IBM Maximo Spatial Asset Management Versie 7 Release 6 Installatiehandleiding IBM
Opmerking Lees eerst Kennisgevingen op pagina 7. Deze uitgave heeft betrekking op versie 7, release 6, modificatie 0 van IBM Maximo Spatial Asset Management en op alle volgende versies en modificaties daarvan, tenzij anders vermeld in een volgende uitgave. Controleer of de uitgave die u gebruikt, overeenkomt met de versie van het programma. De informatie in deze publicatie is onderhevig aan wijzigingen. Wijzigingen zullen in nieuwe uitgaven van deze publicatie worden opgenomen. Voor technische informatie en het aanvragen van publicaties kunt u zich wenden tot uw IBM-leverancier of IBM Nederland B.V. Copyright IBM Nederland B.V. 2009, 2016. Copyright IBM Corporation 2009, 2016.
Inhoudsopgave Maximo Spatial Asset Management installeren.............. 1 Systeemvereisten voor IBM Maximo Spatial Asset Management.............. 1 Maximo Spatial Asset Management installeren... 1 EAR-bestanden automatisch genereren en implementeren............. 3 EAR-bestanden handmatig genereren en implementeren............. 3 EAR-bestanden genereren........ 3 Implementatie van de EAR-bestanden op WebSphere Application Server...... 3 Implementatie van de EAR-bestanden op Oracle WebLogic Server........ 4 Maximo Spatial Asset Management automatisch installeren............... 5 Kennisgevingen........... 7 Merken................ 8 Copyright IBM Corp. 2009, 2016 iii
iv Installatiehandleiding
Maximo Spatial Asset Management installeren De installatie van Maximo Spatial Asset Management omvat het uitvoeren van een installatieprogramma en een configuratieprogramma; beide worden gestart vanuit het startvenster. Systeemvereisten voor IBM Maximo Spatial Asset Management Voordat u begint met het installeren van Maximo Spatial Asset Management, moet u controleren of uw systeemomgeving voldoet aan de hardware- en softwarevereisten. Er is een volledige lijst van hardware- en softwarevereisten beschikbaar in de sectie System Requirements (Systeemvereisten) van de wiki Maximo Asset Management. De gebruiker die de installatie van Maximo Spatial Asset Management uitvoert, moet beschikken over beheerdersmachtigingen. Als het installatieprogramma wordt uitgevoerd, moet het toegang hebben tot de middlewareservers die met Maximo Asset Management zijn geïnstalleerd. Zorg dat u beschikt over de beheerders-id's en wachtwoorden voor de toepassingenserver, de databaseserver en de directoryserver. U kunt Maximo Spatial Asset Management installeren in de volgende omgevingen: Maximo Asset Management U installeert Maximo Spatial Asset Management 7.6 op het beheerwerkstation waarop Maximo Asset Management 7.6.0.3 of een latere versie is geïnstalleerd. Verwante informatie: Maximo Asset Management-systeemvereisten (wiki) Maximo Spatial Asset Management installeren U moet Maximo Spatial Asset Management installeren op het beheerwerkstation en in dezelfde directory waarin Maximo Asset Management is geïnstalleerd. v Zorg ervoor dat de geïnstalleerde versie van Maximo Asset Management 7.6.0.3 of hoger is. Als u een update wilt aanbrengen naar Maximo Asset Management 7.6.0.3 vanaf versie 7.6, gaat u naar de IBM Support Portal en kiest u Maximo Asset Management uit het vervolgkeuzemenu Product Finder. Selecteer versie 7.6 en zoek het fixpack 7.6.0.3 op in de sectie Downloads. v Maak backups van de middlewareservers en het beheerwerkstation. v Als u van plan bent een automatische installatie van het product uit te voeren, raadpleegt u de informatie over automatische installatie. Het startvenster zoekt de directory op waarin Maximo Asset Management is geïnstalleerd. De informatie over de installatiedirectory van Maximo Asset Management wordt opgeslagen in het bestand Maximo_install.locations, dat is opgeslagen in de hoofddirectory van het gebruikers-id dat het programma heeft gestart. Copyright IBM Corp. 2009, 2016 1
1. Maak de toepassingenserver gereed voor de installatie: Toepassingenserver WebSphere Application Server Oracle WebLogic Server Taak Zorg dat de toepassingenserver is gestart. Het installatieprogramma maakt verbinding met de toepassingenserver met behulp van de door u opgegeven aanmeldingsgegevens. Zorg dat de toepassingenserver (MAXIMOSERVER) is gestopt. Als de toepassingenserver actief is, stopt u deze en wacht u enkele minuten voordat u het installatieprogramma start. Als de toepassingenserver niet is gestopt, wordt de installatieprocedure afgebroken. 2. Download de productsoftware van Maximo Spatial Asset Management 7.6 vanaf IBM Passport Advantage en pak het installatie-image uit in een lokale directory. 3. Open het startvenster door te dubbelklikken op het bestand launchpad. Als uw computer een Windows-systeem is, gebruikt u het bestand launchpad64.exe. Als uw computer een UNIX- of Linux-systeem is, gebruikt u het bestand launchpad.sh. 4. Klik in het deelvenster IBM Maximo Spatial Asset Management installeren op Installeren. 5. Nadat u akkoord bent gegaan met de voorwaarden van de licentieovereenkomst, selecteert u de optie voor het gebruik van de bestaande pakketgroep IBM Tivoli's process automation pakket. 6. Voer het installatieprogramma uit. 7. Selecteer IBM Tivoli's process automation engine configuration utility en klik op Voltooien om het configuratieprogramma van Maximo Asset Management te starten. 8. In het configuratieprogramma selecteert u Database bijwerken en EAR-bestanden voor toepassing genereren en implementeren. 9. In het venster Implementatiebewerkingen toepassen selecteert u de opties voor uw omgeving en vervolgens klikt u op Voltooien Optie WebSphere Application Server Oracle WebLogic Server Beschrijving Selecteer de opties voor het aanbrengen van wijzigingen op de database en het automatisch genereren en implementeren van de EAR-bestanden voor de toepassing. Selecteer de opties voor het aanbrengen van wijzigingen op de database en het automatisch genereren van de EAR-bestanden voor de toepassing. U kunt de EAR-bestanden voor de toepassing niet implementeren op Oracle WebLogic Server met behulp van het configuratieprogramma van Maximo Asset Management. 10. Voer het configuratieprogramma uit. 2 Installatiehandleiding
11. Wanneer de installatie- en configuratieprocedures voltooid zijn, meldt u zich aan bij Maximo Asset Management en controleert u of de meest recente versie van Maximo Spatial Asset Management wordt vermeld in het systeeminformatievenster. EAR-bestanden automatisch genereren en implementeren Als u de configuratieprocedure hebt uitgesteld tijdens de installatie, kunt u de EAR-bestanden voor Maximo-database bijwerken en de EAR-bestanden genereren en implementeren met behulp van het configuratieprogramma. De installatie van Maximo Spatial Asset Management moet voltooid zijn. 1. Start het configuratieprogramma in de directory install_home/configtool door te dubbelklikken op het bestand ConfigUI. 2. Selecteer Database bijwerken en EAR-bestanden voor toepassing genereren en implementeren op het Home-scherm. 3. Voer het configuratieprogramma uit. EAR-bestanden handmatig genereren en implementeren Als u geen gebruik maakt van het configuratieprogramma, moet u de Maximo-database handmatig bijwerken en de EAR-bestanden genereren en implementeren. De handmatige procedure is vereist voor omgevingen die Oracle WebLogic Server gebruiken. EAR-bestanden genereren De implementatie van het product omvat het bijwerken van het EAR-bestand voor Maximo-database en het opnieuw genereren van het EAR-bestand voor Maximo en van het EAR-bestand voor het Help-systeem van Maximo. 1. Ga naar de directory install_home\maximo\tools\maximo en voer de opdracht updatedb uit. 2. Ga naar de directory install_home\maximo\deployment en voer een van de volgende opdrachten uit: Optie WebSphere Application Server Oracle WebLogic Server Beschrijving buildmaximoearwas8 buildmaximoear 3. Voer de opdracht buildmxiehsear uit in de directory install_home\maximo\ deployment. Implementatie van de EAR-bestanden op WebSphere Application Server U moet de EAR-bestanden voor Maximo eerst implementeren voordat u het product kunt gebruiken op WebSphere Application Server. Zorg dat u Maximo-database hebt bijgewerkt en de EAR-bestanden hebt gegenereerd. De EAR-bestanden voor Maximo worden tijdens de installatie van Maximo Asset Management geïnstalleerd op WebSphere Application Server. Vervang de parameters in de opdrachtsyntaxis door de waarden in uw implementatie. Zie Opdrachtsyntaxis voor implementatie van EAR-bestanden op WebSphere Application Server op pagina 4 voor meer informatie. Maximo Spatial Asset Management installeren 3
1. Implementeer het EAR-bestand voor Maximo door een opdrachtaanwijzing te openen en de volgende opdracht uit te voeren: websphere_home\jacl\solutions\deployapplication.[bat sh] WASAdminUserName WASAdminPassword "MAXIMO" WASNodeName WASApplicationServerName "install_home\maximo\deployment\default\maximo.ear" WASVirtualHost WASWebServerName 2. Implementeer het EAR-bestand voor het Help-systeem van Maximo door een opdrachtaanwijzing te openen en de volgende opdracht uit te voeren: websphere_home\jacl\solutions\deployapplication.[bat sh] WASAdminUserName WASAdminPassword "MAXIMOIEHS" WASNodeName WASApplicationServerName "websphere_home\maximo\deployment\default\maximoiehs.ear" WASVirtualHost WASWebServerName Opdrachtsyntaxis voor implementatie van EAR-bestanden op WebSphere Application Server: U gebruikt de parameters in de opdrachtsyntaxis wanneer u de EAR-bestanden handmatig implementeert op WebSphere Application Server. Parameters WASAdminUserName Een WebSphere Application Server Network Deployment-account dat beschikt over implementatiemachtigingen. WASAdminPassword Het wachtwoord van de gebruiker die is opgegeven met de parameter WASAdminUserName. WASNodeName De naam van het WebSphere Application Server Network Deployment-knooppunt. WASApplicationServerName De naam van de toepassingenserver voor WebSphere Application Server Network Deployment. WASVirtualHost De naam van de virtuele host voor WebSphere Application Server Network Deployment. WASWebServerName De naam van de WebSphere Application Server Network Deploymentwebserver. Implementatie van de EAR-bestanden op Oracle WebLogic Server U moet de EAR-bestanden voor Maximo eerst implementeren voordat u het product kunt gebruiken op Oracle WebLogic Server. v Zorg dat u Maximo-database hebt bijgewerkt en de EAR-bestanden hebt gegenereerd. v Op Windows: Controleer of de MAXIMOSERVER-server actief is. v Op UNIX: Controleer of de WebLogic Server-daemon actief is. De WebLogic Server-console is alleen zichtbaar als er een Java virtual machine is geïnstalleerd. De EAR-bestanden voor Maximo worden tijdens de installatie van Maximo Asset Management geïnstalleerd op Oracle WebLogic Server. 4 Installatiehandleiding
1. Open een opdrachtaanwijzing en ga naar de volgende directory: Besturingssysteem Windows UNIX Locatie weblogic_home\user_projects\domain\ mydomain weblogic_home/mxadmin/oracle/ user_projects/domains/mydomain 2. Start WebLogic Server door de volgende opdracht uit te voeren: Besturingssysteem Windows UNIX Opdracht startweblogic.cmd./startweblogic.sh 3. Geef de gebruikersnaam en het wachtwoord voor WebLogic Server op. 4. Meld u bij de WebLogic Server-console aan via http://hostnaam: 7001/console. 5. Volg de instructies in de WebLogic Server-console om het bestand maximo.ear en het bestand maximoiehs.ear te implementeren. Maximo Spatial Asset Management automatisch installeren Een automatische installatie is handig voor het installeren van Maximo Spatial Asset Management op computers die op dezelfde manier zijn geconfigureerd. U hoeft de installatieprogramma's dan niet te gebruiken; in plaats daarvan voert u opdrachten uit met behulp van een gegenereerd responsbestand dat is gemaakt tijdens de oorspronkelijke installatie van Maximo Spatial Asset Management. Als u een responsbestand wilt maken tijdens de installatie van Maximo Spatial Asset Management, stelt u de omgevingsvariabele record in. Op een Windows-computer stelt u de waarde record=true in. Op een UNIX- of een Linux-computer exporteert u de waarde record=true. Wanneer u het startvenster voor Maximo Spatial Asset Management opent, wordt het responsbestand gegenereerd in de hoofddirectory van het gebruikers-id dat het programma heeft gestart. Het is ook mogelijk om een van de voorbeeldresponsbestanden die beschikbaar zijn in het installatie-image te wijzigen. Zorg dat de waarden in het responsbestand geldig zijn voor het doelsysteem. De parameter installlocation en de parameter profile id moeten overeenkomen met de bestaande Maximo Asset Management-instance. 1. Kopieer het responsbestand en de gecomprimeerde installatie-image naar de doelcomputer. 2. Open een opdrachtaanwijzing op de doelcomputer en ga naar de directorylocatie van het programma Installation Manager. Optie Windows Linux en UNIX Beschrijving cd C:\Program Files\IBM\ InstallationManager\eclipse\tools\ cd /opt/ibm/installationmanager/eclipse/ tools/ Maximo Spatial Asset Management installeren 5
3. Start Installation Manager automatisch door de volgende opdracht uit te voeren: imcl -input responsefilename -log logfilename -acceptlicense De parameter -invoer bepaalt het pad naar het responsbestand en de parameter -logboek bepaalt het pad naar de locatie van de logboekbestanden. De parameter -acceptlicense wordt gebruikt om de licentie automatisch te accepteren. Voer bijvoorbeeld op Windows de volgende opdracht uit: imcl -input C:\tmp\Spatial_Silent_ResponseFile.xml -log C:\tmp\silent_install_log.xml -acceptlicense 4. Wanneer Maximo Spatial Asset Management is geïnstalleerd, werkt u de Maximo Asset Management-configuratie bij en vervolgens genereert en implementeert u het EAR-bestand voor de toepassing opnieuw vanaf de opdrachtregel. Optie WebSphere Application Server WebLogic Server Beschrijving Voer de opdracht reconfigurepae uit vanuit de directory R:\IBM\SMP\ConfigTool\ scripts: reconfigurepae -action updateapplication [-updatedb] [-deploymaximoear] [-deployhelpear] [-wasuser userid] [-waspwd password] 1. Voer de opdracht reconfigurepae uit vanuit de directory R:\IBM\SMP\ ConfigTool\scripts: reconfigurepae -action updateapplication [-updatedb] 2. Genereert de EAR-bestanden voor de toepassing. cd install_home\maximo\deployment buildmaximoear // build Maximo EAR buildhelpear // build Maximo help EAR 3. Implementeer de EAR-bestanden voor de toepassing handmatig op de toepassingenserver. 6 Installatiehandleiding
Kennisgevingen Deze publicatie heeft betrekking op een gelicentieerd programma. Op gelicentieerde programma's rust auteursrecht. Zij blijven eigendom van IBM. Op gelicentieerde programma's zijn de Algemene voorwaarden en bepalingen van toepassing. Deze zijn verkrijgbaar bij uw IBM-leverancier. Verwijzing in deze publicatie naar producten (apparatuur en programmatuur) of diensten van IBM houdt niet in dat IBM deze ook zal uitbrengen in alle landen waar IBM werkzaam is. Neem contact op met uw IBM-vertegenwoordiger voor informatie over de producten en diensten die momenteel beschikbaar zijn in uw land. Verwijzing in deze publicatie naar producten of diensten van IBM houdt niet in dat uitsluitend IBM-producten of -diensten gebruikt kunnen worden. Functioneel gelijkwaardige producten of diensten kunnen in plaats daarvan worden gebruikt, mits dergelijke producten of diensten geen inbreuk maken op intellectuele eigendomsrechten of andere rechten van IBM. De gebruiker is verantwoordelijk voor de samenwerking van IBM-producten of -diensten met producten of diensten van anderen, tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven door IBM. Mogelijk heeft IBM octrooien of octrooi-aanvragen met betrekking tot bepaalde in deze publicatie genoemde producten. Aan het feit dat deze publicatie aan u ter beschikking is gesteld, kan geen recht op licentie of ander recht worden ontleend. In deze publicatie kunnen technische onjuistheden en drukfouten staan. Mogelijk bevat deze publicatie verwijzingen naar producten die wel zijn geannonceerd maar op dit moment niet in uw land verkrijgbaar zijn, of naar producten die niet in uw land zijn geannonceerd. Verwijzing naar niet-geannonceerde producten houdt niet in dat IBM deze ook zal uitbrengen. IBM beslist op grond van zakelijke en technische overwegingen over de annoncering van een product. Informatie met betrekking tot niet door IBM gemaakte producten is afkomstig van de leveranciers van deze producten, hun gepubliceerde annonceringen of andere openbaar toegankelijke bronnen. IBM heeft deze producten niet getest en kan derhalve de prestaties, compatibiliteit en andere beweringen met betrekking tot niet door IBM gemaakte producten niet bevestigen. Vragen over de mogelijkheden van niet door IBM gemaakte producten moeten worden gericht aan de leveranciers van deze producten. Online publicaties Met betrekking tot online versies van dit boek bent u gerechtigd: v de documentatie die zich op de gegevensdrager bevindt te kopiëren, te wijzigen en af te drukken voor gebruik binnen uw onderneming, mits u de auteursrechtenvermelding, alle waarschuwingen en andere verplichte verklaringen op elke kopie of gedeeltelijke kopie reproduceert; en v het oorspronkelijke, ongewijzigde exemplaar van de documentatie over te dragen bij overdracht van het betreffende IBM-product (machine of programma) dat u gerechtigd bent over te dragen. Bij overdracht dient u alle kopieën van de documentatie te vernietigen. Copyright IBM Corp. 2009, 2016 7
U bent verantwoordelijk voor de betaling van alle belastingen die voortvloeien uit deze autorisatie. ER WORDEN GEEN UITDRUKKELIJKE OF STILZWIJGENDE GARANTIES GEGEVEN, WAARONDER BEGREPEN DE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. In bepaalde rechtsgebieden kunnen stilzwijgende garanties niet worden uitgesloten. In dat geval is de bovenstaande uitsluiting niet op u van toepassing. Niet-nakoming van de bovengenoemde voorwaarden houdt beëindiging in van deze autorisatie. Bij beëindiging van de autorisatie dient u de voor een machine leesbare documentatie te vernietigen. Merken IBM, het IBM-logo en ibm.com zijn merken van International Business Machines Corp. die wereldwijd in een groot aantal rechtsgebieden zijn geregistreerd. Benamingen van andere producten en diensten kunnen merken zijn van IBM of van andere ondernemingen. Een bijgewerkte lijst met merken van IBM is beschikbaar op internet via Copyright and trademark information op www.ibm.com/legal/copytrade.shtml. Java en alle op Java gebaseerde merken en logo's zijn merken van Oracle en/of daaraan gelieerde ondernemingen. Linux is een merk van Linus Torvalds in de Verenigde Staten en/of andere landen. Microsoft, Windows en het Windows-logo zijn merken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. UNIX is een merk van The Open Group in de Verenigde Staten en/of andere landen. 8 Installatiehandleiding
Kennisgevingen 9
IBM Gedrukt in Nederland