9 februari /33659 K. Roos Vragen en Wob-verzoek inzake Tuin van Jonker. Geachte leden van de commissie bestuur,

Vergelijkbare documenten
Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Heerlen. Datum: 9 augustus Rapportnummer: 2011/244

Rapport. Datum: 30 juli 2001 Rapportnummer: 2001/231

Rapport. Datum: 29 november 2001 Rapportnummer: 2001/374

Rapport. Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/085

Rapport. Zeggen wat je doet en doen wat je zegt

Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan een derde.

Een onderzoek naar de informatie van de RDW over tarieven van keuringen

RAPPORT. Bestuursorgaan : het College van burgemeester en wethouders Onderdeel : OCSW Dossiernummer :

Verzoekster klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) Rotterdam:

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/279

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Emmen. Datum: 12 december Rapportnummer: 2011/358

Datum verzoekschrift Het verzoek tot onderzoek is op 12 juli 2013 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Lantaarnpaal staat in de weg Gemeente Weesp Beheer en beleid

Rapport. Datum: 30 juni 2003 Rapportnummer: 2003/200

Rapport. Datum: 10 december 2007 Rapportnummer: 2007/301

Rapport. Datum: 15 mei 1998 Rapportnummer: 1998/177

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Toeslagen te Utrecht. Datum: 6 mei Rapportnummer: 2013/047

Provincie Noord-Holland

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 8 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/162

Verder klaagt verzoekster over de wijze waarop het UWV te Venlo haar klacht heeft behandeld.

Rapport. Datum: 4 december 2010 Rapportnummer: 2010/346

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032

Rapport. Datum: 4 december 1998 Rapportnummer: 1998/540

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Datum: 26 januari 2015 Rapportnummer: 2015/015

Verzoeker klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) in strijd met:

Rapport. Publicatiedatum: 11 december Rapportnummer: 2014 / /19 3 d e Natio nale o mb ud sman 1/6

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2009 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2009 onder nummer

Rapport. Datum: 23 december 2004 Rapportnummer: 2004/489

Rapport. Datum: 3 december 2010 Rapportnummer: 2010/344

Voorts klaagt verzoeker erover dat deze politieambtenaren hem ongepaste vragen hebben gesteld.

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/302

Rapport. Datum: 16 november 2006 Rapportnummer: 2006/368

Rapport. Datum: 1 mei 2007 Rapportnummer: 2007/083

Postadres Bezoekadres Doorkiesnummer XXXXX Datum Waar gaat het om? Ons nummer Uw brief XXXXX Uw kenmerk XXXXX Bijlagen

Na twee jaar informatie over aansluitkosten Nuon Gemeente Almere Dienst Stedelijke Ontwikkeling

Een onderzoek naar het uitbetalen van een schadevergoeding door het Openbaar Ministerie te Den Haag.

Verkoop perceel aan zittende huurder Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Afdeling Vastgoed & Subsidies

Gezamenlijke Ombudscommissie Hoogezand-Sappemeer en Slochteren. Jaarverslag 2015

Rapport. Datum: 26 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/249

De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel. Geachte heer, mevrouw,

1. Op 17 november 2009 diende mevrouw S. bij de Nationale ombudsman een klacht in.

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Wierden te Wierden. Datum: 17 december 2013

JAARVERSLAG KLACHTENAFHANDELING 2015 GEMEENTE ZUIDPLAS

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk. Datum: 4 augustus 2011

Rapport. Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/174

Rapport. Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/175

Rapport. Datum: 28 december 2010 Rapportnummer: 2010/370

Klokkenluiderregeling Woningstichting Woensdrecht

Antwoorden Rabobank op vragen van Eén Vandaag 21 december 2016

Rapport. Rapport over een klacht over de Kamer van Koophandel Midden-Nederland uit Utrecht. Datum: 11 oktober Rapportnummer: 2011/298

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Randmeren uit Zwolle. Datum: 11 april Rapportnummer: 2011/105

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136

Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

Rapport. Datum: 15 juni 2004 Rapportnummer: 2004/221

RAPPORT. Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2013 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2013 onder nummer

Een onderzoek naar de handelwijze van het college van burgemeester en wethouders van Zeist bij de verkoop van een groenstrook.

Rapport. Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361

Rapport. Datum: 26 november 2004 Rapportnummer: 2004/459

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068

Rapport. Datum: 17 september 2001 Rapportnummer: 2001/283

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: 7 juli 2015 Rapportnummer: 2015/109

Rapport. Datum: 7 december 2004 Rapportnummer: 2004/470

****, SINT-MICHIELS%STEL

Rapport. Datum: 29 maart 2002 Rapportnummer: 2002/093

Rapport. Datum: 31 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/255

Rapport. Datum: 12 februari 2004 Rapportnummer: 2004/048

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/303

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/115

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Belastingdienst/Limburg. Datum: 24 november Rapportnummer: 2011/348

Jaarverslag Klachtenafhandeling

Informele klachtbehandeling en de wettelijke termijn Een onderzoek. naar de voortvarendheid van klachtbehandeling door het college van

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni Rapportnummer: 2013/073

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

Rapport. Datum: 30 januari 2007 Rapportnummer: 2007/016

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/116

Rapport Oordeel Datum: 15 november 2017 Rapport: 2017/127

Beoordeling. h2>klacht. Verzoeker klaagt er over dat:

Rapport. Datum: 22 september 2003 Rapportnummer: 2003/329

i. Het ondersteunen van een cultuur van openheid, eerlijkheid, verantwoordelijkheid en integriteit.

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Oost-Brabant te Oss. Datum: 2 oktober Rapportnummer: 2013/138

Rapport. Datum: 11 juli 2003 Rapportnummer: 2003/218

Rapport. Datum: 15 augustus 2001 Rapportnummer: 2001/247

Rapport. Datum: 12 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/445

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/241

college van Burgemeester en wethouders Piet Hugense Datum 7 januari 2015 Onderwerp jaarverslag klachtbehandeling 2014 Zaaknummer

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Bergen op Zoom. Datum: 21 maart Rapportnummer: 2012/042

Rapport. Datum: 28 maart 2001 Rapportnummer: 2001/071

Beoordeling. h2>klacht

Rapport 1993/563, Nationale ombudsman, 13 augustus 1993

JAARVERSLAG KLACHTEN GEMEENTE HOF VAN TWENTE

De minister van Veiligheid en Justitie T.a.v. contactpersoon Nationale ombudsman mevrouw XXX Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Blok,

Rapport. Datum: 29 augustus 2000 Rapportnummer: 2000/287

Rapport. Rapport over een klacht over de IND uit Utrecht. Datum: 10 maart Rapportnummer: 2011/089

Rapport. Rapport over een klacht over het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) te Leeuwarden. Datum: 20 december Rapportnummer: 2013/198

Beoordeling Bevindingen

Rapport. Datum: 23 februari 1998 Rapportnummer: 1998/033

Rapport. Datum: 2 juni 2004 Rapportnummer: 2004/206

Transcriptie:

Haarlem Aan de leden van commissie bestuur Datum Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer Onderwerp 9 februari 2016 2016/33659 K. Roos 023-5114607 Vragen en Wob-verzoek inzake Tuin van Jonker Geachte leden van de commissie bestuur, In de vergadering van commissie Ontwikkeling van 14 januari 2016 is de brief van 24 september 2015 van de heer Straesser met vragen en WOB-verzoek inzake de Tuin van Jonker besproken. Tijdens de behandeling van deze brief zijn diverse vragen gesteld door leden van de commissie. Wethouder Van Spijk heeft in de vergadering toegezegd de vragen van de commissie naar aanleiding van de door de heer Straesser aangekaarte kwestie mee te nemen naar het college en de commissie bestuur hierover te informeren. Met deze brief reageert het college op de door de leden van de raad gestelde vragen. Aanleiding De brief van de heer Straesser van 24 september 2015 is niet de eerste brief over de Tuin van Jonker. Er is sinds 2013 sprake van een omvangrijk dossier met veel brieven, WOB-verzoeken en e-mailverkeer tussen de heer Straesser en diverse onderdelen van de gemeente. De aanleiding van deze zaak betreft de medewerking door de gemeente aan de overdracht van een stuk openbare grond van 15 m2 dat onderdeel uitmaakte van de Tuin van Jonker tussen de Kamperzij straat en de Lange Poellaan in Haarlem. De heer Straesser was toentertijd woonachtig aan de Kamperzij straat en heeft tegen de gemeente geageerd omdat hij van mening was dat de eigendomsoverdracht van het stukje tuin vanwege verjaring door langdurig gebruik niet terecht was. In eerste instantie heeft de gemeente vastgehouden aan overdracht van de grond vanwege de verjaring door langdurig gebruik. Die overdracht is ook in de openbare registers opgenomen. Na diverse brieven, e-mails en WOB-verzoeken van de heer Straesser en nadat de toenmalige wethouder Cassee de stadsadvocaat juridisch advies over de kwestie had gevraagd, bleek er gerede twijfel te zijn dat er van verjaring sprake zou zijn. Als er eerder meer onderzoek naar de historie van het gebruik van het stukje grond zou zijn gedaan, dan zou er hoogstwaarschijnlijk onvoldoende reden zijn om

2 van verkrijging door verjaring te kunnen spreken. In dat geval zou de gemeente niet aan de overdracht hebben meegewerkt. Met deze wetenschap heeft de gemeente vervolgens met de betrokken bewoners en omwonenden een afspraak gemaakt, waarbij de overdracht van de grond aan de betrokken bewoners deels ongedaan is gemaakt en gelijkertijd andere omwonenden in de gelegenheid zijn gesteld een stukje grond over te nemen. Aanhoudende grieven De kwestie die gestart is met een onjuiste beoordeling van een veijaringszaak is na de klachten van de heer Straesser en op advies van de stadsadvocaat hersteld. Hierbij is namens de gemeente erkend dat er foutief is gehandeld. Tevens is door het deels ongedaan maken van de overdracht en het aanbod aan andere omwonenden om een stukje grond over te nemen de kwestie vanuit het oogpunt van de gemeente en de meeste betrokken bewoners afdoende hersteld. Naar het oordeel van het college zou hiermee de zaak afgedaan zijn. De heer Straesser is echter van mening dat hij hierbij niet serieus is genomen, is tegengewerkt en dat er sprake is van niet integer handelen, fraude en valsheid in geschrifte door ambtenaren. Tevens acht hij zich onheus bejegend door de gemeente. Een en ander heeft ertoe geleid dat er inmiddels een dossier is gevormd van meerdere ordners vol met documenten en dat de heer Straesser de Nationale Ombudsman heeft ingeschakeld, de Hoofdofficier van Justitie heeft gevraagd vervolging in te stellen en nu ook de gemeenteraad heeft benaderd om zijn grieven naar voren te brengen. Afhandeling van de klachten De heer Straesser heeft tot twee maal toe de Nationale Ombudsman gevraagd zich over het dossier te buigen. De Nationale Ombudsman heeft tot tweemaal toe geconcludeerd dat er geen sprake was van bewust onjuist handelen. In het eerste onderzoeksverslag van de Nationale Ombudsman wordt als volgt geconcludeerd: De Nationale ombudsman concludeert dan ook dat de gemeente een fout heeft gemaakt, vervolgens deze fout heeft erkend en ook daadwerkelijk naar een praktische oplossing hiervan heeft gezocht. De gemeente heeft publieke grond weg gegeven maar heeft zich ook ingespannen om de gevolgen hiervan te beperken of terug te draaien. Uw standpunt dat de gemeente geen oplossing heeft gezocht kan ik dan ook niet volgen. Dat de gemeente heeft aangestuurd op een andere oplossing dan die u voor ogen had, rechtvaardigt naar mijn mening niet de conclusie dat de gemeente geen oplossing heeft gezocht. Voor de Nationale ombudsman is het van belang dat een overheid op een behoorlijke manier met burgers omgaat. Wanneer een overheid fouten maakt, dan mag verwacht worden dat zij deze fouten erkent maar zich ook inspant om de fout terug te draaien of te herstellen. Het zoeken naar een oplossing met buurtbewoners kan in dit geval de toets van behoorlijkheid doorstaan. Naar aanleiding van een verzoek om herziening door de heer Straesser heeft de Nationale Ombudsman in tweede instantie de volgende conclusie getrokken: Vaststaat dat de gemeente anders had kunnen handelen. Ik zie echter onvoldoende

Haarlem 3 aanknopingspunt voor uw stelling dat daarbij sprake zou zijn geweest van bewust onjuist handelen, al dan niet met het oogpunt iemand te verrijken. Voor zover u van mening blijft dat er sprake is geweest van ernstige overtredingen van het Wetboek van Strafrecht staat het u vrij daaromtrent aangifte te doen Namens het college is in een brief van 17 november 2014 uitgebreid ingegaan op de grieven van de heer Straesser en is tevens aangegeven dat de gemeente het dossier heeft gesloten. Strafrechtelijke vervolging De heer Straesser heeft de Hoofdofficier van Justitie verzocht vervolging in te stellen tegen enkele gemeenteambtenaren. De Hoofdofficier heeft in dit verzoek geen enkele aanleiding gezien om een onderzoek in te stellen dat tot vervolging van ambtenaren zou kunnen leiden. Wob-verzoeken De heer Straesser heeft in 2014 vier WOB-verzoeken ingediend bij de gemeente, waarvan er drie direct over de Tuin van Jonker. In 2015 heeft hij twaalf WOBverzoeken ingediend, waarvan er drie direct over De Tuin van Jonker. De overige verzoeken hadden grotendeels te maken met door hem ingediende klachten en vragen naar aanleiding van de gang van zaken rond de Tuin van Jonker. Er is de afgelopen maanden getracht om alle redelijkerwijs beschikbare documenten openbaar te maken. Inmiddels beschikt de heer Straesser dan ook over meer dan 500 pagina s documenten bestaande uit gespreksverslagen, e-mailwisselingen en adviezen over de gang van zaken bij de overdracht van 15 m2 grond en de andere door hem aangekaarte kwesties. In de brief van 24 september 2015 zijn 122 vragen verwerkt waarbij nogmaals zeker 12 verzoeken om informatie zijn opgenomen. Conclusie Het college ziet in het dossier dat er fouten zijn gemaakt, niet altijd adequaat is gehandeld en dat zaken sneller hadden kunnen worden opgepakt en afgewikkeld. Het college deelt echter de conclusie van de Nationale Ombudsman dat er geen enkel aanknopingspunt is dat er bewust onjuist gehandeld is. Daarnaast is het college van oordeel dat alle redelijkerwijs beschikbare stukken geopenbaard zijn en dat een verdere zoektocht naar nog meer mails verslagen en andere documenten niet van het college gevergd kan worden. Bovendien zit er achter het handelen van ambtenaren en bestuurder in deze zaak geen bewuste strategie om wie dan ook tegen te werken, of zaken te verdoezelen. Het college zal dan ook niet inhoudelijk reageren op de door de heer Straesser gestelde vragen. Inmiddels is beroep ingesteld tegen het namens het college ingenomen standpunt dat de brief van 24 september 2015 niet gezien wordt als een verzoek als bedoeld in de Wet op de openbaarheid van bestuur. Het college wacht de behandeling van het beroep af.

4 De vragen van de leden van de commissie Ontwikkeling. Hieronder gaat het college in om de vragen van de commissie die tijdens de behandeling van het WOB-verzoek zijn gesteld. 1. De stand van zaken omtrent de aanpak van illegale annexatie van gemeentegrond. Mevrouw van der Smagt stelt vast dat aan de raad is toegezegd dat het plan om op te treden tegen illegale inname van openbare grond voor het eind van 2015 ter kennis aan de commissie ontwikkeling zou worden gebracht. Dit is niet gebeurd. De kwestie rond de onfortuinlijke grondoverdracht bij de Tuin van Jonker maakt ook voor het college zichtbaar hoe complex dergelijke situaties in de praktijk zijn. Met toezeggingen uit het verleden, incomplete dossiers en vage claims op basis waarvan een oordeel geveld moet worden. Hierop is het eerdere plan van aanpak uit 2011 stukgelopen. Met de nieuwe aanpak wil het college dat vermijden. Het voorbereiden van deze aanpak vergt daarom meer tijd dan was ingeschat. Naar verwachting kan de raad voor het eind van het eerste kwartaal van het plan kennis nemen. 2. De heer Straesser heeft nooit een uitgebreide brief ontvangen. Mevrouw van der Smagt geeft aan dat de heer Straesser nooit een uitgebreide brief heeft ontvangen. En wanneer dat wel was gebeurd, dan was er geen enkel probleem geweest. Er is sprake van en groot aantal mailwisselingen. Er zijn meer dat 500 pagina s aan documenten verstrekt. Er is diverse malen een aanbod vanuit de gemeente gedaan om met de heer Straesser over zijn verzoeken om informatie in gesprek te gaan. Hij is niet op dat aanbod ingegaan. Bij brief van 17 november 2014 is uitgebreid antwoord gegeven op vragen. Met verwijzing naar de punten die hierboven zijn genoemd staat het college op het standpunt dat de heer Straesser veel informatie heeft ontvangen en dat redelijkerwijs niet van het college gevergd kan worden een zoektocht te starten om nog meer stukken zoeken die mogelijk een antwoord op zijn vragen zouden kunnen geven. 3. De namen van de ambtenaren zijn in de stukken weggelakt. De heer Garretsen heeft aangegeven dat in de stukken de namen zijn weggelakt. Hij is van mening dat moet worden aangegeven waarom die namen zijn weggelakt. Op 10 september 2014 zijn alle bezwaren van de heer Straesser gegrond verklaard. Toen is alles openbaar gemaakt inclusief de namen van de behandelend ambtenaren. Het college staat op het standpunt dat als er in het openbaar in de raad wordt gesproken over het handelen van ambtenaren, daarbij de anonimiteit van de

Haarlem 5 betrokkenen in beginsel gewaarborgd moet zijn. Het college is verantwoordelijk en wordt op het handelen aangesproken. De betrokken ambtenaren kunnen zich ten overstaan van de raad niet verdedigen. Daarmee geldt voor het college als uitgangspunt dat namen in stukken die openbaar met de raad worden besproken en waarbij het handelen van ambtenaren in het geding is worden weggelakt. Dit geldt met name waar de integriteit van de betrokkenen ter discussie wordt gesteld, vanwege de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en mogelijke onevemedige benadeling van de betrokkenen. Voor raadsleden is overigens een ongecensureerde versie bij de griffie ter inzage beschikbaar. 4. Het antwoord op de brief van de heer Straesser is klachtwaardig De heer Garretsen heeft geconstateerd dat de brief van de heer Straesser van 24 september 2015 19 verzoeken om informatie bevat. Bovendien zijn er minimaal 6 klachten over bejegening en ziet hij aanleiding om te spreken van een melding voor het Meldpunt Integriteit. De heer Garretsen acht de brief die als reactie is gestuurd op de brief van de heer Straesser om die reden klachtwaardig. Het college deelt die mening niet. Gezien de voorgeschiedenis is het college van oordeel dat er voldoende is gewisseld en is de brief derhalve niet als een nieuw WOB-verzoek aangemerkt. Het college wacht wat dit betreft het oordeel van de rechter af. 5. Er moet een onderzoek komen ook om er lering uit te trekken voor de toekomst. De heer Garretsen concludeert dat er zoveel is misgegaan bij de Tuin van Jonker dat hij pleit voor een onderzoek om lering te trekken voor de toekomst. Het college beaamt dat dingen anders hadden kunnen worden aangepakt, maar stelt zich op het standpunt dat de gang van zaken op zichzelf voldoende aanleiding is geweest om op een andere manier met dit soort kwesties om te gaan. Zo worden de ervaringen meegenomen bij de ontwikkeling van het Plan van Aanpak illegale annexaties gemeentegrond. Daarnaast leidt de discussie over de WOB-verzoeken ertoe dat de afhandeling van deze verzoeken telkens beter gaat. 6. Er worden onnodige procedures gevoerd bij de bestuursrechter De heer Garretsen vindt dat er steeds onnodige procedures bij de bestuursrechter worden gevoerd, die de gemeente extra geld kosten. Door een fatsoenlijke beantwoording van burgers kunnen dat soort procedures voorkomen worden. Het college kan zich niet vinden in stelling van de heer Garretsen. Ondanks dat er veel documenten aan de heer Straesser zijn verstrekt persisteert hij in zijn verzoeken om nog meer informatie en gaat hij niet in op het diverse malen gedane

6 aanbod van de gemeente om in een gesprek te gaan en zodoende nodeloze procedures te voorkomen. 7. Het college wordt verzocht melding te doen bij het Meldpunt integriteit De heer Garretsen wijst erop dat op 10 punten de integriteit van ambtenaren in twijfel werd getrokken. Hij vindt dat dat serieus genomen moeten worden en pleit voor het aanmelden van deze zaak bij het Meldpunt Integriteit. Het college stelt zich op het standpunt dat er geen op redelijke gronden gebaseerde aanwijzingen zijn voor een vermoeden van een integriteitsschending zoals bedoeld in de Regeling integriteitsschendingen gemeente Haarlem. In de stukken is geen enkel aanknopingspunt gevonden dat er sprake is van bewust onjuist handelen door gemeenteambtenaren. Hiermee volgt het college de conclusie van de Nationale Ombudsman. Tevens neemt het college in aanmerking dat de Hoofdofficier van Justitie geen enkele aanleiding heeft gezien om een onderzoek te starten om tot vervolging van enig strafbaar feit te komen. Desondanks heeft het college de brief in handen gesteld van het Meldpunt integriteit van de gemeente Haarlem. Het Meldpunt komt tot de slotsom dat de meldingen die dhr. Straesser doet in zijn brief van 24 september 2015 niet onderzoekswaardig zijn onder de Regeling Integriteitsmeldingen van de gemeente Haarlem. Het Meldpunt adviseert dan ook om geen onderzoek te starten. Tot slot Op grond van bovenstaande toelichting op de gang van zaken, de grieven van de heer Straesser en de vragen van de leden van de commissie Ontwikkeling is het college van oordeel dat er genoeg over de zaak is gewisseld. Het college zal dit vervolgens aan de heer Straesser mededelen. De rechter zal nog oordelen over de status van de brief van 24 september 2015 en het standpunt van het college daaromtrent. De raad wordt daar dan over geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Het college van burgemeester en wethouders,