RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 januari 2009 (21.01) (OR. en) 5524/09 SOC 25 COMPET 25

Vergelijkbare documenten
Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument C(2010) 8467 definitief

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2009) 283 definitief.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 maart 2004 (22.03) (OR. fr) 7537/04 EEE 19 ENV 173 TRANS 123 MI 85

Voor de delegaties gaan in bijlage dezes de ontwerp-conclusies van de Raad, waarover een akkoord is bereikt in de Groep sociale vraagstukken.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 februari 2010 (10.02) (OR. fr) 6290/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0011 (NLE) HR 8 CORDROGUE 25

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 mei 2010 (18.05) (OR. en) 9846/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0123 (NLE) EEE 18 BUDGET 30 MI 149

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 mei 2010 (OR. en) 9925/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0006 (NLE) SIRIS 83 SCHENGEN 42 COMIX 372

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2008) 507 definitief.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 september 2009 (24.09) (OR. en) 13632/09 PECHE 231

PUBLIC. Brussel, 6 april 2009 (07.04) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE 8424/09 LIMITE COMPET 196 E V 287 CHIMIE 33 MI 144 E T 86

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516

Publicatieblad van de Europese Unie C 198/7

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2009) 918 definitief.

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 11 maart 2009 (12.03) (OR. en) 7467/09 STATIS 33 SOC 183

DOC herzien NL-7978

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 maart 2009 (OR. en) 7850/09 Interinstitutioneel dossier: 2009/0041 (C S) PECHE 74

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 januari 2006 (01.02) (OR. en) 5853/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0010 (CNS) SOC 42 ECOFIN 27

REGLEMENT VAN ORDE VAN HET COMITÉ LANDBOUW- OF BOSBOUWTREKKERS

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D014779/01

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

BIJLAGEN. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 mei 2008 (22.05) (OR. en) 9192/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0096 (CNB) UEM 110 ECOFIN 166

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D011014/02

PUBLIC. Brussel, 2 februari 2010 (03.02) (OR. fr) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 5931/10 LIMITE JUR 56 INST 25 COUR 12

PUBLIC. Brussel, 23 oktober 2009 (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 14924/09 LIMITE

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 juni 2005 (OR. en) 9550/05 UEM 130 ECOFIN 175

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2010) 566 definitief.

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D014768/02.

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

15537/02 jg 1 DG B I

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 oktober 2000 (31.10) (OR. fr) 11037/2/00 REV 2 LIMITE ENFOPOL 58

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 juli 2006 (27.07) (OR. en) 12036/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0121 (AVC)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 oktober 2005 (20.10) (OR. fr) 13441/05 STAT 24 FIN 375. VOORSTEL de Commissie d.d.: 12 oktober 2005 Betreft:

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 augustus 2016 (OR. en)

(Voor de EER relevante tekst)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 december 2009 (03.12) (OR. en) 16985/09 STATIS 103 SOC 757 ECOFIN 861

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 november 2012 (21.11) (OR. en) 16449/12 AGRILEG 170

CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART RV (14) 11 RV/G (14) 26 JWG (14) februari 2014 Or. en fr/de/nl/en. Uniforme technische standaarden

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

1. De Commissie heeft op 18 juni 2010 het ontwerp van gewijzigde begroting (OGB) nr. 6 bij de algemene begroting 2010 bij de Raad ingediend.

REGLEMENT VAN ORDE VAN HET TECHNISCH COMITÉ MOTORVOERTUIGEN. Vastgesteld op 26 november 2013 Herziene versie vastgesteld op 30 oktober 2018

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en)

De rapporteur, mevrouw Katerina BATZELI (PES - EL), heeft namens de Commissie cultuur en onderwijs een verslag met vijf amendementen ingediend.

2010/06 Structuur van het Publicatieblad - Aanpassing ingevolge de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon Publicatieblad, L-serie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 augustus 2005 (02.09) (OR. fr) 11843/05 FISC 96

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 2167.

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

BIJLAGEN. bij het. Gezamenlijk voorstel voor een Besluit van de Raad

PUBLIC 8480/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0183 (NLE)

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2002) 38 def.

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Brussel, 29 juni 2001 (OR. en) ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN REPUBLIEK TSJECHIË UE-CZ 1710/01

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 maart 2004 (OR. fr) 6967/04 LIMITE AVIATION 56 AELE 3 OC 189

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 juni 2008 (12.06) (OR. fr) 10351/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0108 (CNS) AGRIORG 52

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voor de delegaties gaat hierbij de tekst van de bovengenoemde verordening, zoals die op 28 april 2010 is overeengekomen door het Coreper.

(Voor de EER relevante tekst)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13289/00 LIMITE JAI 135

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 juli 2010 (05.08) (OR. en) 12675/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0206 (APP)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 maart 2010 (19.03) (OR. en) 7701/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0053 (NLE) ACP 66 PTOM 10 COAFR 102

(Voor de EER relevante tekst)

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D023041/03.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 september 2004 (OR. fr) 12704/04 COMER 168

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE COMMISSIE

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D015695/01.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 februari 2007 (OR. en) 5332/07 PESC 38 COEST 9

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 augustus 2017 (OR. en)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 27 maart 2012 (28.03) (OR. en) 8173/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0056 ( LE)

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

PUBLIC LIMITE NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 september 2006 (12.09) (OR. en) 8082/1/06 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2005/0104 (COD)

Brussel, 29 juli 2002 (OR. en) ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN BULGARIJE UE-BG 1909/02

De rapporteur, mevrouw Katerina BATZELI (PES - EL), heeft namens de Commissie cultuur en onderwijs een verslag met vijf amendementen ingediend.

(3) Het verslag bevat feedback over de ervaringen met de overgangsmaatregelen van Verordening (EG) nr. 2076/2005 van de Commissie (4). In het verslag

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

9405/08 CS/lg DG E VIII

Samenwerkingsprotocol Consumentenautoriteit Inspectie Verkeer en Waterstaat

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 maart 2002 (13.03) (OR. fr) 7122/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0056 (ACC) PECOS 68 PECHE 61

(Voor de EER relevante tekst) (2014/287/EU)

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

(Voor de EER relevante tekst)

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2005) 526 definitief.

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

11064/09 nes/jel/sv 1 DG H 3A

Transcriptie:

RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 20 januari 2009 (21.01) (OR. en) 5524/09 SOC 25 COMPET 25 I GEKOME DOCUME T van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie ingekomen: 19 december 2008 aan: de heer Javier SOLANA, secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger Betreft: Besluit van de Commissie van 19.12.2008 tot instelling van een comité van deskundigen inzake de detachering van werknemers Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument C(2008)8604 definitief. Bijlage: C(2008)8604 definitief. 5524/09 dm DG G II L

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 19.12.2008 C(2008)8604 definitief BESLUIT VA DE COMMISSIE van 19.12.2008 tot instelling van een comité van deskundigen inzake de detachering van werknemers NL NL

BESLUIT VA DE COMMISSIE van 19.12.2008 tot instelling van een comité van deskundigen inzake de detachering van werknemers DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Overwegende hetgeen volgt: (1) Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende the terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten 1, en met name artikel 4, legt duidelijke verplichtingen op met betrekking tot samenwerking tussen nationale overheidsdiensten, en legt de verantwoordelijkheid voor het creëren van de voorwaarden voor deze samenwerking bij de lidstaten. Voorts verplicht die richtlijn lidstaten nadrukkelijk om passende maatregelen te nemen om de informatie over arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden algemeen toegankelijk te maken, niet alleen voor buitenlandse dienstverleners, maar ook voor de betrokken gedetacheerde werknemers. (2) In haar mededeling aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité, en het Comité van de Regio's 'Detachering van werknemers met het oog op het verrichten van diensten de voordelen en het potentieel maximaliseren en de bescherming van werknemers garanderen' 2 van 13 juni 2007 kondigde de Commissie aan voornemens te zijn om een comité op hoog niveau in te stellen om de lidstaten te ondersteunen en bij te staan bij het identificeren en uitwisselen van goede praktijken, de bestaande informele groep van regeringsdeskundigen te institutionaliseren en de sociale partners daar formeel en regelmatig bij te betrekken. (3) In haar Aanbeveling van 4 april 2008 betreffende een intensievere administratieve samenwerking ten aanzien van de detachering van werknemers met het oog op het verrichten van diensten 3 gaf de Commissie te kennen dat de lidstaten actief moesten deelnemen aan een systematisch en formeel proces van inventarisatie en uitwisseling van goede praktijken op het gebied van de detachering van werknemers via hiertoe door de Commissie opgezette samenwerkingsforums. (4) In de conclusies van de Raad van 9 juni 2008 werd de Commissie verzocht de informele groep inzake de detachering van werknemers te institutionaliseren door de instelling van een comité van deskundigen. 1 2 3 PB L 18 van 21.1.1997, blz. 1. COM(2007) 304 definitief. PB C 85 van 4.4.2008, blz. 1 en rectificatie in PB C 89 van 10.4.2008, blz. 18. NL 2 NL

(5) Overeenkomstig deze conclusies dient het in te stellen comité contact te onderhouden met de overheidsinstanties die belast zijn met controle,zoals de arbeidsinspectie, en op het passende niveau en in overeenstemming met de nationale wetten en praktijken, formeel en regelmatig overleg te plegen met de sociale partners, in het bijzonder de vertegenwoordigers van de sociale partners in sectoren waarin zeer frequent een beroep wordt gedaan op gedetacheerde werknemers. (6) Daarom moet een comité van deskundigen op het gebied van de detachering van werknemers worden ingesteld en moeten de taken, de verantwoordelijkheden en de structuur daarvan worden vastgesteld. (7) Het comité van deskundigen moet onder meer de lidstaten ondersteunen en bijstaan bij de uitwisseling van ervaringen en goede praktijken, de uitwisseling van informatie op dit gebied bevorderen, zich buigen over alle vraagstukken en problemen in verband met de praktische toepassing van de wetgeving inzake de detachering van werknemers en de handhaving van die wetgeving in de praktijk, en nauwgezet de vorderingen volgen bij het verbeteren van de toegang tot informatie en van de administratieve samenwerking, met inbegrip van de ontwikkeling van een mogelijk systeem voor de uitwisseling van elektronische informatie. (8) Het comité dient te bestaan uit deskundigen die de nationale instanties vertegenwoordigen die in iedere lidstaat verantwoordelijk zijn voor, belast zijn met of betrokken zijn bij de implementatie en de toepassing van en het toezicht op de voorschriften betreffende de detachering van werknemers in het kader van het verrichten van diensten. Deze deskundigen moeten het volledige scala van kennis, bekwaamheden en ervaring op de diverse beleidsterreinen in kwestie bestrijken. Overeenkomstig de nationale wetgeving en praktijk kunnen gespecialiseerde, voor de handhaving van de wetgeving verantwoordelijke instanties, zoals arbeidsinspecties en de sociale partners, in het comité vertegenwoordigd zijn. (9) Het comité moet ook regelmatig formeel overleg plegen met de sociale partners op Europees niveau, met name met vertegenwoordigers van de sociale partners in sectoren waarin zeer frequent een beroep wordt gedaan op gedetacheerde werknemers, zoals de bouw, uitzendwerk, catering, landbouw en vervoer. Ook moet het een beroep kunnen doen op de expertise van specialisten met bijzondere kennis ten aanzien van een bepaald agendapunt. (10) Vertegenwoordigers van de EER-/EVA-landen, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, de kandidaat-lidstaten en Zwitserland dient te worden toegestaan als waarnemers deel te nemen. (11) Er moeten voorschriften voor de openbaarmaking van informatie door de leden worden vastgesteld, onverminderd de veiligheidsvoorschriften van de Commissie zoals vastgesteld in de bijlage bij Besluit 2001/844/EG, EGKS, Euratom van de Commissie 4. (12) Persoonsgegevens over de leden moeten worden verwerkt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 4 PB L 317 van 3.12.2001, blz. 1. NL 3 NL

18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens 5. (13) De kosten moeten worden gefinancierd overeenkomstig Besluit nr. 1672/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een communautair programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit Progress 6. BESLUIT: Artikel 1 Er wordt een deskundigencomité ingesteld, geheten "Comité van deskundigen inzake de detachering van werknemers" (hierna "het comité" genoemd). Het comité heeft tot taak: Artikel 2 Taken 1. de lidstaten te ondersteunen en bij te staan bij het identificeren en het bevorderen van de uitwisseling van ervaring en goede praktijken; 2. de uitwisseling van informatie op dit gebied, waaronder informatie over bestaande vormen van (bilaterale) administratieve samenwerking van de lidstaten en/of de sociale partners te bevorderen; 3. zich te buigen over alle vraagstukken, problemen en specifieke kwesties in verband met de implementatie en praktische toepassing van Richtlijn 96/71/EG of de nationale uitvoeringsmaatregelen, alsmede de handhaving van die richtlijn in de praktijk; 4. de moeilijkheden te onderzoeken die zich bij de toepassing van artikel 3, lid 10, van Richtlijn 96/71/EG zouden kunnen voordoen; 5. de vorderingen te monitoren die zijn geboekt bij de verbetering van zowel de toegang tot informatie als bij administratieve samenwerking, en in dat verband onder meer de diverse opties te beoordelen voor een geschikte technische ondersteuning van de uitwisseling van informatie ten behoeve van een betere administratieve samenwerking, waaronder een systeem voor de uitwisseling van elektronische informatie; 6. zo nodig de mogelijkheden te verkennen voor een doeltreffender naleving en handhaving van de rechten van de werknemers en de bescherming van hun rechtspositie; 7. een diepgaand onderzoek uit te voeren naar praktische grensoverschrijdende problemen om bestaande problemen op te lossen, de praktische toepassing van bestaande wettelijke 5 6 PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1. PB L 315 van 15.11.2006, blz. 1. NL 4 NL

instrumenten alsook de wederzijdse bijstand van de lidstaten te verbeteren, voor zover noodzakelijk. Artikel 3 Samenstelling Benoeming 1. De lidstaten wijzen elk twee leden van het comité aan. Zij kunnen ook twee plaatsvervangers benoemen. In verband met de aanwijzing van hun vertegenwoordigers plegen de lidstaten overleg met overheidsinstanties, zoals de arbeidsinspecties, die verantwoordelijk zijn voor de handhaving van de wetgeving die van toepassing is op gedetacheerde werknemers. Zij mogen eveneens, in overeenstemming met de nationale wetgeving en/of praktijk, overleg plegen met de sociale partners. 2. Vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers op communautair niveau en vertegenwoordigers van de sociale partners in sectoren waarin zeer frequent een beroep wordt gedaan op gedetacheerde werknemers, kunnen de vergaderingen van het comité als waarnemer bijwonen, overeenkomstig de door hun organisaties en de Commissie vastgestelde procedures. De vertegenwoordigers worden aangewezen door de Commissie op voordracht van de relevante sociale partners op communautair of sectorniveau. Deze groep waarnemers bestaat uit ten hoogste twintig leden en is als volgt samengesteld: - 5 leden die de werkgeversorganisaties op communautair niveau vertegenwoordigen; - 5 leden die de werknemersorganisaties op communautair niveau vertegenwoordigen; - ten hoogste tien vertegenwoordigers van de sociale partners (gelijkelijk verdeeld tussen werkgevers- en werknemersorganisaties) in sectoren waarin zeer frequent een beroep wordt gedaan op gedetacheerde werknemers. 3. Vertegenwoordigers van de EER-/EVA-landen, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, de kandidaat-lidstaten en Zwitserland kunnen eveneens als waarnemers de vergaderingen van het comité bijwonen. 4. De namen van de leden worden verzameld, verwerkt en bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 45/2001 7. Artikel 4 Werkwijze 7 Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1). NL 5 NL

1. Het comité wordt voorgezeten door de Commissie. 2. Met instemming van de Commissie kunnen subgroepen worden opgericht om specifieke kwesties te onderzoeken overeenkomstig een door het comité vastgesteld mandaat. Deze subgroepen worden ontbonden zodra hun mandaat is uitgevoerd. 3. In overeenstemming met de Commissie kunnen deskundigen, onder wie vertegenwoordigers van internationale organisaties met een bijzondere deskundigheid ten aanzien van het behandelde onderwerp, per geval worden uitgenodigd deel te nemen aan de beraadslagingen van het comité of de subgroep, indien dit nuttig en/of noodzakelijk is. 4. Het comité en zijn subgroepen vergaderen in de regel ten kantore van de Commissie overeenkomstig de procedures en volgens het tijdschema die zijn vastgesteld. Het comité kan worden opgeroepen tot vergaderingen op andere locaties, met name op voorstel van een lidstaat die het comité of een van zijn subgroepen wenst te ontvangen in verband met een gebeurtenis die van bijzonder belang is voor het comité, zijn subgroep(en) of die lidstaat. De secretariaatswerkzaamheden van het comité wordt verzorgd door de Commissie. Andere ambtenaren van de Commissie die bijzonder belang hebben bij de besprekingen, kunnen de vergaderingen van het comité en zijn subgroepen bijwonen. 5. Het comité stelt zijn reglement van orde vast op basis van het door de Commissie vastgestelde standaardreglement van orde. 6. De door deelname aan de beraadslagingen van het comité of subgroep verkregen informatie mag niet openbaar worden gemaakt als deze informatie volgens de Commissie betrekking heeft op vertrouwelijke aangelegenheden. 7. De Commissie mag op het internet samenvattingen, conclusies, gedeeltelijke conclusies of werkdocumenten van het comité publiceren in de oorspronkelijke taal van het document in kwestie. Artikel 5 Onkostenvergoeding De reis- en, voor zover van toepassing, verblijfskosten die door de leden, waarnemers en uitgenodigde deskundigen in verband met de werkzaamheden van het comité worden gemaakt, worden door de Commissie terugbetaald overeenkomstig de interne regels van de Commissie voor de vergoeding van kosten van externe deskundigen. De leden, waarnemers en uitgenodigde deskundigen ontvangen geen bezoldiging voor de diensten die zij verrichten. De behoeften aan personele en administratieve middelen worden gedekt uit de financiële middelen die aan het beherende directoraat-generaal worden toegewezen in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure, rekening houdend met de budgettaire beperkingen. NL 6 NL

Artikel 6 Inwerkingtreding Dit besluit wordt van kracht op de dag van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Gedaan te Brussel, 19.12.2008. Voor de Commissie Vladimir Špidla Lid van de Commissie NL 7 NL