceren dat de calciumspiegels in het bloed reguleert) te bepalen. 1

Nadat STAMICIS is geïnjecteerd, hoopt het zich tijdelijk op in bepaalde delen van het lichaam. Deze radiofarmaceutische stof bevat een kleine hoeveelheid radioactiviteit, die van buiten het lichaam kan worden opgespoord door middel van speciale camera's. Uw nucleair geneeskundige maakt vervolgens een scan (scintigrafie) van het orgaan waardoor uw arts waardevolle informatie kan krijgen over de structuur en de functie van dit orgaan of de locatie van bijv. een tumor. Het gebruik van STAMICIS gaat gepaard met blootstelling aan een kleine hoeveelheid straling. Uw arts en de nucleair geneeskundige denken dat het klinische voordeel van de procedure met het radiofarmaceutische middel opweegt tegen het risico ten gevolge van de straling 2. Wanneer mag dit middel niet bij u worden gebruikt of moet u er extra voorzichtig mee zijn? Wanneer mag u dit middel niet gebruiken? - U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6. Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel? - als u zwanger bent of zwanger denkt te zijn. - als u borstvoeding geeft. - als u nier- of leverproblemen hebt. Vertel het uw nucleair geneeskundige als een van de bovenstaande situaties op u van toepassing is. Uw nucleair geneeskundige informeert u als u extra voorzorgen moet treffen nadat u dit geneesmiddel hebt gebruikt. Neem contact op met uw nucleair geneeskundige als u vragen heeft. Voor toediening van STAMICIS moet u - gedurende minstens 4 uur nuchter zijn als het product gebruikt wordt om beelden te verkrijgen van uw hart, - veel water drinken voor aanvang van het onderzoek om de eerste uren na het onderzoek zo vaak mogelijk te kunnen plassen. Kinderen en jongeren Neem contact op met uw nucleair geneeskundige als u jonger bent dan 18 jaar. 2

Gebruikt u nog andere geneesmiddelen? Een aantal geneesmiddelen, voedingsmiddelen en dranken kan de resultaten van het geplande onderzoek negatief beïnvloeden. Bespreek met de arts die u verwijst voor het onderzoek welke inname u moet staken voor het onderzoek en wanneer u de medicijnen weer moet gaan gebruiken. Vertel het uw nucleair geneeskundige tevens als u andere geneesmiddelen gebruikt, onlangs heeft gebruikt of misschien gaat gebruiken, omdat deze de interpretatie van de beelden kunnen beïnvloeden. Vertel het uw nucleair geneeskundige met name als u geneesmiddelen gebruikt die de hartfunctie en/of bloedvoorziening kunnen beïnvloeden. Neem contact op met uw nucleair geneeskundige voordat u geneesmiddelen gaat gebruiken. Zwangerschap en borstvoeding U moet de nucleair geneeskundige voor toediening van STAMICIS inlichten als de mogelijkheid bestaat dat u zwanger bent, of als u overtijd bent of als u borstvoeding geeft. Bij twijfel is het van belang uw nucleair geneeskundige te raadplegen, die toezicht houdt op de procedure. Als u zwanger bent: Uw arts zal het product tijdens de zwangerschap alleen toedienen als hij/zij verwacht dat het voordeel opweegt tegen het risico. Als u borstvoeding geeft: Vertel dit dan aan uw nucleair geneeskundige, omdat hij/zij u kan aanraden daarmee te stoppen totdat er geen radioactiviteit meer in uw lichaam aanwezig is. Dit duurt ongeveer 24 uur. De in deze periode afgekolfde melk moet worden weggegooid. Vraag uw nucleair geneeskundige wanneer u de borstvoeding mag hervatten. Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw nucleair geneeskundige voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Rijvaardigheid en het gebruik van machines Het wordt onwaarschijnlijk geacht dat STAMICIS uw vermogen om auto te rijden of machines te bedienen beïnvloedt. STAMICIS bevat natrium Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per flacon, d.w.z. in wezen 'natriumvrij'. 3

2. Hoe wordt dit middel gebruikt? Er bestaan strenge regels ten aanzien van het gebruik, de verwerking en verwijdering van radiofarmaceutische producten. STAMICIS wordt uitsluitend gebruikt in speciaal gecontroleerde omgevingen. Dit product wordt uitsluitend verwerkt en toegediend door mensen die opgeleid en gekwalificeerd zijn om dit middel veilig te gebruiken. Deze personen bewaken het veilige gebruik van dit product en houden u op de hoogte van hun handelen. De nucleair geneeskundige die toezicht houdt op de procedure beslist over de hoeveelheid STAMICIS die in uw geval gebruikt wordt. Het is de kleinst noodzakelijke hoeveelheid om de gewenste informatie te verkrijgen. De hoeveelheid die meestal wordt aanbevolen bij volwassenen varieert, afhankelijk van het onderzoek, van 200 tot 2000 MBq (megabecquerel, de eenheid voor radioactiviteit). Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar Bij kinderen en jongeren tot 18 jaar wordt de toe te dienen hoeveelheid aangepast aan het gewicht van het kind. Toediening van STAMICIS en uitvoering van de procedure STAMICIS wordt toegediend in een ader van de arm of de voet (intraveneuze toediening). Een tot twee injecties is voldoende om het onderzoek uit te voeren dat uw arts nodig heeft. Na de injectie krijgt u iets te drinken aangeboden en wordt u verzocht vlak voor het onderzoek te plassen. Uw nucleair geneeskundige informeert u als u speciale voorzorgsmaatregelen moet nemen nadat u dit geneesmiddel heeft gekregen. Praat met uw nucleair geneeskundige als u vragen heeft. De oplossing die klaar is voor gebruik wordt in een ader geïnjecteerd voordat de scintigrafie wordt verricht. De scan kan binnen 5 tot 10 minuten worden gedaan of tot maximaal 6 uur na de injectie. Dit is afhankelijk van het onderzoek. In het geval van een hartonderzoek zijn mogelijk twee injecties noodzakelijk, één in rust en één bij inspanning (bijv. tijdens lichamelijke inspanning of farmacologische inspanning). De twee injecties worden minstens twee uur na elkaar gegeven en in totaal wordt niet meer dan 2000 MBq (eendagsprotocol) toegediend. Een tweedaags protocol is ook mogelijk. Voor de scintigrafie van borstafwijkingen wordt een injectie van 700 tot 1000 MBq gegeven in een ader van uw arm aan de andere kant dan de betreffende borst, of in een ader in uw voet. 4

Om de plaats van overactieve bijschildklieren te bepalen, ligt de toegediende activiteit tussen 200 en 700 MBq, afhankelijk van de gebruikte methode. Als het medicijn gebruikt wordt om opnames van uw hart te maken, dan wordt u gevraagd minstens 4 uur voor het onderzoek niet meer te eten. Na de injectie, maar voordat de opname (scintigrafie) wordt gemaakt, wordt u gevraagd een licht vette maaltijd te eten, als dat mogelijk is, of om een of twee glazen melk te drinken om de hoeveelheid radioactiviteit in uw lever te verminderen en het beeld te verbeteren. Duur van de procedure Uw nucleair geneeskundige zal u informeren over de gebruikelijke duur van de procedure. Nadat STAMICIS is toegediend, moet u: -nauw contact met jonge kinderen en zwangere vrouwen gedurende 24 uur na de injectie vermijden, - frequent plassen om het middel uit uw lichaam te verwijderen. Uw nucleair geneeskundige informeert u als u extra voorzorgen moet treffen nadat u dit geneesmiddel hebt gebruikt. Heeft u vragen? Neem dan contact op met uw nucleair geneeskundige. Is er te veel STAMICIS aan u gegeven? Het is vrijwel onmogelijk dat u een overdosis krijgt, want u krijgt alleen een dosis STAMICIS die precies is gecontroleerd door de nucleair geneeskundige die toezicht houdt over de procedure. Maar in geval van een overdosis krijgt u de juiste behandeling. In het bijzonder kan de nucleair geneeskundige die de procedure leidt, aanbevelen dat u overvloedig drinkt, zodat STAMICIS gemakkelijker uit uw lichaam wordt verwijderd. Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met de nucleair geneeskundige die toezicht houdt over de procedure. 4. Mogelijke bijwerkingen Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken. 5

Allergische reacties met mogelijk kortademigheid, extreme vermoeidheid, misselijkheid (meestal binnen 2 uur na de toediening), zwellingen onder de huid die kunnen optreden in gebieden als het gezicht en ledematen (angiooedeem) en die de luchtwegen blokkeren of leiden tot een gevaarlijke daling van de bloeddruk (hypotensie) en trage hartslag (bradycardie) zijn in zeldzame gevallen waargenomen. Artsen zijn zich ervan bewust dat dit kan gebeuren en hebben een noodbehandeling beschikbaar om in dergelijke gevallen te gebruiken. Lokale huidreacties met jeuk, netelroos, uitslag, zwelling en roodheid werden ook in zeldzame gevallen gezien. Als u een van deze bijwerkingen ervaart, meld dit dan onmiddellijk aan uw nucleair geneeskundige. Andere mogelijke bijwerkingen vindt u hieronder in de volgorde van de frequentie waarin ze optreden: Frequentie vaak: kunnen tot 1 op 10 personen treffen Soms: kunnen tot 1 op 100 personen treffen zelden: kunnen tot 1 op 1.000 personen treffen niet bekend: frequentie kan op grond van de beschikbare gegevens niet geschat worden Mogelijke bijwerkingen Een metaalachtige of bittere smaak, veranderde reuk en droge mond vlak na injectie. Hoofdpijn, pijn op de borst, afwijkend ecg en zich misselijk voelen. Afwijkend hartritme, lokale reacties op de injectieplaats, maagpijn, koorts, flauwvallen, epileptische aanvallen (insulten), duizeligheid, blozen, doof gevoel in de huid of tintelen, vermoeidheid, tijdelijke gewrichtspijn. Erythema multiforme, een uitgebreide uitslag van de huid en slijmvliezen. Dit radiofarmacon levert kleine hoeveelheden ioniserende straling die in verband worden gebracht met het laagste risico op kanker en erfelijke afwijkingen. 6

Het melden van bijwerkingen Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw nucleair geneeskundige. Dit geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb (Website: www.lareb.nl). Door bijwerkingen te melden kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel. 5. Hoe wordt dit middel bewaard? U hoeft dit geneesmiddel niet zelf te bewaren. Dit geneesmiddel wordt bewaard onder de verantwoordelijkheid van de specialist in daarvoor bestemde ruimten. Opslag moet plaatsvinden overeenkomstig de nationale regelgeving voor radioactief materiaal. De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg: Gebruik dit middel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos na EXP. 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie Welke stoffen zitten er in dit middel - De werkzame stof in dit middel is [tetrakis(2-methoxyisobutylisonitril) koper(i)] tetrafluoroboraat. Een injectieflacon bevat 1 mg [tetrakis(2-methoxyisobutylisonitril) koper(i)] tetrafluoroboraat. De andere stoffen in dit middel zijn: tinchloridedihydraat, cysteïnehydrochloridemonohydraat, natriumcitraat, mannitol. Hoe ziet STAMICIS er uit en hoeveel zit er in een verpakking? Het product is een kit voor radiofarmaceutische bereiding. STAMICIS bestaat uit een poeder dat moet worden opgelost en worden samengevoegd met radioactief technetium voordat het wordt gebruikt als injectie. Zodra de radioactieve stof natriumpertechnetaat ( 99m Tc) aan de injectieflacon is toegevoegd, wordt technetium ( 99m Tc) sestamibi gevormd. De oplossing is nu klaar om te worden geïnjecteerd. Verpakkingsgrootte: 5 injectieflacons 7

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant CIS bio international B.P. 32 91192 GIF-SUR-YVETTE CEDEX FRANKRIJK U.R. Registratienummer: RVG 102661 Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in juli 2016 ------------------------------------------------------------------------------------------------------- De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg: De volledige Samenvatting van de Productkenmerken van STAMICIS wordt als apart document meegeleverd aan het einde van de bijsluiter in de productverpakking, met het doel zorgverleners verdere aanvullende wetenschappelijke en praktische informatie over de toediening en het gebruik van dit radiofarmacon te bieden. Raadpleeg de SmPC [SmPC should be included in the box]. 8