Artikel 1 In dit reglement wordt verstaan onder: a) de wet - de Wet op de ondernemingsraden (WOR) b) ondernemer - (directeur/bestuur Miks welzijn) c) onderneming - (Miks welzijn) d) bestuurder - degene, die alleen dan wel tezamen met anderen in een onderneming rechtstreeks de hoogste zeggenschap uitoefent bij de leiding van de arbeid e) werknemer - persoon die op basis van arbeidsovereenkomst met de ondernemer werkzaam is, met uitzondering van de persoon/personen bedoeld onder d f) PVT - de overeenkomstig de wet ingestelde personeelsvertegenwoordiging in de hierboven genoemde onderneming g) commissie - een door de PVT met toestemming van de ondernemer ingestelde commissie h) Bedrijfscommissie - de voor de betreffende marktsector door de Sociaal Economische Raad (SER) ingestelde bemiddelingsinstantie. i) vergadering van de PVT - gekozen personeelsvertegenwoordiging Artikel 1 onder b De ondernemer is de natuurlijke persoon of rechtspersoon die een onderneming in stand houdt (artikel 1 lid 1 onder d WOR). Artikel 1 onder c De onderneming is 'elk in de maatschappij als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch verband waarin krachtens arbeidsovereenkomst of krachtens publiekrechtelijke aanstelling arbeid wordt verricht' (artikel 1, eerste lid onder c WOR). Er moet dus sprake zijn van een georganiseerd geheel van mensen en activiteiten, dat zich naar buiten, tegenover het publiek, in het economisch of maatschappelijk verkeer, als een zelfstandige eenheid presenteert, bijvoorbeeld door onder een eigen naam werkzaam te zijn. In het samenwerkingsverband moeten mensen werkzaam zijn die hun werkzaamheden verrichten op grond van een arbeidsovereenkomst of een publiekrechtelijke aanstelling (ambtenaren). Artikel 1 onder d De bestuurder is degene, die bij de dagelijkse leiding van de arbeid niemand meer boven zich heeft. Niet van belang hierbij is of de bestuurder op zijn beurt onderworpen is aan aanwijzingen van de ondernemer. Meestal is er één bestuurder, soms zijn er meer. De bestuurder is degene die de ondernemer vertegenwoordigt in het overleg met de personeelsvertegenwoordiging. In de zin van de WOR is de bestuurder geen werknemer, hoewel hij wel werknemer is in de zin van het Burgerlijk Wetboek, de sociale verzekeringswetten en de cao. Artikel 1 onder e Als werknemer worden in ieder geval beschouwd degenen, die werkzaam zijn op basis van een met de ondernemer gesloten arbeidsovereenkomst met uitzondering van de bestuurder. Deze wordt voor de toepassing van deze wet niet als werknemer beschouwd. Het is niet van belang of de werknemer in de onderneming die door de ondernemer is stand wordt gehouden of in een door een andere ondernemer in stand gehouden onderneming werkzaam is. Een en ander heeft tot gevolg dat ook uitgeleende werknemers volledige medezeggenschapsrechten hebben. Deze rechten hebben zij in de onderneming van waaruit zij zijn uitgeleend. Personen die in meer dan één onderneming van dezelfde ondernemer werkzaam zijn, worden geacht uitsluitend werkzaam te zijn in de onderneming van waaruit hun werkzaamheden worden geleid. Ook uitzendkrachten hebben medezeggenschapsrechten in de onderneming waar ze feitelijk werkzaam zijn, mits zij langer dan 24 maanden in die onderneming werken op basis van een uitzendovereenkomst als bedoeld in artikel 690, titel 7.10 van het Burgerlijk Wetboek. Deze ingeleende werknemers moeten wel werken 'in het kader van de werkzaamheden van de onderneming', d.w.z. dat hun werk moet hebben bijgedragen aan de Reglement PVT 1 / 6
ondernemingsactiviteiten. De regeling van de uitzendovereenkomst is beperkt tot het ter beschikking stellen van werknemers in het kader van een zodanig beroep of bedrijf, dus uitzendbureaus, detacheerbedrijven, banenpools, e.d. Incidentele uitleen van personeel door werkgevers met andere bedrijfsactiviteiten, en detachering binnen concernverband, vallen niet onder de regeling van de uitzendovereenkomst. In die gevallen dient alsnog artikel 6, vierde lid WOR te worden toegepast. De wet maakt voor het begrip werknemer geen onderscheid tussen werknemers met een volledige dienstbetrekking en parttime werknemers. Iedere werknemer, ongeacht zijn arbeidstijd, is werknemer in de zin van de WOR. Artikel 1 onder h De Bedrijfscommissies zijn bij besluit van de Sociaal Economische Raad ingesteld. Deze commissie is samengesteld uit vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties en werknemersorganisaties. De relevant bedrijfscommissie voor Miks welzijn is: Bedrijfssector voor de welzijnssector. Contactgegevens zijn te vinden op: http://www.ser.nl/nl/taken/bestuurlijke/orenmedezeggenschap/bedrijfscommissies/overzicht_bedrijfscommissies/ BedrijfscommissieWelzijnssector.aspx. Artikel 1 onder i De wet bepaalt, dat de PVT alleen bestaat uit gekozen vertegenwoordigers. De bestuurder, die geen werknemer is in de zin van de wet, kan geen lid zijn van de PVT en zal derhalve deze vergaderingen niet bijwonen. Tijdens de PVT-vergaderingen bespreekt de PVT alle aangelegenheden de onderneming betreffende en neemt zelfstandig besluiten en bepaalt zelfstandig zijn standpunten daaromtrent. Artikel 2 De PVT bestaat uit drie leden, die door de kiesgerechtigde werknemers in de onderneming rechtstreeks uit hun midden worden gekozen. Bij voorkeur wordt de PVT ingevuld met zowel facilitaire (1) en agogische medewerkers (2). Artikel 35c, lid 1 WOR regelt dat de PVT uit ten minste drie personen bestaat. Artikel 3 De PVT kiest uit haar midden een voorzitter en één of meer plaatsvervangende voorzitter(s). De voorzitter, of bij diens verhindering een plaatsvervangende voorzitter, vertegenwoordigt de PVT in rechte. Artikel 7 WOR, dat van overeenkomstige toepassing is op de PVT, bepaalt, dat de PVT een voorzitter en één of meer plaatsvervangers uit zijn midden dient te kiezen. Bij afwezigheid van de voorzitter wordt deze vervangen door één van de plaatsvervangers. De voorzitter van de PVT zal in principe gekozen worden aan het begin van een zittingsperiode en zal deze functie gedurende deze tijd vervullen. De leiding van de vergaderingen van de PVT berust bij de voorzitter of diens plaatsvervanger. De voorzitter of de plaatsvervangend voorzitter is de vertegenwoordiger van de PVT in rechtsgedingen, waarbij gedacht moet worden aan procedures bij de kantonrechter. Artikel 4 De leden van de PVT treden om de drie jaar af. Door middel van een roulatiesysteem treden ieder jaar twee leden af waarvan één herkiesbaar is. De wet geeft geen regels voor de zittingstermijn van de PVT en de herkiesbaarheid van de leden. Artikel 5 De PVT fungeert tijdens een verkiezing zelf als verkiezingscommissie waarbij de ondernemer toezicht houdt op de verkiezingen. Artikel 6 De PVT bepaalt in overleg met de ondernemer de datum van de bekendmaking van de verkiezingen aan het personeel en aan de werknemersorganisaties deze dient ten minste tien weken voor de eigenlijke verkiezingsdatum Reglement PVT 2 / 6
te liggen. De datum van de verkiezingen dient ten minste twee weken te liggen vóór de datum van aftreden van het lid. De termijn van tien weken is bedoeld om zich te beraden op een eventuele kandidaatstelling voor de PVT en om de werknemersorganisaties in de gelegenheid te stellen hierover contact op te nemen met hun leden. Artikel 7 Verkiesbaar en kiesgerechtigd tot lid van de PVT zijn alle in de onderneming werkzame personen. De verkiezingsprocedure is stapsgewijs aangegeven in het document Verkiezingsprocedure PVT welke als bijlage aan dit document is toegevoegd. Artikel 8 In eerste instantie wordt een poging gedaan de vrijkomende vacature op te vullen door een kiesgerechtigde persoonlijk te benaderen. De PVT leden beslissen welke collega benaderd zal worden. De termijn van kandidaatstelling begint bij de bekendmaking van de verkiezingsdatum. Vanaf tien weken tot vier weken voor het werknemersoverleg kan iedere in de onderneming werkzame persoon zich kandidaat stellen voor de verkiezingen door plaatsing van zijn/haar naam en handtekening op de door de verkiezingscommissie beschikbaar gestelde kandidatenlijst. Uiterlijk vier weken voor de verkiezingsdatum maakt de verkiezingscommissie de kandidatenlijst bekend in de onderneming. De lijst wordt overhandigt in de vorm van een stembiljet welke binnen 10 werkdagen geretourneerd dient te worden naar één der PVT leden. Artikel 9 De binnengekomen stembiljetten worden geopend op een vooraf vastgestelde plaats en tijdstip in het bijzijn van de voltallige PVT. Tijdens het jaarlijkse werknemersoverleg wordt de uitslag bekend gemaakt en vindt aftreding van het oude lid en de aantreding van het nieuwe lid plaats. Het nieuwe lid is vooraf reeds op de hoogte gesteld van de uitslag. Indien het nieuw gekozen lid gegronde bezwaren heeft tegen zitting in de PVT zal de persoon met de op één na meeste stemmen gekozen worden. Artikel 10 Indien er niet meer kandidaten zijn gesteld dan er zetels te bezetten zijn, vindt geen stemming plaats en worden de kandidaten zonder meer gekozen verklaard. Artikel 11 1. De verkiezing vindt plaats bij geheime schriftelijke stemming met stembiljetten, waarop de namen van de kandidaten in alfabetische volgorde staan vermeld. 2. Iedere kiesgerechtigde brengt ten hoogste twee stemmen uit. Op iedere kandidaat kan slechts één stem worden uitgebracht. 3. Het uitbrengen van de stem geschiedt door invulling van het daartoe voor de naam van een kandidaat aangebrachte hokje. Lid 1. De bekendmaking moet alle kiesgerechtigden bereiken. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van prikborden, mededelingen, bulletins of een schriftelijke mededeling. Lid 4. In dit reglement is gekozen voor het personenstelsel. In dit stelsel kiest men rechtstreeks de personen in wie men vertrouwen heeft. Om dit stelsel goed te kunnen laten functioneren is het noodzakelijk dat de kiezer de kandidaten persoonlijk kent. Bij het personenstelsel is het gebruikelijk dat iedere kiezer evenveel stemmen uitbrengt als er zetels te bezetten zijn in de PVT. (Dit zijn er twee waarvan één aftredend lid in principe herkiesbaar is.) Reglement PVT 3 / 6
Artikel 12 De binnengekomen stembiljetten worden door of namens de voorzitter van de verkiezingscommissie op een vooraf vastgestelde tijd en plaats geopend tijdens een openbare voltallige zitting van de verkiezingscommissie. Ongeldig zijn de stembiljetten: die niet door of namens de verkiezingscommissie zijn gewaarmerkt; waaruit niet duidelijk de keuze van de kiesgerechtigde blijkt; waarop meer stemmen zijn uitgebracht dan er zetels te bezetten zijn. De beschikbare zetels worden toegewezen aan hen op wie achtereenvolgens het grootste aantal stemmen is uitgebracht. Indien er voor de laatste te bezetten plaats meerdere kandidaten zijn, die een gelijk aantal stemmen op zich hebben verenigd, beslist tussen hen het lot. De verkiezingscommissie stelt de uitslag van de verkiezingen vast. De uitslag van de verkiezing wordt vastgesteld door de verkiezingscommissie. De gekozen leden van de PVT hebben wettelijke bescherming tegen benadeling in hun positie in de onderneming en tegen ontslag (artikel 21 WOR). Voorts hebben zij het wettelijke recht om hun werkzaamheden te verrichten in werktijd met doorbetaling van loon (max. 60 uur per jaar voor de voltallige PVT) en mogen zij (in overleg met de ondernemer) gedurende enkele dagen per jaar hun werk onderbreken voor het volgen van scholing. Artikel 13 De PVT draagt er zorg voor, dat de uitslag van de verkiezingen bekend wordt gemaakt aan de ondernemer, de bestuurder en aan de in de onderneming werkzame personen, dit gebeurt tijdens het jaarlijkse werknemersoverleg. De PVT draagt er zorg voor, dat de namen en de functies in de onderneming van de leden van de PVT blijvend worden vermeld op een plaats die vrij toegankelijk is voor alle in de onderneming werkzame personen, op zodanige wijze dat daarvan gemakkelijk kennis kan worden genomen. Gezien de eigen verantwoordelijkheid van de PVT voor de gehele verkiezingsprocedure is het logisch om de bekendmaking van de verkiezingsuitslag en de publicatie van de namen en functies van de gekozen leden door de PVT zelf te laten gebeuren in plaats van door de ondernemer. Artikel 17, eerste lid WOR waarborgt dat de PVT daarvoor over de nodige faciliteiten kan beschikken. Artikel 14 De gebruikte stembiljetten worden na vaststelling van de verkiezingsuitslag vier weken in één of meer gesloten enveloppen bewaard. Wanneer in die periode geen bezwaren tegen de vaststelling van de verkiezingsuitslag worden ingediend, worden de enveloppen ongeopend vernietigd. Indien binnen de gestelde termijn bezwaren tegen de vaststelling van de verkiezingsuitslag worden ingediend, worden de enveloppen niet eerder vernietigd, dan nadat de PVT een beslissing over de ingediende bezwaren en de daarbij te volgen procedure heeft genomen. Bezwaren dienen schriftelijk bij de PVT te worden ingediend. Artikel 15 In geval van tussentijdse vacatures in de PVT wordt de opengevallen plaats bezet door de kandidaat, die na de laatst gekozen kandidaat de meeste stemmen op zich verenigde. De aanwijzing gebeurt binnen één maand na het ontstaan van de vacature. Indien op de in het eerste lid bedoelde wijze niet in een vacature kan worden voorzien, worden nieuwe verkiezingen gehouden, tenzij de vacature ontstaat zes maanden voor het einde van de lopende zittingsduur. Tussentijds gekozen leden van de PVT treden eveneens af aan het einde van de lopende zittingsduur van het lid waarvan zij de zetel hebben overgenomen. Reglement PVT 4 / 6
Een tussentijdse vacature kan ontstaan doordat een lid van de PVT besluit om persoonlijke redenen af te treden, maar ook wanneer het betrokken lid niet langer behoort tot de in de onderneming werkzame personen. Artikel 16 De PVT vergadert 3 maal per jaar, waarvan 1 bijeenkomst met het voltallige personeel, de directeur en een afgevaardigde van het bestuur (werknemersoverleg). Deze bijeenkomst wordt vooraf gegaan door een overleg van de PVT met aansluitend een overleg met de PVT en de directeur. Het werknemersoverleg vindt jaarlijks in oktober plaats, de overige overleggen maximaal 8 en minimaal 2 weken voor het werknemersoverleg. Uitnodigingen voor het werknemersoverleg worden minimaal 6 weken voor het overleg verzonden. De wet regelt niet hoeveel keer per jaar de PVT moet vergaderen. Artikel 17 De voorzitter kan de raad bijeenroepen op eigen initiatief. Hij is verplicht de PVT bijeen te roepen als ten minste twee werknemers dit schriftelijk verzoeken. Een vergadering, belegd op verzoek van de leden van de raad wordt zo spoedig mogelijk gehouden, doch uiterlijk veertien dagen nadat de voorzitter het verzoek heeft ontvangen. De PVT wordt bij voorkeur schriftelijk bijeengeroepen. Er kunnen zich onvoorziene omstandigheden voordoen, waardoor tussentijdse vergaderingen moeten worden gehouden, zoals bijvoorbeeld bij spoedzaken, die de PVT snel moet behandelen. De bevoegdheid om de PVT in dit soort gevallen bijeen te roepen is toegekend aan de voorzitter of ten minste twee werknemers, indien deze er schriftelijk om verzoeken. Artikel 18 Een vergadering kan slechts plaatsvinden als ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden van de PVT aanwezig is. Is het vereiste aantal leden niet aanwezig, dan wordt minimaal acht dagen maar maximaal drie weken later een nieuwe vergadering gehouden. Deze vergadering vindt doorgang ongeacht het aantal leden dat aanwezig is. Artikel 19 Besluiten worden genomen met gewone meerderheid van stemmen voorzover niet anders in het reglement is bepaald. Over personen wordt schriftelijk gestemd. De raad beslist of over zaken schriftelijk dan wel mondeling zal worden gestemd. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. Bij staking van stemmen wordt het voorstel, waarop de stemming betrekking had, op de eerstvolgende vergadering opnieuw aan de orde gesteld. Indien dan wederom de stemmen staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Gaat het voorstel echter over de benoeming van een persoon, dan beslist het lot. In het midden is gelaten of over zaken mondeling of schriftelijk moet worden gestemd. Dit zal onder meer afhangen van het belang van het onderwerp. Indien een lid of meerdere leden uitstel van stemming over een bepaald voorstel willen, dan kunnen zij hiertoe een ordevoorstel indienen, waarin uitstel van stemming wordt verzocht. De raad kan dit voorstel aannemen of afwijzen. In het laatste geval wordt de stemming toch gehouden. Artikel 20 De PVT benoemt uit haar midden een secretaris. De secretaris is belast met: de correspondentie; de verzorging van het archief; het in overleg met de voorzitter bepalen van tijd en plaats van de vergadering; Reglement PVT 5 / 6
het in overleg met de voorzitter opstellen van de agenda voor de vergaderingen; het tijdig bekendmaken van de agenda aan de leden, de werknemers van de onderneming en de ondernemer/bestuurder; het notuleren van de vergadering; alle andere werkzaamheden die hem in dit reglement of door de PVT worden opgedragen. De wet geeft geen voorschriften voor de werkwijze en het secretariaat van de PVT. In de artikelen 20 tot en met 22 zijn enkele regels opgenomen die minimaal noodzakelijk zijn voor het goed functioneren van de PVT. Artikel 21 De secretaris stelt de leden ten minste zeven dagen tevoren schriftelijk op de hoogte van plaats en tijd van de vergadering onder bijvoeging van de agenda en de bijbehorende stukken. De secretaris draagt er eveneens zorg voor dat de in lid 1 genoemde stukken op een door de raad te bepalen wijze aan het overige personeel bekend worden gemaakt. De secretaris stelt de ondernemer en de bestuurder ten minste zeven dagen tevoren schriftelijk op de hoogte van plaats en tijd van de vergadering onder bijvoeging van de agenda. In spoedeisende gevallen kan van het bepaalde in de voorgaande leden alsmede van het bepaalde in artikel 17 worden afgeweken. De bespreking beperkt zich in dat geval tot het onderwerp, dat tot spoedige behandeling aanleiding geeft, tenzij de PVT anders beslist. Artikel 22 De secretaris is verantwoordelijk voor het opstellen van de notulen van de vergadering van de raad. Deze notulen worden voor de eerstkomende vergadering aan de leden toegezonden. In die vergadering worden de notulen aan de raad ter goedkeuring en vaststelling voorgelegd. Na vaststelling van het verslag wordt dit de ondernemer toegezonden. Artikel 23 De PVT benoemt uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter. De voorzitter is belast met: - het leiden van de vergaderingen; - vertegenwoordigen van de PVT buiten de onderneming (fungeren als contactpersoon voor PVT zaken); - onderhouden van tussentijdse contacten met de directie; - onderhandelen met de directie bij probleemsituaties; - het in overleg met de secretaris bepalen van tijd en plaats van de vergadering; - het in overleg met de secretaris opstellen van de agenda voor de vergaderingen; - taken verdelen onder de PVT leden. Artikel 24 Dit reglement kan worden gewijzigd of aangevuld bij besluit van de PVT. Besluiten tot wijziging of aanvulling behoeven een meerderheid van ten minste tweederde van de leden van de voltallige PVT. De PVT dient, alvorens de aanvulling of wijziging van het reglement vast te stellen de ondernemer in de gelegenheid te stellen zijn standpunt daarover kenbaar te maken. De raad verstrekt onverwijld een exemplaar van het aangevulde c.q. gewijzigde reglement aan de ondernemer en aan de in de onderneming werkzame personen. De PVT kan haar reglement wijzigen en aanvullen. Omdat het functioneren van de PVT de onderneming betreft dient de ondernemer daarover gehoord te worden. De werknemers en de ondernemer dienen op de hoogte te zijn van de regels die de samenstelling, de verkiezing en het functioneren van de PVT bepalen. Wijzigingen en aanvullingen van die regels moeten dan ook door de PVT bekend worden gemaakt in de onderneming. Reglement PVT 6 / 6