Initiatiefnota Historischebotenbeleid (concept)

Vergelijkbare documenten
zaak die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische

MONUMENTENVERORDENING 2006

Subsidieverordening waardevolle panden gemeente Veere 2017

MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004

Gedoogkader Woonboten

Erfgoedverordening Boxtel 2010

Erfgoedverordening Nissewaard 2016

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 23 november 2010, Nr. SO/2010/482366;

Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr.

Erfgoedverordening Amsterdam

Nr.: 9.4 Onderwerp: Erfgoedverordening gemeente Lopik gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

2. Aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 januari 2004, nr ;

Erfgoedverordening gemeente Houten

Hoofdstuk 1. Algemeen

Gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Baarn 2006;

Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen

VERORDENING. De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.

overwegende dat het gewenst is cultuurhistorische waarde te behouden en te beschermen in de gemeente Sittard-Geleen;

Artikel 2. Het gebruik van het monument Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met het gebruik van het monument.

Subsidieregeling monumenten en klein erfgoed Sittard-Geleen. Burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 88 van de Huisvestingswet;

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015

b e s l u i t: vast te stellen de Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumentale panden Leidschendam-Voorburg 2008.

Erfgoedverordening Roosendaal 2017

SUBSIDIEVERORDENING MONUMENTEN 2006

WOONSCHEPENVERORDENING en Ligplaatsenkaarten Lelystad 2010

De raad van de gemeente Grave

WOONSCHEPENVERORDENING en Ligplaatsenkaarten Lelystad 2010

Gedoogkader woonboten en bedrijfsvaartuigen brengen ter algemene kennis dat zij in hun vergadering van 12 juli 2016 hebben besloten:

Subsidieverordening voor onderhoud en restauratie van monumenten

H E E R H U G O W >\ /\ R D

RAADSBESLUIT. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 19 april 2011;

Subsidieregeling instandhouding erfgoed gemeente Schagen 2018

Subsidieregeling gemeentelijke monumenten

Subsidieverordening Monumenten gemeente Wijk bij Duurstede 2010

ECLI:NL:RVS:2010:BL8738

REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP

28 MEI 1997 TOELICHTING WOONSCHEPENVERORDENING. INLEIDING

1. In te trekken de Erfgoedverordening 2013 gemeente Bronckhorst. 2. Vast te stellen de Erfgoedverordening 2018 gemeente Bronckhorst.

overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan behoud en herstel van gemeentelijke monumentale objecten,

gemeente Katwijk: Koningin Julianalaan 3, 2224 EW Katwijk, Postbus 589, 2220 AN Katwijk, website:

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2014;

Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Uden

DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST;

Model Leegstandverordening

Erfgoedverordening Heemskerk 2009

p. bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Archiefverordening. Bedrijfsvoeringsorganisatie Havenschap Moerdijk

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Montfoort 2005

Leegstandverordening Maassluis 2017.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2012/1

STADSREGIO AMSTERDAM ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING

Gemeente Tilburg Monumentenverordening gemeente Tilburg Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling

Verordening op de wijkraden

Algemene Subsidie Verordening gemeente Heerhugowaard 2014

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 6 november 2017 tot vaststelling van de Erfgoedverordening Noord-Holland 2017

Specifieke subsidieregeling energiebesparende maatregelen gemeente Overbetuwe

Subsidieverordening beschermde gemeentelijke monumenten Valkenswaard 2017

provinciaal blad Gedeputeerde Staten der provincie Groningen; nr augustus 2009

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 27 mei 2008;

Corsanummer

Uitvoeringsbesluit financiering instandhouding provinciale monumenten in Drenthe

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 4 augustus 2015, nummer /c; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

Nijverdal, 5 februari gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 18 december 2012;

A. ALGEMENE BEPALINGEN

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 4 september 2012;

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : 11 Datum :

Uitvoeringsbesluit kamerverhuurpanden Voorne Putten 2014

Samenvatting: Voorgesteld wordt de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Renswoude 2018 vast te stellen.

Subsidieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2013

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1 J gemeente «tffl" Heemskerk. Erfgoedverordening Heemskerk 2012

Gemeente ^" Albrandsuuaard

artikel 40, eerste en tweede lid van de Archiefwet 1995 en artikel 36 van de gemeenschappelijke regeling RUD Utrecht

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen 2015

UITVOERINGSBESLUIT FINANCIERING INSTANDHOUDING PROVINCIALE MONUMENTEN IN DRENTHE

Subsidieregeling stedelijke vernieuwing gemeente Kampen

Sector: I. Nr. : 90.8

: : Wonen en ruimte : welstand. Katwijk, 10 april Inleiding

Subsidieverordening Monumentenzorg 2002

Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Renkum

Algemene subsidieverordening Haaksbergen (9.16b)

BESTEMMINGSREGLEMENT 2018 Stichting Leefbaarheid Luchthaven Eindhoven

Toelichting. Toelichting Inspraakverordening Stadsdeel Oud-Zuid Algemene toelichting

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 26 september 2011, tot vaststelling van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011.

de Emmakade zich ontwikkelt tot een sfeervol, aantrekkelijk en beeldbepalend element in de binnenstad;

gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders d.d.

Subsidieverordening Duurzaam Bouwen op bedrijventerreinen Reimerswaal dubo

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2010;

NEE. wethouder Stolk. Van: C.M. van Dam Tel nr: 8661 Nummer: 16A Datum: 21 januari 2016

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag.

Hoofdstuk 1 A lgemene bepalingen

Verordening Ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen gemeente

D *D * Besluit op aangevraagde omgevingsvergunning (geweigerd)

Specifieke subsidieregeling energiesbesparende maatregelen gemeente Overbetuwe

Algemene subsidieverordening Texel

Transcriptie:

Publicaties Stadsdeelbestuur 2013 Stadsdeelraad Vergaderstukken/raadsvoorstellen 19 november 2013-e Voorstel van over Aan De raadsleden Duijndam, Icke (SP), Lahaise (PvdA), Van Lissum en Mensink (VVD). Historische boten-beleid De stadsdeelraad Initiatiefnota Historischebotenbeleid (concept) De raad aanvaardde reeds op 29 juni 2006 een motie die het dagelijks bestuur verzocht om fondsen vrij te maken voor behoud en herstel van historische schepen nadat hiervoor subsidiecriteria zouden zijn ontwikkeld. Op 29 januari 2009 nam de raad een soortgelijke motie aan die het dagelijks bestuur wederom vroeg om ontwikkeling van criteria, beleid en een subsidiemogelijkheid voor historische schepen. De Nota Welstand op het water die tijdens dezelfde vergadering aanvaard werd, wees dan ook in zijn paragraaf 5.5 op de Wens voor beleid voor historische schepen en constateerde daarbij: De raad heeft in twee moties duidelijk gemaakt haast te willen maken met een historisch schepenbeleid. In mei 2008 was bovendien reeds door de ad hoc Adviescommissie Historische Schepen (AHS), die belast was met het formuleren van criteria voor dergelijke schepen, opgemerkt: Gedurende het opstellen van de criteria liep de AHS regelmatig tegen het feit aan dat (nog) geen vastgesteld historisch schepenbeleid bestaat. De nota Welstand op het water en de Bootrichtlijnen 2008 zorgden voor meer duidelijkheid voor de booteigenaren en bewoners van de binnenstad. De oude regels waren te summier geweest en gaven te vaak aanleiding voor discussie. Zij waren daarom in de praktijk niet werkbaar. Met de nota en de richtlijnen kwam een systeem voor het verlenen van vergunningen voor het vervangen en verbouwen van woonboten en bedrijfsvaartuigen. Aan beleid voor historische boten werd evenwel slechts zijdelings aandacht besteed. Als start voor zo n beleid werd een inventarisatie gemaakt van historische boten in de binnenstad van Amsterdam (juli 2011). In de Perspectief nota 2013 stelde het dagelijks bestuur echter voor om in 2013 geen algemeen beleid te formuleren voor historische schepen. Bij de bespreking van de Evaluatie van de Bootrichtlijnen 2008 en de Nota Welstand op het water op 7 mei 2013 laaide de discussie over de wens voor een beleid voor historische boten niettemin weer op. Het is duidelijk dat er de afgelopen jaren meer dan eens bij het dagelijks bestuur is aangedrongen om met een voorstel te komen voor een beleidsnota voor historische boten. De gedachte achter deze wens was dat de nota Welstand op het water en de Bootrichtlijnen 2008 een aanvulling behoeven om het regime m.b.t. historische boten op het water in de binnenstad af te ronden. De tijd dringt, want voorkomen moet worden dat deze bijzondere boten langzaam maar zeker hun bijzonder karakter verliezen. Vandaar deze initiatiefnota Historischebotenbeleid, die beoogt te waken over behoud en herstel van de historische boten in het centrum van Amsterdam. In bijgaande voorstellen vragen wij de deelraad: de voorliggende initiatief nota Historischebotenbeleid (concept), met zijn drie bijlagen, te weten: bijlage 1: de verordening Drijvend erfgoed historische boten (concept), bijlage 2: de motie Historischebotenbeleid (concept) waarin de deelraad (c.q. zijn rechtsopvolger) verzocht wordt deze verordening vast te stellen, alsmede bijlage 3: een raadsvoordracht (concept) waarin het dagelijks bestuur wordt verzocht enkele wijzigingen aan te brengen in de Beoordelingscriteria historische boten in de Amsterdamse binnenstad. op het overdrachtsdocument te plaatsen. Verschenen op 15 november 2013

De voorgestelde wijzigingen in de raadsvoordracht behelzen het schrappen van de zinsneden in de Beoordelingscriteria die de toepassing ervan beperken tot uitsluitend gebruik om een vervangende boot tot historische boot aan te wijzen. Eerst nadat deze wijzigingen zijn aangebracht, kan aan de hand van deze criteria iedere boot liggende in het beheergebied van stadsdeel Centrum door het dagelijks bestuur in principe tot historische boot worden aangewezen. 2

BIJLAGE 1 bij initiatiefnota Historischebotenbeleid concept Verordening Drijvend Erfgoed Historische Boten (stadsdeel Centrum) Artikel 1 Omschrijving gehanteerde begrippen In deze verordening wordt verstaan onder: historische boot: een schip, vaartuig of ark van algemeen belang wegens schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde en als zodanig door het dagelijks bestuur is aangewezen. De term boot wordt gebruikt als een verzamelnaam. Het kan gaan om een woonboot, of bedrijfsvaartuig. De volgende categorieën worden onderscheiden. historisch schip: een schip dat door het dagelijks bestuur tot historische boot is aangewezen, met een scheepsromp, gekenmerkt door hoogteverschillen van de opbouw over de gehele lengte van het schip. historisch vaartuig: een vaartuig dat door het dagelijks bestuur tot historische boot is aangewezen, met een scheepsromp met daar op een opbouw. Dit kan ook een pleziervaartuig zijn indien hoofdzakelijk gebruikt en bestemd voor niet-bedrijfsmatige varende recreatie. historische ark: een ark die door het dagelijks bestuur tot historische boot is aangewezen, met een min of meer rechthoekige opbouw zonder noemenswaardige variatie in hoogte, gebouwd op een speciaal voor die boot gebouwd casco. Artikel 2 Toepassingsbereik Deze verordening is van toepassing op het beheergebied van stadsdeel Centrum. Artikel 3 Begeleidingsgroep Aanwijzing historische boten 1. Het dagelijks bestuur stelt een Begeleidingsgroep Aanwijzing historische boten in die een lijst opstelt van boten in stadsdeel Centrum die voor aanwijzing tot historische boot in aanmerking kunnen komen. 2. De Begeleidingsgroep bestaat uit een onafhankelijke voorzitter, een vertegenwoordiger van Waternet, een vertegenwoordiger van de Amsterdamse woonbootorganisaties, een vertegenwoordiger van het Bureau Monumenten & Archeologie en een onafhankelijke woonbootdeskundige. 3. Het secretariaat van de Begeleidingsgroep berust bij stadsdeel Centrum. Artikel 4 Aanwijzing 1. Het dagelijks bestuur kan, al dan niet op aanvraag van een belanghebbende, een boot in het beheergebied van stadsdeel Centrum aanwijzen tot historische boot. Dit kan zowel een boot zijn met een ligplaatsvergunning in het beheergebied, als een boot die is 3

binnengebracht ter vervanging van een boot met een ligplaatsvergunning in het beheergebied. 2. Voordat het dagelijks bestuur over de aanwijzing een besluit neemt, vraagt hij de Commissie voor Welstand en Monumenten om advies en stelt de eigenaar, de aanvrager en andere belanghebbenden in de gelegenheid te worden gehoord. 3. De Commissie voor Welstand en Monumenten beoordeelt de boot op grond van de criteria uit het besluit Beoordelingscriteria historische boten in de Amsterdamse binnenstad voor het advies op de vraag of een boot als historisch is aan te merken. 4. Het dagelijks bestuur kan ten behoeve van de aanwijzing eveneens het advies vragen van een onafhankelijke deskundige die op een bepaald terrein specialist is. 5. Het dagelijks bestuur stelt de deelraad in kennis van het besluit tot de aanwijzing van een boot tot historische boot. Artikel 5 Termijnen advies en aanwijzingsbesluit 1. De Commissie voor Welstand en Monumenten adviseert schriftelijk binnen twaalf weken na ontvangst van het verzoek om advies van het dagelijks bestuur. 2. Het dagelijks bestuur beslist binnen twaalf weken na ontvangst van het advies van de Commissie voor Welstand en Monumenten, maar in ieder geval binnen 24 weken na de datum van de aanvraag tot aanwijzing. Artikel 6 Mededeling aanwijzingsbesluit Van de aanwijzing als bedoeld in artikel 4 eerste lid worden in elk geval de aanvrager en degene die in de registratie van een kadastervestiging met scheepsregistratie als eigenaar is vermeld, in kennis gesteld. Artikel 7 Registratie 1. Het dagelijks bestuur houdt een register bij van boten die het heeft aangewezen tot historische boot. 2. De registratie bevat de naam van de boot, de eigenaar van de boot op het moment van aanwijzing, de datum van aanwijzing, de aanvrager van de aanwijzing, de reden van aanwijzing, de ligplaats op het moment van aanwijzing, indien toepasbaar een uittreksel van de teboekstelling bij een kadastervestiging met scheepsregistratie plus bijbehorend brandmerk. 3. Het Register Historische Boten ligt voor iedereen ter inzage bij het Voorlichtingsloket en op de website van stadsdeel Centrum, bij het Waternet Hoofdkantoor te Amsterdam en bij het Bureau Monumenten & Archeologie. 4. De ligplaatsvergunning van de boot vermeldt dat deze is toegewezen aan een historische boot Artikel 8 Intrekking aanwijzing 1. Het dagelijks bestuur kan een aanwijzing tot historische boot intrekken. 4

2. Indien het dagelijks bestuur de aanwijzing intrekt, is het artikel 40, lid 2, en zijn de artikelen 5 en 6 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor aanwijzing wordt gelezen intrekking van de aanwijzing. 3. Van de intrekking wordt een aantekening gemaakt in het Register Historische Boten. 4. De aanwijzing kan worden ingetrokken indien: a. ter verkrijging daarvan onjuiste of niet alle gevraagde gegevens, voor zover bekend, zijn verstrekt; b. de boot niet meer voldoet aan de regels van welstand of onderhoud; c. historische elementen van de boot verwijderd zijn, zoals mast, zwaarden, koekoek of patrijspoorten en lichtranden; d. historische elementen van de boot zodanig veranderd zijn dat de oorspronkelijke vorm of betekenis verloren is gegaan; e. als er sprake is van gebruik of het laten gebruiken van de boot op een dusdanige wijze, dat deze wordt ontsierd of zijn historische waarde in gevaar wordt gebracht. Artikel 9 Intrekking met terugwerkende kracht Intrekking op grond van artikel 8, lid 4 onderdelen a. en b. kan met terugwerkende kracht geschieden. Artikel 10 Onderhoud 1. De eigenaar is verplicht het historisch karakter van de boot door onderhoud in stand te houden. Onder onderhoud wordt verstaan ingrepen tot conservering of herstel in de opbouw en/of de romp, zonder dat dit leidt tot een wezenlijke verandering in de verschijningsvorm en/of het volume van de boot. 2. Ernstige aantasting van het uiterlijk van de boot dient door tijdig onderhoud te worden voorkomen. 3. Onderhoud en restauratie geschieden, indien mogelijk, met historische materialen teneinde het historisch karakter te behouden en waar mogelijk te versterken. 4. Onder onderhoud van het casco of de romp wordt verstaan dat het casco regelmatig op de helling schoongespoten en geteerd wordt. Dit is niet van toepassing op boten met een betonnen of onderhoudsvrij casco. Artikel 11 Terrassen en balkons Terrassen en balkons die blijkens de historie behoren bij de betreffende historische boot, mogen, mits goed onderhouden, ongeacht de grootte van hun oppervlak en locatie op de boot, eventueel met hun hekwerken, onveranderd in stand worden gehouden. Artikel 12 Subsidieverlening voor onderhoud 1. Het dagelijks bestuur kan aan de eigenaar subsidie verlenen voor de extra kosten van het geregeld onderhoud of herstel van zijn historische boot bedoeld in artikel 10. 2. Onder extra in het eerste lid wordt verstaan: het treffen van voorzieningen tot het opheffen van (bouwtechnische) gebreken die 5

noodzakelijk zijn voor de instandhouding van de cultuurhistorische waarde van de boot en die het normale onderhoud te boven gaan. 3. De deelraad bepaalt jaarlijks, bij de vaststelling van de begroting, welke bedragen voor de uitvoering van lid 1in het desbetreffende begrotingsjaar beschikbaar worden gesteld. 4. Om voor subsidie in aanmerking te komen, dienen de kosten voor het extra onderhoud van de historische boot minimaal 2.500,- te bedragen. 5. Het minimaal subsidiebedrag per boot bedraagt 500,-. 6. Het maximaal subsidiebedrag per boot bedraagt 5.000,-. 7. De vaststelling van de subsidie vindt plaats nadat de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden door het dagelijks bestuur zijn gecontroleerd en akkoord bevonden. Artikel 13 Aanvragen subsidie 1. Voor het aanvragen van een subsidie wordt gebruik gemaakt van een door het dagelijks bestuur vastgesteld formulier. 2. Het dagelijks bestuur stuurt de aanvrager binnen twee weken na het ontvangst van het verzoek een ontvangstbevestiging. 3. Het dagelijks bestuur beslist binnen acht weken na ontvangst van de complete aanvraag. Het bestuur kan deze termijn eenmaal met acht weken verlengen; daarvan stelt hij de aanvrager tijdig in kennis. 4. Aanvragen die wegens het bereiken van het subsidie plafond niet tijdig kunnen worden gehonoreerd, worden aangehouden tot het volgende begrotingsjaar. Aanvragen die ook in dat jaar niet kunnen worden gehonoreerd wegens het bereiken van het subsidieplafond worden geweigerd. De aanvrager wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. Artikel 14 Financiële tegemoetkoming 1. De eigenaar van een historische boot kan tot een nader door de deelraad te bepalen percentage een korting toegewezen krijgen op het precario tarief dat is vastgesteld voor het innemen van een ligplaats in stadsdeel Centrum. 2. Leningen kunnen worden aangevraagd bij het Amsterdams Restauratiefonds. Artikel 15 Vervanging van een historische boot 1. Het dagelijks bestuur neemt een besluit over de aanvraag van een vergunning voor het vervangen van een historische boot. 2. De vergunning wordt verleend indien - de te vervangen historische boot teloor is gegaan ten gevolge van een calamiteit, - de te vervangen historische boot blijkens een ligplaatsvergunning mag afmeren op een andere plaats in het beheergebied van stadsdeel Centrum. 3. Een historische boot dient te worden vervangen door een andere historische boot. 4. Bij toepassing van lid 3 is het toegestaan elk type historische boot, te weten schip, vaartuig of ark, te vervangen door ofwel een historisch schip, een historisch vaartuig of een historische ark. 6

5. In afwijking van lid 3 mag, als er geen andere historische boot beschikbaar is, de historische boot vervangen worden door een boot die niet door het dagelijks bestuur tot historische boot is aangewezen, mits de vervangende boot voldoet aan de bepalingen van de Bootrichtlijnen 2008 en aan de welstandseisen. 6. Indien lid 5 van toepassing is, mag een historisch schip alleen worden vervangen door een schip; een historisch vaartuig door een vaartuig of een schip; en een historische ark door zowel een ark, een vaartuig of een schip. Artikel 16 Aanvragen vervangingsvergunning 1. Een aanvraag voor een vergunning bedoeld in artikel 15 wordt ingediend bij het dagelijks bestuur; 2. Artikel 5 is van overeenkomstige toepassing. Artikel 17 Onbenutte ligplaatsvergunning De eigenaar van een historische boot die het voornemen heeft de vergunning voor een ligplaats van zijn boot langer dan een jaar onbenut te laten wegens vertrek met zijn boot uit het stadsdeel, kan daartoe schriftelijke toestemming van het dagelijks bestuur vragen. Indien deze toestemming niet door hem is aangevraagd of niet door het dagelijks bestuur is verleend en de ligplaats blijkt langer dan een jaar niet door zijn boot gebruikt te zijn, is het dagelijks bestuur bevoegd om tot intrekking van de ligplaatsvergunning over te gaan. Artikel 18 Welstandscriteria Historische boten zijn onderworpen aan de welstandscriteria die op het water gelden. Artikel 19 Toezicht Met het toezicht op de naleving van de bepalingen in of krachtens deze verordening zijn toezichthouders belast die door het dagelijks bestuur worden aangewezen. Artikel 20 Financiën Op voorstel van het dagelijks bestuur stelt de deelraad jaarlijks de begrotingspost vast voor de uitvoering van de bepalingen van deze verordening. Artikel 21 Inspraak Het voorstel voor een besluit tot aanwijzing van een boot tot historische boot bedoeld in artikel 4 is een beleidsvoornemen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Algemene Inspraakverordening Amsterdam. Artikel 22 Bezwaar De besluiten van het dagelijks bestuur bedoeld in de artikelen 14 en 17 zijn beschikkingen als bedoeld in artikel 1.3, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht. Artikel 23 Inwerkingtreding Deze verordening treedt gelijktijdig in werking met de gewijzigde Beoordelingscriteria historische boten in de Amsterdamse binnenstad. 7

Artikel 24 Citeerartikel Deze verordening wordt aangehaald als Verordening Drijvend Erfgoed. 8

TOELICHTING ALGEMEEN De Bootrichtlijnen 2008 openden de mogelijkheid dat het dagelijks bestuur een boot die een andere boot in de Amsterdamse binnenstad zou vervangen, als een historische boot kon aanwijzen. Het dagelijks bestuur was dus niet gemachtigd om een reeds in de binnenstad liggende boot die niet bestemd was om een andere boot te vervangen, als historische boot aan te wijzen. De Beoordelingscriteria historische boten in de binnenstad waren dientengevolge alleen van toepassing op een vervangende boot. Binnen de grenzen van stadsdeel Centrum liggen echter boten die het waard zijn het predicaat historisch te krijgen, ook als zij niet dienen om een andere boot te vervangen. De voorliggende verordening stelt regels om het mogelijk te maken ook deze boten aan te wijzen als historische boot. Immers, voorkomen moet worden dat deze bijzondere boten langzaam maar zeker hun bijzonder karakter verliezen of zelfs verloren gaan. Deze verordening heeft ten doel te waken over behoud en herstel van dit drijvend erfgoed. Daarmee wordt recht gedaan aan het beschermd stadsgezicht en de erkenning door de Unesco van de grachtengordel als een werelderfgoed. In de verordening worden de volgende onderwerpen behandeld: de omschrijving van het begrip historische boot : schip, vaartuig en ark; het toepassingsbereik; de inschakeling van een begeleidingsgroep Aanwijzing historische boten ; de aanwijzing door het dagelijks bestuur van een boot met ligplaats in het beheergebied van stadsdeel Centrum tot historische boot; de inschakeling van de Commissie voor Welstand en Monumenten als adviesorgaan van het dagelijks bestuur; de registratie en vermelding in de ligplaatsvergunning van de door het dagelijks bestuur aangewezen historische boot; de mogelijke intrekking van de aanwijzing; het onderhoud van de boot als plicht van de eigenaar; terrassen en balkons; de mogelijkheid van subsidieverlening voor het dagelijks onderhoud van de boot; de mogelijkheid van financiële tegemoetkomingen; vervanging van een historische boot; het onbenut laten van de ligplaatsvergunning; de welstandscriteria; het toezicht op de naleving van de bepalingen van de verordening; financiën; inspraak; bezwaar. 9

Een van de beweegredenen om tot de voorliggende verordening te komen, was dat in meer dan één beleidsdocument over andere onderwerpen die boten betreffen, ook enkele beleidsregels met betrekking tot historische boten te vinden zijn. Er is sprake van een versnipperde regelgeving waardoor men niet van eigenaren van (potentiele) historische schepen noch van andere belangstellenden kon verwachten dat zij in staat waren de wet te kennen. Deze versnippering van het beleid voor historische boten kon om wetstechnische redenen niet meer worden tegengegaan. Om de bestaande versnippering van beleidsregels niet te verergeren, wordt nu veel verwezen naar documenten waar andere relevante beleidsregels te vinden zijn. Dat kunnen zowel regels van algemene aard zijn, als regels die specifiek historische boten betreffen. De Monumentenwet 1988 verstaat het volgende onder het begrip monumenten : vervaardigde zaken welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde. In de voorliggende verordening Drijvend Erfgoed wordt het begrip historische boot eveneens omschreven als: een boot van algemeen belang wegens schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde. Deze omschrijving is overgenomen uit de Bootrichtlijnen 2008. De toelichting op deze omschrijving van 2008 geeft geen opheldering waarom toen voor deze definitie is gekozen. Maar geconstateerd kan worden dat de definities voor een monument op de wal en een historische boot op het water eensluidend zijn. Dat duidt er op dat hier sprake is van gelijksoortige zaken. Als rechtsgrond voor deze verordening Drijvend Erfgoed is daarom een beroep gedaan op de Monumentenwet 1988, artikel 15, zoals de Erfgoedverordening stadsdeel Centrum 2013 (die dezelfde definitie van monument geeft) dat ook doet. Laatstbedoelde Erfgoedverordening heeft bij het opstellen van de voorliggende verordening daarom ook geregeld tot voorbeeld gediend De thans van kracht zijnde beleidsregels die specifiek historische boten betreffen, zijn te vinden in de: A. Beoordelingscriteria historische boten in de Amsterdamse binnenstad, vastgesteld door het dagelijks bestuur van het stadsdeel Centrum op 19 augustus 2008; B. Richtlijnen bij vervanging en verbouwing van woonboten en bedrijfsvaartuigen (Bootrichtlijnen 2008) laatste versie vastgesteld door het dagelijks bestuur van het stadsdeel Centrum op 3 maart 2009; C. Nota Welstand op het water, vastgesteld door de deelraad van stadsdeel Centrum op 29 januari 2009. Ad A. De Beoordelingscriteria waren bedoeld voor uitsluitend gebruik om een vervangende boot als historisch aan te wijzen en om de eventuele verbouwing van zo n aangewezen boot mede te beoordelen. Het belangrijkste criterium is dat de boot 30 jaar oud moet zijn. De 10

overige criteria waaraan moet worden voldaan maar die niet allemaal tegelijkertijd van toepassing hoeven te zijn, betreffen hun bouwkundige waarde, cultuurhistorische waarde, gaafheid/herkenbaarheid, zeldzaamheid/representativiteit en stedenbouwkundige waarde. Ad B. De Bootrichtlijnen 2008 erkennen de historische boot als één van de vijf categorieën woonboten en bedrijfsvaartuigen maar slechts ten behoeve van de beoordeling van verbouw- en vervangingsvergunningen. Tot dit beperkte doel definiëren zij een historische boot vervolgens als: een boot, die van algemeen belang is wegens schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde, die door het dagelijks bestuur als zodanig is aangewezen." De richtlijnen bepalen verder, dat het dagelijks bestuur aan de hand van de hierboven onder B. genoemde beoordelingscriteria een vervangende boot (schip, vaartuig of ark) als historisch kan aanwijzen. Daarbij gelden voor vervangende historische boten maten die afwijken van de voor andere boten in de Nota Welstand op het water vastgestelde lengtemaat. Voor deze historische boten gelden de lengte maten: schip: 30 meter, vaartuig: 25 meter en ark 22,50 meter. Een vervangende historische boot (voor zover schip of vaartuig) mag ook groter zijn dan de maximale maten geldend voor de andere boten. De toenmalige Commissie Historische Schepen werd om advies gevraagd over de aanvraag. Er wordt voorts aangegeven, dat vastgelegde milieueisen ook voor historische schepen gelden. Ad C. De Nota Welstand op het water wijst op de uitdrukkelijke wens van de deelraad te komen tot beleid voor historische schepen. De Nota bepaalt verder dat, net als op de wal, de welstandscriteria voor de vervanging en verbouwing van woonboten, ook gelden voor nog aan te wijzen historische schepen. De nota geeft hier en daar aan, wanneer er sprake is van redelijke eisen van welstand. 11

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Artikel 1 De omschrijving van het begrip historische boot is een voor historische boten aangepaste definitie van het begrip boot in de Bootrichtlijnen 2008. In deze Richtlijnen wordt voorts in artikel 12:3 bepaald dat de maten van een historische boot mogen afwijken van die van een niet-historische boot.. Artikel 2 Deze verordening is in zijn reikwijdte beperkt doordat het toepassingsgebied begrensd wordt door de grenzen van het beheergebied van stadsdeel Centrum. Indien de eigenaar buiten dit gebied zijn verplichtingen t.a.v. zijn boot niet meer nakomt, of zonder vergunning van het dagelijks bestuur langer dan een jaar met zijn boot buiten dit gebied blijft, kan het dagelijks bestuur niet meer handhavend optreden. Wel kan het dagelijks bestuur zijn ligplaatsvergunning, die ligt in het gebied van zijn competentie, intrekken. Voorts is het denkbaar dat zich ook buiten stadsdeel Centrum boten in Amsterdam bevinden die in beginsel in aanmerking voor aanwijzing tot historische boot zouden kunnen komen, waartoe het dagelijks bestuur niet bevoegd is. Artikel 3 Van september 2009 tot juli 2011fungeerde een Begeleidingsgroep inventarisatie historische schepen die slechts tot taak had een inventarisatie op te stellen van historische (woon)boten in de Amsterdamse binnenstad. Deze begeleidingsgroep kan dienen als voorbeeld voor de Begeleidingsgroep bedoeld in dit artikel, te weten een groep van deskundigen welke, als een ad hoc groep, van beperkte duur is en met een beperkte taak is belast. Het gaat hier nu om het opstellen van een lijst van boten die in aanmerking zouden kunnen komen om tot historische boot te worden aangewezen. De groep zal daarbij ongetwijfeld gebruik maken van de Beoordelingscriteria historische boten in de Amsterdamse binnenstad. De Commissie voor Welstand en Monumenten zal later aan het dagelijks bestuur advies uitbrengen voorafgaand aan zijn besluit tot daadwerkelijke aanwijzing van een boot tot historische boot. Artikel 4 De Bootrichtlijnen 2008 hebben het dagelijks bestuur de bevoegdheid gegeven een boot tot historische boot aan te wijzen indien deze boot bedoeld was te dienen ter vervanging van een andere al dan niet historische boot. Die vervangende boot kon reeds in het beheergebied liggen, of speciaal daartoe van buiten het beheergebied worden binnengebracht. Dit sloot de mogelijkheid uit dat een reeds in het beheergebied liggende boot tot historische boot werd aangewezen indien hij niet diende als vervangende boot. Nu wordt de mogelijkheid geopend dat elke in het beheergebied liggende boot tot historische boot wordt aangewezen, of hij een andere boot vervangt of niet. 12

De formulering van lid 1 houdt in dat het dagelijks bestuur ook ambtshalve, dus zonder dat er een aanvraag voorligt, een boot kan aanwijzen tot historische boot. De eigenaar, de aanvrager en andere belanghebbenden worden volgens lid 2 gehoord. Een en ander is geregeld in de Awb. Belanghebbend zijn bij de aanwijzing de eigenaar, een (beperkt) zakelijk gerechtigde of een vereniging of stichting. Voorwaarde voor een vereniging of stichting om in aanmerking te komen als belanghebbende' is dat de doelstelling en de feitelijke werkzaamheden van de organisatie (mede) moeten zijn gericht op bescherming en behoud van drijvend erfgoed, waarop de verordening ziet. Organisaties (rechtspersonen) moeten voorts de notarieel vastgelegde statuten overleggen. Door de aanwijzing tot historische boot is de gehele boot onder de werking van deze verordening geplaatst, inclusief al zijn bestanddelen, dat wil zeggen interieuronderdelen die fysiek verbonden zijn met de boot en de losse onderdelen die volgens de heersende mening bij de boot behoren. Het kan voorkomen dat het dagelijks bestuur nog behoefte heeft aan het advies van een specialist op een specifiek terrein alvorens het besluit tot aanwijzing te nemen. Lid 4 voorziet hier in. Artikel 5 Door de besluitvorming aan een termijn te binden, weten de aanvrager, eigenaar en andere belanghebbenden beter waar ze aan toe zijn. De termijn van 24 weken bestaat uit 12 weken voor de advisering door de Commissie voor Welstand en Monumenten en 12 weken voor de besluitvorming door het dagelijks bestuur. De redactie van lid 2 heeft tot gevolg dat, wanneer de Commissie voor Welstand en Monumenten niet tijdig adviseert, het dagelijks bestuur de volgende keuze kan maken: zonder advies een beslissing nemen, of besluiten om het (te laat uitgebrachte advies, maar binnen de beslissingstermijn van het dagelijks bestuur) toch in hun overwegingen te betrekken. Als het dagelijks bestuur niet tijdig beslist, is er op grond van de Awb sprake van een fictieve weigering. Ingevolge artikel 6:2 Awb staat voor de aanvrager dan de mogelijkheid van bezwaar of administratief beroep open die ook tegen een reëel besluit open staat. Op grond van de Awb kan het dagelijks bestuur zijn besluit opschorten, wanneer dit voor een zorgvuldige afhandeling nodig is. Het dagelijks bestuur moet de aanvrager op de hoogte stellen van de opschorting. De termijnen zijn overgenomen van de Erfgoedverordening 2013, artikel 5, waarbij echter de daar uitgetrokken 8 weken voor de monumentenbeschrijving door de BMA niet zijn meegenomen. Artikel 6 De Awb (afdeling 3.6) bevat bepalingen over bekendmaking van het besluit. Artikel 7 13

De registratie heeft geen rechtsgevolg. Het betreft slechts een administratieve handeling. Voorafgaand aan de plaatsing is het de aanwijzing tot historische boot die rechtsgevolg beoogt. Artikel 8 De formulering onder onderdeel f) wordt in dezelfde context gebruikt in de Monumentenwet artikel 11, en Wabo artikel 2.1 onderdeel f. Artikel 9 Indien een intrekking met terugwerkende kracht geschiedt, kan bijvoorbeeld ontvangen subsidies, korting op precario tarieven of leningen worden teruggevorderd. Artikel 10 Onderhoud is te onderscheiden in: - Onderhoud aan de opbouw met alles wat daarbij hoort; masten, zwaarden, luiken, balkons. Dit onderhoud vindt continu al of niet op de ligplaats plaats - Voor onderhoud en reparaties aan het casco moet de boot op de helling. Dit is noodzakelijk om roestvorming van het casco tegen te gaan. Als een boot te lang niet op de helling is geweest kunnen door roestvorming gaten in de boot ontstaan; dit kan zinken tot gevolg hebben. Een keer in de zes jaar naar de helling gaan, houdt het casco in goede conditie. In de nota Welstand op het water wordt in hoofdstuk 4 (4:11: Handhaving) aangegeven wanneer door slecht onderhoud het uiterlijk van een woonboot in strijd is met redelijke eisen van welstand. De hiervoor gebruikte criteria zijn tevens van toepassing op historische boten. Over verbouwing van historische boten wordt in deze verordening niet gerept. De mogelijkheden daartoe zijn namelijk geregeld in de Bootrichtlijnen 2008, de art. 2:2 onderdeel c. en art. 7. Artikel 11 Om redenen van authenticiteit wordt ter verbijzondering van hetgeen in art. 16 van de Bootrichtlijnen 2008 wordt voorgeschreven voor boten die niet door het dagelijks bestuur tot historische boot zijn aangewezen, wordt nu in dit artikel voor historische boten bepaald dat terrassen en balkons in stand gehouden mogen worden ongeacht hun maat en vorm. Zij behoren immers van oudsher bij die boten en zijn bepalend voor hun historisch karakter. De kwestie wanneer groene daken op historische boten zijn toegestaan, of niet zijn toegestaan, is geregeld in de Bootrichtlijnen 2008, art. 15:2. Artikel 12 Een van de doeleinden van de verordening is om historische boten in het centrum van Amsterdam te behouden en te herstellen. Om booteigenaren ertoe te bewegen extra inspanningen te leveren voor herstel en behoud van hun historische boot, zijn financiële prikkels nodig. Dit artikel opent de mogelijkheid hierin te voorzien. 14

Artikel 14 Om tegemoet te komen aan de extra kosten voor het geregeld onderhoud van een historische boot kan gedacht worden aan een verlaging van het precario tarief met 50%. Het percentage wordt jaarlijks door de deelraad vastgesteld bij de behandeling van de tarieventabel voor het daarop volgende jaar, behorende bij de Precariobelastingverordening stadsdeel Centrum. Het Amsterdams Restauratiefonds verleent in principe subsidie voor herstel van monumenten op de wal maar is wellicht bereid om hetzelfde te doen voor herstel van historische boten. Artikel 15 De Bootrichtlijnen 2008 bepalen dat een te vervangen niet-historische boot het gebied na de vervanging dient te verlaten. Voor historische boten wordt nu in lid 2 bepaald dat de te vervangen historische boot in het gebied blijft en dat deze elders in het gebied wordt afgemeerd. Lid 4 is een specificatie van art. 4 van de Bootrichtlijnen 2008 als het gaat om vervanging van historische boten: vervangen door een andere categorie'. Omdat een historische ark of -vaartuig van even grote waarde kan zijn als een historisch schip, wordt bepaald dat een historisch schip vervangen kan worden door een historisch ark, - vaartuig of schip. Op de wal kan een monument vervangen worden door een eigentijds gebouw. Voor een historische boot wordt in lid 5 nu in principe hetzelfde toegestaan: indien geen andere historische boot beschikbaar is, kan een historische boot vervangen worden door een niethistorische boot. In dat geval gelden de beperkingen t.a.v. het type van de vervangende niet-historische boot als opgesomd in lid 6. De vervanging van een niet-historische boot door een historische boot, wordt geregeld in de Bootrichtlijnen 2008 art. 3 onderdeel a. Artikel 16 Dezelfde procedure is van kracht als voor de aanwijzing van een boot tot historische boot. De vervanging mag immers, voor zover mogelijk, niet leiden tot een inkrimping van het bestand van historische boten. Artikel 17 Dit artikel ontmoedigt een definitief vertrek, of in elk geval een vertrek van langer dan een jaar van een historische boot, en dit ter wille van het behoud van het bestand van zulke boten in het centrum. Daar komt bij, dat ligplaatsen in het centrum een schaars goed zijn. Een voor een boot afgegeven ligplaatsvergunning voor langer dan een jaar onbenut laten, is ook daarom ten zeerste ongewenst. 15

Anderzijds heeft de eigenaar van een historische boot als eigenaar het recht om met zijn eigendom het beheergebied langer dan een jaar of zelfs definitief te verlaten. Dat recht wordt hem in dit artikel niet ontnomen. Wel worden er consequenties verbonden aan het onbenut laten van zijn ligplaatsvergunning voor langer dan een jaar zonder dat hij voor zijn vertrek daarover met het dagelijks bestuur overleg heeft gepleegd. In de praktijk is dit voor niet-historische woonboten reeds de regel. Deze mogen een jaar zonder toestemming het stadsdeel verlaten. Voor een periode langer dan een jaar is toestemming wel vereist. Voor historische boten wordt nu duidelijk gesteld wat de consequenties zijn, als de eigenaar geen toestemming heeft gevraagd of verkregen. Artikel 18 Bij monumenten op de wal is over het algemeen slechts één gevel welstandsgevoelig. Daarentegen zijn van iedere boot vijf kanten zichtbaar, namelijk de voorkant, achterkant, beide zijkanten en bovenkant. Vooral voor een historische boot is het daarom van groot belang dat aan de algemene welstandscriteria wordt voldaan. In de Inleiding op Deel III ( Welstandscriteria ) van de Nota Welstand op het water wordt dan ook bepaald dat de in dit deel van de nota verwoorde algemene welstandscriteria voor de vervanging en verbouwing van (woon)boten, ook gelden voor (nog aan te wijzen) historische schepen. Artikel 19 Hoofdstuk 5 van de Wabo evenals hoofdstuk 5 van de Awb geven voorschriften m.b.t. handhaving. Artikel 21 Dit artikel is bedoeld om er ten overvloede op te wijzen, dat de inspraakprocedure zoals geregeld in de Algemene Inspraakverordening Amsterdam dient te worden gevolgd. Artikel 22 Dit artikel is bedoeld om er ten overvloede op te wijzen, dat de bezwaarprocedure zoals geregeld in de Awb, hoofdstuk 6, van toepassing is. Artikel 23 De inwerkingtreding van deze verordening is afhankelijk van het tijdstip van het besluit van het dagelijks bestuur tot wijzigingen van de Beoordelingscriteria historische boten in de Amsterdamse Binnenstad. Die wijzigingen moeten het immers mogelijk maken dat de criteria van toepassing worden in de situatie dat niet alleen een vervangende boot, maar in principe elke boot in het beheer gebied in stadsdeel Centrum tot historische boot kan worden aangewezen. 16

fracties deelraad Amsterdam-Centrum (BIJLAGE 2 bij initiatiefnota Historischebotenbeleid) concept Motie van de raadsleden Nelly Duijndam, Frans Icke, Joop Lahaise, Jan Sebastiaan van Lissum, En Hans Mensink over Historischebotenbeleid, Wij stellen voor dat de deelraad het volgende besluit neemt: De raad van stadsdeel Centrum, na kennis te hebben genomen van bijgaande initiatiefnota Historischebotenbeleid, besluit de voorgestelde verordening Drijvend erfgoed historische boten (stadsdeel Centrum) vast te stellen. De leden van de deelraad, Nelly Duijndam Frans Icke Joop Lahaise Jan Sebastiaan van Lissum Hans Mensink 17

fracties deelraad Amsterdam-Centrum BIJLAGE 3 bij initiatiefnota Historischebotenbeleid concept Raadsvoordracht over voorstel tot wijzigingen in de Beoordelingscriteria historische boten in de Amsterdamse binnenstad. Aan: De stadsdeelraad. Wij stellen u voor om het volgende besluit te nemen: De stadsdeelraad, gezien het bepaalde in de Monumentenwet 1988 art. 15 en het besluit van de stadsdeelraad van (datum) tot vaststelling van de verordening Drijvend erfgoed historische boten (stadsdeel Centrum), besluit het dagelijks bestuur te verzoeken: de hierna volgende wijzigingen aan te brengen in het besluit van het dagelijks bestuur van 19 augustus 2008 tot vaststelling van de Beoordelingscriteria historische boten in de Amsterdamse binnenstad : toe te voegen aan het slot van de aanhef: alsmede het besluit van de deelraad van (datum) tot vaststelling van de verordening Drijvend erfgoed historische boten (stadsdeel Centrum) en te schrappen in de toelichting op de criteria de zinsneden: Vooralsnog is er geen beleid voor historische schepen zoals behoud, herstel en eventueel flankerend beleid. Als dit te zijner tijd wordt vastgesteld, zullen de Bootrichtlijnen daarop worden aangepast. Totdat het beleid voor historische schepen is vastgesteld, kan een bestaand, thans in de binnenstad liggend schip niet als historisch worden aangemerkt, behalve als zo n boot als vervanging dient van een andere boot. De criteria worden uitsluitend gebruikt om een vervangende boot als historisch aan te wijzen en om een eventuele verbouwing van zo n aangewezen boot mede te beoordelen. ( ) die dienen ter vervanging van een huidige boot ( ) De criteria worden vooralsnog alleen gebruikt om te bepalen of een vervangende boot historisch is of om te bepalen of een verbouwing van een eenmaal als historisch aangewezen boot overeenkomstig het historisch karakter van de boot wordt verricht.. daarbij Nelly Duijndam en Frans Icke Joop Lahaise Jan Sebastiaan van Lissum en Hans Mensink 18