Jaarrekening 2014 Stichting Trajectum Novum
INHOUDSOPGAVE Pagina 5.1 Jaarrekening 5.1.1 Balans per 31 december 2014 1 5.1.2 Staat van baten en lasten over 2014 2 5.1.3 Kasstroomoverzicht 3 5.1.4 Algemene toelichting & grondslagen van waardering en resultaatbepaling 4 5.1.5 Toelichting op de balans 11 5.1.6 Overzicht langlopende schulden ultimo 2014 18 5.1.7 Toelichting op de staat van baten en lasten over 2014 20 5.1.8 Ondertekening door bestuurders en toezichthouders 28 5.2 Overige gegevens 5.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening 30 5.2.2 Statutaire regeling resultaatbestemming 30 5.2.3 Resultaatbestemming 30 5.2.4 Gebeurtenissen na balansdatum 30 5.2.5 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 30
5.1 JAARREKENING
5.1 JAARREKENING 5.1.1 BALANS PER 31 DECEMBER 2014 (na resultaatbestemming) ACTIVA Ref. 31-dec-14 31-dec-13 Vaste activa Materiële vaste activa 1 10.485.653 12.384.089 10.485.653 12.384.089 Vlottende activa Vorderingen uit hoofde van subsidies 2 55.937 38.610 Vorderingen en overlopende activa 3 207.017 419.325 Liquide middelen 4 6.505.733 3.954.070 Totaal vlottende activa 6.768.687 4.412.005 Totaal activa 17.254.340 16.796.094 Ref. 31-dec-14 31-dec-13 PASSIVA Eigen vermogen 5 Kapitaal 91 91 Algemene reserve 3.504.426 2.405.748 Bestemmingsreserves 255.471 706.597 Totaal eigen vermogen 3.759.988 3.112.436 Voorzieningen 6 487.275 510.831 Langlopende schulden 7 5.350.903 5.919.451 Kortlopende schulden Schulden uit hoofde van subsidies 8 4.876.437 4.551.613 Kortlopende schulden en overlopende passiva 9 2.779.737 2.701.763 7.656.174 7.253.376 Totaal passiva 17.254.340 16.796.094 Pagina 1
5.1.2 Staat van baten en lasten over 2014 Begroting Realisatie Realisatie Ref. 2014 2014 2013 OPBRENGSTEN: Subsidies jeugdzorg 10 17.986.233 18.776.710 17.621.581 Overige opbrengsten 11 370.567 783.189 555.155 Som der bedrijfsopbrengsten 18.356.800 19.559.899 18.176.736 LASTEN: Personeelskosten 12 14.063.914 14.143.307 13.485.131 Afschrijvingen op materiële vaste activa 13 587.674 658.649 706.921 Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa 14 0 0-865.547 Overige bedrijfskosten 15 3.530.639 3.892.745 4.087.209 Som der bedrijfslasten 18.182.227 18.694.701 17.413.714 BEDRIJFSRESULTAAT 174.573 865.198 763.022 Financiële baten en lasten 16-196.028-217.646-249.466 RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING -21.455 647.552 513.556 RESULTAAT BOEKJAAR -21.455 647.552 513.556 RESULTAATBESTEMMING Het resultaat is als volgt verdeeld: 2014 2013 Kapitaal Algemene reserve 1.098.678 504.292 Bestemmingsreserves -451.126 9.264 647.552 513.556 Pagina 2
5.1.3 KASSTROOMOVERZICHT Ref. 2014 2013 Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat 865.198 763.022 Aanpassingen voor: - afschrijvingen 1 658.649 706.921 - mutaties voorzieningen 6-23.556 110.368 635.093 817.289 Veranderingen in vlottende middelen: - vorderingen 3 212.308-245.168 - vorderingen/schulden uit hoofde van subsidies 2 en 8 307.497-210.697 - kortlopende schulden (excl. schulden aan kredietinstellingen) 9-103.537 74.338 416.268-381.527 Kasstroom uit bedrijfsoperaties 1.916.559 1.198.784 Ontvangen interest 16 37.074 44.356 Betaalde interest 16-254.721-293.822-217.647-249.466 Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 1.698.912 949.318 Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen materiële vaste activa 1-190.627-168.067 Desinvesteringen materiële vaste activa 1 1.430.414 0 Bijzondere waardeverminderingen materiële vaste activa 1 0-865.547 Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten 1.239.787-1.033.614 Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen lening 7 0 817.000 Aflossing langlopende schulden 7-387.036-432.420 Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten -387.036 384.580 Mutatie geldmiddelen 2.551.663 300.284 Er is gebruik gemaakt van de indirecte methode. Pagina 3
5.1.4 ALGEMENE TOELICHTING & GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 5.1.4.1 ALGEMEEN Gegevens rechtspersoon Stichting Trajectum Novum is statutair gevestigd te Zeist en heeft haar feitelijke (hoofd)vestiging op de Verlengde Slotlaan 109 te Zeist. Activiteiten Stichting Trajectum Novum houdt zich bezig met het verlenen van jeugdzorg, in het bijzonder medisch orthopedagogische kinderen jeugdzorg ten behoeve van kinderen en jeugdigen die ernstig in hun ontwikkeling gestoord zijn of bedreigd worden. Groepsverhoudingen Stichting Trajectum Novum vormt per 3 oktober 2013 samen met de Stichting Maatschapij Zandbergen te Amersfoort het Stichting Youké Sterke Jeugd-concern. Aan het hoofd van deze groep staat Stichting Youké Sterke Jeugd te Zeist. De jaarrekening van Stichting Trajectum Novum is opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van Stichting Youké Sterke Jeugd. Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving, in het bijzonder Richtlijn voor de Jaarverslaggeving Hoofdstuk 640, Organisatie-zonder-winststreven (aangepast 2010). Hierbij is tevens rekening gehouden met subsidiebepalingen zoals opgenomen in de 'Subsidieverordening jeugdzorg provincie Utrecht 2004' alsmede de 'Verordening jeugdzorg Gelderland 2005'. Continuïteit Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Stichting Trajectum Novum en Stichting Maatschappij Zandbergen zijn per januari 2015 gefuseerd en Stichting Youké Sterke Jeugd is een feit. Per 1 januari 2015 is de Jeugdwet van kracht. Contracten met de provincie zijn beëindigd en gemeenten zijn integraal verantwoordelijk voor alle zorg voor jeugd. Gemeenten richten de zorg opnieuw in, met verschillen per gemeente of gemeentelijke regio. De transitie in het jeugdstelsel loopt samen met meerdere maatschappelijke transities waarin gemeenten meer bevoegdheden krijgen of hebben gekregen. Denk daarbij aan de Participatiewet (arbeidsintegratie), de overgang AWBZ naar de WMO 2015, de Jeugdwet en de Wet langdurige zorg (Wlz), en de Wet passend onderwijs 2012. In 2014 heeft Youké Sterke Jeugd maatregelen getroffen om haar bedrijfsvoering aan te passen aan de inkomstendaling per 2015. De bedrijfsvoering in 2015 is (financieel) gezond en de portfolio is aangepast aan de inkomstendaling van ca. 20%. De organisatie moet zo flexibel mogelijk zijn en blijven met het aanbod om in te kunnen spelen op veranderingen in de gemeentelijke vraag naar zorgproducten. Het nieuwe matrix-organisatiemodel van Youké is hier op ingericht en ingedeeld in vier clusters met zorgproducten op leeftijd. Youké-medewerkers zijn flexibel inzetbaar en werken daar waar de inzet van hun expertise wordt gevraagd. Youké heeft zich in 2014 voorbereid op een toekomst waarin budgetgaranties niet meer bestaan. Daarbij past het sturen op een flexibele schil in de formatie, een proactieve opstelling van onze accounthouders naar ontwikkelingen in de markt, snelle en accurate informatievoorziening en korte lijnen in de besluitvorming. De formatie en overige kosten zijn in 2014 in evenwicht gebracht met de opbrengsten vanaf 2015. Voor 2015 is de verwachting dat de gesloten en nog te sluiten (aanvullende) contracten met gemeenten dekkend zijn voor de kosten van de organisatie. Onzekerheid hierin betreft de door ons mee begrote OVA compensatie, hierover bestaat veel onduidelijkheid. Ondanks veel onzekerheden door de momenteel volatiele markt in de jeugdzorg is Youké goed in voorbereiding op de contractering met de gemeentelijke regio s voor 2016. Op grond van de eerste ervaringen met onze nieuwe opdrachtgevers krijgt een professionele verkooporganisatie binnen Youké inmiddels vorm. Inzet voor 2016 is het (minimaal) behouden van het voor 2015 gecontracteerde bedrag, het verlagen van structurele kosten (w.o. huisvesting) en het verdergaand innoveren op kwaliteit van zorg. De kans van slagen achten wij groot gezien de positieve signalen uit de markt over Youké en de behaalde resultaten in de contracteringsperiode voor 2015. Het afstoten van huisvesting / vastgoed verloopt succesvol. Mocht zich desondanks nog een krimp aankondigen, dan is Youké voldoende financieel gezond (voldoende vermogen en liquiditeit) om dit op te vangen. Vergelijking met voorgaand jaar De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. Er hebben zich gedurende het verslagjaar geen schattingswijzigingen voorgedaan. Vergelijking met de begroting De in de jaarrekening opgenomen begrotingscijfers zijn gebaseerd op de 4 december 2013 door de Raad van Bestuur vastgestelde en op 4 december 2013 door de Raad van Toezicht goedgekeurde begroting 2014. Pagina 4
5.1.4 ALGEMENE TOELICHTING & GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Verbonden rechtspersonen Als verbonden partij worden aangemerkt: alle rechtspersonen waarover de Stichting overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan uitoefenen; alle rechtspersonen die overwegende zeggenschap in de Stichting kunnen uitoefenen; alle statutaire directieleden en andere sleutelfunctionarissen in het management van de Stichting of de moedermaatschappij van de Stichting en hun nauwe verwanten. De verbonden partijen zijn: Stichting Youké Sterke Jeugd Stichting Maatschappij Zandbergen Transacties van betekenis met verbonden partijen, niet zijnde transacties tussen dochtermaatschappijen die geheel in eigendom zijn van een of meer leden van de groep, worden toegelicht voor zover deze niet onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan. Hiervan wordt toegelicht de aard en de omvang van de transactie en andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht. Er hebben geen transacties met verbonden rechtspersonen plaatsgevonden die niet zijn gebaseerd op zakelijke gronden. 5.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva Activa en passiva Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de stichting zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Activa en passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. Toelichtingen op posten in de balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Materiële vaste activa Bedrijfsgebouwen en -terreinen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs plus bijkomende kosten of vervaardigingsprijs onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de geschatte toekomstige gebruiksduur. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Er wordt rekening gehouden met de bijzondere waardeverminderingen die op balansdatum worden verwacht. Voor de vaststelling of voor een materieel vast actief sprake is van een bijzondere waardevermindering wordt verwezen naar onderstaande paragraaf Bijzondere waardeverminderingen vaste activa. Overige vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte toekomstige gebruiksduur en bijzondere waardeverminderingen. De vervaardigingsprijs bestaat uit de aanschaffingskosten van grond- en hulpstoffen en kosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de vervaardiging inclusief installatiekosten. Rentelasten gedurende de bouw worden niet geactiveerd. De volgende afschrijvingspercentages (in procenten van de aanschafwaarde minus eventuele restwaarde) worden hierbij gehanteerd: Bedrijfsgebouwen : 2,5% en 10%. Machines en installaties : 5%. Andere vaste bedrijfsmiddelen : 20% en 33,3%. Voor zover subsidies of daaraan gelijk te stellen vergoedingen zijn ontvangen als eenmalige bijdrage in de afschrijvingskosten, zijn deze gepassiveerd onder de kortlopende schulden. Pagina 5
5.1.4 ALGEMENE TOELICHTING & GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Bijzondere waardeverminderingen vaste activa Vaste activa met een lange levensduur worden beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen wanneer wijzigingen of omstandigheden zich voordoen die doen vermoeden dat de boekwaarde van een actief niet terugverdiend zal worden. De terugverdienmogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordt bepaald door de boekwaarde van een actief te vergelijken met de geschatte contante waarde van de toekomstige nettokasstromen die het actief naar verwachting zal genereren. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de geschatte contante waarde van de toekomstige kasstromen, worden bijzondere waardeverminderingen verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. De opbrengstwaarde is gebaseerd op de geschatte verkoopprijs minus de geschatte kosten welke nodig zijn om de verkoop te realiseren. Stichting Trajectum Novum heeft heeft de realiseerbare directe opbrengstwaarde bij verkoop en de contante waarde van de toekomstige kasstromen van haar vastgoed benaderd op het niveau van de kasstroomgenererende eenheden, en vergeleken met de boekwaarde van het vastgoed en de overige met de bedrijfsvoering samenhangende activa per 31 december 2014. Als kasstroomgenererende eenheid zijn de 3 eigendomspanden aangemerkt (Zevenster, Molenhorst en Kinabu).De realiseerbare directe opbrengstwaarden van vaste activa waarvan het voornemen bestaat deze te verkopen, zijn ontleend aan taxatierapporten van een extern taxateur Bij de bepaling van de contante waarde van de toekomstige kasstromen is in verband met de onzekerheden over de toekomstige opbrengsten en contracten met gemeenten, de definitieve uitwerking van de beleidsvoornemens, de temporisering van de maatregelen, de gevolgen daarvan voor de omvang van de cliëntenpopulatie zijn de volgende uitgangspunt gekozen: - krimp van 20% op de opbrengsten vanaf 2015 - continuering van de huur- en pachtopbrengsten - rentevoet van 4,5% (gemiddelde rentevoet van Stichting Trajectum Novum) - restwaarde van de grond en pand (met uitzondering van de Molenhorst in verband met erfpacht) op basis van de rapportage van de extern taxateur. De door Stichting Trajectum Novum uitgevoerde analyse heeft als uitkomst dat in 2014 geen impairment noodzakelijk is. Vervreemding van vaste activa Voor verkoop beschikbare activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere opbrengstwaarde. Vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde van de tegenprestatie, en na eerste verwerking tegen de geamortiseerde kostprijs. Dit is in het algemeen de nominale waarde. Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op grond van verwachte oninbaarheid. De voorziening wordt per individuele post bepaald. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekeningcourantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Eigen vermogen Binnen het eigen vermogen wordt onderscheid gemaakt tussen Kapitaal, Algemene reserve, Bestemmingsreserves en Bestemmingsfondsen. Kapitaal Onder kapitaal is opgenomen het bij oprichting van de Stichting ingebracht kapitaal. Algemene reserve Onder Algemene reserve is opgenomen dat deel van het eigen vermogen, waarover de bevoegde organen binnen de statutaire doelstellingen van de Stichting vrij kunnen beschikken. Bestemmingsreserves Bestemmingsreserves zijn reserves waaraan door de bevoegde organen van de Stichting een beperktere bestedingsmogelijkheid is aangebracht dan op grond van de statuten zou bestaan. Aanwending van bestemmingsreserves Uitgaven die worden gedekt uit bestemmingsreserves worden in de resultatenrekening verantwoord, en via de resultaatbestemming ten laste van de betreffende reserve gebracht. Wijzigingen in de beperking van de bestemming van reserves welke door de daartoe bevoegde organen of instanties worden aangebracht, worden als overige mutatie binnen het eigen vermogen verwerkt. Pagina 6
5.1.4 ALGEMENE TOELICHTING & GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Voorzieningen Algemeen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij het effect van de tijdswaarde van te verwaarlozen betekenis is. Als disconteringsvoet voor de contantmaking is de marktrente van hoogwaardige ondernemingsobligaties gehanteerd. Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting. Voorziening groot onderhoud De voorziening groot onderhoud wordt gevormd voor verwachte kosten inzake periodiek onderhoud van panden, installaties, e.d., gebaseerd op een meerjaren onderhoudsplan. De voorziening is gebaseerd op nominale waarde. Reorganisatievoorziening De reorganisatievoorziening wordt gevormd voor verwachte kosten inzake wachtgeldregeling voor personeel. De voorziening is gebaseerd op nominale waarde. Schulden Schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Voor zover niet anders is vermeld, komt dit overeen met de nominale waarde. Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt op basis van de effectieve rente gedurende de looptijd van de schulden in de staat van baten en lasten als interestlast verwerkt. Pagina 7
5.1.4 ALGEMENE TOELICHTING & GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 5.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van historische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn. Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend. Overheidssubsidies (anders dan als vergoeding voor zorgverlening) Exploitatiesubsidies worden als baten verantwoord in de winst-en-verliesrekening in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen. Subsidies met betrekking tot investeringen in materiële vaste activa worden opgenomen onder de kortlopende schulden. Al naar gelang de afschrijving valt het subsidie vrij ten gunste van het resultaat. Subsidies jeugdzorg Onder subsidies jeugdzorg worden de baten verantwoord uit hoofde van geleverde prestaties op het gebied van verleende jeugdzorg. Als realisatiemoment geldt het moment waarop de betreffende prestaties op grond van de geldende voorschriften of richtlijnen gedeclareerd kunnen worden bij de subsidiegever. Overige bedrijfsopbrengsten De overige bedrijfsopbrengsten kunnen worden verdeeld in opbrengsten voor het leveren van goederen en opbrengsten voor het leveren van diensten. Opbrengsten uit de verkoop van goederen worden verwerkt zodra alle belangrijke rechten en risico s met betrekking tot de eigendom van de goederen zijn overgedragen aan de koper. Opbrengsten uit het verlenen van diensten geschieden naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten. Pagina 8
5.1.4 ALGEMENE TOELICHTING & GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Personeelskosten Periodiek betaalbare beloningen Lonen en salarissen en andere personeelslasten worden verantwoord in de periode waarin personeel op grond van de arbeidsvoorwaarden het recht op beloning verkrijgt. Sociale lasten worden toegerekend aan dezelfde periode als de lonen en salarissen waaraan deze sociale lasten direct kunnen worden toegerekend. Pensioenen De Stichting heeft één (enkele) pensioenregeling(en). De belangrijkste kenmerken hiervan zijn: Bedrijfstakpensioenfonds. De Stichting heeft voor bijna al haar werknemers een toegezegde pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij de Stichting. De verplichtingen, welke voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds PGGM Zorg en Welzijn. De Stichting betaalt hiervoor premies waarvan de helft door de werkgever wordt betaald en de helft door de werknemer. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. In 2015 dient het pensioenfonds een dekkingsgraad van ten minste 105% te hebben. Het pensioenfonds verwacht hieraan te kunnen voldoen en voorziet geen noodzaak voor de aangesloten instellingen om extra stortingen te verrichten. De Stichting heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij PGGM, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. Op de Nederlandse pensioenregelingen zijn de bepalingen van de Nederlandse Pensioenwet van toepassing en worden op verplichte, contractuele of vrijwillige basis premies aan pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen betaald door de Stichting. De premies worden verantwoord als personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terugstorting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balans opgenomen. Afschrijvingen Materiële vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen wordt niet afgeschreven. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de toekomstige gebruiksduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Boekwinsten uit de incidentele verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de opbrengsten. Boekverliezen uit de incidentele verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa en de terugname hiervan worden onder deze rubriek verantwoord. Zie verder de toelichting op deze post in paragraaf 5.1.4.2. Overige bedrijfskosten De overige bedrijfskosten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Bijzondere posten Bijzondere posten zijn baten of lasten die voortvloeien uit gebeurtenissen of transacties die behoren tot het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening, maar die omwille van de vergelijkbaarheid apart toegelicht worden op grond van de aard, omvang of het incidentele karakter van de post. Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen die als onderdeel van de berekening van de effectieve rente worden meegenomen. Pagina 9
5.1.4 ALGEMENE TOELICHTING & GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 5.1.4.4 Grondslagen van segmentering In de jaarrekening is geen segmentatie van de resultatenrekening gemaakt omdat alle activiteiten provinciaal gefinancierd zijn. 5.1.4.5 Toelichting op het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. Pagina 10
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS ACTIVA 1. Materiële vaste activa De specificatie is als volgt: 31-dec-14 31-dec-13 Bedrijfsgebouwen en terreinen 10.078.120 11.752.345 Machines en installaties 151.400 283.407 Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting 240.912 332.027 Niet aan het bedrijfsproces dienstbare materiële vaste activa 15.221 16.310 Totaal materiële vaste activa 10.485.653 12.384.089 Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven: Bedrijfsgebouwen en terreinen Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting Niet aan het bedrijfsproces dienstbare materiële activa Machines en installaties Totaal Boekwaarde per 1 januari 2014 11.752.345 283.407 332.027 16.310 12.384.089 Bij: investeringen 124.025 66.602 190.627 Af: afschrijvingen 476.956 22.887 157.717 1.089 658.649 Af: desinvesteringen 1.321.294 109.120 1.430.414 Boekwaarde per 31 december 2014 10.078.120 151.400 240.912 15.221 10.485.653 Aanschafwaarde 16.197.102 901.461 1.269.395 54.454 18.422.412 Cumulatieve afschrijvingen 6.118.982 750.061 1.028.483 39.233 7.936.759 10.078.120 151.400 240.912 15.221 10.485.653 Gehanteerde afschrijvingspercentages 0-2,5-10 5 20-33,33 2 Toelichting: In 2014 heeft een verkoop van de terreinen en opstallen Bethanië, Amersfoortsestraat 119 te Soesterberg, plaatsgevonden. In 2014 is semipermanente huisvesting geplaatst in de wijk Dorrestein te Amersfoort. 2. Vorderingen uit hoofde van subsidies De specificatie is als volgt: 31-dec-14 31-dec-13 Provincie Utrecht inz. klachtencommissie 0 38.610 Provincie Zuid-Holland 55.937 0 55.937 38.610 De post Provincie Utrecht inz. klachtencommissie is als volgt te specificeren: 2014 Stand 1 januari 38.610 Kosten extern adviseur 2014 38.597 Af: bijdrage provincie Utrecht 2013-22.000 Af: bijdrage provincie Utrecht 2014-22.000 Af: verrekening tekort 2013 en 2014 met zorgaanbieders -33.207-38.610 Stand 31 december 0 Provincie Zuid-Holland: Nog te ontvangen volgens subsidiebeschikkingen: PZH-2014-501261685/PZH-2015-505444808/PZH-2015-505452471 55.937 De reële waarde van de vordering wijkt niet significant af van de boekwaarde. Pagina 11
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS ACTIVA 3. Vorderingen en overlopende activa De specificatie is als volgt: 31-dec-14 31-dec-13 Vorderingen op debiteuren 35.216 98.790 Overige vorderingen: Fietsenplan 7.443 4.351 Stichting Vrienden van Trajectum 27.851 27.711 Stichting Maatschappij Zandbergen 0 63.086 Vooruitbetaalde bedragen: Vooruitbetaalde bedragen 80.202 71.487 Nog te ontvangen bedragen: Te ontvangen ziekengeld 13.826 10.139 Nog te ontvangen bedragen 37.098 140.485 Overige overlopende activa: Overige 5.381 3.276 Totaal vorderingen en overlopende activa 207.017 419.325 Toelichting: De voorziening die in aftrek op de vorderingen op debiteuren is gebracht, bedraagt 116.504 Alle vorderingen hebben een looptijd van korter dan 1 jaar. De Stichting Vrienden van het Trajectum heeft als doel fondsen te werven die aangewend kunnen worden voor hulpverlening aan kinderen tot circa 12 jaar voorzover hierin niet wordt voorzien door reguliere overheidssubsidie. De mutatie van de Stichting Vrienden van Trajectum is als volgt weer te geven: 2014 Stand 1 januari 27.711 Algemene kosten 140 Stand 31 december 27.851 De reële waarde van de vordering wijkt niet significant af van de boekwaarde. 4. Liquide middelen De specificatie is als volgt: 31-dec-14 31-dec-13 Bankrekeningen 6.504.387 3.951.383 Kassen 730 1.302 Gelden onderweg 616 1.385 Totaal liquide middelen 6.505.733 3.954.070 Toelichting: De liquide middelen staan ter vrije beschikking van de Stichting. Pagina 12
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PASSIVA 5. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten: 31-dec-14 31-dec-13 Kapitaal 91 91 Algemene reserve 3.504.426 2.405.748 Bestemmingsreserves 255.471 706.597 Totaal eigen vermogen 3.759.988 3.112.436 Saldo per Resultaat- Overige Saldo per Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2014 bestemming mutaties 31-dec-2014 Kapitaal 91 0 0 91 Algemene reserve 2.405.748 1.098.678 0 3.504.426 Bestemmingsreserves 706.597-451.126 0 255.471 De specificatie en het verloop van de algemene reserve is als volgt weer te geven: 3.112.436 647.552 0 3.759.988 Saldo per Resultaat- Saldo per 1-jan-2014 bestemming 31-dec-2014 Vrije algemene reserve 82.004 0 82.004 Provincie Utrecht 2.106.221 982.324 3.088.545 Provincie Gelderland 217.523 116.354 333.877 2.405.748 1.098.678 3.504.426 Bestemmingsreserves Saldo per Resultaat- Overige Saldo per De specificatie en het verloop zijn als volgt weer te geven: 1-jan-2014 bestemming mutaties 31-dec-2014 Informatisering- en automatiseringsprojecten 194.057-38.490 0 155.567 Ombouw zorgprogramma's en transitie inkoop zorg 512.540-412.636 0 99.904 Totaal bestemmingsreserves 706.597-451.126 0 255.471 Toelichting: Voor de realisatie van een aantal informatisering- en automatiseringsprojecten is een bestemmingsreserve gevormd voor de eenmalige kosten die verband houden met de realisatie van deze projecten. De uitvoering van deze projecten staan voor de komende jaren gepland. De ombouw zorgprogramma's zal plaatvinden om de beweging van zorg in de wijk, dicht bij gezin en sociale netwerk te kunnen bewerkstelligen. Daarnaast zal op 1 januari 2015 de financiering van de geboden Jeugdzorg overgaan van provincies naar gemeenten. Voor de projectkosten die verbonden zijn aan de ombouw van de zorgprogramma's en de transitie van de zorginkoop is een bestemmingsreserve gevormd. Van het saldo van de bestemmingsreserve op 1 januari 2014 is 44.060 toe te wijzen aan de provincie Gelderland. Voor wat betreft de totale afname van de bestemmingsreserve in 2014 met 451.126 is een bedrag van 43.700 toe te wijzen aan de provincie Gelderland. Het aandeel van de provincie Gelderland in de bestemmingsreserve komt hiermee op 31 december 2014 uit op 360. Pagina 13
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PASSIVA 6. Voorzieningen Saldo per Dotatie Onttrekking Vrijval Saldo per Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2014 31-dec-2014 Voorziening voor: - groot onderhoud 409.431 329.233 251.389 0 487.275 - reorganisatie 101.400 0 101.400 0 0 Totaal voorzieningen 510.831 329.233 352.789 0 487.275 Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd: 31-dec-2014 Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) 350.000 Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) 137.275 Hiervan langlopend (> 5 jaar) 0 Toelichting per categorie voorziening: Het aandeel van de voorziening voor groot onderhoud bedraagt voor de provincie Gelderland 51.604. 7. Langlopende schulden De specificatie is als volgt: 31-dec-14 31-dec-13 Schulden aan kredietinstellingen 5.350.903 5.919.451 Totaal langlopende schulden 5.350.903 5.919.451 Het verloop is als volgt weer te geven: 2014 2013 Stand per 1 januari 6.306.491 5.876.527 Bij: nieuwe leningen 0 817.000 Af: aflossingen 387.036 387.036 Stand per 31 december 5.919.455 6.306.491 Af: aflossingsverplichting komend boekjaar 568.552 387.040 Stand langlopende schulden per 31 december 5.350.903 5.919.451 Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten worden beschouwd: Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen 568.552 387.040 Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) 5.350.903 5.919.451 Hiervan langlopend (> 5 jaar) 3.938.892 4.334.150 De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden. Voor een gedetailleerd schema van de langlopende schulden: zie paragraaf 5.1.6. Toelichting: De reële waarde van de langlopende schulden wijkt niet significant af van de boekwaarde. Pagina 14
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PASSIVA 8. Schulden uit hoofde van subsidies De specificatie is als volgt: 31-dec-14 31-dec-13 Provincie Utrecht incidentele middelen 616.428 0 Nog te besteden projectgelden Kiekeboe 6.543 23.925 Provincie Zuid-Holland 0 11.002 Subsidie ministerie VWS 4.253.466 4.516.686 Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva 4.876.437 4.551.613 Provincie Utrecht incidentele middelen: Subsidie 2014 "weg met de wachtlijsten" 745.200 Besteed in 2014 128.772 Nog te besteden in 2015 616.428 Het subsidie "weg met de wachtlijsten" is otvangen voor cliënten die zijn ingestroomd in het 4e kwartaal van 2014. Voor deze cliënten zal geen subsidie worden ontvangen van de gemeenten. De post nog te besteden projectgelden Kiekeboe is als volgt te specificeren: Stand 1 januari 2014 23.925 Terugbetaling gemeente Veenendaal 3.822 Terugbetaling provincie Utrecht 3.032 Opbrengsten 2014: Ontvangen subsidie provincie Utrecht 35.600 Ontvangen subsidie gemeente Veenendaal 26.386 Ontvangen CIZ vergoeding 11.289 Vergoeding procesdiagnostiek 1.575 Kosten 2014: Personeel 78.948 Huisvesting 56 Apparaat 6.374 6.854 74.850 85.378 Stand 31 december 2014 6.543 Onder de kortlopende schulden is een subsidie van het Ministerie van VWS in het kader van de bouwimpuls verantwoord. De hoofdsom van het subsidie bedraagt 5.000.000. Het subsidie zal worden aangewend voor de dekking van de jaarlijkse afschrijvingslast van de gerealiseerde projecten in het kader van de bouwimpuls. De reële waarde van de kortlopende schulden wijkt niet significant af van de boekwaarde. Pagina 15
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PASSIVA 9. Kortlopende schulden en overlopende passiva De specificatie is als volgt: 31-dec-14 31-dec-13 Crediteuren 218.089 544.496 Aflossingsverplichtingen langlopende leningen 568.552 387.040 Belastingen en sociale premies 695.969 628.306 Schulden terzake pensioenen 85.260 95.875 Nog te betalen salarissen 161.132 6.681 Vakantiegeld 412.775 456.248 Vakantiedagen 313.704 363.860 Overige schulden: Stichting Steunfonds Trajectum Novum 29.418 29.418 Nog te betalen kosten: Accountant 17.980 8.667 Intrest langlopende leningen 46.060 52.380 Diverse nog te betalen kosten 230.798 128.792 Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva 2.779.737 2.701.763 Toelichting: Alle kortlopende schulden hebben een verwachte resterende looptijd van minder dan een jaar. De Stichting Steunfonds Trajectum Novum heeft als doel het verwerven van fondsen voor het verwezenlijken van het doel van Stichting Trajectum. De mutatie van de Stichting Steunfonds Trajectum Novum is als volgt weer te geven: Stand 1 januari 29.418 Bij: verschuldigde rente over lening 19.866 Af: bijdragen -19.866 Stand 31 december 29.418 2014 Pagina 16
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Onderhanden trajecten jeugdzorg Er is eind 2014 geen sprake meer van een Onderhanden-werk positie met betrekking tot de provinciale financiering van de jeugdzorg. De financiering van de jeugdzorg is met ingang van 2015 overgegaan naar de gemeenten. Op grond van regelgeving zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de continuïiteit van de zorg van cliënten die eind 2014 in zorg zijn. Huurverplichtingen De Stichting heeft de volgende meerjarige financiële verplichtingen uit hoofde van lopende contracten en overeenkomsten. betaalbaar binnen betaalbaar betaalbaar Totaal 1 jaar 1-5 jaar na 5 jaar 31-dec-14 Looptijd tot Huur onroerend goed 234.500 812.000 771.000 1.817.500 diverse Huur printers 13.300 0 0 13.300 1 juli 2015 247.800 812.000 771.000 1.830.800 Pagina 17
5.1.6 Overzicht langlopende schulden ultimo 2014 Leninggever Datum Hoofdsom Totale looptijd Soort lening Werkelijke rente Restschuld 31 december 2013 Aflossing in 2014 Restschuld 31 december 2014 Restschuld over 5 jaar Rest looptijd in jaren eind 2014 % Schulden aan kredietinstellingen Bank Nederlandse Gemeenten 15-nov-90 2.268.901 40 jaar hypothecair 3,75% 964.282 56.723 907.559 623.944 16 lineair 56.723 Stichting Steunfonds Trajectum Novum 1-jan-90 220.700 40 jaar onderhands 9,00% 220.700 0 220.700 220.700 16 ineens 0 Nederlandse Waterschapsbank 21-feb-01 644.254 18 jaar hypothecair 5,41% 214.753 35.791 178.962 0 5 lineair 35.791 Bank Nederlandse Gemeenten 15-feb-83 907.560 40 jaar hypothecair 7,75% 226.890 22.689 204.201 0 0 lineair 204.201 Bank Nederlandse Gemeenten 2-mrt-92 1.627.937 30 jaar hypothecair 2,67% 488.413 54.263 434.150 162.835 8 lineair 54.263 ING 1-feb-90 1.474.786 30 jaar hypothecair 3,46% 343.943 49.167 294.776 48.941 6 lineair 49.167 Rabobank 15-dec-09 340.335 15 jaar hypothecair 2,95% 226.530 22.869 203.661 89.316 9 lineair 22.869 Rabobank 15-dec-09 700.000 40 jaar hypothecair 2,95% 612.500 17.500 595.000 507.500 34 lineair 17.500 Rabobank 8-sep-10 2.485.000 30,8 jaar hypothecair 4,60% 2.236.860 82.654 2.154.206 1.740.936 25 lineair 82.654 Rabobank 31-jan-13 817.000 18 jaar hypothecair 2,85% 771.620 45.380 726.240 544.720 16 lineair 45.384 Totaal 6.306.491 387.036 5.919.455 3.938.892 568.552 3,75% - lening o/g Bank Nederlandse Gemeenten Deze lening is op 15 november 1990 opgenomen bij het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds tegen een nominale grootte van 2.268.901. In 2002 heeft het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds de lening gecedeerd aan de Rabobank International, welke bank op haar beurt de lening heeft gecedeerd aan de Bank Nederlandse Gemeenten. De aflossing geschiedt in 40 jaarlijkse gelijke termijnen van 56.723 groot. De rente bedraagt met ingang van 15 november 2010 3,75%. De gemeente Utrecht staat onvoorwaardelijk borg voor de aflossing en rentebetaling van deze lening. 9% - lening o/g Stichting Steunfonds Trajectum Novum Op 1 januari 1990 is een bedrag van 220.700 opgenomen. De lening dient uiterlijk per 1 januari 2030 te zijn afgelost. Vervroegde aflossing is boetevrij toegestaan. De rente bedraagt 9%. Er zijn geen zekerheden overeengekomen. 5,41% - lening o/g Nederlandse Waterschapsbank De per 21 februari 2001 opgenomen lening bij de Nederlandse Waterschapsbank is nominaal groot 644.254. De aflossing geschiedt in 18 gelijke jaarlijkse termijnen van 35.792. De rente bedraagt voor de gehele looptijd 5,41% per jaar. Tot nakoming van al hetgeen uit genoemde lening voortvloeit hebben het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het Ministerie van Financiën zich onvoorwaardelijk garant verklaard. 7,75% - lening o/g Bank Nederlandse Gemeenten Op 15 februari 1983 is een lening afgesloten bij de Bank Nederlandse Gemeenten van nominaal 907.560. De aflossing geschiedt in 40 gelijke jaarlijkse termijnen van 22.689. De rente bedraagt per 15 februari 1983 7,75%. Renteherziening is mogelijk op 15 februari 2018. De gemeente Veenendaal staat onvoorwaardelijk garant voor de aflossing en rentebetaling van deze lening. Met de Bank Nederlandse Gemeenten is overeengkomen om het restant van de hoofdsom van deze lening in 2015 volledig af te lossen. Aflossingswijze Aflossing 2015 Pagina 18
5.1.6 Overzicht langlopende schulden ultimo 2014 5,25% - lening o/g Bank Nederlandse Gemeenten Op 2 maart 1992 is een lening afgesloten bij het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds van nominaal 1.627.937. In 2002 heeft het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds de lening gecedeerd aan de Rabobank International, welke bank op haar beurt de lening heeft gecedeerd aan de Bank Nederlandse Gemeenten. De aflossing geschiedt in 30 gelijke jaarlijkse termijnen van 54.263. De rente bedraagt per 2 maart 2002 5,25%, voorheen 8,95%. Vervroegde aflossing van de lening is niet mogelijk. De gemeente Veenendaal staat onvoorwaardelijk garant voor de aflossing en rentebetaling van deze lening. 3,457% - lening o/g ING Op 1 februari 1990 is een lening afgesloten bij de ING van nominaal 1.474.786. De aflossing geschiedt in 29 gelijke jaarlijkse termijnen van 49.167 en een laatste termijn van 48.940. De rente bedraagt per 1 februari 2010 3,457% voor de rest van de looptijd van de lening. Vervroegde aflossing van deze lening is mogelijk vanaf 1 februari 2002. De Staat der Nederlanden staat onvoorwaardelijk garant voor de aflossing en rentebetaling van deze lening. 2,95% - lening Rabobank Deze lening is op 15 december 2009 opgenomen bij de Rabobank. Met deze lening wordt een verbouwing op het terrein van de Molenhorst gefinancierd. De hoofdsom van de lening bedraagt 340.335. De looptijd van de lening bedraagt 15 jaar. Aflossing geschiedt in vaste jaarlijkse termijnen van 22.869. Het rentepercentage bedraagt 2,95% per jaar en staat voor 1 jaar vast. Op 1 januari 2015 is de rente herzien naar 2,8% per jaar voor 5 jaar vast. Door Trajectum is een positieve/negatieve hypotheekverklaring afgegeven met betrekking tot de panden in Zeist, Veenendaal, Utrecht en Soesterberg. De volgende zekerheden zijn afgegeven: - Positieve/negatieve hypotheekverklaring met betrekking tot de panden aan de Verlengde Slotlaan 109 te Zeist, Grote Beer te Veenendaal, Orinocodreef 21 te Utrecht en Amersfoortsestraat 119 te Soesterberg; - Solvabiliteitsratio van minimaal 5%; - Cross default; - Pari passu verklaring 2,95% - lening Rabobank Deze lening is op 15 december 2009 opgenomen bij de Rabobank. Met deze lening wordt een verbouwing op het terrein van Bethanië gefinancierd. De hoofdsom van de lening bedraagt 700.000. De looptijd van de lening bedraagt 40 jaar. Aflossing geschiedt in vaste jaarlijkse termijnen van 17.500. Het rentepercentage bedraagt 2,95% per jaar en staat voor 1 jaar vast. Op 1 januari 2015 is de rente herzien naar 2,8% per jaar voor 5 jaar vast. Door Trajectum is een positieve/negatieve hypotheekverklaring afgegeven met betrekking tot de panden in Zeist, Veenendaal, Utrecht en Soesterberg. Voor deze lening gelden dezelfde zekerheden als hierboven beschreven bij 6,2% - lening Rabobank. 4,6% lening Rabobank De lening is op 8 september 2010 opgenomen bij de Rabobank. Met deze lening wordt een deel van de nieuwbouwkosten op het terrein van Kinabu gefinancierd. De hoofdsom van de lening bedraagt 2.485.000. De looptijd van de lening bedraagt 370 maanden. Aflossing geschiedt in vaste jaarlijkse termijnen van 82.792. Het rentepercentage bedraagt 4,6% en staat voor 5 jaar vast. De volgende zekerheden zijn afgegeven: - 2 e hypotheek op terrein en opstallen Verlengde Slotlaan 109, 3707 CE Zeist; - pandrecht op alle huidige en toekomstige rechten/vorderingen en op alle huidige en toekomstige investeringen; - solvabiliteitsratio van minimaal 7%. 2,85% lening Rabobank De lening is op 31 januari 2013 opgenomen bij de Rabobank. De lening is verstrekt voor de aflossing van een lening. De lening zal in 18 jaar worden afgelost,. Aflossing geschiedt in vaste kwartaaltermijnen van 11.345. Het rentepercentage bedraagt 2,85% en staat voor 3 jaar vast. De volgende zekerheden zijn afgegeven: - 2 e hypotheek op terrein en opstallen Verlengde Slotlaan 109, 3707 CE Zeist; - pandrecht op alle huidige en toekomstige rechten/vorderingen en op alle huidige en toekomstige investeringen; - solvabiliteitsratio van minimaal 6%. Pagina 19
5.1.7 TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2014 BATEN 10. Subsidies jeugdzorg Begroting Realisatie Realisatie De specificatie is als volgt: 2014 2014 2013 Provinciale subsidies 17.986.233 18.752.710 17.621.581 Gemeentelijke subsidies 0 24.000 0 Totaal 17.986.233 18.776.710 17.621.581 Realisatie Realisatie Nadere specificatie 10. Subsidies jeugdzorg 2014 2013 Provinciale subsidies Provincie Utrecht 17.338.300 15.525.449 In 2014 vooruitontvangen gelden inzake wachtlijstmiddelen die in 2015 worden besteed -616.428 0 Provincie Gelderland 1.980.664 1.950.474 Provincie Zuid-Holland 50.174 125.648 Provincie Flevoland 0 11.451 Stadgewest Rotterdam 0 8.559 18.752.710 17.621.581 Toelichting: Provincie Utrecht: Subsidietoekenning volgens beschikking van 20 november 2014 16.166.578 Aanvullende subsidieafrekening over 2013 van 15 augustus 2014 426.522 Subsidie 2014 "weg met de wachtlijsten" van 27 november 2014 745.200 Realisatie 2014 Totaal 17.338.300 Het subsidie van de provincie Utrecht heeft een structureel karakter. Het subsidie wordt jaarlijks toegekend door de provincie op basis van jaarlijks te maken prestatieafspraken. Het maximale subsidie voor 2014 bedraagt 16.911.778. Het subsidie wordt uiteindelijk vastgesteld op basis van het aantal uitgestroomde cliënten. De subsidierelatie is met ingang van 2015 beëindigd. In 2014 vooruitontvangen gelden inzake wachtlijstmiddelen die in 2015 worden besteed: Eind 2014 is van de provincie Utrecht een aanvullende subsidiebeschikking over 2014 ontvangen. Het gaat om een bedrag van 745.200 ten behoeve van het wegwerken van wachtlijsten. Eind 2014 zijn er 23 cliënten in zorg genomen. Van de subsidiebeschikking is een bedrag van 616.428 aangemerkt als te verrichten zorg in 2015. Pagina 20
5.1.7 TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2014 Toelichting: Provincie Gelderland: Subsidietoekenning volgens beschikking van 14 januari 2014 1.950.474 OVA 2014 volgens beschikking van 29 juli 2014 30.190 Realisatie 2014 Totaal 1.980.664 Het subsidie van de provincie Gelderland heeft een structureel karakter. Het subsidie wordt jaarlijks toegekend door de provincie op basis van jaarlijks te maken prestatieafspraken. Het maximale subsidie voor 2014 bedraagt 1.980.664. Het subsidie wordt uiteindelijk vastgesteld op basis van het aantal ingestroomde cliënten. De subsidierelatie is met ingang van 2015 beëindigd. Provincie Zuid-Holland: Toekenning projectsubsidie van 16 juli 2013 78.010 af: toegerekende subsidie tot en met 2013-29.308 48.702 Toekenning projectsubsidie van 3 februari 2015 736 Toekenning projectsubsidie van 4 februari 2015 736 Totaal 50.174 Het subsidie van de provincie Zuid-Holland heeft een incidenteel karakter. Voor de provincie Zuid-Holland geldt dat het subsidie wordt vastgesteld op basis van verrichte zorg voor cliënten waar een subsidietoekenning voor is verstrekt. Gemeentelijke subsidies Begroting Realisatie Realisatie De specificatie is als volgt: 2014 2014 2013 Gemeente Nijkerk 0 24.000 0 0 24.000 0 Pagina 21
5.1.7 TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2014 BATEN 11. Overige opbrengsten Begroting Realisatie Realisatie De specificatie is als volgt: 2014 2014 2013 Detacheringsopbrengsten 0 6.010 3.704 Huuropbrengsten 108.600 127.087 68.457 Overige opbrengsten: Subsidie stagefonds 19.767 24.265 22.797 Subsidie ministerie VWS inzake bouwimpuls 187.200 263.220 187.173 Overige 55.000 362.607 273.024 Totaal 370.567 783.189 555.155 Toelichting op de afwijking tussen realisatie en begroting: Als gevolg van de verkoop van het onroerend goed op de Amersfoortsestraat 119 te Soesterberg is een aanvullend bedrag van 76.047 met betrekking tot het subsidie ministerie VWS inzake bouwimpuls vrijgevallen. Onder de overige opbrengsten is het boekresultaat op de verkoop van het onroerend goed op de Amersfoortsestraat 119 te Soesterberg van 170.067 verantwoord. LASTEN 12. Personeelskosten Begroting Realisatie Realisatie De specificatie is als volgt: 2014 2014 2013 Lonen en salarissen 10.420.152 10.534.966 10.153.753 Sociale lasten 1.712.803 1.634.819 1.471.445 Pensioenpremies 1.055.657 1.026.267 1.010.824 Andere personeelskosten: Reorganisatievoorziening 0 0-66.557 Overige personeelskosten 570.890 585.294 736.989 Subtotaal 13.759.502 13.781.346 13.306.454 Personeel niet in loondienst 304.412 361.961 178.677 Totaal personeelskosten 14.063.914 14.143.307 13.485.131 Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's) per segment: Segment 4 - Provincies 228 207 219 Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van FTE's 228 207 219 Er zijn geen personeelsleden werkzaam buiten Nederland. Pagina 22
5.1.7 TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2014 LASTEN 13. Afschrijvingen op materiële vaste activa Begroting Realisatie Realisatie De specificatie is als volgt: 2014 2014 2013 - materiële vaste activa 587.674 658.649 706.921 Totaal afschrijvingen 587.674 658.649 706.921 14. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Begroting Realisatie Realisatie De specificatie is als volgt: 2014 2014 2013 Bijzondere waardeverminderingen van: - materiële vaste activa 0 0-865.547 Totaal 0 0-865.547 15. Overige bedrijfskosten Begroting Realisatie Realisatie De specificatie is als volgt: 2014 2014 2013 Apparaatkosten 825.974 921.269 1.148.445 Automatiseringskosten 351.088 340.612 302.863 Huisvestingskosten 1.124.559 1.479.100 1.395.214 Verzorgingskosten 1.229.018 1.151.764 1.240.687 Totaal overige bedrijfskosten 3.530.639 3.892.745 4.087.209 16. Financiële baten en lasten Begroting Realisatie Realisatie De specificatie is als volgt: 2014 2014 2013 Rentebaten 60.000 37.075 44.356 Subtotaal financiële baten 60.000 37.075 44.356 Rentelasten -256.028-254.721-293.822 Overige financiële lasten Subtotaal financiële lasten -256.028-254.721-293.822 Totaal financiële baten en lasten -196.028-217.646-249.466 Pagina 23