Scheepstypen De verschillende typen die er bestaan in de traditionele schepen. Dit is een weergave van een aantal van de meest nu nog voorkomende platbodemschepen. Achtereen volgens worden behandeld: Botter Hoogaars Klipper; Lemster Aak Tjalk (Skûtsje) Schokker Schouw Staverse Jol Vollenhovense Bol Van oudsher hebben er een ontelbaar aantal verschillende scheepstypen bestaan. Verreweg de meeste werden gebouwd als visserschip of vrachtschip. Door de grote verscheidenheid aan lokale werfjes bestonden er veel verschillende typen van traditionele schepen naast elkaar. Zo had elk vaarwater zijn eigen kenmerken met zijn eigen ideale scheepstype Daarnaast had elke plaats of werf zijn eigen ideeën. Hierna worden slechts 9 van de meest voorkomende typen kort besproken. Met name zijn deze schepen gekozen omdat deze heden te dagen nog als jacht in de vaart zijn of zelfs nog worden gebouwd als nieuw jacht. Deze beschrijvingen zijn gemaakt aan de hand van de volgende boeken: Ronde en platbodemjachten. Diverse samenstellers. Uitgeverij P.N. van Kampen & Zoon, 1977 ISBN 9060910818 Tien platboden jachten. Jan Kooijman. Uitgeverij De Boer Maritiem, 1994 ISBN 9064102511 geb. Botter Ontstaan op de Zuiderzee (IJsselmeer) rond 1600 uit een eerder scheepstype (Drijver). Werd voornamelijk in de volgende plaatsen gebouwd: Urk, Elburg, Harderwijk, Spakenburg, Monnickendam, Muiden, Huizen, Marken. Deze plaatsen liggen voornamelijk in de zuidelijke helft van de Zuiderzee. Zeer zware bouw, met dikke spanten en delen. Ongestaagde mast, eventueel een enkele bakstag Zeer hoge kop en lage kont Enorme fok Bun voor levend vervoeren van de gevangen vis Zeezwaarden Vallende spiegel (achtervlak waar het roer hangt) Zware en lange ongestaagde kluiverboom Open achterschip met bun Gesloten voordek Vissend in samenstel van twee botters 4 september 2009 Pagina 1 van 5
Hoogaars Ontstaan op de grote rivieren voor 1550. Later ingevoerd als vissersschip in Zeeland rond 1585. Ook direct gebouwd als zeiljacht. Werd voornamelijk in de volgende plaatsen gebouwd: Arnemuiden, Kinderdijk, Tholen, Oostduivenland, Zeeuwsvlaanderen. Deze plaatsen liggen voornamelijk rond de Grevelingen, Oosterschelde en Westerschelde. Zeer sterk vallende steven Diep stekende neus en ondiep liggende kont Vissend roer S bocht in berghout achtersteven Breed middenschip Zeer zeewaardig schip, geschikt voor binnenwater als de grote stromen Voornamelijk gebruikt voor garnalenvangst in de Zeeuwse geulen. Klipper Een vrij jong scheepstype dat is ontstaan met de komst van stalen schepen. Eerste bouw ligt rond 1885. Voornamelijk ontwikkelt als snel zeilend binnenvaartschip. Eerst met één mast later met twee masten uitgevoerd bij stijgende lengte. Voornamelijk gebouwd in de plaatsen: Lekkerkerk, Papendrecht en andere locaties langs de grote rivieren. Vanaf ontstaansgeschiedenis uitgevoerd in IJzer en later in Staal Hol gebogen steven Overhangend dek door naar buiten vallende boeiboorden Vaak een rad besturing in plaats van een helmstok, vooral bij grotere lengtes Tuig met masten uit twee delen. Het zogenaamde schuifsteng Zeer snel zeilend Nu voornamelijk gebruikt voor charterschepen met grotere groepen 4 september 2009 Pagina 2 van 5
Lemsteraak Ontstaan uit kleinere scheepstypen (visaak) van de Friese binnenwateren. Ontwikkeld rond 1675. Kenmerkend is dat dit scheepstype gebouwd is voor ruime wateren. Het werd niet als het vissende schip gebruikt, maar als moederschip om de verzamelde vis snel naar de thuishaven te vervoeren. Is daarom ook een snel schip. Vaargebied lag voornamelijk op de ruime binnenwateren en de Noord en Waddenzee. Ook van dit type werd vroeg een jachtversie ontwikkeld. Het eerste jacht werd gebouwd in 1868. Voornamelijk gebouwd in de volgende plaatsen: Friesland: Joure, Lemmer, Echternerbrug. Later ook langs de Zeeuwse wateren (Bruinisse). Viste voornamelijk op Bot, Spiering, Haring en Ansjovis in het open gebied van de Zuiderzee tussen Lemmer en Den Helder. Uitgevoerd als visserschip met visbun Bolle kop en bolle kont Waterlijn als een ei Groot volume in de kop Lange kluiverboom Zeer goede zeileigenschappen Zeer fraai schip en behoord heden ten dagen tot de duurste typen (Groene Draeck) Tjalk (Skûtsje) Voor het eerst gezien rond 1670. Gebouwd in diverse plaatsen: Groningen, Makkum, Leeuwarden, Drachten, maar ook in Zuid Holland en Zeeland. De Tjalk is niet ontwikkeld als vissersschip, maar als vrachtschip. De naam Tjalk is een verzamelnaam voor een groot aantal verschillende scheepsvormen die allemaal behoren tot de zogenaamde Krom Stevens. Regionaal zijn er verschillen aan te duiden. De Tjalken uit Groningen zijn zeer lang en laag. Tjalken gebouwd in de zuidwesthoek van Friesland hebben een hoge kop omdat ze voor de ruwe lagerwal bestemd waren op de Zuiderzee. Verder hebben Friese Tjalken een gestrekt uiterlijk met weinig zeeg. Komt nog in redelijk mate voor, vanwege het grote aantal dat er is gebouwd Grote en brede vlakke bodem Vaak strijkbare mast Groot draagvermogen bij geringe diepgang (= groot volume) Ver naar voren geplaatste mast Weinig stahoogte binnenin Niet op zeewaardigheid gebouwd, grotere afmetingen geen probleem Gebouwd voor kanalen en rivieren Zeer vriendelijk de besturen omdat het gebouwd is als binnenwaterschip en niet als visserschip (met netten) 4 september 2009 Pagina 3 van 5
Schokker Dit wordt ook wel het oudste scheepstype van de Zuiderzee genoemd. Ontstaan als visserschip. Een zeer stoer zwaar schip met een vallende rechte steven. Wellicht afkomstig van Schokkerland. Ook wordt gesproken dat het scheepstype van Saksische oorsprong is. De kenmerkende stoere neus wordt gevormd door de stevenklamp of snoes hierop werd een dreganker gevoerd. Gebouwd langs de hele Noordelijke Zuiderzee in grote aantallen. Ook voor de Noordzee met grotere afmetingen gebouwd. Stoere neus Schuine stevenbalk met zware klamp Smal bodemvlak Sterk naar binnenvallend boeisel Scherp aan de wind een goede zeiler Schouw Is een verzamelnaam voor een groot aantal lengten en uitvoeringen. Van een klein 4,75 m1 eenvoudig open scheepje tot flinke zeeschouwen van 18 m1. Dit scheepstype is als klein open schip ontstaan. Pas rond 1900 is de grote zeeschouw ontstaan uit bezuinigingsoogpunt van de scheepsbouwers. Het scheepstype is uitstekend schikt voor zware omstandigheden. Platte neus Eenvoudige lijnen en constructie Breed Als open boot met spriettuig, als kajuitjacht met gaffeltuig Lage bouwkosten Populair als jachtschip Staverse Jol Ontstaan ten behoeve van de Ansjovisserij rond 1875. Dit type is geheel voor die taak geschikt gemaakt. Voor deze visserij was en licht schepje nodig zonder uitstekende delen, als zwaarden en bolders. Dit scheepstype werd voornamelijk gebouwd en gebruikt in de rustige wateren van Stavoren en Medemblik. Geen zwaarden Bolle buik Hartvormige spiegel Diepere Kiel Goede vaareigenschappen rechtuit Veel verleiering bij grotere hellingen 4 september 2009 Pagina 4 van 5
Vollenhovense Bol Laat ontstaan, rond 1900 in Vollenhove. Op basis van de Vollenhovense schuit. Later ook in Blokzeil en op vele andere plaatsen in Nederland gebouwd, waaronder Deil. Vanaf het ontstaan uitgevoerd met een verblijf voor de (visser)mensen. Tegenwoordig zeer populair als jachtschip. Lijkt op Lemsteraak Brede volle kop Ronde kont Vlakke bodemvlak Ronde steven uitlopend in een punt Hoge aanvangsstabiliteit 4 september 2009 Pagina 5 van 5