reglement erkenning leerbedrijven 2013

Vergelijkbare documenten
REGLEMENT Erkenning leerbedrijven van Kenniscentrum PMLF januari Uitgave: PMLF Loire AK Den Haag E I

1. Met inachtneming van de bepalingen van dit reglement kan erkenning worden afgegeven:

Toelichting tijdelijke erkenning leerbedrijven

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Reglement erkenning leerbedrijven van KC PMLF

Reglement erkenning leerbedrijven SBB Vastgesteld door het Algemeen Bestuur van SBB d.d. 24 april 2015

Voorwaardelijk voor de erkenning is dat de leerplaats aantoonbaar voldoet aan de wettelijke eisen voor veiligheid. 3

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Vastgesteld door het Algemeen Bestuur van SBB d.d. 24 april 2015

Reglement!en!criteria! voor!erkenning!van! leerbedrijven!

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Vastgesteld door het Algemeen Bestuur van SBB d.d. 30 juni 2017

Reglement erkenning leerbedrijven SBB

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Vastgesteld door het Algemeen Bestuur van SBB d.d. 13 mei 2016

Reglement erkenning leerbedrijven SBB

Artikel 1. Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder:

Reglement erkenning leerbedrijven SBB. Vastgesteld door het Algemeen Bestuur van SBB op 29 juni 2018.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Vastgesteld door het Algemeen Bestuur van SBB op 29 juni 2018.

Reglement erkenning leerbedrijven SBB. Vastgesteld door het Algemeen Bestuur van SBB op 27 juni 2019.

Reglement erkenning leerbedrijven Reglement bezwaarschriftprocedure

Reglement Erkenning Opleidingsinstituten ATEX

Reglement Erkenning Leerbedrijven Curaçao

BPV-WEGWIJZER: BASIS II KENNISCENTRUM PMLF december 2011

REGLEMENT INSTROOMBEVORDERING VOOR DEELNEMERS MET AFSTAND TOT DE ARBEIDSMARKT

REGLEMENT TEGEMOETKOMINGEN VOOR EXTERNE OPLEIDINGEN

Klachtenregeling Stichting Ceder Groep

Reglement. Beroepscommissie. Deelnemers. Zadkine

REGLEMENT OVERGANGSREGELING TEGEMOETKOMINGEN

REGLEMENT TEGEMOETKOMINGEN

REGLEMENT STIMULERINGSREGELING

Algemene Klachtenregeling ROC A12

REGELING VOOR DE ERKENNING VAN LEER- EN OPLEIDINGSBEDRIJVEN IN DE BOUW, INFRA EN GESPECIALISEERDE AANNEMERIJ

REGLEMENT TEGEMOETKOMINGEN

REGLEMENT TEGEMOETKOMINGEN Instroom vanaf 1 augustus 2012 tot 1 september 2015

Erkend leerbedrijf. dáár wordt het vak geleerd. horeca bakkerij reizen recreatie facilitaire dienstverlening

REGLEMENT BEZWARENCOMMISSIE DEELNEMERS

REGLEMENT STIMULERINGSREGELING 2014

Lid 3. De OER is voor elke onderwijsdeelnemer op een toegankelijke plaats in te zien.

Klachtenregeling Willem de Zwijger College. Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Willem de Zwijger College

Stimulans kwaliteit BPV kinderopvang Amsterdam

Goedgekeurd Centrale directie 02 oktober 2015 Managementteam 23 oktober 2015 MR 03 februari Klachtenregeling

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE STUDENTENSTATUUT

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

REGLEMENT LEERLINGBOUWPLAATSSUBSIDIE

HOOFDSTUK 1: BEGRIPSBEPALINGEN Artikel HOOFDSTUK 2: BEHANDELING VAN DE KLACHTEN... 2

Reglement voorfase klachtbehandeling H 3 O ten behoeve van het primair en voortgezet onderwijs

Hoofstuk 1: Begripsbepalingen 2 Artikel 1 Begripsbepalingen 2

Klachtenregeling. onderwijs

Praktijkovereenkomst (Algemene Voorwaarden) versie

Algemene voorwaarden. Beroepspraktijkvormingsovereenkomst

Praktijkovereenkomst (POK) voor de beroepsopleidingen van ROC Leiden. Algemene Voorwaarden

Praktijkovereenkomst Algemene voorwaarden

Klachtenregeling Openbaar Primair Onderwijs Zuid Kennemerland

Het bevoegd gezag van Vivente, stichting voor christelijke primair onderwijs, gevestigd te Zwolle,

Klachtenregeling voor Medewerkers

Algemene voorwaarden BPV-blad

KLACHTENREGELING REYNAERTCOLLEGE (AANGEPAST VANUIT MODEL KBVO)

Klachtenregeling De Berkenschutse

Klachten Regeling. 1 januari Postbus AG Groningen info@o2g2.nl groepgroningen.nl K.v.K

SERVICEDOCUMENT BEROEPSPRAKTIJKVORMING: WAT MAG VERWACHT WORDEN VAN DE BPV?

Het Stichtingsbestuur van de Stichting Mens Achter de Patiënt (Stg MAP) stelt de volgende klachtenregeling vast.

VOORBEELD VAN EEN LEER- WERKOVEREENKOMST MBO

Klachtenregeling 2012

Reglement commissie van beroep voor de examens

Reglement Klachtbehandeling externe klachtencommissie van het Da Vinci College

KLACHTENREGELING. Inhoudsopgave

1. Er zijn op iedere school ten minste twee contactpersonen die de klager verwijzen

Instroomreglement BPV. Uitgangspunten

KLACHTENREGELING Sinds juni 2008

KLACHTENREGELING KLACHTENCOMMISSIES Stichting Tabijn

PRAKTIJKOVEREENKOMST ROC FRIESE POORT Algemene Voorwaarden (cohort )

Omscholingsstimulans zij-instroom BPV

Klachtenregeling Stedelijk Dalton Lyceum Inleiding. 1 Mondelinge klachten. 2 schriftelijke klachten. 2.1 Interne afhandeling op locatieniveau

Klachtenregeling. Deel. Van Beleid Klachten bij Scholengroep LeerTij

KLACHTENREGELING VECHTSTREEK + VENEN

Regeling Erkenning Opleidingen Branche Geboortezorg

MODELKLACHTENREGELING KLACHTENCOMMISSIES BIJZONDER ONDERWIJS

Klachtenregeling PO - OPOO

HOOFDSTUK 1: BEGRIPSBEPALINGEN. Artikel 1 HOOFDSTUK 2: BEHANDELING VAN DE KLACHTEN. Paragraaf 1: De contactpersoon

Algemene voorwaarden Beroepspraktijkvormingsovereenkomst artikel 1 t/m 15

Interne klachtenregeling

Klachtenregeling Stichting Christelijk Speciaal Onderwijs Groningen. Klachtenregeling. Artikel 1. Begripsbepalingen

Stichting Interconfessioneel (RK/PC) Voortgezet Onderwijs in het Gooi (SIVOG)

KLACHTENREGELING. Directiestatuut Pagina 1 van 8

Praktijkovereenkomst Deltion College

Klachtenreglement Houtdatwerkt

Klachtenregeling ENMS. 2 Begripsbepalingen. 3 Behandeling van de klachten. Het bevoegd gezag,

Bijlage 2: Algemene voorwaarden bij het voorblad praktijkovereenkomst

Klachtenregeling. versie 15 augustus S e r v i c e b u r e a u S a r v i c e. Oranjelaan 113, 2231 DG Rijnsburg

Ashram College Klachtenregeling

REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS

Omscholingsstimulans zij-instroom BPV

Klachtenregeling Bovenschoolse directie Herzien juli 2010

klachtenregeling 3 Begripsbepalingen 3 Artikel 1: 3 Artikel 2: Voorfase klachtindiening 4 Artikel 3: De vertrouwenspersoon 4

Klachtenregeling Staring College

Klachtenregeling. Geert Groote Scholen Amsterdam Vrije School Parcival Amstelveen

(een lid van) het personeel, (een lid van) de directie, (een lid van) het bevoegd gezag

Deze bepalingen van de praktijkovereenkomst behoren bij het bpv-blad van de praktijkovereenkomst ROC TOP.

Klachtenregeling Universiteit Twente

Klachtenregeling. Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Klachtenregeling Het Nieuwe Lyceum

Klachtenregeling van Auro, Stichting voor Openbaar Primair Onderwijs. Het bevoegd gezag Auro,

Transcriptie:

reglement erkenning leerbedrijven 2013 Artikel 1 Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: 1. Leerbedrijf Het bedrijf of de organisatie die op grond van dit reglement bevoegd is om de beroepspraktijkvorming te verzorgen. 2. Praktijkopleider Een natuurlijk persoon binnen het leerbedrijf die verantwoordelijk is voor het praktijkleren en het begeleiden van deelnemers in de beroepspraktijk van het leerbedrijf. 3. Reglement Reglement Erkenning Leerbedrijven 2013. 4. Onderwijsdeelnemer Vmbo of mbo deelnemer. 5. Onderwijsinstelling School voor vmbo of mbo. 6. Beroepspraktijkvormingsovereenkomst (bpvo) De overeenkomst als bedoeld in artikel 7.2.8. van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) (Stbl.1995, 501). 7. Beroepspraktijkvorming (bpv) Beroepspraktijkvorming/praktijkleren: het onder bedrijfsomstandigheden leren van praktische vaardigheden. 8. Kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven (kenniscentrum) Het bestuur van het kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven zoals bedoeld in artikel 1.5.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). 11. Kwaliteitszorg beroepspraktijkvorming Het regelmatig in kaart brengen van de kwaliteit van de leeromgeving en deze waar nodig verbeteren. Minimaal één maal per vier jaar wordt de kwaliteitszorg bpv geëvalueerd. Dit maakt onderdeel uit van de voortzetting van de erkenning. 12. GOCI (Kenniscentrum GOCi) Kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven voor de creatieve industrie. 13. Opleidingsadviseur GOCi De adviseur van GOCI ondersteunt het leerbedrijf om structureel te werken aan een goede kwaliteit van leren. Tevens bewaakt GOCI de kwaliteit van het leren in de praktijk.

Artikel 2 Doel Uitsluitend bedrijven en organisaties die voldoen aan de bepalingen in dit reglement en die door het kenniscentrum als zodanig erkend zijn, mogen optreden als leerbedrijf beroepspraktijkvorming voor stagiairs (Beroeps Opleidende Leerweg BOL) of leerlingen (Beroeps Begeleidende Leerweg BBL) van het MBO of praktijkgerichte leerweg VMBO. Artikel 3 Verzoek tot erkenning 1. Met inachtneming van de bepalingen in dit reglement wordt een erkenning afgegeven op verzoek van het bedrijf of organisatie die de beroepspraktijkvorming wil verzorgen, de onderwijsinstelling MBO of VMBO, of GOCi. 2. De aanvraag heeft betrekking op één of meerdere (onderdelen van) kwalificatiedossiers/beroepsopleidingen. 3. Een aanvraag wordt uitsluitend in behandeling genomen indien dit een eerste of hernieuwde aanvraag betreft. 4. GOCI verlangt dat het verzoek tot erkenning door een vertegenwoordiger van GOCI tijdens het bezoek aan leerbedrijf of de organisatie wordt geactiveerd. Artikel 4 Beoordeling van het verzoek 1. Het kenniscentrum verleent de erkenning indien naar haar oordeel aan de, in dit reglement, genoemde voorwaarden is voldaan. 2. Het kenniscentrum stelt vast of het een erkenning is als leerbedrijf. 3. Onverminderd het bepaalde in lid 1 kan het kenniscentrum op grond van zwaarwegende redenen besluiten om de erkenning niet te verlenen. 4. Aan de beoordeling van de aanvraag is het bedrijf of de organisatie verplicht zijn medewerking te verlenen. Artikel 5 Voorwaarden voor erkenning Voor de erkenning als leerbedrijf wordt het bedrijf of de organisatie geacht: 1. Een goede en (sociaal) veilige leerplaats conform de Arbo-wet te zijn en werkzaamheden, die behoren tot de werkprocessen van het beroep waarvoor de onderwijsdeelnemer wordt opgeleid, in een reële arbeidssituatie aan te bieden, 2. Voldoende en deskundige begeleiding te bieden gericht op de deelnemer, 3. Bereid te zijn tot overleg met de onderwijsinstelling en het kenniscentrum, 4. Akkoord te gaan met de vermelding van de bedrijfsgegevens in het bedrijvenregister GOCI en Stagemarkt.nl. 5. In overleg met het advies van de opleidingsadviseur een praktijkopleider aan te stellen, 6. De bpv van de deelnemer te structureren d.m.v. het digitaal stageplan 7. Tijd, ruimte en middelen vrij te maken t.b.v. de bpv van de deelnemer, 8. Mee te werken aan kwaliteitszorg bpv, de adviezen van de opleidingsadviseur van het kenniscentrum op te volgen en zich hierbij te laten ondersteunen, zo nodig op advies de training Professioneel Praktijkopleider te volgen. 2

Toelichting op artikel 5 Ad. 1 en 2 De deelnemer moet in het leerbedrijf op een zodanige wijze worden ingezet dat de werkzaamheden die hij uitvoert zo dicht mogelijk liggen bij de feitelijke werksituatie waarvoor opgeleid wordt. Hiervoor is het nodig dat het leerbedrijf beschikt over de juiste (productie)middelen om de competenties te kunnen leren en/of over voldoende werkzaamheden in het betreffende vakgebied, kennis en ervaring op het gebied van management, werkvoorbereiding, calculatie, personeelsbeleid, enz. (Het voorafgaande is afhankelijk van het niveau/de niveaus waarvoor het bedrijf erkend wordt.) Met behulp van checklisten wordt bekeken voor welke beroepen een bedrijf als leerbedrijf kan dienen. De resultaten van die inventarisatie worden met het leerbedrijf besproken. Indien zich in het leerbedrijf omstandigheden voordoen die van invloed zijn op de erkenning, is het leerbedrijf verplicht dit te melden bij de opleidingsadviseur van het kenniscentrum Ad. 5 Voor het opleidingsproces is het belangrijk dat het leerbedrijf beschikt over medewerkers die zowel over vaktechnische kennis als didactische kennis en vaardigheden beschikken. Vaktechnische kennis kan worden aangetoond doordat de praktijkopleider tenminste dezelfde vakopleiding heeft gevolgd als voor het beroep c.q. niveau waarvoor wordt opgeleid.. Danwel door het feit dat de praktijkopleider d.m.v. ervaring over de noodzakelijke kennis beschikt. Voor een goede begeleiding van de deelnemer is het noodzakelijk dat de praktijkopleider over didactische- en sociale vaardigheden beschikt. Het bedrijf stelt de praktijkopleider in staat, indien noodzakelijk en op dringend advies van de opleidingsadviseur, gerichte trainingen te volgen. Ad. 8 In het kader van de Wet educatie en beroepsonderwijs is het kenniscentrum belast met het toezicht houden op de kwaliteit van de beroepspraktijkvorming. In dat kader worden leerbedrijven erkend als leerbedrijf en wordt d.m.v. kwaliteitszorg bpv nagegaan of deze leerbedrijven de bpv op de juiste wijze en vorm en inhoud geven. Het kenniscentrum begeleidt het leerbedrijf bij dit kwaliteitsbevorderend proces. Indien er in onvoldoende mate inhoud wordt gegeven aan het proces, kan de erkenning worden ingetrokken. Dit gebeurt indien essentiële onderdelen binnen de bpv onder de norm worden ingevuld. Ad. 9 Met behulp van de werkprocessen uit de kwalificatiedossiers wordt geïnventariseerd welke werkzaamheden in het bedrijf uitgevoerd kunnen worden en welke ontbreken. De werkprocessen worden via de website (digitaal Stageplan) aan derden getoond. 3

Artikel 6 Verlenen van de erkenning 1. Uiterlijk 6 weken na het verzoek als bedoeld in artikel 3 lid 1 beslist het kenniscentrum over de verlening van de erkenning en maakt dit aan het bedrijf of de organisatie bekend. Overschrijding van deze termijn is in uitzonderlijke gevallen toegestaan en dient in de beslissing te worden gemotiveerd. 2. De erkenning wordt verleend op vestigingsniveau. 3. Van de beslissing als bedoeld in het eerste lid wordt het bedrijf of de organisatie binnen 20 werkdagen na verlening van de erkenning schriftelijk op de hoogte gesteld. De organisatie heeft daarna bij onjuistheden binnen een termijn van 10 werkdagen de mogelijkheid schriftelijk te reageren. Indien de organisatie niet reageert, gaat deze akkoord met de door GOCI vastgelegde gegevens en afspraken. 4. De erkenning wordt verleend voor één of meerdere kwalificaties of delen daarvan. 5. De erkenning is geldig voor een periode van vier jaar. Artikel 7 Verlenging van de erkenning 1. Na het verstrijken van de in artikel 6 lid 5 genoemde periode, wordt de erkenning voor dezelfde duur verleend. Artikel 4 is van overeenkomstige toepassing. 2. Van de beslissing over de verlenging wordt het leerbedrijf,in kennis gesteld. Indien de verlenging geweigerd wordt, wordt het leerbedrijf, schriftelijk met opgave van redenen van deze beslissing op de hoogte gebracht. 3. Indien het kenniscentrum niet binnen drie maanden na het verstrijken van de in artikel 6 lid 5 genoemde termijn de beslissing over de verlenging aan het leerbedrijf heeft kenbaar gemaakt, kan de erkenning geacht worden te zijn verlengd voor de periode van vier jaar. Artikel 8 Intrekking 1. De erkenning kan worden ingetrokken indien niet langer aan de voorwaarden voor erkenning als vermeld in artikel 5 wordt voldaan, of indien het kenniscentrum op grond van zwaarwegende redenen meent dat de erkenning in redelijkheid niet dient te worden voortgezet. 2. Van intrekking van de erkenning wordt het leerbedrijf schriftelijk onder opgave van redenen door het kenniscentrum op de hoogte gebracht. 3. Ook kan de erkenning worden ingetrokken als uit de evaluatie kwaliteitszorg bpv blijkt dat de erkenning niet langer verleend kan worden. 4. Indien de begeleiding c.q. de invulling van het praktijkopleiderschap tekort schiet kan de erkenning worden ingetrokken. 5. Bij faillissement of overname vervalt de erkenning. 6. Het kenniscentrum kan besluiten tot intrekking van de erkenning, indien naar haar oordeel omstandigheden optreden waardoor de persoonlijke belangen van een mbo- of VMBOdeelnemer worden geschaad, waaronder in elk geval maar niet uitsluitend begrepen: omstandigheden waarbij sprake is van (seksuele) intimidatie, discriminatie, agressie en/of geweld en omstandigheden waarbij arbeid-, gezondheid-, milieu- en veiligheidsrisico s optreden. 4

Artikel 9 Bezwaar 1. Indien de erkenning geweigerd, ingetrokken of niet verlengd wordt, kan het bedrijf of de organisatie tegen de beslissing als bedoeld in de artikelen 6 lid 1, lid 7 lid 2 en 8 lid 1, bezwaar maken bij het kenniscentrum. 2. Op de bezwaarprocedure is de Algemene Wet Bestuursrecht van toepassing. 3. Het bezwaar dient schriftelijk en voorzien van een handtekening en dagtekening binnen 6 weken na dagtekening van de genoemde beslissing te worden ingediend. 4. Het bezwaarschrift bevat in ieder geval: een opgave van naam, adres en vestigingsplaats van het leerbedrijf, evenals de naam van degene die het bedrijf vertegenwoordigt en diens correspondentie adres, de dagtekening, de omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt en de gronden van het bezwaar. Bij het bezwaarschrift dient te worden overlegd: een afschrift van de beslissing waartegen het bezwaar zich richt, en de afschriften van de voornaamste, op de zaak betrekking hebbende besluiten. Artikel 10 Onvoorziene omstandigheden In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist GOCi. Artikel 11 Inwerkingtreding Dit reglement treedt in werking met ingang van 1 januari 2013. Artikel 12 Wijzigingen Wijzigingen in het reglement worden vastgesteld door GOCi. 5