V&G-RAPPORT Houthaven Kopblok. Amsterdam

Vergelijkbare documenten
Uitbreiding en renovatie_. Gemeentehuis Bloemendaal

Gevelgeleiding. Onderwerp: Inleiding

1. INLEIDING 1 2. PROJECTGEGEVENS 2 2. BOUWVEILIGHEIDSPLAN 3 BIJLAGEN VAN HET BOUWVEILIGHEIDSPLAN

Ede, 10 oktober 2012 SLOOP- EN BOUWVEILIGHEIDSPLAN V&G-PLAN ONTWERPFASE V&G-DOSSIER AALMARKT, HAARLEMMERSTRAATBLOK RIJNBOUTT BV

10007-A Ede, 30 november 2011 V&G-PLAN ONTWERPFASE V&G-DOSSIER FIRST, ROTTERDAM DE ARCHITECTEN CIE.

VEILIGHEID- EN GEZONDHEIDSPLAN ONTWERPFASE. Voor het project De Verleyding te Leiden

Publieksveiligheid en het Veiligheidsplan

RISICO INVENTARISATIE- EN EVALUATIE

architectenbureau visser en bouwman bv V&G-plan Ontwerpfase Hoo001 Noorderkwartier Hoofddorp 1 ( blok A - B en 9 woningen, Hoofdweg) Opdrachtgever:

VEILIGHEID & GEZONDHEIDSPLAN

Gevel Risico Inventarisatie en Evaluatie

Veilig werken op hoogte

Projectfasen waarin de RI&E is uitgevoerd:

VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN

Project Zuidas Blok 4 stallinggarage, commerciële ruimtes en woningen V&G-plan Ontwerpfase

BEDRIJFS RISICIO INVENTARISATIE EN EVALUATIE HERENBOUW

Publieksveiligheid en het Veiligheidsplan

V&G-PLAN ONTWERPFASE Nieuwbouw 2 appartementengebouwen te Delden

4.18 Eindwandsteigers

Rapport. Risico-inventarisatie & -evaluatie daken. Gymzaal

Glazenwassers en Gevelbehandelaars Vakbeurs. Manntech Gevelinstallaties B.V. Zevenbergen, 2013

VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN ONTWERPFASE. Project: Verbouwing Spaklerweg 32C te Amsterdam. Schutter-ETH BV V&G-Plan Verbouwing Spaklerweg 32C

VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN

V&G-deelplan uitvoeringsfase Nummer : Versie : 1. VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSGEVAREN Status : invulform

5.15 Consoleconstructie met werkbruggen

Kennisgevingsformulier (Ontwerpfase) Bestek 10-13: Marktgebied centrum te Leiden Vervangen marktaansluitingen Projectnummer 10-IB-018

4.15 Veiligheidsnetten

Toetsingskader veilig onderhoud op en aan gebouwen

Bladnr. 1 van VOOR HET BOUWWERK: Besteknr. REA Het project bestaat uit de herinrichting van de Noorderweg e.o. te Soest.

Arbocatalogus Tuinbouwprojecten

V E I L I G H E I D S & G E Z O N D H E I D S P L A N

RISICO INVENTARISATIE & EVALUATIE

Het gebruik van (hoge druk) waterslangen op een gevelonderhoudsinstallatie

Station Waterlooplein

4.09 Staalconstructies

Inspectie-actie bouw april Veilig werken met ladders, trappen & rolsteigers Programma: > Inspectie SZW / sector bouw

WERKEN OP HOOGTE MET LADDERS EN TRAPPEN

Repareren en renoveren van riolen

VGM-projectplan Omschrijving werkzaamheden

Veiligheids- en gezondheidsplan

Rapportage Code: juni Uitbreiding Gerrit Rietveld Academie te Amsterdam V&G Dossier

V&G Plan Ontwerpfase

Opleveringskeuring valbeveiliging

Handleiding Vlonderframes

goudstikker - de vries

V&G dossier Ontwerpfase DK oktober 2016

Risico s Vallen van hoogte. Collectieve beschermingsmiddelen Niet van toepassing.

Betonstorter / gietbouwer

HSE guidelines. Sapril 2017 WERKEN OP HOOGTE

Themamiddag Arbo Hoofdsector S&A

Veiligheids- en Gezondheidsplan Ontwerpfase

WERKEN OP HOOGTE MET DE ROLSTEIGER

5.08 Rolsteigers. Normen en regels

Gebruik één persoonsgondel met 1 puntsophanging

Gebruik één persoonsgondel met 1 puntsophanging

V & G Plan ZeeBraBouw BV

VEILIG WERKEN OP HOOGTE

Wetgeving valbeveiligingsmiddelen

Unispect - Toolbox 10 - Werken op hoogte. Inleiding

Handleiding Kopgevelsteigers

Veiligheids- & Gezondheidsplan Renovatie hangardeuren Hangar 12 KLM Schiphol Oost

Glasimpex Schiedam BV. Toolbox: Instructie gebruik uitkragend steiger. ROC Leiden: montage atriumgevels

Hoofddorp. Rapportage constructie t.b.v. bouwaanvraag. Projectnummer: Datum: 19 augustus 2015

GSPublisherVersion LOFT APPARTEMENTEN TILBURG DEFINITIEF ONTWERP

V&G Bouwproces. Wettelijk en maatschappelijk kader. V&G Bouwproces / d.d

2.04 Tijdelijke verkeersmaatregelen rondom bouwplaatsen

Werkmethode toeleveranciers tuinbouw

De eerste stap naar de gezamenlijke weg omhoog. Hoe gaan we hiermee om?

Toolboxmeeting. Toolboxmeeting Werken op hoogte / Valbeveiliging

MACHINEVEILIGHEID ALGEMEEN

VEILIG GEBRUIK VAN HOOGWERKERS

Gemeente Heemstede BIJLAGE A. Ontwerp Fase. behorende bij bestek: 672

Bij werk buiten worden de werknemers blootgesteld aan UV-licht. De kans op huidziekten, waaronder huidkanker, is daardoor groter.

V&G-plan. Onderhoud Beplantingen. Gemeente Krimpenerwaard. Veilig- en Gezondheidsplan, Ontwerpfase. Opdrachtgever: Besteknummer ZK

Reflectie ARBO TAAK RISICO ANALYSE GLAS PLAATSEN. Mathieu Peters. Fontys PTH Eindhoven. Studentennummer:

DOSSIER. Goede Doelen Loterijen Prinses Irenestraat 33 in Amsterdam

Bijlage 12. Format Risico Inventarisatie en Evaluatie Veilig Werken op Hoogte. Gebruiker Adres Plaats. Foto van object invoegen

WERKEN OP HOOGTE MET DE WERKBAK

Voorbereidingsblad Verbetercheck Tijdelijk werken op hoogte

4.23 Stalen schroefstempels

Veilig werken op hoogte

1. Inleiding...blz Overzicht van de bij de totstandkoming van het bouwwerk betrokken natuurlijke of rechtspersonen V&G Coördinatie...

Openbaar. Opgesteld door: HSE Enexis Procedure eigenaar: Manager HSE Goedgekeurd door: Manager HSE Pagina 1 van 12

VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN (ONTWERPFASE)

Wat is Arbouw. Wel van, voor en door de bedrijfstakbouw opgezet Werkgevers en werknemers in bestuur

AANWIJZINGEN VOOR DE CONSTRUCTIE EN HET GEBRUIK VAN VANGNETTEN 1963 blz.1

Holland Solar heet u welkom. Veilig werken op daken. Solar Solu(ons 2015

Bijlage 6 - Veiligheids-, Gezondheids- en Milieuplan. Behorende bij Vraagspecificatie Realisatie Meetpaal Eemshaven Zaaknummer:

HSE guidelines november 2013 WERKEN OP HOOGTE HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

Constructieve analyse bestaande vloeren laag 1/2/3 (inclusief globale indicatie van benodigde voorzieningen)

Rapportage Code: juni Uitbreiding Gerrit Rietveld Academie Amsterdam V&G plan

4.08. Veilig werken op daken

Tijdelijk werken op hoogte

Het grijze boekje. Richtlijn veilig, gezond en milieutechnisch verantwoord werken in de funderingsbranche. Concept

maatregelen worden getroffen om valgevaar te voorkomen (bv. door het gebruik van een steiger, borstwering, bordes, werkvloer, hekwerk etc.).

Transcriptie:

V&G-RAPPORT Houthaven Kopblok Amsterdam Definitief ONTWERP Fase 3 Ede, 3 mei 2016

1. INLEIDING In dit document is de Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RIE) van het ontwerp opgenomen. In dit V&G-rapport is het (bouw-) veiligheidsplan, Veiligheids- en Gezondheidsplan Ontwerpfase (hierna verder aangeduid met V&G-plan ontwerpfase) en het V&G-dossier verwerkt. Het (bouw-) veiligheidsplan (zie hoofdstuk 3) is gericht op de publieksveiligheid en sluit aan op de eisen uit de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo) en het Bouwbesluit. Het V&G-plan (zie hoofdstuk 4) richt zich op de veiligheid van het publiek en de werknemers tijdens de realisatie van het project zoals bedoeld is in de Arbeidsomstandighedenwet. Het V&G-dossier (zie hoofdstuk 5) is gericht op de veiligheid van in het bijzonder werknemers tijdens de beheerfase van het object. Op basis van het Arbobesluit is de opdrachtgever en zijn de ontwerpers en de uitvoerende partijen namens de opdrachtgever van een bouwproject verplicht om zich in te spannen om V&G-risico's te vermijden dan wel reduceren. Het gaat daarbij zowel om de risico s tijdens de realisering van het project als om de risico s tijdens het daadwerkelijke gebruik van het project na de oplevering. Vermijdbare risico's dienen te worden geëlimineerd. Van niet-vermijdbare risico's dient te worden aangegeven hoe deze kunnen worden beheerst en geminimaliseerd. Uitgangspunt is het preventieprincipe uit de Arbowet: A) risico's worden indien mogelijk bij de bron bestreden, B) collectieve bescherming wordt geboden en dit gaat boven C) individuele bescherming, D) de mens moet centraal staan bij de keuze van materialen, werkmethoden en hulpmiddelen. In het V&G-plan ontwerpfase worden de volgende maatregelen omschreven: 1. maatregelen in het ontwerp met betrekking tot vorm, locatie, bouwkundige en constructieve voorzieningen, om de risico's te minimaliseren, 2. maatregelen die met betrekking tot het ontwerp nog moeten worden getroffen en 3. bijzondere maatregelen die tijdens de uitvoeringsfase moeten worden getroffen. De opdrachtgever kan de V&G-taken delegeren aan de architect. Een belangrijke taak van de V&Gcoördinator ontwerpfase is het uitvoeren van een RIE, het opstellen van het V&G-plan ontwerpfase en het V&G-dossier en het coördineren van V&G-aspecten. Er dient toezicht te zijn op het verwerken van V&G-maatregelen op tekeningen, in berekeningen en in het bestek. In het V&G-dossier staan de maatregelen omschreven, die betrekking hebben tot de gebruiks- en beheerfase. Het gaat in het bijzonder om de veiligheidsvoorzieningen die nodig zijn vanwege het glazenwassen. Daarnaast wordt aandacht besteed aan het inspecteren, het onderhouden en het vervangen van daken, installaties en materialen. Het V&G-plan ontwerpfase en het V&G-dossier zijn onderdeel van het bestek. De uitvoerende partij dient een V&G-coördinator uitvoeringsfase aan te stellen en onder meer een risico-inventarisatie uit te voeren en de veiligheidsmaatregelen voor onder meer derden en werknemers, de betrokken partijen compleet met de samenwerking, overleg, voorlichting en dergelijke te omschrijven in het V&G-plan uitvoeringsfase. De uitvoerende partij dient het V&G-dossier te actualiseren en compleet te maken met garantieverklaringen, instructies, tekeningen, berekeningen en dergelijke. Dit rapport is gebaseerd op de tekeningen van de versie 4-4-2016, het bouwterrein plan dd 20-2- 2016 en het BLVC plan Dit document is ontstaan na overleg en bespreking van J. Seldenrijk van Aboma en de heer J. Wiegman van ERA Contour. 2

2. PROJECTGEGEVENS Het project bestaat uit het bouwen van een appartementen complex met Horeca gelegenheid op de begane grond met 11 bouwlagen in een binnenstedelijke omgeving. Sloopwerkzaamheden : geen Bouwsysteem : o.a. Insitu beton en prefab beton Gevelsysteem : o.a. Aluminium en glas, gevelsluitende elementen in HSB en keramische geveltegels Adres/ligging van het project : Haparandaweg Houthavens te Amsterdam Geplande aanvangsdatum : januari 2017 Geplande uitvoeringstijd : 23 maanden Vermoedelijk maximum aantal werknemers (gelijktijdig) : nader te bepalen Vermoedelijk aantal (onder)aannemers : nader te bepalen Namen en adressen van betrokken partijen a. Opdrachtgever Naam : Synchroon Postbus/Adres : Zilverstraat 39 Postcode/plaats : 2718 RP Zoetermeer Contactpersoon : De heer E. Meijer Telefoon : 0620441988 E-mail : e.meijer@synchroon.nl b. Architect / V&G-coördinator ontwerpfase Naam : Van Dongen - Koschuch Postbus/Adres : Keizersgracht 126 Postcode/plaats : 1015 CW Amsterdam Contactpersoon : De heer F. van Dongen Telefoon : 020-3080498 E-mail : frits@vd-k.nl c. V&G-deskundige Naam : Aboma bv Postbus/Adres : Postbus 141 Postcode/plaats : 6716 BX Ede Contactpersoon : De heer J.C. Huisman Telefoon : 0318691920 E-mail : huisman@aboma.nl d. / V&G-coördinator uitvoeringsfase Naam : ERA Contour b.v. Postbus/Adres : Postbus 62 Postcode/plaats : 2700 AB Zoetermeer Contactpersoon : S. de Vries Telefoon : 0612344948 E-mail : Siebe.devries@eracontour.nl 3

e. Adviseurs constructie Naam : Van Rossum Postbus/Adres : Postbus 37290 Postcode/plaats : 1030 AG Amsterdam Contactpersoon : M. Freriks Telefoon : 0206153711 E-mail : m.freriks@vanrossumbv.nl f. Adviseur bouwfysica & Installaties Naam : Cauberg Huygen Raadgevende Ingenieurs Postbus/Adres : Postbus 94204, Gatwickstraat 11 Postcode/plaats : 1043 GL Amsterdam Contactpersoon : H. Verboven Telefoon : 0654958447 E-mail : h.verboven@chri.nl Aard/omvang werkzaamheden V&G-deskundige Uitvoeren van ontwerp-rie en het opstellen van het veiligheidsplan, V&G-plan ontwerpfase en het V&G-dossier. 4

3. VEILIGHEIDSPLAN Document Veiligheidsplan Risico / oorzaak Bevindingen en maatregelen Actie door 3.1 Is een inventarisatie gemaakt van het mogelijk aanwezige publiek? Publieksveiligheid 1. Er is een BLVC plan opgesteld hierin zijn aanrij routes aangegeven en is een inventarisatie gemaakt van de omgevingsfactoren. 2. In de omgeving bevinden zich kantoren, scholen, industrie en woningen. Gedurende de spits, vooral s morgens dient hiermee rekening gehouden te worden. Bij intensieve transporten verkeer begeleiders, door voor of na de spits transporten af te roepen. 3. Volgens de Wabo wordt de gevarenzone bepaald door de 1: vallijn (dit is afhankelijk van de gebouwhoogte) incl. steigerbreedte, 2: de losplaats en 3: de omvang van de elementen die buiten de gevellijn gehesen worden. 3.2 Wordt verkeer en publiek beveiligd door verkeersvoorzieningen? Verkeersveiligheid 4. Volgens een voorlopige inschatting is het mogelijk om aan te rijden en retour te rijden via de transformatorweg, de Spaarndammerdijk, Archandelweg en Haparandaweg 5. De wegbeheerder is verantwoordelijk voor de veiligheid van de weg gebruikers. Informeer naar de benodigde verkeersmaatregelen. 6. De aannemer dient de nodige verkeersvoorzieningen te realiseren en te onderhouden. Laat de aannemer de bouwplaatstekening met de mogelijke verkeerscirculatie, afzettingen, verkeerstekens, verharding, verlichting, snelheidsbeperking en dergelijke bespreken met de wegbeheerder. 7. Geef de in- en uitrit aan op de bouwplaatstekening. Maak indien mogelijk gebruik van een verkeerscirculatie zodat voorkomen wordt dat bouwverkeer achteruit rijdt op de openbare weg. 8. Het bouwverkeer is gehouden aan de Wegenverkeerswet. Dit betekent dat op de openbare weg: - Niet achteruit wordt gereden, - Niet wordt gestopt, - Geen materialen worden gelost Wegbeheerder 5

Document Veiligheidsplan Risico / oorzaak Bevindingen en maatregelen Actie door zonder aanvullende maatregelen (bijvoorbeeld een verkeersregelaar). 3.3 Is de publieksveiligheid afdoende gegarandeerd? Publieksveiligheid 9. Voorkom dat publiek zich bevindt in de gevarenzone; dit is de zone waarin gelost, opgeslagen, gehesen, gemonteerd wordt. 10. Er bevinden zich geen industriële bedrijven met een verhoogd risico in de directe omgeving, zoals opslag gevaarlijke of explosieve stoffen, die van invloed zijn op het calamiteitenplan voor de realisatie van het Kopblok. 11. De bouwplaats is rondom afgezet met bouwhekken dit is opgenomen in het bouwterrein plan va 20-2-2016. 12. Bij toepassing van een stalen wandkisten wordt de gevarenzone vergroot met de ruimte om de wandkist te verplaatsen om deze eventueel stabiel te kunnen parkeren. 13. Voorkom dat publiek zich binnen de gevarenzone van zware elementen bevindt. Als publiek zich bevindt binnen de gevarenzone van relatief lichte elementen (5 kg) dienen beschermende maatregelen (vangschot, gaas e.d.) getroffen te worden. 14. Beperk de hinder en overlast zoveel mogelijk. 15. Het is niet toelaatbaar dat publiek zich bevindt binnen de gevarenzone tijdens het monteren van zware elementen (kolommen, wanden e.d.). 16. Als publiek wordt toegelaten binnen de gevarenzone dienen voorzieningen tegen vallende voorwerpen getroffen te worden als vangschotten, gaas aan vloerranden, stort- en metselsteigers en dergelijke. Geef dit aan op de bouwplaatstekening. 17. Laat de bouwplaats volgens het Bouwbesluit beveiligen als publiek wordt toegelaten. Het Bouwbesluit stelt hogere eisen aan de vloerrandbeveiliging, hoogte-verschillen, orde en netheid en dergelijke dan het Arbobesluit. Zie hoofdstuk 4 voor het bouwplaatsreglement. Opdrachtgever Wegbeheerder 3.4 Welke technische voorzieningen zijn nodig in relatie tot de gevarenzone? Vallende voorwerpen 18. Bescherm het publiek binnen de gevarenzone tegen het gevaar van kleine vallende voorwerpen door zo 6

Document Veiligheidsplan Risico / oorzaak Bevindingen en maatregelen Actie door nodig een vangschot en steigergaas aan stortsteigers, vloerranden, metselsteigers e.d. 19. Houdt de vluchtwegen tijdens de bouw toegankelijk door het vrij te houden van opslag van materialen of opstelling van materieel. 3.5 Hoe wordt hinder en overlast voorkomen? Hinder Overlast 20. Inventariseer het geluidsniveau van de relevante machines en werkzaamheden en maak een inschatting van de werkelijke geluidsbelasting op de omringende gebouwen. 21. Volgens een voorlopige inschatting voldoet de maximale geluidsbelasting tijdens het bouwproject aan het Bouwbesluit en de Circulaire Bouwlawaai. 22. Houdt tijdens het afwerken van de betonvloer (tijdens vlinderen bijv.) met de geluidsbelasting op de omringende gebouwen. 23. Het geluidsniveau van een bouwkraan kan oplopen tot 90 db(a). Op 15 meter afstand van de machine wordt voldaan aan de Circulaire Bouw-lawaai: de geluidsbelasting gemeten op de gevel is niet hoger dan 60 db(a). Een bouwkraan zal gedurende een groot deel van de uitvoering ingezet worden. 24. Aanbevolen wordt om de omringende bewoners te informeren over hinder als lawaai, trillingen, stof, een wegversmalling, vermindering van beschikbare parkeerplaatsen e.d. Dit kan voorkomen dat de bewoners het bouwproces vertragen. Contacten met de omgeving verlopen volgens de procedures uit de bewuste bouwers. 25. Met heien rekening houden met omgeving, aangepaste uitvoeringstechniek, of werken met geluidsarm blok 3.6 Welke maatregelen worden getroffen vanwege de leefbaarheid? Overlast 26. Houd de straatverlichting intact. 27. Zorg voor voldoende verlichting op de omringende openbare ruimte. 28. Voorkom loze en donkere ruimten. Maak bijv. gebruik van dichte aan een sluitende bouwhekken waardoor het zicht op het bouwterrein wordt onttrokken. 7

Document Veiligheidsplan Risico / oorzaak Bevindingen en maatregelen Actie door 29. Houd de omringende openbare ruimte schoon. 3.7 Wat zijn de risico s vanwege een belendend bouwproject? Vallende voorwerpen Elektrocutie 30. Wijs de opdrachtgevers op de noodzaak van een V&G-plan voor de gehele locatie (een V&G-masterplan). 31. Verwerk in dit masterplan bijv.: de verkeerscirculatie voor bouwverkeer en openbaar verkeer, de procedure van aanvraag van een omleiding, de omvang van de bouwterreinen, de gevarenzone, de stofreductie, de kabels en leidingen, de bedrijfshulpverlening (zie ook paragraaf 3.6), het overleg, de advisering, het toezicht, de communicatie etc. 32. Maak gebruik van één meldpunt van een ongeval voor de gehele locatie, zie ook paragraaf 3.3. 33. In de directe omgeving zijn er gelijktijdig meerdere bouwprojecten in uitvoering. Overleg met betrokken bedrijven en de wegbeheerder of hierdoor knelpunten kunnen ontstaan bij transporten van en naar de bouwplaats. 34. Verlang een veiligheidsplan van de omringende opdrachtgevers. Opdrachtgever Opdrachtgever Opdrachtgever 3.8 Welke risico s komen voort uit de ondergrond en de grondsamenstelling? Vallend materieel Toxische stoffen Elektrocutie 35. De aannemer informeert naar de locatie van kabels en leidingen volgens de WION, graaft proefsleuven, beschermt de kabels en leidingen etc. 36. Verstrek het grondonderzoek aan de uitvoerende partij vanwege de stabiliteit van zwaar materieel (funderingsmachine, bouwkraan, hoogwerkers e.d.). Laat de onderschotting, de heien hijsroute, de keuring van de kraan e.d. beschrijven in het V&G-plan. 37. Laat de heibaas een opstellingskeuring uitvoeren rekening houdend met de draagkracht van de ondergrond met gebruikmaking van de controlelijst van de branchevereniging NVAF. Opdrachtgever 3.9 Wat zijn de bijzondere maatregelen tijdens het funderingswerk? Publieksveiligheid 38. Tijdens het aanbrengen van de damwanden dient de aannemer gebruik te maken van een hijsopening op tenminste 50 mm van de bovenzijde van de plank, te hijsen met een speciale sok aan de grommer, zie de instructies van de NVAF. 8

Document Veiligheidsplan Risico / oorzaak Bevindingen en maatregelen Actie door 39. Zorg voor een dubbele borging, bij het verplaatsen van het damwand elementen. Tot na het positioneren los de damwand plank nadat hij tot minimaal 1/3 van de lengte in de grond is gedreven. 40. Geadviseerd wordt om de openbare ruimte in het valbereik van de damwandplanken tijdens het hijswerk tijdelijk af te zetten. Het hijswerk neemt circa 10 minuten in beslag. 15 minuten stoppen wordt gezien als een maximale acceptabele stoptijd voor verkeer. 3.10 Wat vraagt bijzondere aandacht tijdens de ruwbouwfase? Vallende voorwerpen 41. Het hijswerk vindt plaats boven de bouwplaats en binnen de bouwhekken. 42. Maak een werkplan met daarin de omvang van de elementen, de gevarenzone, hijszone en verwerk het e.e.a. op de bouwplaatstekening. 3.11 Welke bijzondere maatregelen zijn nodig tijdens de (ruwe) afbouwfase? Vallende voorwerpen 43. Het hijswerk vindt plaats boven de bouwplaats en binnen de bouwhekken. 44. Er zijn elementen die buiten de gevellijn gehesen worden, namelijk bijv. binnenspouwbladen, kozijnen. 45. Maak een werkplan met daarin de omvang van de elementen, de gevarenzone, hijszone en verwerk het e.e.a. op de bouwplaatstekening 3.12 Zijn de nodige voorzieningen getroffen voor de hulpverlening? Letsel 46. Houd de toegangsweg toegankelijk voor hulpdiensten. 47. Houd de droge blusleiding op elke verdieping operationeel vanaf het moment dat de ruwbouw hoger is dan 20 meter. Deze eis kan de regionale brandweer stellen. 48. De vluchtwegen van het kopgebouw en dienen toegankelijk te blijven en vrij te zijn van opslag. 3.13 Is er voldoende ruimte voor bouwplaatsvoorzieningen? Vallende voorwerpen 49. Zorg voor een veilig bouwterrein na werktijd: gekoppelde bouwhekken, beveiligen van vloeren en schachten, ontkoppelen van elektra, een afsluitprocedure bij overwerk e.d. 3.14 Welke documenten worden aangeleverd? Publieksveiligheid 50. Verwerk de aandachtspunten op de bouwplaatstekening, die de gemeen- 9

Document Veiligheidsplan Risico / oorzaak Bevindingen en maatregelen Actie door Vallende voorwerpen te kan opvragen volgens de Wabo in het kader van de publieksveiligheid. 51. Zie de brochure Publieksveiligheid en het Veiligheidsplan van Aboma met praktische aandachtspunten voor de opdrachtgever en de aannemer. 52. Geef bijv. de benodigde ruimte voor opslag nauwkeurig aan, zie ook de bouwplaatstekening. 53. Verwerk het verkeersplan op de bouwplaats tekening en archiveer de gespreksnotities met onder meer de wegbeheerder. 54. De aannemer legt de werkplannen (zie bijv. paragraaf 3.4 en 3.6) ter goedkeuring voor aan de opzichter / directievoerder. 55. De aannemer bespreekt het werkplan van elke activiteit met de gemeente, de wegbeheerder, brandweer, belendende beheerders e.a. 3.15 Hoe dienen de maatregelen gecommuniceerd te worden? Communicatie 56. Stel een communicatieplan op. Maak gebruik van communicatiekanalen als persoonlijk contact, een bewonersbrief, stadsblad, de bebording op straat, regionale televisie (AT5), vergadering, etc. 57. Koppel aan elke maatregel één of meerdere kanalen. Geef aan wie (directie, projectleider, uitvoerder, KAM-medewerker o.a.) communiceert. 58. Houd contact met in elk geval het GVB, de Stadsregie, het stadsdeel, Bereikbaar Amsterdam, werk aan de weg, taxi site, de omringende winkeliers, de ondernemers, de omringende bewoners. Geef de frequentie aan. 59. Informeer de bewoners over de risico s van een bouwterrein en betrek de omwonenden in het toezicht op kinderen. 60. Verspreid namen en telefoonnummers. 10

4. V&G-PLAN ONTWERPFASE Document V&G-plan ontwerpfase 4.1 Wat vraagt aandacht in de constructieve opbouw? Risico / oorzaak Valgevaar Vallende voorwerpen Bevindingen en maatregelen 61. Het onderscheid tussen de dragende en de scheidende wanden is aangegeven op de tekeningen. 62. De hoofdconstructeur is aangesteld. 63. Vraag de constructeur de Aanpak Constructieve Veiligheid op te stellen. 64. Vraag de constructeur tenminste 1 methode te laten uitwerken waaruit blijkt dat de constructie in elke montagefase, zoals bij het stellen van de prefab wanden bij het trappen huis en de lift, stabiel zijn. Laat onder meer aangeven welke tijdelijke stabiliteitsvoorzieningen nodig zijn. 65. Aanbevolen wordt om van de aannemer te verlangen dat een procedure wordt ingevoerd waardoor aantoonbare afstemming plaatsvindt tussen de hulpconstructie voor de fundering, de beton- en de staalconstructie. 66. Aanbevolen wordt om de constructeur te betrekken in het toezicht op de afstemming, uitwerking, aanbrengen en het verwijderen van de hulpconstructies. Actie door Constructeur 4.2 Wordt rekening gehouden met V&G-aspecten in de constructieve uitwerking van de vloeren, wanden en kolommen? Valgevaar Fysieke belasting Werkhouding 67. De voorkeur gaat uit naar geprefabriceerde betonwanden langs een schacht omdat hierbij het aantal werkzaamheden op een riskante locatie wordt beperkt. Deze keuze is gemaakt voor de trappenhuiswanden en de liftschachten. 68. Aanbevolen wordt om het dak van de liftschacht te prefabriceren zodat tijdelijke ondersteuningen niet nodig zijn. 69. Voer overleg met de aannemer over de afschoring van de betonelementen aan de constructie. Constructeur 4.3 Kunnen zware elementen aangevoerd worden na de ruwbouwfase? 4.4 Is het bouwkundig ontwerp geschikt voor prefabricage? Vallende voorwerpen Valgevaar Fysieke belasting 70. Zorg dat plaatsen waar zware elementen verwerkt worden toegankelijk blijven. 71. Verwerk, indien mogelijk, zware elementen gedurende de bouw van het casco, zoals prefab trappen e.d. 72. Maak een principe-detail waaruit blijkt of de gevels vroegtijdig wind- en waterdicht gemaakt kunnen worden. Architect 11

Document V&G-plan ontwerpfase 4.5 Kunnen de gevels en daken veilig gemonteerd worden? Risico / oorzaak Werkhouding Temperatuur Valgevaar Fysieke belasting Werkhouding Bevindingen en maatregelen 73. Aanbevolen wordt om de binnenspouwbladen als houtskelet-achtige elementen uit te voeren. Zorg dat aan de stijlen gehesen kan worden. Actie door 4.6 Wordt de fysieke belasting zoveel mogelijk beperkt? Fysieke belasting 74. Het mechanisch kraken van paalkoppen betekent een aanzienlijke vermindering van de fysieke belasting. 75. Door gietvloeren toe te passen wordt de fysieke belasting beperkt. Beperk de toepassing van een cementdekvloer op de locaties waarop een gietvloer niet mogelijk is. 76. De aannemer wordt geattendeerd op de inzet van tilhulpen tijdens de aanvoer van de kozijnen e.d. 77. Stem de omvang van de blokken voor de scheidingswanden af op het maximale tilgewicht. 78. Maak gebruik van mechanische hulpmiddelen voor het realiseren van bestrating. 4.7 Is bij de afwerking van het bouwwerk, rekening gehouden met het maximale gewicht dat handmatig verwerkt kan worden? Fysieke belasting 79. Bij verwerking van kalkzandsteen, zoals bij de gevelsluiting, de lijmblokken zwaarder dan 14 kg (nat gewicht) mechanisch plaatsen. 80. Toepassing van bijleg-wapening tot een diameter van 16 mm, voldoet aan het maximale tilgewicht van de vlechter. 4.8 Is bij de keuze van materialen rekening gehouden met schadelijke stoffen? Toxische stoffen 81. Er wordt oplosmiddelarme verf e.d. toegepast. 82. Beperk de hoeveelheid vrijkomende kwartsstof door bijv. het gebruik van bronafzuiging, toepassing van een zaagtechniek (i.p.v. hakken), etc. 4.9 Is de stabiliteit tijdens de uitvoeringsfase gewaarborgd? Vallende voorwerpen 83. Laat de constructeur de tijdsduur en de omvang van de tijdelijke ondersteuningsconstructies tijdens de uitvoeringsfase controleren. Constructeur 12

Document V&G-plan ontwerpfase Risico / oorzaak Bevindingen en maatregelen Actie door 4.10 Op welke tijdelijke voorzieningen kan de uitvoerende partij gewezen worden? Vallende voorwerpen Valgevaar 84. Maak gebruik van schoring of extra wapening in een verse betonwand als daaraan zware voorwerpen als een eindwandsteiger (met wandbekisting) wordt bevestigd. 85. De stabiliteit van kalkzandsteen wanden tijdens de uitvoeringsfase vraagt extra aandacht. Zie de Abomafoon 4.11 over onder meer de schoring van de wanden. 86. Stel een stut- en stempelplan op en overleg dit met de constructeur. Constructeur 4.11 Wat vraagt bijzondere aandacht tijdens het installatiewerk? Elektrocutie 87. Coördineer de maatregelen tijdens werkzaamheden die boven elkaar worden uitgevoerd en onder meer hijswerk van installaties. 88. Maak de werkverantwoordelijke en de procedure en het moment van schakeling bekend. 4.12 Wat vraagt bijzondere aandacht in de coördinatie van de werkzaamheden? Organisatie 89. Werkzaamheden boven elkaar zoals in de grote vides die in de eerste verdiepingsvloer worden uitgespaard. Maak een steigerplan of hulpconstructie om de aansluitende vloervelden doeltreffend te beveiligen, daarmee rekening houdend met het afwerken van de vloerranden. 90. Het afwerken van de onderzijde van de vloeren boven de vide 4.13 Is de organisatie tussen de ontwerpende en de uitvoerende partijen helder? Organisatie 91. Volgens het Arbobesluit is zowel de aannemer als constructeur verantwoordelijk voor de stabiliteit tijdens de uitvoeringsfase. Geadviseerd wordt om de constructeur aan te stellen als hoofdconstructeur en opdracht te geven tot: - toelichting op de constructieve uitgangspunten - het uitwerken van de constructie in principe-details, - overleg over het stempel- en stutplan, - de controle van werktekeningen en het overleg met de aannemers en leveranciers, - overleg in de werk- en bouwvergadering, - overleg over de werkplannen, Opdrachtgever Constructeur 13

Document V&G-plan ontwerpfase Risico / oorzaak Bevindingen en maatregelen - toezicht tijdens de uitvoeringsfase. Het betreft zowel de definitieve als de tijdelijke stabiliteitsvoorzieningen. 92. Volgens het Arbobesluit is zowel de aannemer als de constructeur verantwoordelijk voor de stabiliteit tijdens de uitvoeringsfase. Geadviseerd wordt om de constructeur opdracht te geven tot het tekenen van principe-details, controleren van werktekeningen van de aannemer, het voeren van overleg met de aannemer en met leveranciers, toezicht houden op de uitvoering en dergelijke. Zowel de permanente en tijdelijke stabiliteitsvoorzieningen vragen de nodige aandacht. 93. Tijdens de uitvoeringsfase zijn tijdelijke stabiliteitsconstruc-ties nodig voor schoring en onder-steuning. Geadviseerd wordt om de constructeur (die de afdracht van krachten kent) de aannemer te laten adviseren over deze constructies en de berekeningen van de aannemer te laten controleren. 94. Informeer de aannemer over de uitgangspunten van de krachtenoverdracht in de uitvoeringsfase en in de definitieve toestand. Actie door 4.14 Zijn de V&G-maatregelen verwerkt in bestek en tekeningen? Organisatie 95. De afhandeling van de aandachtspunten wordt in een later stadium nader onderzocht. 96. Laat de ontwerpende partij de maatregelen verwerken in het bestek en op de tekeningen. 97. De architect verwerkt de knelpunten in het bestek en op de tekeningen. 98. De aannemer en de leveranciers verwerken de knelpunten op de werktekeningen. Architect 4.15 Zijn de V&G-documenten onderdeel van het bestek? Organisatie 99. Het veiligheidsplan, V&G-plan ontwerpfase en het V&G-dossier zijn contractstukken. 100. De architect is aangewezen als V&G-coördinator ontwerpfase. 4.16 Is de Kennisgeving aan de Inspectie SZW verstrekt? Organisatie 101. Verstrek de kennisgeving aan de Inspectie SZW via www.inspectieszw. nl en een kopie aan de uitvoerende partij, voordat de uitvoering start. Verzoek de aannemer de kennis- Opdrachtgever 14

Document V&G-plan ontwerpfase Risico / oorzaak Bevindingen en maatregelen geving duidelijk zichtbaar op te hangen in de keet. Actie door 4.17 Is de V&G-coördinator uitvoeringsfase aangesteld? Organisatie 102. Wijs deze V&G-coördinator uitvoeringsfase aan: schriftelijk en op naam. 103. Geadviseerd wordt om de bouwkundig aannemer opdracht te geven tot de V&G-coördinatie tussen de eventuele neven-aannemers (bijvoorbeeld voor de inrichting van ruimten). Extra aandacht is nodig voor de scheiding van werkplekken, onderhoud van (vloerrand-) beveiliging, bedrijfshulp-verlening en dergelijke. Spreek de nodige overlegvormen door. Opdrachtgever 4.18 Worden specifieke werkplannen verlangd van de uitvoerende partij? Organisatie 104. De uitvoerende partij dient de ontwerp-rie te betrekken in het opstellen van het V&G-plan uitvoeringsfase en houdt het V&Gplan uitvoeringsfase actueel. 105. De werkgevers dienen samen te werken bijv. bij het gebruik en onderhoud van gezamenlijke veiligheidsmaatregelen, het afstemmen van logistiek, het afsluiten van het werkterrein, deelnemen aan overleg etc. 106. De uitvoerende partij dient een doeltreffende vorm van voorlichting en instructie te geven bijv. algemene projectinformatie, werkoverleg, toolboxmeetings, taakgerichte instructies, productinformatie etc. 107. Verlang van de V&G-coördinator uitvoeringsfase specifieke V&Gdeelplannen vanwege de verkeerssituatie, het funderingswerk, het betonwerk, de prefab montage, de belastingen op de steiger, het gevelwerk e.d. Laat aandacht besteden aan de risico s voor zowel het publiek als de werknemers. 4.19 Is de V&G-projectorganisatie omschreven? Organisatie 108. Zet op de agenda van de werkvergadering onderwerpen als: - Verkeersvoorzieningen - Publieksveiligheid - Steigers, materieel, werkvloeren - Orde en netheid - Nevenaannemers. 109. De opdrachtgever kan vanuit haar verantwoordelijkheid onafhankelijke inspecties laten uitvoeren, ter Opdrachtgever 15

Document V&G-plan ontwerpfase Risico / oorzaak Bevindingen en maatregelen beoordeling van de veiligheidsvoorzieningen. 110. Laat de V&G-coördinator uitvoerings-fase maandelijks verslag doen van de veiligheidsrondgang van een eigen of externe veiligheidskundige. 111. Bespreek bijvoorbeeld tijdens de coördinatievergadering de inspectieformulieren van de hoofd- en eventuele nevenaannemers. 112. Een ongeval, letsel of schade dient gemeld te worden aan de opdrachtgever. Actie door 4.20 Welke bezoekersregeling wordt getroffen? Organisatie 113. Maak in overeenstemming met het Arbobesluit de bezoekersregeling bekend met aandacht voor de veiligheidsvoorzieningen voor bezoekers en gebruikers. Opdrachtgever 4.21 Worden tijdens uitvoering regelmatig inspecties gehouden? Organisatie 114. Aboma zal de veiligheidsmaatregelen en de V&Gorganisatie van de aannemer beoordelen tijdens de uitvoeringsfase. 115. Aanbevolen wordt om de toezichthouder maandelijks een inspectieformulier in te laten vullen en te bespreken in de bouwvergadering. 116. Laat de toezichthouder het veiligheidsplan, V&G-plan ontwerpfase en V&G-dossier als uitgangspunt hanteren voor diens inspecties. Opdrachtgever 16

5. V&G-DOSSIER Inleiding Bij beoordeling van het ontwerp zijn er problemen naar voren gekomen met betrekking tot de gevel bewassing. Over dit probleem is overlegd met ISZW, de architect, ERA Contour en Aboma. Dit heeft geleid tot een advies, te beschouwen als bindend, betreffende gevelbewassing De volgende afspraken zijn gemaakt: Wetgeving AFDELING 6.12 VEILIG ONDERHOUD GEBOUWEN, NIEUWBOUW Artikel 6.52 Aansturingsartikel 1. Een te bouwen gebouw is zodanig dat onderhoud aan het gebouw veilig kan worden uitgevoerd. 2. Aan de in het eerste lid gestelde eis wordt voldaan door toepassing van de voorschriften in deze afdeling en de krachtens die bepalingen gegeven voorschriften. Artikel 6.53 Veiligheidsvoorzieningen voor onderhoud 1. Indien onderhoud niet veilig kan worden uitgevoerd zonder gebouw gebonden veiligheidsvoorzieningen, heeft een te bouwen gebouw daarvoor voldoende gebouw gebonden veiligheidsvoorzieningen. 2. Bij ministeriële regeling kunnen voorschriften worden gegeven over het in het eerste lid bepaalde. Op verzoek van Era Contour is het ontwerp van Houthaven Kopblok getoetst op de mogelijkheden voor glasbewassing aan de buitenschil. Zowel door Aboma als door de Inspectie SZW is goedkeuring gegeven voor het ontwerp en de gekozen glazen wasmethoden. In deze rapportage staan de glazen wasmethoden benoemd voor het project Houthaven Kopblok. Overige aspecten zoals dakveiligheid, liftonderhoud etc. dienen aan het Dossier te worden toegevoegd. Overleg Gevel bewassing Eind 2015 is op verzoek van Era Contour het ontwerp van Houthaven Kopblok door Aboma getoetst op de mogelijkheden voor glasbewassing aan de buitenschil. Voor het toetsen van het ontwerp is de actuele branche risico inventarisatie en evaluatie (branche RIE) van de OSB (De Ondernemersorganisatie Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten) geraadpleegd. Vanuit de eerste beoordeling door Aboma (rapport ref.: 781/JS/AdV. Ede, 14 december 2015) is er een negatief advies neergelegd aan Era Contour en konden niet alle ramen worden bewassen conform stand der techniek. De belemmering betreffen: De verticale schuiframen die in geopende stand een hoogte van 1,2 meter kent. Die hoogte is vanuit bouwbesluit boven de 13 meter verplicht als vloerafscheiding. Er mag van binnenuit neerwaarts niet meer worden gereikt dan 1 meter. Van binnenuit bewassen is niet mogelijk. Vanwege de terug liggende ramen (negge) kunnen deze ook niet worden bewassen zonder te reiken uit de gondel (+ 500mm waardoor verlengd was gereedschap nodig). Het ontwerpteam was uitgegaan dat het bewassen door de combinatie van een telescopische wassteelmethode, een hoogwerker, van binnenuit wassen en het gebruik van een gondelinstallatie 17

mogelijk was. Dit was gebaseerd op de branche RIE van de OSB en een aanvulling op de branche zoals vrijgegeven door de commissie veiligheid gevelonderhoudsinstallaties (CVG). De CVG is een deskundige commissie die advies uitbrengt aan de branchevereniging voor veilig glazenwassen. Vanuit het onderzoek en advies van Aboma was echter gebleken dat een aanvulling op de branche RIE zoals vrijgegeven door de CVG geen wettelijke status had doordat deze nog niet was getoetst door de inspectie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ISZW). De aanvulling op de branche RIE van de CVG stelde dat het reiken met verlengd wasgereedschap uit een gondel voor een groot aantal vierkante meters mogelijk was. Het reiken met verlengd was gereedschap is benodigd omdat een groot aantal ramen in een negge zijn gesitueerd. Het aantal strekkende meter dat men moet bewassen met een verlengd wasgereedschap bedraagt ongeveer 200 m2 voor het gehele gebouw. Zowel vanuit Aboma als vanuit de ISZW was de conclusie dat er geen enkele ergonomische onderbouwing aan het gestelde van de CVG ten grondslag lag. Met dit gegeven hebben de betrokken partijen gezocht naar mogelijke oplossingen om niet het ontwerp te hoeven aanpassen. Zo is er gekozen voor een grote gondel waar twee personen tegelijk uit kunnen werken en kan de gekozen gondel de negge in zwenken. Echter blijft er een strook over aan de onderzijde van de raampartijen boven de negge. Om die te kunnen bewassen is verlengd wasgereedschap benodigd. De gondel moet dan uit de negge zwenken. Om toch te kijken of de gekozen wasmethoden toegepast kan worden en dan met name het reiken met verlengd wasgereedschap vanuit de gondel heeft er een ergonomische beoordeling plaats gevonden (Ergonoom, Arbo Duo) dat is vastgelegd in een adviesrapport (daterend van 5 februari 2016). Alle inspanningen waaronder de ergonomische onderbouwing hebben geleid tot wasmethoden die met goedkeuring van de ISZW mogen worden uitgevoerd. Samengevat; De glasbewassing aan de buitenschil kan worden bewassen volgens stand der techniek geldend in februari 2016. Daarmee voldoet het ontwerp. Aantekening is dat de maximale duur dat een persoon per dag met verlengd wasgereedschap vanuit de gondel mag wassen, bedraagt 4 uur! De verticale schuiframen moeten worden bewassen vanuit de gondel. Van binnenuit bewassen is niet toegestaan ivm veiligheidsaspecten zoals kans op vallen (bij inzet klimvoorziening) en kans op overmatige fysieke belasting door neerwaarts te moeten reiken. Werkmethoden glasbewassing Houthaven Kopblok Voor het project Houthaven Kopblok gaat men uit van: 1. gevellift(gondel)installatie 2. hoogwerker 3. wassteelmethode 4. staande ladder 5. Steigerwerk De te contracteren glazenwasbedrijven dienen op de hoogte te worden gebracht op het advies voor de glasbewassing. Van een glazenwasbedrijf mag worden verwacht dat er wordt gehandeld conform stand der techniek en vanuit een eigen bedrijfsrisico inventarisatie -en evaluatie. In bijlage 3 is een overzicht voor de bewassingsmethodes, opstelplaats hoogwerker etc. toegevoegd 18

Onderstaand dossier betreft dus dak betreding en overige zaken uit het V&G dossier ontwerp, behalve glasbewassing. Document V&G-dossier Risico / oorzaak Bevindingen en maatregelen Actie door 5.1 Zijn de daken bereikbaar? Valgevaar 117. Er is een dakluik gerealiseerd in de assen H I en 4 5, in de hal voor het appartement op verdieping 11. Voorzie het dakluik van een schaartrap of een beugel in de dagkant met een vergrendelbare aanhaakladder in het trappenhuis. 118. Er zijn geen loopvlakken op de dak tekening zichtbaar gemaakt. op tenminste 4 meter van de dakrand. 119. Monteer een beugel in de dagkant van het dakluik. Voorzie het dakluik van een ontgrendeling aan de buitenzijde. Neem het slot op in de sleutelprocedure van de beheerder. Geef de opstelplaats van de vergrendelbare aanhaakladder aan op de tekening. 120. Breng bij de toegang tot het dak een pictogram valgevaar (vallende figuur) aan. 121. Bij de toegang tot het dak dient een dakplattegrond te worden aangebracht met daarop een beschrijving van het aanwezige veiligheidssysteem en het gebruik ervan. 5.2 Zijn de daken beveiligd? Valgevaar 122. Er wordt een systeem van valbeschermende werkplekbegrenzing toegepast. Dit kan bestaan uit een mechanisch bevestigde veiligheidskabel die de dakrand volgt op 2 meter afstand. De glazenwassersrail tbv de glazenwassersgondel kan ook als markering dienen van de gevarenzone. Werk dit uit in de daktekening. 123. Breng ankerpunten aan in de dakhoeken (op 2 meter van de dakrand) vanwege het pendule-effect. Geef deze voorzieningen aan op de daktekening. 124. Bescherm de dakbedekking met bijvoorbeeld betontegels op de looppaden. 125. Breng een stroeve looproute aan in de vorm van bijvoorbeeld betontegels (50 x 50 cm h.o.h. 75 cm) vanaf de toegang naar de dakbeveili- Architect Beheerder Architect Beheerder 19

Document V&G-dossier Risico / oorzaak Bevindingen en maatregelen Actie door ging, op 2 meter van de dakranden e.d. 126. Tref permanente voorzieningen bij hoogteverschillen die groter zijn dan 50 cm. Het aanzuigkanaal is een obstakel dat overbrugd dient te worden indien deze op de looproute ligt. 127. Ook de PVV panelen (300 m2, kunnen een obstakel vormen in het loopgebied. 128. De beheerder wordt erop gewezen dat tijdelijke voorzieningen nodig zijn tijdens onderhoud aan bergingen. 129. Aanbevolen wordt om Aboma de offerte (omschrijving en tekening) van de dakbeveiliging te laten beoordelen. 130. Laat de veiligheidskabels en ankerpunten uitvoeren volgens de sterkteeis NEN-EN 795. Kies voor een mechanische bevestiging. Schakel een erkende leverancier in. De aannemer dient de tekening met de dakbeveiliging ter goedkeuring voor te leggen aan de bouwdirectie. 131. Aanbevolen wordt om het personeel een harnasgordel te laten dragen als bijv. PRD. Deze gordel heeft een afdaalsysteem dat een val dempt en waarbij zelfredding mogelijk is door af te dalen. 132. Geadviseerd wordt om het dak te voorzien van een Dakveiligkeur op basis van een keuring door een veiligheidskundige (van Aboma bijv.). 133. Op het dak is geen glas zichtbaar. Indien er dakramen worden aangebracht hanteer dan de NEN 3569 (veiligheidsglas) en NEN 6702 (grondslagen) voor de uitwerking van het glasdak. 134. In de brochure Valgevaar op platte daken heeft Aboma een beschrijving gegeven van de mogelijke voorzieningen en de wettelijke achtergronden. 5.3 Kunnen de werkzaamheden op daken veilig uitgevoerd worden? Valgevaar 135. Om werkzaamheden dichter dan 4 meter van de dakrand veilig uit te kunnen voeren zijn er twee mogelijkheden: 1. Permanente voorzieningen in de vorm van bijvoorbeeld een veiligheidskabel volgens NEN-EN 795. Beheerder 20

Document V&G-dossier Risico / oorzaak Bevindingen en maatregelen Actie door 2. Tijdelijke voorzieningen in de vorm van bijvoorbeeld leuningen, vanwege inspectie-, onderhoudsof reparatie-werkzaamheden. 5.4 Zijn installaties veilig bereikbaar? Valgevaar Vallende voorwerpen 136. De installatietechnisch adviseur houdt rekening met voldoende ruimte voor de toegang, werkzaamheden, vluchten e.d. vanwege ondermeer het onderhoud aan de installaties, afscherming van gevaarlijke onderdelen, etc. 137. De schachten zijn voorzien van een vergrendelbare deur, een roostervloer, oriëntatieverlichting e.d. op elke verdieping. Architect Adviseur 5.5 Is aandacht besteed aan een veilig gebruik? 5.6 Is inspectie en groot onderhoud mogelijk? Veilig gebruik Fysieke belasting Valgevaar Knelgevaar 138. Laat de lift zowel voldoen aan de Richtlijn Liften als het Warenwetbesluit Liften met aandacht voor een veilige toegang en omgeving van de liften. Dit heeft ondermeer betrekking op de omvang van een toegangsluik en de afscherming van het ballastblok. 139. Aanbevolen wordt om de hellingbaan te voorzien van een kantelplank om inklinking te voorkomen zodat de entree bemoeilijkt wordt. 140. De grote ruiten kunnen bij beschadiging van buitenaf worden vervangen. 141. In het verlichtingsplan wordt rekening gehouden met de bereikbaarheid voor vervanging in de trappenhuizen, de vides en elders. Betrek, bij de keuze van verlichting in de vide. De bereikbaarheid bij het vervangen van lampen. Met name bij de vides in de eerste verdieping. 142. Zorg dat de afsluiters die zich in schachten bevinden, bereikbaar zijn via een luik of een deur met een vlonder. 143. Attendeer de beheerder op de inzet van een rolsteiger tijdens het reinigen van de onderzijde van de luifel, het vervangen van verlichting langs de galerij e.d. vanwege het valgevaar over het hekwerk. Architect Beheerder Architect Constructeur Beheerder 5.7 Worden de nodige deskundigen ingeschakeld? Organisatie 144. Verwerk in het contract van de gebruiker dat meegewerkt dient te worden aan het onderhoud van het gebouw en dat ondermeer toegang Beheerder 21

Document V&G-dossier Risico / oorzaak Bevindingen en maatregelen Actie door verleend dient te worden tot daken, schachten, installaties e.d. 145. Tijdens de beheerfase dienen de voorzieningen veilig toegepast te worden. Meld de toekomstige eigenaar dat in de contracten met werkgevers (met name een glazenwasbedrijf, dakdekker, schilder) zaken vastliggen als: een risicoinventarisatie en evaluatie, het toepassen van veiligheidsvoorzieningen, persoonlijke beschermingsmiddelen, opvolgen van bebording, voorlichting en instructies. Laat de aandachtspunten uit het V&Gdossier in deze contracten verwerken. 146. Wijs de beheerder op de verplichting van een V&G-plan van de aannemer die groot onderhoud uitvoert en de aanstelling van een V&G-coördinator uitvoeringsfase. Beheerder Beheerder 5.8 Worden de maatregelen verwerkt in het bestek en op de tekeningen? Organisatie 147. De architect verwerkt de maatregelen in het bestek en op de tekeningen. 148. De aannemer werkt de voorzieningen nader uit in overleg met leveranciers. Architect 5.9 Wordt het V&G-dossier gecompleteerd en verstrekt? Organisatie 149. Laat de uitvoerende partij het complete V&G-dossier met bijlagen verstrekken aan de opdrachtgever / beheerder. Voeg aan het dossier bijlagen toe als (revisie-) tekeningen, berekeningen, keuringen, instructies, garanties etc. 150. Laat het V&G-dossier met bijlagen toelichten aan de gebouweigenaar / beheerder. 5.10 Wordt een eindevaluatie uitgevoerd? Organisatie 151. Voer een evaluatie uit en maak het intern (en extern) bekend. 152. Overweeg voor toekomstige projecten het gebruik van de Leidraad V&G verplichtingen en de "V&G- Ontwerpwijzer" van Aboma, waarin aandachtspunten opgenomen zijn voor elke ontwerpfase. Opdrachtgever Opdrachtgever Architect 22

Bijlage 1 Relevante wet- en regelgeving/ Richtlijnen Arbobesluit art. 2.27 V&G-plan Arbobesluit art. 3.16 Bouwbesluit 2012 Branche RIE OSB Besluit Persoonlijke beschermingsmiddelen Besluit Machines Besluit Draagbaar klimmaterieel Beoordelingsrichtlijn bij het Convenant Gevelonderhoud pr EN 80Hoogwerkers NEN-EN 361 Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen (harnasgordels) NEN 569 Veiligheidsbeglazing in gebouwen NEN-EN 795 Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen, verankeringsvoorzieningen, eisen en beproeving NEN-EN 1891Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen, kernmanteltouwen met geringe rek NEN 2484 Draagbaar klimmaterieel, ladders en trappen NEN 6702 Belastingen en vervormingen NEN-EN-ISO 14122 Veiligheid van machines, permanente toegangsmiddelen tot machines 1

Bijlage 2 Technische specificaties / documenten behorende bij het V&G-dossier Laat de uitvoerende partij specificaties van de veiligheidsvoorzieningen verstrekken. Het betreft de veiligheidsvoorzieningen ten behoeve van werkzaamheden na oplevering / tijdens de beheerfase van het gebouw. Het gaat om documenten als: - Bestek - Plattegronden, doorsneden en andere bestekstekeningen - Project risico-inventarisatie en evaluatie volgens het Convenant Gevelonderhoud (met onder andere maatregelen voor het veilig werken aan gevels en daken) - Namen van leveranciers - Garantieverklaringen - Tekeningen, berekeningen en specificaties - Bedienings- en onderhoudsvoorschriften van installaties en hulpmiddelen - Instructies voor de veilige toepassing - Eisen van periodieke keuringen - Constructieve tekeningen en berekeningen (zover van toepassing) OVERZICHT DOCUMENTEN Naam Document Onderdeel Verantwoordelijk bedrijf Glasbewassing en gevelonderhoud Houthaven Kopblok Era Glasbewassing buitengevels Aboma Datum uitgifte Nadere bijzonderheden 14 december 2015 Eerste beoordeling glasbewassing negatief Beoordeling fysieke belasting bij het werken vanuit een hoogwerker- en gondelbak van een glazenwassersinst allatie. Glasbewassing Buitengevels. Beoordeling fysieke belasting bij reiken vanuit een gondel met verlengd wasgereedschap Arbo Duo 5 februari 2016 Glasbewassing vanuit ontwerp blijkt na ergonomische beoordeling mogelijk. Mailuitwisseling en goedkeuring ISZW Ergonomie ISZW 2015 2

OVERZICHT DOCUMENTEN Naam Document Onderdeel Verantwoordelijk bedrijf Datum uitgifte Nadere bijzonderheden 3

BIJLAGE 3 Relatie tussen ontwerpaspecten van een gebouw en keuze glazenwasmethode 1. Gevellift(gondel)installatie Een gondelinstallatie is meestal gecombineerd met een dakwagen op rails. Echter een gevelrail is ook mogelijk, hetzij in combinatie met een afkoppelbare gondel (een zogenaamde semi-automaat) of met een in-/uitstap-/parkeerpositie van de gondel op hoogte. Omgevings- en gebouwkenmerken van een ontwerp Beperkingen en adviezen a. Omgevingskenmerken - Beloopbaarheid/strook vrije ruimte naast - Toepassing van een semi-permanente installatie waarvan de gondel na gebruik wordt afgekoppeld vraagt om: gevel(s)(voorsemi-automaat) een goed verrijdbare gondel een draagkrachtige, verharde transportroute (ook naar de opbergplek) - Verkeer - Bij aanrijdgevaar een goede verkeersafzetting plaatsen (overleg met wegbeheerder) en tijdens installeren moet beneden een voldoend groot gebied worden afgezet als bescherming tegen vallende voorwerpen. b. Gebouwkenmerken - Hoogte van het gebouw (gevelgeleiding) - Indien de hijshoogte 40 m of meer is moet er gevelgeleiding worden toegepast - De hijshoogte = de verticale afstand vanaf maaiveld (of waterpeil) tot bovenkant dakrand. Daarbij mag maximaal 3 m worden opgeteld tot de leidschijf van de giek (onafhankelijk van het gebouw). Bij een hijshoogte groter dan 40 m moeten elke 20 m gevelgeleidingspunten aanwezig zijn. De onderstaande types gevelgeleiding voldoen aan de huidige stand van de techniek: Kabelgeleiding met gevelbevestigingspunten, waaraan staaldraadgeleiders voor de ophangkabels bevestigd kunnen worden Doorlopende verticale geleiderail Doorlopende horizontale geleiderail op één hoogte aangebracht (max. hijshoogte 40 m + 20 m = 60 m) Gondelgeleiding met seperaat meelopende lijnen vanuit de gondel en gevelbevestigingspunten (patentnummer: EP0463709A2). - De onderstaande types worden niet aanbevolen: zuignappen al dan niet demontabele staalkabel rolstops (principe van autogordel). Er kunnen aanvullende eisen spelen als gevolg van de vormgeving van een gebouw zoals bij overhangende, hellende, verspringende gevels. Zie voor een volledig overzicht van eisen het infoblad nr. CVG2003-11- 03 Gevelgeleiding (zie hoofdstuk 5 Literatuur, inclusief website). - Grote gevelsprongen - Grote overspanningen van de hijsarmen van een dakwagen vanwege terrassen rondom penthuizen of uitspringende bouwdelen zijn op te lossen door toepassing van een giekinstallatie (vakwerk) of telescoop) al dan niet op rails. - Geringe sterkte dakconstructie - Een te geringe sterkte van een bestaande dakconstructie is op te lossen door te kiezen voor installaties in lichte uitvoering, bijvoorbeeld rijdend op één rail achter de dakrand en aan de achterzijde op een tegelpad. - In geval van een bestaand gebouw kan in veel gevallen gebruik worden gemaakt van een bestaande rail van een voormalige hangladderinstallatie. - Verlaten gondel in noodgevallen - De glazenwasser moet in noodgevallen ook beneden de gondel op veilige wijze kunnen verlaten 4

Omgevings- en gebouwkenmerken van een ontwerp Beperkingen en adviezen - Dakrand of anderszins - Noodzakelijke maatregelen/voorzieningen: een veilige toegang naar het dak en vervolgens naar parkeerpositie gondel een veilige toegang naar een andere parkeerpositie, bijvoorbeeld een speciaal bordes (met een opstap zonder valgevaar). een veilige positie om de kabels op hoogte aan- en af te koppelen. De hieraan te stellen eisen zijn: vrije stahoogte minstens 1,9 m stavlak minstens 0,6 x 0,8 m reikafstand tot aanpikpunt (horizontaal gemeten op schouderhoogte) maximaal 0,5 m voorzieningen aanwezig om niet verstrikt te raken in het hulpkoord voor het optrekken van kabels hoger dan 16 m moet een krachtwerktuig worden ingezet; de maximale optrekhoogte is 40 m. Zie voor een volledig overzicht van eisen het infoblad nr. CVG-2003-04-01 Het uitwisselen van gondelinstallaties" (zie hoofdstuk 5 Literatuur, inclusief website). Figuur 1 Bron Module glasbewassing branche RI&E. Belangrijke aandachtspunten: Opvolgen gebruikersinstructies leverancier. Medewerkers die gebruik maken van de installatie dienen aantoonbaar te zijn geïnstrueerd. Maximale reikafstand vanuit een gondel bedraagt 500mm. Daarboven dient men incidenteel verlengd wasgereedschap toe te passen. Voor het project Kopblok mag men maximaal 4 uur per persoon per dag met verlengd wasgereedschap werken! Een gondelinstallatie dient men veilig te kunnen bereiken op een dakvlak. De toegang naar een dakvlak altijd voor derden ontoegankelijk maken. Voorkom vallende voorwerpen. Daarnaast aanvullende instructies maken voor dakbetreding zoals niet betreden boven windkracht 6 beaufort, aangelijnd werken binnen 2 meter van de dakrand etc. 5

Tekening Ecotec ter illustratie 6

Relatie tussen ontwerpaspecten van een gebouw en keuze glazenwasmethode 2 Hoogwerker De hoogwerker neemt de laatste jaren in populariteit toe. Ontwerpers zijn er blij mee, want hun gebouw blijft onaangetast. Maar vaak wordt onvoldoende beseft dat een hoogwerker strenge eisen stelt aan de directe omgeving van het gebouw Omgevings- en gebouwkenmerken van een ontwerp Beperkingen en adviezen In grote lijnen zijn er twee categorieën hoogwerker met giek: hoogwerkers die hun stabiliteit grotendeels verkrijgen door ballast in de onderwagen hoogwerkers die hun stabiliteit voornamelijk verkrijgen door een onderstempeling die de basis aanzienlijk vergroot (spinhoogwerker of soortgelijk). De laatste categorie is aanzienlijk lichter dan de eerste. Daarnaast zijn er schaarhoogwerkers en eenpersoons hoogwerkers of liften (met een verticale mast). Deze laatste kunnen in vides en atria worden gebruikt. De max. werkhoogte hiervan bedraagt circa 12 m. a. Omgevingskenmerken - De omgeving kan belemmerend werken vanwege: onvoldoend draagkrachtige ondergrond omgeving idem, van dak parkeergarage straatmeubilair groenpartijen/bomen taluds/hellingbanen verkeer. b. Gebouwkenmerken - Het ontwerp van gevel en dak kan zodanig zijn dat niet alle ramen bereikbaar zijn. - Indien zich dit soort belemmeringen voordoen moet er een hoogwerkerplan worden opgesteld, met daarin: specificatie van de in te zetten hoogwerker de toegang tot de opstellocatie (soms met hijskraan naar hoger gelegen parkeerdek, o.i.d.) de benodigde (en aanwezige) draagkracht van de ondergrond (soms parkeerdek) eventueel in te zetten materialen voor drukverdeling (zoals stempelplaten, rijplaten) eventuele obstakels/belemmeringen (zoals in de linker kolom genoemd) de gekozen opstellocaties (indien op de openbare weg, dan met toestemming van de wegbeheerder en aanduiding van de wijze van verkeersafzetting). - Breid daarom bovengenoemd hoogwerkerplan uit met een overzichtstekening van per opstellocatie te bereiken ramen. - Vides, atriums - Vides en atriums zijn aan de binnenzijde vaak niet of moeilijk te bewassen. Een eenpersoons hoogwerker of lift kan een oplossing zijn, mits gezorgd is voor: een voldoend grote toegang tot de vide (en geen onoverkomelijke hoeken) een voldoend draagkrachtige vloer geen obstakels voor een goede opstelling (op de vloer) en voor het bereik (op hoogte) passend in de kooi van de in het gebouw aanwezige personen- of goederenlift (bij gebruik op hogere niveaus). Figuur 4 Bron Module glasbewassing branche RI&E Belangrijke aandachtspunten: Voorkom aanrijd gevaar Bedieners van een hoogwerker dienen aantoonbaar te zijn geïnstrueerd Voorkom vallende voorwerpen. 7

8