Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bijlage 1 Overzicht besluitvorming Zuiderzeelijn

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Inhoudelijke Ondersteuning

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2017D25309 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Staten-Generaal bestaat uit de parlementsleden van de eerste en tweede Kamer. Het zijn dus onze parlementsleden.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

agendanummer afdeling Simpelveld VI- Burgerzaken 24 juli 2008

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Het Presidium heeft de evaluatie besproken in haar vergadering van 20 januari 2016.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Ruimte voor de Rivier

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 18 106 Voortgang rivierdijkversterkingen Nr. 158 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 18 april 2005 De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat 1 heeft op 23 maart 2005 overleg gevoerd met staatssecretaris Schultz van Haegen-Maas Geesteranus van Verkeer en Waterstaat over: de brief van de minister VW, mede namens de ministers VROM en LNV over de Vierde Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier (18 106, nr. 154). Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissie 1 Samenstelling: Leden: Duivesteijn (PvdA), Dijksma (PvdA), Hofstra (VVD), ondervoorzitter, Atsma (CDA), voorzitter, Van Gent (GroenLinks), Timmermans (PvdA), Van Bommel (SP), Van der Staaij (SGP), Oplaat (VVD), Geluk (VVD) Dijsselbloem (PvdA), Depla (PvdA), Van As (LPF), Mastwijk (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Koopmans (CDA), Gerkens (SP), Bruls (CDA), Van Lith (CDA), Van der Ham (D66), Haverkamp (CDA), Boelhouwer (PvdA), De Krom (VVD), Verdaas (PvdA), Hermans (LPF), Dezentjé Hamming (VVD), Van Hijum (CDA). Plv. leden: Heemskerk (PvdA), Samsom (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Hessels (CDA), Vos (GroenLinks), Smeets (PvdA), De Ruiter (SP), Slob (ChristenUnie), Aptroot (VVD), Szabó (VVD), Van Dijken (PvdA), Waalkens (PvdA), Herben (LPF), Van Winsen (CDA), Halsema (GroenLinks), Jager (CDA), Vergeer (SP), Ten Hoopen (CDA), Van Haersma Buma (CDA), Bakker (D66), De Pater-van der Meer (CDA), Van Dam (PvdA), Van Beek (VVD), Dubbelboer (PvdA), Van den Brink (LPF), Luchtenveld (VVD), Buijs (CDA). De heer Van Lith (CDA) merkt op dat de voorliggende rapportage op een aantal punten alweer achterhaald is. In de begrotingsbehandeling is met algemene stemmen een motie aangenomen met daarin het verzoek om per 1 mei 2005 bij deel I van de PKB met een integraal pakket aan structurele, duurzame ruimtelijke maatregelen te komen. Hoe staat het met de uitvoering van deze motie? Voor de CDA-fractie staat het begrip «duurzaam» voor maatregelen die rekening houden met de leefomgeving en die ook in de toekomst houdbaar blijken te zijn. Het is zaak om maatregelen uit te voeren die na 2020 niet teruggedraaid of vervangen hoeven te worden. De bewoners van het rivierengebied moeten duidelijkheid krijgen over de korte en over de lange termijn. Deelt de staatssecretaris deze mening? In de verschillende voortgangsrapportages worden voor de Rijntakken en de Maas verschillende maatgevende afvoeren genoemd. Bij de inzet van duurzame maatregelen ontkomt de Tweede Kamer niet aan de discussie over de hoeveelheid rivierwater waarop de maatregelen dienen te worden afgestemd. De grens van 16 000 m 3 /s voor de Rijntakken zal waarschijnlijk op basis van het voorzorgsprincipe worden overschreden, maar of daarom 18 000 m 3 /s als richtsnoer moet gelden, is zeer de vraag. Hoe beoordeelt de staatssecretaris de maatgevende afvoeren? De heer Van Lith stelt voor, nog vóór 1 mei 2005 een hoorzitting te houden over maatgevende afvoeren en de omgang daarmee in de beoordeling van het pakket van maatregelen. De staatssecretaris liet doorschemeren dat zij op korte termijn een aantal projecten voorrang wil verlenen. De heer Van Lith wil slechts onom- KST85877 0405tkkst18106-158 ISSN 0921-7371 Sdu Uitgevers s-gravenhage 2005 Tweede Kamer, vergaderjaar 2004 2005, 18 106, nr. 158 1

streden projecten als koploperprojecten aangemerkt zien worden. Sommige projecten zijn nog onvoldoende onderbouwd en/of ontberen nog het gewenste draagvlak. Van de vier projecten die in het regioadvies van de provincies genoemd zijn, acht de CDA-fractie twee niet geschikt als koploperproject, namelijk het project Noordwaard en het project bij Veur- Lent. De koploperstatus van Westenholte en Overdiepsche Polder staat niet ter discussie. Al langer vastgesteld is het project Rijnwaardse uiterwaarden en de grondaankopen zijn rond. Waarom is dit geen koploperproject? Sinds Ruimte voor de rivier van start is gegaan, is ook de studie Integrale verkenning van de Maas opgepakt. Is de staatssecretaris bereid, bij het verdere traject van Ruimte voor de rivier ook ná deel 1 van de PKB rekening te houden met de uitkomsten van de Maasverkenning? De heer Boelhouwer (PvdA) is blij met de voortgang van Ruimte voor de rivier, al leest hij over de recente ontwikkelingen meer in de krant dan in de nu voorliggende voortgangsrapportage. Hij wil even de goede volgorde der dingen vaststellen. De Kamer heeft de verantwoordelijkheid voor dit proces bij de regio gelegd. De regio brengt kansrijke projecten in kaart en rapporteert haar plannen aan de staatssecretaris. Zij neemt een beslissing en legt deze voor aan de Tweede Kamer. Die volgorde geldt ook wanneer burgers zich zorgen maken over wat hen boven het hoofd hangt. De staatssecretaris moet binnenkort besluiten nemen. De heer Boelhouwer verwacht dat de staatssecretaris daarna duidelijk nut en noodzaak van de gekozen projecten zal aangeven en dat zij zal onderbouwen waarom een project de status van koploper krijgt en wat er zou gebeuren als dat niet zo was. Zodra de staatssecretaris heeft besloten, dient zij de Tweede Kamer inzicht te geven in haar afwegingen, zodat ook de Kamer kan beoordelen of een project terecht als koploper wordt aangewezen. Volgens De Limburger zijn er grote problemen in samenhang met de Grensmaas. De dekgrondbergingen zouden mogelijkerwijs worden verboden door de Raad van State. Welke beslissing denkt de staatssecretaris hierover te nemen? Zal dit leiden tot extra vertraging en extra kosten voor de gehele Grensmaas? De heer Geluk (VVD) vraagt zich af hoe er moet worden omgegaan met de 16 000 m 3 /s op de korte termijn en de 18 000 m 3 /s op de lange termijn. Daar hangt immers het hele investeringsschema aan vast. De vraag hoe er met investeringen moet worden omgegaan, was eveneens aan de orde in de TCI. Het moet ook voor de toekomst helder zijn wat er verwacht mag worden en wat niet. Er is in de stukken sprake van een onzekerheidsmarge van 45%. Dat zijn grote schommelingen. Is daarover verder onderzoek gaande? Vindt er ook onderzoek plaats op Europees niveau? Als Duitsland zijn dijken gaat verhogen, krijgen wij immers in Nederland op termijn een probleem. Kan de staatssecretaris nader ingaan op het toekomstige traject? Dat bepaalt immers de investeringen. De Grensmaas is voor de VVD-fractie een probleem. Er zijn heel veel risico s, ook in verband met de grondwaterrichtlijn die eraan dreigt te komen. De heer Geluk maakt zich zorgen over de voortgang van dit project. Er wordt veel gesproken, maar niet echt overgegaan tot daden. Toch is het voor Limburg hoogst noodzakelijk dat er snel duidelijkheid komt. In de stuurgroep Ruimte voor de rivier is er een taakgroep ingesteld die moet kijken of er nog extra middelen nodig zijn. De staatssecretaris heeft het over een gat van 300 mln euro. Kan dit gat worden gedicht en zo ja, hoe gaat dit gebeuren? Er zijn vier mogelijkheden, maar de weergegeven acties lijken nogal vaag. Benefitsharing is een mooi woord voor bijvoorbeeld zandwinning waar weer wat aan te verdienen valt, maar de daarmee op te halen bedragen zullen echt niet hoog genoeg zijn. Tweede Kamer, vergaderjaar 2004 2005, 18 106, nr. 158 2

Het CPB heeft de resultaten bekendgemaakt van een veiligheidsonderzoek. Voldoet de norm van 1 op 1250 nog steeds? Deze norm dateert uit 1960. Sindsdien is de groei van economie en bevolking alleen maar doorgegaan. De staatssecretaris heeft het over «een beperkt aantal» koploperprojecten. Hoeveel daarvan heeft zij in gedachten? Is het project Lent nu een koploperproject of heeft het een status aparte? Communicatie is een buitengewoon belangrijk punt. Te veel mensen vinden de huidige communicatie naar buiten toe te summier. Voor veel mensen is de vraag wat er gaat gebeuren en wanneer toch echt heel belangrijk. Het gaat om hun huis en om hun land. Mensen begrijpen wel dat er iets moet gebeuren, maar zij willen zo snel mogelijk duidelijkheid hebben. Het lijkt de heer Geluk een goed idee om te kijken naar de risico s die de Vogel-en habitatrichtlijn biedt voor de nu voorliggende plannen. Anders wordt men straks bij de uitvoering teruggevloten vanwege de beperkingen die deze en andere richtlijnen op het gebied van grondwater opleggen. Hoe denkt de regering daarmee om te gaan? De staatssecretaris is in het verleden in een motie gevraagd om ten aanzien van de Maas tot een saldobenadering te komen. De heer Geluk wil haar houden aan de toezegging die zij daarover heeft gedaan. Wanneer komt de staatssecretaris met een beleidswijziging naar buiten? Daar wachten namelijk velen op. De heer Hermans (LPF) wil graag van de staatssecretaris weten wanneer de Kamer de rapportage mag verwachten over de realiteitsgehaltetoetsing van de resultaten van de Taakgroep FiKa. Wanneer krijgt de Kamer de voorlopige resultaten van de economische toets van het CPB? Ruimte voor de rivier kent een onzekerheidsmarge van 40 tot 60%. De staatssecretaris stelt dat deze marge zowel positief als negatief kan zijn. De ervaring leert echter dat onzekerheidsmarges in de regel negatief uitvallen. Gezien de omvang van de risico s bij dit project liggen overschrijdingen voor de hand. De risico s moeten dan ook zoveel mogelijk in kaart worden gebracht en waar mogelijk verkleind. De Taakgroep FiKa meldt een flink risico ten aanzien van actief bodembeheer. Een toets is nog uitstaande, maar het zou om honderden miljoenen gaan. Het probleem is dat actief bodembeheer op gespannen voet staat met bestaande regelgeving. Kan de aanpak van de staatssecretaris problemen op dat vlak in de toekomst voorkomen? Ligt het gezien de risico s niet voor de hand om de regelgeving aan te passen? De heer Hermans waardeert de inspanningen van de staatssecretaris ten aanzien van het project-en risicomanagement. Het ministerie onderneemt goede stappen. Ten aanzien van HSL en Betuweroute heeft het kabinet in de laatste jaren steeds gebruik gemaakt van een gevoeligheidsanalyse. Dan krijgt de Kamer in beeld dat het projectbudget zich met een waarschijnlijkheid van 90% binnen een bepaalde bandbreedte zal bewegen. Kan deze praktijk worden voortgezet bij Ruimte voor de rivier? De maatgevende afvoer blijft tot 2015 16 000 m 3 /s en kan daarna indien nodig stapsgewijs worden opgevoerd naar 18 000 m 3 /s. De noodzaak daarvan hangt samen met de ontwikkelingen in Duitsland. Op dit moment kan slechts 14 800 m 3 /s langs Keulen. Wordt het beleidsprogramma afgestemd op de ontwikkelingen in Duitsland? Wat gebeurt er als daar wordt getemporiseerd? Hoe hard zijn onze jaargetallen dan? Kunnen wij ook temporiseren of mogelijk versnellen? Er is op dit moment sprake van prijsdrukkortingen op aanbestedingen. De minister had het eerder over 20%. Met welke percentage houdt men nu rekening? Kan de verhouding inzichtelijk worden gemaakt van de doelen veiligheid en ruimtelijke kwaliteit? De LPF-fractie stelt veiligheid boven ruimtelijke kwaliteit en wil graag weten waarvoor er nu hoeveel wordt uitgeven. Tweede Kamer, vergaderjaar 2004 2005, 18 106, nr. 158 3

Het gaat te ver om de Noordwaard de status van koploperproject te weigeren, maar de functionaliteit van het project en het draagvlak ervoor staan nog ter discussie. De heer Hermans verwacht meer argumenten van de staatssecretaris voordat hij met de koploperstatus voor dit project akkoord kan gaan. Met welke rentevoet wordt er ten aanzien van Ruimte voor de rivier gerekend? Tot slot wordt de staatssecretaris op het hart gedrukt dat zij de PKB niet moet dichttimmeren. Zij moet veeleer ruimte laten voor autonome projecten en benefitsharing, zodat er optimaal gebruik kan worden gemaakt van projecten die geld opleveren en die ruimtelijke kwaliteit en veiligheid kunnen bieden. De heer Van der Staaij (SGP) ziet in de voortgangsrapportage een voorproefje van wat er in de PKB aan de orde zal komen. Hij deelt de filosofie achter het beleidsvoornemen Ruimte voor de rivier van harte, maar dat mag niet tot gevolg hebben dat puur technische maatregelen zoals «ordinaire» dijkverhogingen in de taboesfeer terechtkomen. Zij zijn immers soms een goede oplossing. De koppeling van de ambities veiligheid, ruimtelijke kwaliteit en natuur is heel aantrekkelijk, maar draagt ook risico s in zich voor snelheid en kosten. Bij het project Zandmaas is het gelijktijdig realiseren van meerdere doelstellingen moeilijk gebleken. Juist bij een beperkt budget is het belangrijk, heldere prioriteiten toe te kennen. Is ook de staatssecretaris van mening dat de veiligheidsdoelstelling primair dient te zijn? Het budget lijkt hoe dan ook een probleem te gaan vormen. Uit de onlangs gepresenteerde adviezen van de provincie blijkt klip en klaar dat er veel meer geld nodig is voor de beoogde veiligheidsprojecten. Valt er al iets meer te zeggen over de claim van de provincies? Als er meevallers uit te delen zijn, wil de heer Van der Staaij graag dat er aan de veiligheidsbelangen wordt gedacht. Het zou de burger ook goed uit te leggen zijn waarom juist daarin wordt geïnvesteerd. De heer Van der Staaij vraagt zich af wat er in de aankomende PKB inhoudelijk eigenlijk nog valt te beslissen. Er lopen immers al projecten in het kader van de rivierverruiming en er zijn al koploperprojecten volop gaande. Dat is goed, maar het doet wel de vraag rijzen of de PKB meer is dan achteraf een stempel zetten op zaken die materieel al helemaal akkoord zijn. Kan er meer voortgang worden gemaakt met de geen-spijtmaatregelen? Als er zichtbaar wordt gewerkt aan de veiligheidsdoelstelling kan dit in de betreffende regio het draagvlak voor eventueel verdergaande maatregelen vergroten. Er is in de stukken weinig aandacht voor de winning van delfstoffen binnen het project Ruimte voor de rivier. Maakt dat nog steeds integraal onderdeel uit van de ontwikkelingen of wordt hier minder aandacht aan besteed dan in het verleden? De SGP-fractie is blij dat de impasse rond de Maaskade doorbroken lijkt. Feit blijft echter dat de Maaskades in de gemeenten Roermond, Venlo, Gennep en Middelaar veel later op het nodige beschermingsniveau zullen worden gebracht dan oorspronkelijk bedoeld. De opgelopen vertraging lijkt te zijn veroorzaakt door onenigheid tussen bestuurslagen over financiering en eindverantwoordelijkheid. Burgers mogen niet de dupe worden van kibbelende bestuursorganen en schimmige verdeelsystematieken. Er heeft het nodige ontbroken aan de communicatie tussen Rijk en gemeenten. Er is dus alle reden om dit traject goed te evalueren, zodat dergelijke missers in de toekomst kunnen worden voorkomen. Bij Lent en Noordwaard zijn er voorstellen gekomen van onderop. Er is meegedacht en er zijn alternatieven aangeboden. Weegt de staatssecretaris dit soort ideeën en alternatieven serieus mee? Tweede Kamer, vergaderjaar 2004 2005, 18 106, nr. 158 4

Het antwoord van de staatssecretaris De staatssecretaris heeft net de voortgangsrapportage tot en met eind december 2004 op de post gedaan. Er wordt druk overleg gevoerd met vertegenwoordigers uit het veld en binnenkort wordt de PKB afgerond. Veel Kamerleden willen weten wat op korte en langere termijn het perspectief is van Ruimte voor de rivier en wat de ambitie van dat project is. De opdracht van de Kamer luidde dat er een rivierverruiming moest plaatsvinden die een afvoer van 16 000 m 3 /s zou realiseren. Volgens een politieke afspraak zou dat in 2015 gerealiseerd moeten zijn. In al haar gesprekken hierover heeft de staatssecretaris dat als uitgangspunt gehanteerd, samen met het feit dat er sprake is van een integrale toekomstverkenning. Met dat laatste moet worden gewaarborgd dat de huidige projecten geen-spijtprojecten zijn, waarop ook na 2015 niet hoeft te worden teruggekomen. Daar waar het financiële kader en het draagvlak dat toelaten, kan er een stap verder worden gegaan. De PKB zal dan ook verschillende projectcategorieën bevatten. Sommige projecten blijven binnen de 16 000 m 3 /s, terwijl andere verder gaan. Er is geen budget om overal naar 18 000 m 3 /s te gaan en het is ook niet bewezen dat dit nodig zou zijn. Toch heeft de Kamer de staatssecretaris gemandateerd om waar mogelijk 18 000 m 3 /sprojecten te realiseren, voor zover daar draagvlak voor bestaat. Overgaan tot ruimtelijke maatregelen betekent geenszins dat technische maatregelen niet meer zouden voldoen. Ruimte voor de rivier zal een combinatie zijn van ruimtelijke en technische maatregelen, afhankelijk van de vraag waar een gebied zich beter voor leent. Ruimte scheppen is van groot belang, omdat het de afvoersnelheid tempert. Alleen de dijken verhogen, zou de bevolking opzadelen met water dat sneller stroomt, met alle risico s van dien. Veiligheid is belangrijker dan ruimtelijke inpassing, maar er wordt wel naar gestreefd, iedere maatregel zo fraai mogelijk in te passen. Provincies en regio s zijn uitgenodigd om mee te denken. Er liggen dan ook prachtige voorstellen vanuit de provincies en gemeenten, waar serieus naar wordt gekeken. Diverse sprekers hebben gevraagd naar de financiële mogelijkheden van dit project. Er liggen projectvoorstellen ter waarde van 2,5 à 2,6 miljard, terwijl er in de begroting 1,9 miljard voor staat. De staatssecretaris zal de stuurgroep een voorstel doen over de dekking van de projectsom. Het regioadvies kan niet voor 100% worden overgenomen, maar er zal wel iets gebeuren. De motie waarin de Kamer vraagt om zowel Ruimte voor de rivier als ook de noodoverloop in beschouwing te nemen, zal daarbij eveneens betrokken worden. De staatssecretaris wil daar een bredere invulling aan geven. Zij zal op een ander moment ingaan op hoe zij de motie denkt uit te voeren. Op 1 mei komt de staatssecretaris met een eerste reactie op de noodoverloopgebieden, zoals in haar afwezigheid is toegezegd door minister Peijs. Dan wordt ook duidelijk of er noodoverloopgebieden afvallen en zo ja, welke. Zodra de PKB er ligt met daarin de structurele projecten, kunnen de Kamerleden deze afwegen tegen de bestaande ideeën over noodoverloop. De beslissing valt in 2006, wanneer de andere rampbeheersingsstrategieën er ook nog eens naast worden gehouden. Maar in 2005 is al te zien of er gebieden afvallen, met als gevolg vrijkomend budget. Het financiële gat wordt niet volledig gedicht, maar voor een deel van de benodigde 7 mln komt er wel een oplossing. Er is terecht gewezen op de vrij hoge onzekerheidsmarge. Projecten van dit soort hebben in de beginfase altijd grote marges. Door de ervaringen met de Betuweroute en de HSL heeft V en W duidelijk voor ogen dat elk project een grondige financiële monitoring behoeft. Er zijn ook extra risicoanalyses gedaan. Naarmate de tijd vordert, zal de zekerheid ook bij Ruimte voor de rivier oplopen naar 90% en zullen de uitgaven en ontvangsten met elkaar op lopen. Tweede Kamer, vergaderjaar 2004 2005, 18 106, nr. 158 5

De vraag of er buiten het voorgestelde budget geld kan worden vrijgemaakt, zal de staatssecretaris met de stuurgroep bespreken. Er liggen voorstellen om inverdieneffecten toe te voegen en Europese gelden aan te spreken. Er zal zeker een budget worden geraamd voor extra financiële elementen, zodat Rijk, provincies en gemeenten onder druk komen om hun bijdrage te leveren aan die projecten. De staatssecretaris wil samen met de provincies en andere partners ook goed naar de organisatie van de projecten kijken. Bij een projectmatige aanpak kunnen veranderingen in de tijd gemakkelijk in een project worden ingebracht. Temporiseren kan altijd. De termijn van 2015 is een politieke afspraak en die kan gewijzigd worden. Vooralsnog blijft 2015 echter het uitgangspunt. Er dient snel te worden voldaan aan de veiligheidseisen. Afwijkingen van gemaakte afspraken zijn mogelijk, mits goed onderbouwd en in de Kamer overeengekomen. Versnellen daarentegen is niet mogelijk. Eerder dan 2015 klaar zijn, is geen realistische verwachting. Bij het aanbesteden van projecten komen er op dit moment inderdaad lagere sommen uit. Wat daarvan het effect is op het gehele programma, kan de staatssecretaris niet aangeven. De bouwfraude speelde vooral in de wegenbouw. In de watersector zijn weer heel andere bedrijven actief. Als het ministerie professioneel genoeg is om te doorgronden of de ontvangen offertes reëel zijn, kan daar in de loop der jaren van geprofiteerd worden. De rentevoet is de staatssecretaris niet bekend, maar de bedragen uit de voortgangsrapportage zijn op prijspeil gebracht en worden naar aanleiding van gegevens van het ministerie van Financiën bijgesteld. Er is een grote slag gaande rond FES-gelden en wie wil meedingen, moet aan heel specifieke eisen voldoen. De staatssecretaris stond niet direct vooraan in het rijtje van hen die konden meedingen, maar er wordt nu uitgezocht of het alsnog kan. Aangezien de partners nog kenbaar moeten maken welke koplopers zij willen, gaat de staatssecretaris hierop nog niet verder in. De commentaren uit de Kamer zal zij meenemen in haar beslissing. Draagvlak acht ook zij belangrijk voor een koploperproject, maar 100% draagvlak is te veel gevraagd. Het is belangrijk dat alternatieven in beeld worden gebracht en zij gaat daar zeker serieus mee om. Voor Veur-Lent is zeer recentelijk nog een alternatief gepresenteerd. Daar wordt nu naar gekeken, evenals naar het voorkeursalternatief dat Rijkswaterstaat, de provincie en andere partners samen hebben. De PKB biedt de ruimte om naast een voorkeursproject ook een alternatief af te wegen. Dat geldt ook voor Noordwaard, waarvoor de dag voor dit overleg nog een alternatief is gepresenteerd. Op de projecten die straks in de PKB staan, is ook nog inspraak mogelijk. Daarbij zullen vast nog meer ideeën naar voren komen. Uitgangspunt is dat een afvoer van 16 000 m 3 /s gerealiseerd moet kunnen worden en dat een variant budgettair aantrekkelijk en juridisch haalbaar is. De koploperstatus betekent dat men alvast mag beginnen met een planstudie, maar er is nog lang geen spa in de grond. Mocht de staatssecretaris per 1 juni niet uit zijn over de voorgestelde alternatieven, kan zij de zaak nog een paar manden langer laten meelopen in de PKB. Zij zal aangeven waarom zij de keuzes maakt die zij maakt. Het project Rijnwaarde is al in uitvoering. Het is een autonoom NURGproject. In dit geval voegt een koploperstatus niets toe aan de voortgang. De veiligheid wordt onder Ruimte voor de rivier ingeboekt, maar voor de rest is het een NURG-project. De norm 1 op 1250 jaar (en aan de kust 1 op 10 000 jaar) dateert inderdaad uit de jaren 60, maar wordt lopend aangepast aan actuele omstandigheden zoals klimaatveranderingen, zeespiegelrijzing en grotere hoeveelheden water in de rivieren. Het veiligheidsniveau is dus sinds de jaren 60 continue gestegen. Er wordt gestudeerd op de vraag of men in de Randstad, waar de bevolking sinds de jaren 60 enorm is gegroeid en waar veel Tweede Kamer, vergaderjaar 2004 2005, 18 106, nr. 158 6

meer economische activiteit is ontstaan, naar een hoger veiligheidsniveau zou willen. In het kader van Veiligheid Nederland in Kaart (VNK), een project dat al een tijd gaande is, wordt per dijkring in beeld gebracht wat de economische activiteiten zijn en hoeveel mensen er wonen. Dit moet leiden tot nieuw beleid, gebaseerd op het actuele risico. De staatssecretaris beoogt een differentiatie van de veiligheidsnorm naar het aantal inwoners. Ook het CPB bepleit differentie. Voor het einde van haar termijn hoopt de staatssecretaris met een notitie over de omgang met risico s te komen. Rond de zomer krijgt de Kamer de resultaten van VNK. Naar aanleiding daarvan wil zij met de Kamer in discussie over de uitwerking van een nieuwe analyse van de omgang met normen. De projectorganisatie heeft in samenwerking met het ministerie van LNV een strategisch kader voor de Vogel-en habitatrichtlijn opgesteld dat ook als basis diende voor de zogenaamde passende beoordeling die de Vogelen habitatrichtlijn verplicht stelt. De passende beoordeling is geïntegreerd in de MER van Ruimte voor de rivier. Over het strategische kader heeft ambtelijk overleg plaatsgevonden met de Europese Commissie. Deze heeft vooralsnog positief gereageerd, al mag dit niet worden gezien als officiële uitspraak. Het ministerie probeert de Vogel-en habitatrichtlijn goed toe te passen. De staatssecretaris meent een gedegen voorstel te hebben, maar hoe de Europese Commissie of de Raad van State dat interpreteren, kan zij niet voorspellen. De communicatie tot nu toe is summier genoemd, maar er zijn ook 600 projecten ingediend. Nu pas is het moment gekomen dat de verschillende partijen in de regio keuzes maken. Dat moet gecommuniceerd worden aan de burger, samen met de gevolgen die het zal hebben voor de bevolking. Tot nu toe is vooral indirect gecommuniceerd via de vertegenwoordigende organen. Binnenkort zal ook via de inspraakprocedures duidelijk worden wat de gemaakte keuzes betekenen. Het ministerie en de regio s zullen veel aandacht aan die communicatie besteden. Er is een extra knelpunt opgekomen bij de Maaswerken, die naar aanleiding van de TCI nog eens extra tegen het licht zijn gehouden. Het gaat om diverse risico s rondom grondverzet. Deels kan het Rijk de problemen zelf oplossen, omdat het gaat om nationale wet-en regelgeving. Daarover zijn afspraken gemaakt met de staatssecretaris van LNV. Een ander deel van de risico s houdt verband met de Europese Grondwaterrichtlijn. Die valt niet aan te passen. De staatssecretaris heeft wel iets in gedachten en hoopt daar de steun van de provincie voor te krijgen in het overleg van 7 april. Daarna wordt de Kamer schriftelijk geïnformeerd. Zij zal hopelijk de voorgenomen omgang met de Maas spoedig fiatteren, zodat verdere vertragingen voorkomen kunnen worden. De reeds opgelopen vertraging is niet te wijten aan non-communicatie. Er is gecommuniceerd, maar de betrokken partijen konden het niet snel met elkaar eens worden. De beleidsevaluatie Ruimte voor de rivier moet eind 2005 zijn afgerond. Stap één, de evaluatie, dient in de zomer 2005 afgerond te zijn. Stap twee is de aanpassing van de beleidslijn naar aanleiding van de evaluatie; daarmee wil de staatssecretaris aan het einde van het jaar klaar zijn. De saldobenadering kan een van de aanpassingen zijn. Limburg heeft voorgesteld om vooruitlopend op de evaluatie alvast allerlei projecten aan te leveren waarin men een knelpunt ziet. Eind 2005 is het snelst mogelijke tijdstip voor de aanpassing van de beleidslijn. De voorzitter van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat, Atsma De griffier van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat, Roovers Tweede Kamer, vergaderjaar 2004 2005, 18 106, nr. 158 7