Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergelijkbare documenten
Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Militairen naar Afghanistan en de Nederlandse politieke crisis

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 14 november 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de opvang van vluchtelingen in Turkije op basis van de Turkijedeal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

HDAB Aanvulling stand van zakenbrief Afghanistan: nazorg, counter insurgency opleiding en eigen vuur incident

Toekomst missie Uruzgan ( )

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ter uwer informatie. ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~16 maart 2018

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

omslag FORUM #10/

Tweede Kamer der Staten-Generaal

14098/15 VER/mt 1 DG C 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal De heer J. Voordewind Binnenhof 4 Den Haag. Den Haag, 26 juni 2008

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

EenVandaag: Politicus van het Jaar 2009 EénVandaag Opiniepanel - 10 december respondenten

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

DE LEGALITEIT VAN DE INTERNATIONAALRECHTELIJKE RECHTVAARDIGINGSGRONDEN VOOR DE WESTERSE INTERVENTIES IN SYRIË EN IRAK.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Notulen van de openbare commissievergadering ABM

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag. Datum 15 maart 2013 Betreft EUTM Somalië. Geachte voorzitter,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Toespraak bij de lancering van het Defensie Cyber Commando door de Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert op 25 september 2014 te Den Haag.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17

TOETSINGSKADER 2014 Inleiding

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Het Presidium heeft de evaluatie besproken in haar vergadering van 20 januari 2016.

1red , NOS, Gesprek met de minister-president, Ned.2, uur

Datum 19 januari 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de situatie in de Griekse asielopvang

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Schriftelijke vragen Van Bommel over de arrestatie van een Afghaanse burger in Kamp Holland en het gebruik van particuliere beveiligingsbedrijven

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 925 Bestrijding internationaal terrorisme Nr. 59 1 Samenstelling: Leden: Blaauw (VVD), Weisglas (VVD), De Hoop Scheffer (CDA), voorzitter, Van den Berg (SGP), Van Middelkoop (ChristenUnie), Apostolou (PvdA), Valk (PvdA), Hessing (VVD), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Hoekema (D66), Marijnissen (SP), Verhagen (CDA), M. B. Vos (GroenLinks), Dijksma (PvdA), Van t Riet (D66), Van den Doel (VVD), Koenders (PvdA), Timmermans (PvdA), ondervoorzitter, Verburg (CDA), Karimi (GroenLinks), Remak (VVD), Wilders (VVD), Molenaar (PvdA) en Cqörüz (CDA). Plv. leden: Dijkstal (VVD), Van Baalen (VVD), Van den Akker (CDA), De Graaf (D66), Rouvoet (ChristenUnie), Belinfante (PvdA), Zijlstra (PvdA), Cherribi (VVD), De Haan (CDA), Scheltema-de Nie (D66), Van Bommel (SP), Eurlings (CDA), Gortzak (PvdA), Ter Veer (D66), Snijder-Hazelhoff (VVD), Albayrak (PvdA), Bussemaker (PvdA), Visser-van Doorn (CDA), Rosenmöller (GroenLinks), Rijpstra (VVD), Balemans (VVD), Duivesteijn (PvdA) en Van Oven (PvdA). 2 Samenstelling: Leden: Van den Berg (SGP), Zijlstra (PvdA), Apostolou (PvdA), Hillen (CDA), Valk (PvdA), voorzitter, Hessing (VVD), ondervoorzitter, Ardenne-van der Hoeven (CDA), Hoekema (D66), Stellingwerf (ChristenUnie), Van Lente (VVD), Verhagen (CDA), M. B. Vos (Groen- Links), Van t Riet (D66), Van den Doel (VVD), De Haan (CDA), Koenders (PvdA), Van der Knaap (CDA), Niederer (VVD), Timmermans (PvdA), Van Bommel (SP), Oplaat (VVD), Albayrak (PvdA), Balemans (VVD) en Herrebrugh (PvdA). Plv. leden: Dittrich (D66), Swildens-Rozendaal (PvdA), Arib (PvdA), Van Oven (PvdA), Weisglas (VVD), Eurlings (CDA), Ter Veer (D66), Van Middelkoop (ChristenUnie), De Swart (VVD), Van der Hoeven (CDA), Pitstra (GroenLinks), Bakker (D66), Blaauw (VVD), Ten Hoopen (CDA), Hindriks (PvdA), Ross-van Dorp (CDA), Karimi (GroenLinks), E. Meijer (VVD), Dijksma (PvdA), Marijnissen (SP), Van Baalen (VVD), Wilders (VVD) en Duivesteijn (PvdA). VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 22 mei 2002 De vaste commissies voor Buitenlandse Zaken 1 en voor Defensie 2 hebben op 24 april 2002 overleg gevoerd met minister Van Aartsen van Buitenlandse Zaken en minister De Grave van Defensie over: de brief van de ministers van Buitenlandse Zaken, van Defensie en voor Ontwikkelingssamenwerking d.d. 27 februari 2002 inzake bestrijding internationaal terrorisme (27 925, nr. 46); de brief van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking d.d. 20 maart 2002 inzake een loket voor in Nederland verblijvende Afghanen die een vrijwillige tijdelijke bijdrage willen leveren aan de wederopbouw van hun vaderland (27 925, nr. 51); de brief van de ministers van Buitenlandse Zaken, van Defensie en voor Ontwikkelingssamenwerking d.d. 28 maart 2002 inzake recente ontwikkelingen in Afghanistan (27 925, nr. 53); de brief van de ministers van Buitenlandse Zaken, van Defensie en voor Ontwikkelingssamenwerking d.d. 12 april 2002 inzake de stand van zaken Nederlandse bijdrage aan ISAF na drie maanden (27 925, nr. 55); de brief van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking d.d. 17 april 2002 inzake het verslag van het bezoek van de minister aan Kabul, Afghanistan (BuZa-02-196). Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissies Mevrouw Van t Riet (D66) vindt dat de ISAF (International Security Assistance Force) goed werk verricht door de veiligheid in Kabul te bevorderen. De interim-regering van premier Karzai kan echter in niet meer dan 10% van het land haar invloed doen gelden. Kan het werk van ISAF zich uitbreiden naar de gebieden die door de twaalf krijgsheren worden beheerst, nu nog de verantwoordelijkheid van de VS? De heer Brahimi, speciale VN-gezant, vraagt om het mandaat te verbreden en ISAF in zes andere steden te laten werken. Minister Abdullah pleitte in de Algemene Raad voor symbolische ISAF-aanwezigheid in andere steden. In hoeverre kan dit geregeld worden? KST61849 ISSN 0921-7371 Sdu Uitgevers s-gravenhage 2002 Tweede Kamer, vergaderjaar 2001 2002, 27 925, nr. 59 1

Bij het voortzetten van ISAF is een nieuwe VN-resolutie noodzakelijk. Een dergelijke continuering moet worden gesteund. Volgens de heer Brahimi moet de ISAF aanwezig blijven tot minimaal een halfjaar voor de verkiezingen. Hoe ver staat het met verlenging van het veiligheidsmandaat? Welke rol kan Nederland daarbij spelen, in het licht van de uitzending van 400 militairen naar Macedonië? Hoe staat het met de EU-presentie, die besproken is in de Algemene Raad? Mevrouw Van t Riet wijst erop dat momenteel de Loya Yirga plaatsvindt. De terugkeer van de voormalige koning hiervoor heeft in Afghanistan weinig complicaties opgeleverd. Bij dit alles komt de vraag naar voren hoe het verder moet. Er is immers vast te stellen dat door het uitblijven van betaling de politie volledig corrupt geworden is. Daarnaast is de vorming van een leger van 50 000 tot 60 000 mensen aan de orde, opleiding van de politie en de instelling van een gerechtelijk systeem. Wat kan de minister doen om deze voorwaarden voor een functionerende staat te bevorderen? Bij de fregattenproblematiek mag de marine nu een schip waarop verdenking rust «boarden» als de gezagvoerder van dat schip daartoe toestemming geeft. Dat is een stap in de goede richting. Hoe verloopt dit verder? Naar verluidt mogen de F-16 s in juni eindelijk richting Manas vertrekken. Is dat zeker? Is de positie van Turkije als «lead nation» zeker? Moet daarmee ingestemd worden nu blijkt dat zij daarvoor een financiële bijdrage willen zien? Mevrouw Van t Riet merkt op dat op het vlak van de ontwikkelingssamenwerking de klacht te horen is dat de donorcoördinatie en de structuren te gecompliceerd zijn. Bij de instelling van de consultants group en het trust fund is opvallend hoe veel organisaties daarbij betrokken zijn. De NGO s (non-governmental organizations) vechten elkaar blijkbaar de tent uit bij dit gemakkelijke, populaire onderwerp. Bij een bezoek aan Afghanistan is overigens gebleken dat, volgens de heer Brahimi, de actuele vluchtelingenproblematiek niet zo groot is als blijkt uit de brief van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking. Mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven (CDA) steunt de inzet van de Nederlandse regering in Afghanistan, ook na het bezoek van een delegatie van de Tweede Kamer van enkele weken geleden. Het land is dor en droog, laat alle ellende van de afgelopen jaren duidelijk zien, en kent bovendien een verdeelde staat. Daarnaast wordt nog steeds gejaagd op Bin Laden en de zijnen. In Kabul wordt hard gewerkt aan een overgangsregering die in juni via de Loya Yirga moet worden ingesteld, met daarna een traject van grondwetswijziging en verkiezingen. Is dit tijdschema, van belang voor de stabiliteit, houdbaar? De heer Brahimi heeft gesproken over verlenging en uitbreiding van het mandaat. Volgens de Nederlandse regering wordt daarover waarschijnlijk pas in juni een beslissing genomen, de maand waarin het mandaat afloopt. Als dit besluit niet alsnog versneld wordt, betekent dit dat er sprake zal zijn van een hap-snap voorbereiding. Dringt Nederland op versnelling aan in internationaal verband, als het gaat om verlenging en uitbreiding? Uit het oogpunt van veiligheid ligt verbreding van het beperkte mandaat, hoofdstuk VII, overigens niet voor de hand. Mevrouw Van Ardenne is onder de indruk van het werk van de Nederlandse militairen op de compound Dusty Dutch en in wijk 8. Zij worden bovendien, in afwijking van ervaringen van sommige andere internationale troepen, geaccepteerd door de lokale bevolking. Hoe kan het dat Britten en Duitsers veel meer te maken hebben met incidenten? Het opleiden van politie en de vorming van een leger is van belang. Ook daaraan levert Nederland een bijdrage. Overigens blijken de commandotroepen van de luchtmobiele brigade uitermate geschikt voor een eerste entree in het kader van een vredesoperatie. Binnen defensiekringen wordt gedacht aan een specialisatie in dit verband. Wat is de mening van de Tweede Kamer, vergaderjaar 2001 2002, 27 925, nr. 59 2

minister van Defensie hieromtrent? Hierbij moet de nadruk komen te liggen op het voordeel van een uitzendduur van drie maanden. Er bestaat onvoldoende zicht op de veiligheidssituatie. Nemen de risico s toe nu de voormalige koning is teruggekeerd? Wat is de verhouding tussen de operatie Enduring Freedom en de positie van ISAF? De kleine projecten zijn van belang voor de positie van de Nederlandse militairen in Kabul. Hoe staat het met de financiering daarvan? Bestaat hierbij geen overmatige bureaucratie? De commando s zijn in de publiciteit getreden omdat zij, alhoewel opgeleid voor speciale taken, alleen patrouille in Kabul mogen lopen. Was het in de ogen van de minister van Defensie onmogelijk om een commandobijdrage te leveren aan Enduring Freedom? Mevrouw Van Ardenne stelt de evaluatie na drie maanden aan de orde. Zo blijft er moeite bestaan met de aanmelding van Turkije als «lead nation» bij de wisseling. Het Britse detachement blijft evenwel aanwezig in ISAFverband, met een belangrijke rol voor Turkije in het politieke deel van de ISAF. Zo is er nog steeds sprake van verbondenheid met een lid van de Veiligheidsraad. De Duitsers blijven daarnaast het brigadehoofdkwartier voeren. Er is dan ook geen sprake van verslechtering van de voorwaarden waaronder Nederlandse militairen aan ISAF deelnemen. Met voortzetting van de operatie de komende drie maanden wordt dan ook ingestemd. Dat is iets anders dan instemming met verlenging van het mandaat na zes maanden. De discussie hierover moet gestart worden zodra een nieuwe VN-resolutie is geformuleerd. Mevrouw Karimi (GroenLinks) legt uit dat de Kamer heeft ingestemd met de deelname van Nederland aan ISAF voor een periode van zes maanden. Wel is er na drie maanden sprake van een evaluatie, wat echter niet betekent dat dit besluit al dan niet moet worden herbevestigd. Het belang van de keuze van een «lead nation» is duidelijk. De verworvenheden van ISAF mogen immers niet verloren gaan met het oog op het politieke proces in Afghanistan. In hoeverre is zeker dat Turkije het Verenigd Koninkrijk zal opvolgen? Wat is de materiële betekenis van deze wisseling als zoveel taken door de Britten en de Duitsers worden uitgevoerd? Van het Turkse leger is bekend hoe het omspringt met de mensenrechten, bijvoorbeeld in het conflict met de Koerden. Wordt over cultuur, uitstraling en normen en waarden van een fatsoenlijk leger met Turkije gesproken? Mevrouw Karimi vindt het, gezien de bewezen waarde van aanwezigheid van internationale troepen in Kabul, logisch om na de denken over en te werken aan verlenging van het mandaat. Dat moet met enige snelheid gebeuren met het oog op afwisseling door nieuwe troepen. Het algemene principe daarbij is dat wie pleit voor een dergelijk mandaat, ook bereid moet zijn tot levering van troepen. Op een later moment moet besproken worden of verlenging van het mandaat betekent dat de Nederlandse troepen langer aanwezig zullen zijn. De positie van de Nederlandse regering inzake uitbreiding van het mandaat is weinig gelukkig. Minister Van Aartsen heeft al vroegtijdig aangegeven geen voorstander te zijn van uitbreiding van het mandaat naar andere steden dan Kabul. De rapporten van Human Rights Watch, de berichten over pogingen tot etnische zuiveringen in het noorden van Afghanistan en het probleem van de vluchtelingen wijzen echter op het belang van de aanwezigheid van internationale troepen. Wat is hierop de reactie van de minister van Buitenlandse Zaken? Wat is de positie van de Verenigde Staten op dit vlak? Is men bang Enduring Freedom in de wielen te rijden? Mevrouw Karimi wijst erop dat de minister van Defensie op 21 december heeft aangegeven dat de aanwezigheid van F-16 s een inherent onderdeel vormt van ISAF. Die vliegtuigen zijn echter nog steeds niet ter plaatse, Tweede Kamer, vergaderjaar 2001 2002, 27 925, nr. 59 3

alhoewel toen een duidelijke koppeling is aangebracht tussen Nederlandse deelname en deelname van F-16 s. Wat doen die vliegtuigen eigenlijk? Er zijn in het veld van humanitaire hulp en wederopbouw veel klachten te horen bij niet-gouvernementele organisaties over de halsstarrigheid van de Nederlandse regering. Die wil het geld alleen via multilaterale kanalen ter beschikking stellen. Is de regering bereid, de mogelijkheid te openen om via NGO s geld ter beschikking te stellen, om de bureaucratische problemen bij de multilaterale organisaties en VN-instellingen te omzeilen? De UNHCR (United Nations High Commissioner for Refugees) meldt dat de terugkeer van vluchtelingen veel sneller plaatsvindt dan verwacht. Op welke manier wordt de UNHCR gesteund? De heer Weisglas (VVD) spreekt dank uit voor de uitgebreide en duidelijke, steeds terugkerende, rapportage aan de Kamer. Daarnaast is de bijdrage van en inzet door de Nederlandse troepen, in buitengewoon ingewikkelde omstandigheden, te prijzen. Het werk dat wordt geleverd op het terrein van onderwijs (ook aan vrouwen) en vrouwenemancipatie valt te waarderen. Er mag echter niet worden vergeten dat de risico s zeer aanzienlijk blijven. Bij de wisseling van «lead nation» is de enige, allesoverheersende voorwaarde dat een wisseling van de wacht betekent dat de met het Verenigd Koninkrijk gemaakte afspraken, inclusief extractie, door de nieuwe «lead nation» worden overgenomen. Bij een eventuele keuze voor Turkije is tevens van belang dat er een rol zal blijven voor het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, inclusief een wellicht grotere rol voor de Verenigde Staten. Dit alles maakt dat een wisseling van de wacht door Turkije zeker niet wordt uitgesloten. De heer Weisglas staat positief tegenover verlenging van het ISAFmandaat, vooral om te voorkomen dat er een veiligheidsvacuüm ontstaat. Met het oog op een mogelijke verlenging van het mandaat is het wachten op een voorstel van de regering tot eventuele deelname door Nederlandse troepen. Een geografische uitbreiding van het mandaat is een slecht idee. Wie de ambitie heeft in grote delen van Afghanistan met een militaire presentie de orde te handhaven, zal die niet kunnen waarmaken. Het is daarom van belang dat ISAF een bijdrage levert aan de ontwikkeling van een Afghaanse politie- en legermacht. Er mogen wel vanuit Kabul incidentele activiteiten in de omgeving van deze stad plaatsvinden. In het juridische kader van de «boarding» is een stap vooruit gemaakt. Het aan boord komen is nu mogelijk met toestemming van de gezagvoerder van het te «boarden» schip. Ziet de minister van Defensie mogelijkheden om verder te komen op dit punt? Het voorstel van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking om te komen tot een loket voor in Nederland verblijvende Afghanen die een vrijwillige tijdelijke bijdrage willen leveren aan de wederopbouw van hun vaderland is een goede gedachte. De inzet van de staatssecretaris van Justitie om beperkingen in de huidige asielregels in dit verband op te heffen valt eenzelfde waardering ten deel. De heer Koenders (PvdA) merkt op dat er, ondanks verbetering van de omstandigheden, reden voor grote zorg blijft omtrent Afghanistan. De vraag is en blijft hoe een vredesmandaat een adequate invulling kan krijgen. De inzet van de Nederlandse soldaten is overigens te prijzen. Zij spelen een buitengewoon belangrijke rol in een nog steeds onzekere situatie. De stabiliteit in Afghanistan is enorm belangrijk voor het overleg met de buurlanden: het zes plus twee-overleg. Daar ligt de kern van de toekomstige stabiliteit. Hoe staat het met dat overleg, ook met het oog op de wederopbouw? Is er sprake van een risico inzake Iran? Er worden in de brief terecht kanttekeningen gemaakt bij de mogelijkheden van de rege- Tweede Kamer, vergaderjaar 2001 2002, 27 925, nr. 59 4

ring in Afghanistan om invloed uit te oefenen op zowel het beleid als het land. Is er op het vlak van beleid voortgang te zien? Komen er fondsen vrij, zodat de regering zo snel mogelijk kan functioneren? Er lijkt immers sprake van toenemende risico s, in het bijzondere waar het de etnische tegenstellingen betreft en de stabiliteit van de interim-regering. Wat is hierover het oordeel van de demissionaire regering? De heer Koenders wijst op het belang van het opbouwen van veiligheidsstructuren. Er is een aantal initiatieven genomen op dit vlak. Gezien de timing, de financiën en de betrokken landen kan men daarbij vraagtekens plaatsen. Is er een VN-logica tussen een toekomstig mandaat en de opbouw van een veiligheidsstructuur met een legermacht van 60 000 man? De projecten van het vredesfonds kunnen een bijdrage leveren aan de opbouw van de veiligheidsstructuur in Afghanistan. Wat houden de hierbij genoemde trainingsfaciliteiten in? Kern van het probleem is de huidige risicoanalyse van de situatie, die weinig geruststellend is. Van wie krijgt het Nederlandse contingent in de ISAF «intelligence»? Hoe wordt die besproken in ISAF-verband? Hoe denkt men ervan verzekerd te zijn dat de risicoanalyse steeds geactualiseerd is? Vindt de regering dat er in het licht van de Loya Yirga sprake is van voldoende en adequaat uitgeruste troepen met voldoende bescherming? Is er enige aanleiding om te veronderstellen dat de ontwikkelingen van 6 en 7 april zich kunnen uitbreiden? Blijven de afspraken over de relatie tussen ISAF en Enduring Freedom onveranderd? Is er met de Verenigde Staten, met het oog op de toekomst, gesproken over het relatieve verschil tussen het harde werk en het «peace keeping»-werk? Kan inzicht worden verschaft in het kostenplaatje van de operatie tot nu toe? De heer Koenders merkt op dat Turkije te kennen heeft gegeven onder bepaalde voorwaarden de rol van «lead nation» te willen vervullen. Wat zijn die voorwaarden? Hoe staat het met de blijvende aanwezigheid van Duitsland en het Verenigd Koninkrijk? Ontstaat er zo geen situatie van te veel piloten in de cockpit? De visie van de minister van Buitenlandse Zaken, dat uitbreiding van het mandaat naar andere steden ongewenst is, is onbegrijpelijk. De Afghaanse regering en de heer Brahimi smeken om deze symbolische aanwezigheid. Het gevaar is immers dat de centrale regering allerlei regio s niet kan beheersen. Het patrouilleren in andere steden, met eenzelfde mandaat en met eenzelfde limitering, is van essentieel belang. Wat is de redengeving voor deze visie? Is de voortijdige stellingname van de Verenigde Staten en Nederland niet een verkeerd signaal? De heer Koenders wijst op de ontdekking van een dodenlijst in Kabul met 106 namen, waarover eerder vragen zijn gesteld. Is inmiddels duidelijk of het daarbij ook gaat om mensen die in Nederland verblijven? Antwoord van de bewindslieden De minister van Buitenlandse Zaken vindt dat de interim-regering een belangrijke bijdrage levert aan de stabilisatie in Afghanistan. Dat neemt niet weg dat er veel problemen zijn op het gebied van de mensenrechten, bijvoorbeeld voor de Pathanen die worden vereenzelvigd met het vorige regime. De overgang van Afghanistan naar een moderne samenleving zal dan ook gepaard gaan met zeer veel problemen. De interim-regering besteedt veel aandacht aan internationale contacten, wat de behoefte aan de zes plus twee-formule minder maakt. Deze constructie blijft echter nodig, naast de belangrijke rol voor de VN en de heer Brahimi. Het proces naar de Loya Yirga ligt nog op schema. De voorbereidingen zijn in volle gang. Een onzekere factor vormen echter de regionale krijgsheren die, nadat zij in Bonn al iets hebben verloren, met name de verdeling van de macht nauwlettend in het oog houden. De Loya Yirga zal bovendien verlopen zonder dat de internationale gemeenschap er bovenop zit. De veiligheidssituatie in Afghanistan is wisselend en vormt Tweede Kamer, vergaderjaar 2001 2002, 27 925, nr. 59 5

dan ook reden tot zorg. Ook in de hoofdstand Kabul hebben zich de nodige incidenten voorgedaan, zoals een raketaanval op ISAF. De hoofdtaak van ISAF, het functioneren van de interim-regering mogelijk maken, wordt echter goed vervuld. De minister merkt op dat er bij het mandaat twee uitbreidingen aan de orde zijn: een in tijd en een qua geografie. Naar verwachting zal de Veiligheidsraad in juni een besluit nemen over verlenging van het mandaat. Tot nu toe is er geen enkele reden om aan te nemen dat een lid van de Veiligheidsraad bezwaar maakt tegen die verlenging, zeker als de overgang van de interim-regering naar de transitieregering aan de orde is. Uitbreiding van het mandaat in geografische zin is enige tijd geleden door premier Karzai en de heer Brahimi met veel kracht bepleit. Abdullah heeft daar echter tien dagen geleden in Luxemburg niet op aangedrongen, maar heeft gevraagd om een symbolische bijdrage in andere steden in Afghanistan. Nederland en Duitsland hebben daarop aangegeven dat symbolische presentie niet aan de orde is. Dat schept slechts verwachtingen die vervolgens niet waargemaakt kunnen worden. Eerder is de mogelijkheid bekeken om in Kabul een eenheid te legeren die eventueel in andere steden kan opereren. Dat model is militair gezien niet haalbaar gebleken. Het gaat dan om zowel een forse troepenmacht als een ander mandaat. Een en ander is tevens besproken met Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en de Verenigde Staten. Het gaat daarbij niet om een te vroeg ingenomen positie van de Verenigde Staten en Nederland of om zorgen van de VS over problemen tussen Enduring Freedom en ISAF. In de internationale gemeenschap zijn voor dit idee de handen niet op elkaar te krijgen. Onder meer de Verenigde Staten, Duitsland en Nederland proberen in sneltreinvaart een nationale garde te trainen, een troepenmacht voor de interim-regering. Ook is men bezig de politie op een goede wijze in te richten. Nederland is bereid om op dit laatste vlak expertise in te brengen en middelen ter beschikking te stellen uit zowel het Vredesfonds als het trust fund. De minister ziet bezwaren in de situatie van over elkaar buitelende internationale NGO s. Juist daarom wordt ervoor gezorgd dat de Nederlandse financiële bijdrage haar weg vindt uit centrale financiering via VN-organisaties. Er is overigens een missie uitgezonden om te onderzoeken hoe de NGO s in staat gesteld kunnen worden om programma s uit te voeren zonder de coördinatie te ondergraven. Van de enige weken geleden overgemaakte 32 mln euro voor humanitaire hulp en wederopbouw is 10 mln naar de UNHCR gegaan. De UNHCR wordt zo in staat gesteld in een post-conflictsituatie een regisserende rol te spelen wat betreft de vluchtelingen. Turkije is zich volop aan het voorbereiden op een taak als «lead nation». Men is zich daarbij bewust van het punt van de legercultuur. De Turkse minister van Buitenlandse Zaken is doordrongen van het belang van een goede verhouding met de EU op het terrein van de mensenrechten. De minister van Defensie onderschrijft de visie van de minister van Buitenlandse Zaken over geografische uitbreiding van het mandaat. De operationele en planmatige mogelijkheden van Nederland om met meer militairen bij te dragen zijn nogal beperkt. Bij verlenging van het mandaat, ook voor een langere periode, doen zich echter geen problemen voor inzake een eventuele Nederlandse bijdrage, ook in het licht van de besluitvorming over uitzending naar Macedonië. Het Nederlandse contingent is sinds medio februari in Afghanistan compleet. De logistiek complexe operatie: grote hoeveelheden materiaal en mensen, alles door de lucht en onder extreme weersomstandigheden, is een huzarenstukje geworden. Binnenkort zal de eerste Nederlandse compagnie worden afgelost, na een fysiek en mentaal zeer zware taak. De Nederlandse militairen gedragen zich professioneel en leveren, ook naar Tweede Kamer, vergaderjaar 2001 2002, 27 925, nr. 59 6

eigen zeggen, een belangrijke bijdrage aan herstel van stabiliteit in Kabul. De bevolking reageert positief op ISAF, onder meer door toegenomen bedrijvigheid op straat en het openen van scholen. Nederland onderscheidt zich daarbij in positieve zin, wellicht door het patrouilleren in open voertuigen waardoor men, met eventuele additionele veiligheidsrisico s, gemakkelijker contact legt met de lokale bevolking. De militairen van andere nationaliteiten opereren overigens in gebieden waar zich meer criminele activiteiten afspelen. In geheel Afghanistan blijft er sprake van incidenten en schermutselingen en een complexe veiligheidssituatie. De voortdurend geactualiseerde risicoanalyse laat zien, ook na informatie van de MID (Militaire inlichtingendienst) en de chef defensiestaf, dat de Nederlandse inzet nog steeds verantwoord is. Er is geen reden om het aantal troepen uit te breiden of de bewapening te verzwaren. De Nederlandse eenheid in Kabul kent een eigen nationale «intelligence cel», die permanent contact heeft met medewerkers van de Duitse en Engelse nationale «intelligence cel». Daarnaast bestaat er intensief contact met de MID in Nederland, die eigen informatie heeft en contacten met de zusterdiensten, ook die van de Amerikanen, onderhoudt. Er zijn tevens liaison intelligence officieren uitgewisseld tussen het hoofdkwartier van ISAF en het hoofdkwartier van Enduring Freedom, los van bilaterale uitwisseling tussen hoofdsteden. In opzet is het intelligence-beeld daarmee perfect, al blijkt in de praktijk dat het buitengewoon moeilijk en complex is om een goed beeld te krijgen van de ontwikkelingen in een land zoals Afghanistan. De minister merkt op dat er verschillende incidenten rond ISAF hebben plaatsgevonden. Een raket is op enkele honderden meters van het ISAFhoofdkwartier ingeslagen. Er is sprake van schietincidenten bij wachtposten en tijdens patrouilles in de zuidwestelijke districten van Kabul. Een beoordeling daarvan is moeilijk. Gaat het om criminaliteit of om geweld van krijgsheren of Al Qaeda tegen ISAF? Afghanistan is nog steeds een land van grote belangentegenstellingen en van loyaliteit aan de eigen etnische groep of krijgsheer boven loyaliteit aan de interim-regering. ISAF heeft dan ook een taak te verrichten in een gebied met volop risico s. De Force Commander is zeer alert op incidenten. Als voorzorgsmaatregel is bijvoorbeeld de compound inmiddels met zandzakken en containers versterkt. De compagniescommandant heeft daarnaast een calamiteitenplan ontwikkeld. In december vorig jaar is een discussie gevoerd over het belang van aanwezigheid van F-16 s in het gebied met het oog op de eventuele noodzaak van extractie. Op dit punt is een relatie gelegd tussen het relatief licht bewapende ISAF en Enduring Freedom. Er zijn dan ook al die tijd F-16 s aanwezig geweest, zij het van de Amerikaanse en Franse luchtmacht. In de discussie is toen gesteld dat het vreemd is als Nederland de mogelijkheden van die F-16 s wil benutten als het zelf niet bereid is om de Nederlandse F-16 s te zijner tijd ook in het kader van Enduring Freedom in te zetten. De benodigde F-16 s zijn voortdurend in de buurt geweest. Volgens de planning zullen Nederland, Noorwegen en Denemarken twaalf F-16 s leveren ter vervanging van de Amerikaanse en Franse F-16 s. Volgens de laatste informatie moet de landingsbaan in Manas na veelvuldig gebruik eerst worden gerepareerd. De vervanging is daarmee voorzien per 1 oktober. De Kamer zal in een komende brief over de stand van zaken uitgebreid worden geïnformeerd over de verschillende elementen omtrent Enduring Freedom. De minister erkent het succesvolle optreden van de commando s bij de eerste entree in het kader van deze vredesoperatie. Een voorstel om ook bij volgende operaties op deze wijze commando s in te zetten zal bij de evaluatie worden meegenomen. Mogelijk bereikt het reeds eerder de Kamer. De roep van commando s om mee te doen aan Enduring Freedom is bekend. Het is zonder meer duidelijk dat de commando s hiertoe in staat zijn. De regering vindt het echter niet opportuun. Niet alle landen hoeven Tweede Kamer, vergaderjaar 2001 2002, 27 925, nr. 59 7

alles tegelijk te doen. De afspraken tussen Enduring Freedom en ISAF blijven ongewijzigd. Over de kosten zal in de volgende stand van zaken worden ingegaan. De kosten lijken zich echter in neergaande zin te ontwikkelen. De voorzitter constateert, in het licht van de uitkomsten van de commissie-bakker, dat de aanwezige fracties steun uitspreken voor de politieke beleidslijn van de regering omtrent het mandaat. De voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, De Hoop Scheffer De voorzitter van de vaste commissie voor Defensie, Valk De griffier van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Van Toor Tweede Kamer, vergaderjaar 2001 2002, 27 925, nr. 59 8