Heelkunde Speciële fase a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a 1 Leerdoelen Algemeen doel van dit coschap is het met grotere snelheid en verantwoordelijkheid kunnen toepassen van hetgeen tijdens AKTE Heelkunde (en daarvoor) is eigengemaakt. De leerdoelen zijn in principe niet anders dan die van de AKTE Heelkunde, maar in deze speciële fase is het gewenst dat bij de verschillende problemen ook ziekten als representatieve voorbeelden worden gezien. Voor de volledigheid worden de leerdoelen hieronder nogmaals genoemd; de representatieve ziektebeelden staan vermeld in het stagelogboek. Leerdoelen De coassistent kan met betrekking tot de onderstaande problemen: systematisch gegevens verzamelen; een differentiaaldiagnose opstellen; eventueel benodigd aanvullend onderzoek aangeven; beargumenteerd een waarschijnlijkheidsdiagnose formuleren. het beleid aangeven: - schatten van het operatierisico; - conservatief vs. operatief; - preoperatieve voorbereiding (electief/acuut); - postoperatieve zorg ; - behandeling van eventuele locale/systemische complicaties. verslag leggen: - mondeling; - schriftelijk. Problemen gevolgen van/opvang bij hoog-energetisch trauma (systemisch/lokaal); gevolgen van/opvang bij thermisch trauma; hoge koorts; shock; acute benauwdheid/pijn op de borst; acute pijn in de buik; acute pijn rond de anus; bloedverlies/anaemie (anders dan ten gevolge van trauma); icterus; palpabele tumor van huid/subcutis/diepere lagen/buikwand/buikorganen; gestoorde passage in tr.digestivus/tr. uropoeticus; pijn in rug/extremiteiten (anders dan ten gevolge van trauma); roodheid van de huid. Specieel Heelkunde - 20080625.doc
2 / 6 Heelkunde Speciële fase De coassistent is in staat de volgende diagnostische en therapeutische handelingen uit te voeren: acute hulp verlenen; basale chirurgische technieken (waaronder operatiekamer etiquette ); aanleggen van verbanden; venapunctie; infuus inbrengen; blaascatheter inbrengen; maagsonde inbrengen; injiceren subcutaan, intramusculair, intraveneus. Een voorbeeld van het door Heelkunde gebruikte stagelogboek vindt u aaan het slot van dit document. 2 Inhoud programma De duur van het coschap is 8 weken. Indeling over verschillende units en afdelingen is afhankelijk van het ziekenhuis waar u bent ingedeeld. Er wordt naar gestreefd u ook met nevenspecialismen kennis te laten maken. Tijdens deze weken komt u in aanraking met een aantal aspecten van de chirurgische praktijk, waarbij u actief werkt aan het behalen van de gestelde leerdoelen. Hiervoor is parate kennis noodzakelijk, die u zich door zelfstudie moet eigen maken. Enkele vrijdagmiddagen is een terugkommiddag ingepland in verband met Farmacie / praktische farmacotherapie en Reflectie en professioneel gedrag. De data zijn afhankelijk van de groep waartoe u behoort. U wordt daarvan afzonderlijk op de hoogte gesteld. Literatuur Tekstboeken Leerboek Chirurgie, Gooszen H.G. e.a., 2006, Bohn Stafleu van Loghum (als eerste geadviseerd indien de coassistent nog geen Chirurgieboek bezit) Leerboek Chirurgie, Bonjer H.J. e.a (red), 6 e druk 2002, Bohn Stafleu van Loghum 3 Beoordeling Iedere week wordt een door u opgenomen patiënt in extenso met u besproken. Tweemaal gedurende het coschap wordt dit gecombineerd met een functioneringsgesprek, waarbij gewerkt wordt aan de hand van een checklist.
Heelkunde Speciële fase 3 / 6 LOGBOEK SPECIËLE FASE / HEELKUNDE NAAM.. Specieel Heelkunde - 20080625.doc
4 / 6 Heelkunde Speciële fase INFORMATIE over SPECIËLE FASE / HEELKUNDE De opzet van het huidige coschap Heelkunde is dat u in het Erasmus MC, het MCRZ of het Elisabeth Ziekenhuis getraind en voorbereid wordt op de periode in de geaffilieerde kliniek. Aldaar is het motto volgens de faculteit: veel zien, veel doen, en leren tempo maken. Dat kan ook als volgt worden verwoord: de coassistent leert de facto omgaan met patienten met chirurgische problemen en doet ervaring op. De leerdoelen van de speciële fase zijn derhalve identiek aan die van de AKTE/Heelkunde. De coassistent: A. is in staat door middel van adequaat uitgevoerde anamnese en lichamelijk onderzoek passend aanvullend onderzoek, indien nodig, uitgaande van de hieronder genoemde problemen van een patient een differentiaaldiagnose op te stellen beargumenteerd tot een waarschijnlijkheidsdiagnose te komen het geëigende beleid te formuleren dit beleid, voorzover het binnen zijn/haar bereik ligt, onder supervisie uit te voeren van het bovenstaande zowel mondeling als schriftelijk verslag te doen B. heeft inzicht in de wijze waarop een patient op een operatieve behandeling wordt voorbereid, zowel in acute als electieve omstandigheden in de schatting van het operatierisico en de wijze waarop de patient wordt geïnformeerd in de wijze waarop een patient postoperatief verzorgd wordt C. is in staat de in de chirurgische praktijk geldende hygiënische principes te hanteren op juiste indicatie basale chirurgische technieken toe te passen D. is in staat de belangrijkste postoperatieve complicaties, zowel systemisch als lokaal, te herkennen het geëigende beleid aan te geven dit beleid, voorzover het binnen zijn/haar bereik ligt, onder supervisie uit te voeren. Met betrekking tot de onder A. bedoelde problemen het volgende: 1. Gezien de korte beschikbare tijd (8 weken) moet volstaan worden met een representatief sample van de problemen genoemd in het Raamplan 2001; op vergelijkbare wijze als dat voor de Heelkunde/AKTE is gedaan. Het gaat daarbij om frequent voorkomende klachten/afwijkingen, met een vooral acuut karakter en een duidelijke nadruk op pluis/niet pluis. 2. Een patiënt heeft meer dan alleen een klacht; de patient heeft een afwijking/ziekte die tot die klacht aanleiding geeft. Verschillende afwijkingen kunnen daarnaast de zelfde klacht geven. Het is daarom noodzakelijk dat u naar aanleiding van het representatief sample een aantal patiënten met exemplarische chirurgische ziektebeelden ziet. De feitenkennis over deze en gerelateerde ziektebeelden dient u zich zelf (opnieuw) eigen te maken. 3. De vermelde exemplarische ziektebeelden geven per probleem geen complete differentiaaldiagnose; alleen belangrijke, vooral chirurgische, ziektebeelden zijn vermeld. Evenzo wordt ieder ziektebeeld slechts 1 keer genoemd, en niet onder ieder toepasselijk probleem. Dit leidt tot een lijst van problemen, exemplarische ziektebeelden en therapeutische vaardigheden, die op een vergelijkbare wijze als tijdens de AKTE/Heelkunde moet worden bijgehouden/afgetekend. In de lijst zijn Probleem en Ziektebeeld qua lay-out met elkaar gerelateerd; dit is in mindere mate het geval met de Vaardigheden.
Probleem Ziektebeelden (exemplarisch) Therapeutische verrichtingen (hoge) koorts shock benauwdheid pijn in de buik "pijn" rond de anus icterus palpabele tumor pijn rug/extremiteiten roodheid huid wonden.. sepsis.. abces.. luchtweginfectie.. urineweginfectie.. wondinfectie bloedverlies traumatisch.. miltruptuur.. bekkenfractuur.. femurfractuur non-traumatisch.. (oesophagusvarices/ulcus pepticum).. ruptuur aorta aneurysma.. na-bloeding oedeemvorming.. brandwond.. spanningspneumothorax.. luchtwegobstructie.. corpus alienum.. oedeemvorming.. peritonitis lokaal/gegeneraliseerd.. appendicitis/cholecystitis.. peridiverticulitis coli.. lekkage van anastomose.. afsluiting hol orgaan.. galsteen.. uretersteen.. darm hoog/laag.. M.Crohn.. coloncarcinoom.. beklemde breuk.. adhesie.. pancreatitis.. (acute) darmischaemie.. haemorrhoiden.. peri-anaal abces.. afsluiting galwegen.. choledochusstenen.. RIP pancreas.. huid.. atheroomcyste.. subcutis.. lipoom.. lymfklier.. mammatumor.. buikwand.. herniae.. arthrose.. art. vaatlijden.. varices.. furunkel.. panaritium.. erysipelas.. arthritis.. osteomyelitis.. messteek.. scheurwond.. infuus inbrengen.. maagsonde inbrengen.. blaascatheter inbrengen.. i.v./i.m. injiceren.. wondverzorging.. s.c. injiceren